Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vandaag verschijnt de tweede aflevering van de videoserie Vraag het onze wetenschappers, waarin wij ingezonden vragen beantwoorden over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de video (4 minuten) van deze week geeft onderzoeker en cultureel antropoloog Miriam Verhage antwoord op de volgende vraag, ingestuurd door Evelien Mazeland: ‘Hoe verhoudt eenzaamheid zich tot vitaal oud worden?’.

Hieronder vindt u extra achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Eenzaamheid is voor iedereen anders
Miriam vertelt in de video dat eenzaamheid een ‘subjectief ervaren gevoel’ is: sommige mensen met een kleine kennissenkring voelen zich helemaal niet eenzaam, terwijl anderen met een druk sociaal leven dit gevoel wel ervaren. Theo van Tilburg, hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zet in dit videocollege bij de Universiteit van Nederland helder uiteen hoe dit zit, met een onderscheid tussen emotionele (als je een hechte band met iemand mist) en sociale eenzaamheid (als je minder contact hebt met andere mensen dan je zou willen).

Eenzaamheid onder ouderen
Deze rapportage van het CBS uit 2016 laat zien dat eenzaamheid onder alle leeftijden voorkomt. Wel zijn er enkele risicogroepen te onderscheiden en zien we vooral toenemende eenzaamheid in de leeftijdscategorie 75-plus. In 2019 betoogden Bianca Suanet en Theo van Tilburg in het tijdschrift Psychology and Aging dat de verwachte toename aan eenzaamheid onder ouderen, onder meer door onze individualiserende samenleving, is uitgebleven. Ze tonen aan dat ouderen momenteel zelfs iets minder eenzaam zijn dan hun leeftijdsgenoten van twintig jaar geleden. Wel zijn er in absolute zin meer eenzame ouderen in Nederland, omdat deze demografische groep op dit moment nu eenmaal groter is dan rond de millenniumwisseling.

Wisselwerking eenzaamheid en gezondheid
Dat eenzaamheid een maatschappelijk probleem is dat zelfs de volksgezondheid schaadt, blijkt uit onderzoek van Julianne Holt-Lunstad et al. uit 2010, tevens bevestigd in 2015. In dit onderzoek is aangetoond dat eenzaamheid en een gebrek aan een sociaal vangnet grotere risicofactoren zijn dan de schade van 15 sigaretten per dag. In een interview in Plus Magazine (juni 2020) legt onderzoeker Jan Willem van de Maat van kennisinstituut Movisie toegankelijk uit hoe eenzaamheid samenhangt met een slechtere gezondheid.

Eenzaamheid en dementie
In 2014 werden resultaten uit de Amsterdam Study of the Elderly (AMSTEL) gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry. De onderzoekers brachten gevoelens van eenzaamheid in verband met een verhoogd risico op klinische dementie op latere leeftijd. Volgens eerder onderzoek uit 2007 van het Rush Alzheimer’s Disease Center (Chicago, Verenigde Staten) hebben eenzame mensen een twee keer groter risico om op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, dan mensen die niet eenzaam zijn. De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Archives of General Psychiatry.

Preventie: (samen) sporten
Onderzoek uitgevoerd door de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) laat zien dat ouderen die sporten, minder vaak eenzaam zijn. Ook blijkt dat sporten op de korte termijn gevoelens van eenzaamheid onder ouderen zou kunnen verminderen. U leest erover in het LASA-rapport Sport en eenzaamheid uit 2012. Wij herkennen dit vanuit ons eigen onderzoek naar de effecten van samen sporten in de Vitality Club: de oudere deelnemers worden niet alleen fitter, maar ervaren ook een hogere kwaliteit van leven en meer sociale contacten. We beschreven dit in 2018 in wetenschappelijk tijdschrift Translational Behavioral Medicine.

Preventie: sociaal konvooi
Jenny Gierveld is emeritus hoogleraar sociale wetenschappen en kan met meer dan vijftig jaar onderzoekservaring gerust een autoriteit worden genoemd op het gebied van eenzaamheid. Zij adviseert mensen om, al vanaf jonge leeftijd, zorg te dragen voor hun ‘konvooi’: een mooie metafoor voor het sociale netwerk als een vloot met bootjes die samen met u door het leven varen. Zij licht dit nader toe in deze video uit 2010 (vanaf 03:49). Bekijk ook de EenVandaag-reportage Help ik word 100! Hoe maak ik vrienden? uit 2018.

Laat uw omgeving het werk doen
Als afsluitende tip adviseert Miriam om een bankje voor de deur te zetten: een fijne plek om te zitten als de zon schijnt, maar u raakt er ook gemakkelijk door in gesprek met buurtgenoten. Een andere klassieke tip is om een hond te nemen: er is geen betere wandelcoach, en u komt onderweg altijd wel mensen tegen. Dit soort aanpassingen in uw omgeving en dagelijkse routines, kunnen helpen om elke dag ongemerkt gezondere én sociale keuzes te maken. Meer informatie over hoe dit werkt en praktische tips vindt u in het boek Oud worden in de praktijk van David van Bodegom en Rudi Westendorp.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Miriam Verhage.

De eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Zembla-uitzending Oud, maar geen dor hout

Zembla-uitzending Oud, maar geen dor hout

Bescherm kwetsbare ouderen en houd u aan de maatregelen; dit was het devies van het kabinet toen de coronapandemie uitbrak. De solidariteit is groot, maar al snel komen er barsten in. Op radio, tv en in de kranten klinkt regelmatig de vraag: is de prijs die de maatschappij hiervoor betaalt niet te hoog? Slaat de balans niet te ver door naar het beschermen van ouderen? Het debat verscherpt. En de solidariteit waar het kabinet toe oproept, wordt steeds minder vanzelfsprekend. In de uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ van vanavond onderzoekt Zembla waarom het debat zo hard wordt gevoerd en wat dit bij ouderen teweegbrengt. Zij vertellen hier zelf over en onderzoeker Jolanda Lindenberg geeft duiding en deelt bevindingen vanuit ons kwalitatief onderzoek naar ouderen in coronatijd.

Geen dor hout
Op radio en televisie worden discussies gevoerd of jongeren niet te veel moeten opgeven voor ouderen, zodat die een paar jaar extra kunnen leven. De meeste ophef ontstaat wanneer columniste Marianne Zwagerman ouderen vergelijkt met ‘dor hout’, waar het coronavirus als een zeis doorheen mag gaan. Fokke van den Bosch (89) zegt hierover in Zembla: “We hebben allemaal te lijden onder die coronacrisis. Jong en oud. En dan zou je eigenlijk moeten zeggen: nou, dan moet die oudere maar kiezen voor de dood, zodat jong door kan gaan met leven. Ja, maar zo werkt het niet!” Ook Léonore Berntsen (73) vindt deze vergelijking zorgwekkend: “Ik hoop dat niet de maatschappij gaat uitmaken wanneer ik richting kerkhof moet.”

‘Kwetsbare ouderen’
Naarmate de coronacrisis langer duurt, gaan veel mensen zich storen aan de term ‘kwetsbare oudere’. Het doet iets met hun zelfbeeld. “Kwetsbare ouderen, daar moet je voorzichtig mee zijn, daar moet je afstand van houden. Het leek net alsof ik een besmettelijke ziekte had”, vertelt Léonore Berntsen in Zembla. Oud en kwetsbaar, “dat is iemand met een rollator, iemand die thuis moet zitten en afhankelijk is”, zegt Leonie van Aerde (80), die alles nog zelf doet. Jolanda Lindenberg herkent dit vanuit haar onderzoek: ouderen zien zichzelf niet als kwetsbaar en vinden het etiket zelfs pijnlijk, omdat het wordt geassocieerd met zwak en hulpbehoevend zijn. “Dat iemand een verhoogd risico loopt, dat is iets anders dan dat iemand zichzelf als kwetsbaar ziet.” Volgens Lindenberg was het dan ook beter geweest om te zeggen dat ouderen een verhoogd risico lopen. “Dat lijkt een heel subtiel verschil, maar het is voor veel mensen een heel belangrijk verschil.”

Wat is oud?
Niet alleen afhankelijkheid en kwetsbaarheid worden als iets negatief gezien, oud zijn überhaupt, stelt Lindenberg in de uitzending. Bep van den Bosch (86): “Oude mensen, wij zijn helemaal nog geen oude mensen. We kunnen nog zoveel! Wij zijn nog gewoon zoals we zijn.” Lindenberg besluit: “Mensen zijn niet graag oud. Dat heeft ook te maken met de status die wij aan ouderen geven. Dat ouderen geen waardevol onderdeel van onze maatschappij zouden zijn. Ouderen na hun pensioenleeftijd, dat kóst alleen maar geld. Dat is een beetje een maatschappelijke tendens, denk ik. Dat je dus gaat kijken naar wat iemand oplevert. En wat dan de productiewaarde van iemand is.”

De Zembla-uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ is op donderdag 20 mei om 20.25 uur uitgezonden bij BNNVARA op NPO 2. U kunt de uitzending (35 minuten) hier terugkijken.

BNR Nieuwsradio: langer doorwerken na je pensioen?

BNR Nieuwsradio: langer doorwerken na je pensioen?

Een deel van de ruim 3 miljoen 65-plussers in Nederland kiest er bewust voor om na hun pensioen te blijven doorwerken. Waarom doen zij dit en is ons arbeidsstelsel hier eigenlijk wel voldoende op ingericht? In het programma Werkverkenners ging BNR Nieuwsradio vanmiddag op onderzoek uit en sprak met senior onderzoeker Jolanda Lindenberg van Leyden Academy, ondernemer Jack Wiebenga (76) en timmerman Jan van Schagen (72).

Graag doorwerken, maar onder voorwaarden
Veel mensen willen aan het werk blijven: volgens Jolanda Lindenberg blijkt uit onderzoek dat 40 procent van de Nederlandse 65-plussers dit zou overwegen, en 20 procent zou zelfs heel graag weer aan het werk gaan. Maar dan wel onder voorwaarden: zoals minder uren werken, in een andere rol, of na een jaartje pauze weer terug het werkveld in. “We moeten veel meer flexibiliseren,” aldus Lindenberg. Jack Wiebenga, die zelf fulltime werkt als directeur van een uitzendbureau voor senioren, herkent dit helemaal: de mensen die via zijn bureau aan de slag gaan (de oudste is 83) kiezen vaak voor een andere functie dan in hun werkzame leven en zoeken vaak banen voor minder uren, met weinig stress. Dit laatste geldt ook voor de derde geïnterviewde, Jan van Schagen. Hij werkt nog parttime als timmerman en vermaakt zich uitstekend: “Ik heb nog heel veel energie en plezier in het contact met mensen. Ik zoek de mooie klusjes uit.”

Ondernemen na je pensioen
Ook het starten van een eigen bedrijf is een optie die na het pensioen aan populariteit wint. Jolanda Lindenberg: “Ondernemers gaan steeds langer door én ze starten op steeds hogere leeftijd.” Als Leyden Academy merken we dit ook aan ons onderwijsprogramma Silver Starters voor oudere aspirant-ondernemers, dat begin 2021 een succesvolle tweede editie beleefde. Maar liefst 83 deelnemers doorliepen het intensieve programma van acht modules, om hun droom van een eigen onderneming te verwezenlijken.

U kunt de uitzending van BNR Nieuwsradio Werkverkenners hier terugluisteren.

Cultuursensitieve zorg

Zorg voor ouderen met een migratieachtergrond in Amsterdam: Een toekomstperspectief
In Amsterdam stijgt het aantal senioren met zorgbehoeften snel. Een groot deel van die groei vindt plaats onder ouderen met een migratieachtergrond. Deze groep senioren wordt niet alleen ouder en de zorg intensiever, maar ook steeds diverser. Met deze ontwikkelingen komen belangrijke vragen: Hoe groot zal de zorgvraag in de nabije toekomst zijn en hoe kunnen we tegemoet komen aan de diverse zorgwensen en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond?

Grote diversiteit
Op dit moment zijn er veel (cultuur)specifieke voorzieningen gericht op verschillende doelgroepen; denk bijvoorbeeld aan kleinschalig wonen voor senioren met een Surinaamse achtergrond of dagbestedingen voor senioren met een Turkse of Marokkaanse afkomst. Er zijn goede redenen (zoals taal en religie) die cultuurspecifieke zorg wenselijk maken. Uit onderzoek en gesprekken blijkt echter dat er allerlei knelpunten worden ervaren bij het voldoen aan verwachtingen, behoeften en wensen in deze cultuurspecifieke zorg. Bovendien zijn de wensen en behoeften van ouderen met een migrantenachtergrond net zo verschillend als die van ouderen die in Nederland zijn geboren. Ook binnen groepen uit hetzelfde herkomstland is er sprake van grote diversiteit, waarbij andere kenmerken (zoals opleiding en inkomen) een meer bepalende rol kunnen spelen.

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
We hebben de (toekomstige) zorgvraag onder Amsterdamse ouderen met een migratieachtergrond onderzocht aan de hand van registerdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hieruit blijkt dat in de toekomst de vraag naar langdurige zorg zal toenemen. De sterkste toename wordt verwacht in de vraag naar langdurige zorg in een mix van persoonlijk budget, vol pakket thuis en modulair pakket thuis. Ook zijn we in gesprek gegaan met 66 personen met een migratieachtergrond over hun ideeën over zorg, nu en in de toekomst. Ze geven aan het belangrijk te vinden dat de kwaliteit van de zorg goed is, bijvoorbeeld als het gaat om zorg-technisch handelen, schoonmaak en hygiëne en het aanbod van (divers) eten. Daarbij vinden ze het essentieel dat de zorg persoonsgericht is en relationeel wordt uitgevoerd. Er moet rekening gehouden worden met taal en ruimte zijn voor religie. In de toekomst willen zij zo lang als mogelijk zelfstandig, onafhankelijk thuis wonen. Als dat niet meer gaat, zijn de wensen divers: variërend van (betaalde) informele zorg tot thuiszorg tot een verblijf in een verpleeghuis.

Klik hier voor de complete rapportage van het onderzoek ‘Zorgvraag onder (toekomstige) ouderen met een migratieachtergrond – Een Amsterdamse toekomstverkenning’ (december 2021). Ook is een onderzoekssamenvatting en een publiekssamenvatting beschikbaar.

Interventie en kennisverspreiding
Na het onderzoek zijn we aan de slag gegaan om handvaten in de praktijk te ontwikkelen. Duidelijk is dat cultuursensitieve zorg, waarbij er over en weer bewustwording is over eigen aannames, wensen en behoeften en hier open over gecommuniceerd wordt, belangrijk is. De aanknopingspunten richten zich op organisatieniveau, maar ook op de praktijk. Op organisatieniveau is er een bestuurlijk advies beschikbaar en adviseren we te komen tot een ervaringsnetwerk, juist omdat er al veel kennis en ervaring is, lees hiertoe het advies ervaringen die er toe doen. Daarnaast is er een Turks vertaalboekje ‘Elkaar begrijpen helpt’ en een handzame overzicht voor de praktijk met pictogrammen en veelgebruikte zinnen (her)ontwikkeld samen met medewerkers, bewoners en naasten. Ten slotte is een bestaande training van Pharos gebruikt om een bewustwordingstraining voor medewerkers te geven over cultuursensitieve palliatieve zorg. Klik hier om naar de pagina met de handleiding en materialen te gaan.  We hopen dat hiermee de zorgverlening beter zal aansluiten in situaties waarin culturele verschillen een rol spelen, en dat de zorgkwaliteit en tevredenheid zullen toenemen.

Dit project is een samenwerkingsverband tussen Amsta, Amstelring, Cordaan, gemeente Amsterdam en Leyden Academy. Wilt u meer weten over dit onderzoeksproject? Neem dan contact op met Jolanda Lindenberg.

 

Essay ‘Erfgoed als middel’

Essay ‘Erfgoed als middel’

Behoud van erfgoed is een belangrijk doel op zichzelf, maar erfgoed kan ook een middel zijn om andere maatschappelijke doelen te bereiken, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, welzijn, scholing, werk, veiligheid, buurtgericht werken, burgerinitiatief, de verbonden samenleving en democratie. In het essay Erfgoed als middel (april 2021) verkent socioloog Frans Soeterbroek de maatschappelijke rol van erfgoed en welke aanknopingspunten er zijn om erfgoed in te zetten voor sociaal-maatschappelijke doelen. Het essay is geschreven voor het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en is mede gebaseerd op interviews met twaalf experts, waaronder schrijver Abdelkader Benali, Jet Bussemaker (hoogleraar LUMC en voorzitter RVS), Hans Boutellier (bijzonder hoogleraar Polarisatie & Veerkracht, VU Amsterdam) en Tineke Abma, directeur Leyden Academy.

Waarde van erfgoed
De erfgoedwereld heeft volgens Soeterbeek veel te winnen bij het hervinden van zijn maatschappelijke basis. De nadruk ligt nog vooral op het behoud van historische gebouwen, objecten en tradities, maar erfgoed kan ook een middel zijn om andere doelen te behalen. Denk bijvoorbeeld aan ruimtelijke ontwikkelingen waarbij erfgoed zorgt voor kwaliteit van de leefomgeving, maar ook bij sociale en maatschappelijke vraagstukken kan erfgoed van waarde zijn en de kwaliteit van leven van mensen helpen verbeteren. Initiatieven in de praktijk laten zien dat deze benadering kansrijk is en op veel enthousiasme kan rekenen. Zo wordt erfgoed in Tilburg gebruikt om armoede te bestrijden en wordt in Amsterdam een brug geslagen tussen de stadshistorie en integratie van migranten. Wel zijn er nog veel vragen: welk effect heeft het erfgoed op de gezondheid en het welzijn van mensen? Is daar al wetenschappelijk bewijs voor? Wat werkt wel en wat werkt niet?

Nieuwe allianties
Het Faro-programma van de RCE is een verkennend programma naar de vraag hoe de uitgangspunten van het Verdrag van Faro, over de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (2005) van de Raad van Europa een vertaling kunnen krijgen in de Nederlandse erfgoedpraktijk. Demissionair minister Van Engelshoven (OCW) heeft onlangs in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat de uitgangspunten van het Verdrag meer bekendheid en uitwerking krijgen, zoals het ondersteunen van burgerinitiatieven en het inzetten van de sociale waarde van erfgoed. In 2021 wordt een uitvoeringsagenda opgesteld in co-creatie met overheden, erfgoedinstellingen, maatschappelijke organisaties en erfgoedgemeenschappen. De bevindingen in het essay bieden hierbij aanknopingspunten om nieuwe allianties aan te gaan.

U vindt het essay op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

oorlogservaringen

Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Pelita en het Nederlands Veteraneninstituut (voorheen stichting de Basis), drie organisaties die samen veel kennis bezitten over contextgebonden zorg en welzijn, hebben een onderzoek geïnitieerd dat de wensen en behoeften van de naoorlogse generatie in kaart brengt. In samenwerking met Leyden Academy is met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van september 2020 tot juni 2021 een verkennend kwalitatief onderzoek uitgevoerd.

In het onderzoek naar de hulpvragen en behoeften van de tweede generatie oorlogsgetroffenen, is naar antwoorden gezocht op vragen als: waar bestaan deze hulpvragen uit? Wat maakt deze hulpvragen specifiek? En hoe zou een passend aanbod eruit zien? De antwoorden zijn gezocht door middel van een literatuurstudie, dossieronderzoek, drie focusgroepen (met experts, vertegenwoordigers van de naoorlogse generatie en medewerkers van de betrokken organisaties) en interviews met cliënten van de organisaties. De bevindingen geven aan dat veel van de vragen voortkomen uit behoefte aan herkenning en erkenning. Veel van de kwesties waar de tweede generatie oorlogsgetroffenen vragen over hebben of mee worstelen, gaan over identiteit: mag ik bestaan? Doet mijn leed ertoe? Waartoe behoor ik? Waar liggen mijn wortels? Bekijk hier de belangrijkste bevindingen en het onderzoeksrapport ‘Vragen onder de naoorlogse generatie’.

Het rapport is aangeboden bij het Ministerie van VWS en heeft geresulteerd in het ondertekenen van een convenant tussen de betrokken partijen . We denken dat het een belangrijke erkenning en eerste stap is voor mensen uit de naoorlogse generatie. In een vervolgproject werken we aan podcasts die ingaan op de oorlogservaringen en hoe deze doorwerken in het dagelijkse leven van de oorlogsgetroffenen en de generaties na hen.

Neem voor meer informatie contact op met Jolanda Lindenberg.

Zorg- en welzijnsprofessionals werken samen aan betere zorg voor ouderen

Zorg- en welzijnsprofessionals werken samen aan betere zorg voor ouderen

Gezondheid is meer dan een fysieke beperking. Het betekent ook lekker in je vel zitten en in balans zijn. Het zorglandschap is daarmee niet alleen de huisarts, maar bijvoorbeeld ook de fysiotherapie, de welzijnsorganisatie en de ergotherapeut. Voor ouderen kan het soms lastig zijn om hun weg in dit complexe zorglandschap te vinden. Vandaag, op Wereldgezondheidsdag, presenteren verschillende zorg- en welzijnsprofessionals de resultaten van twee pilots met als doel het verbeteren van de zorg voor ouderen in Maarssen Dorp: het geriatrisch spreekuur en het project ‘Kennisdelers’. In een actie-onderzoek samen met de betrokkenen, heeft Leyden Academy onderzocht wat de wensen, verlangens en behoeften zijn van oudere inwoners en zorgprofessionals rondom multidisciplinaire samenwerking in de eerstelijnszorg. Op basis van de positieve resultaten worden beide pilots voortgezet.

Samenwerking zorg en welzijn
Daphne de Vette, adviseur welzijn, vertelt: “De zorg voor ouderen gaat verder dan alleen medische zorg. Het gaat namelijk ook over welbevinden. In een tijd als deze, waarin onzekerheid, angst en eenzaamheid heersen, is een project waar zorg en welzijn samenkomen heel belangrijk.’’ De samenwerking heeft ook een positieve impact op de zorg- en welzijnsprofessionals zelf: ‘’Professionals werken zo efficiënter, doordat je direct met elkaar in contact staat. Je leert elkaar en elkaars werkwijzen beter kennen en daardoor neemt het werkplezier toe!’’, vertelt ergotherapeut Rinske Rebel. Huisarts Eugenie Hodes onderschrijft dat: “We maken nu veel sneller concrete plannen. Het levert een breed beeld op door met verschillende gezondheidsprofessionals te kijken naar het probleem van een patiënt.’’ Corine van Maar, projectleider, vult aan: “Met dit project willen we de samenwerking tussen zorg- en welzijnsprofessionals verder versterken. Ouderen worden hierbij actief betrokken, zodat duidelijk wordt waar hun wensen en behoeften liggen. Het zorgproject is dus voor én door ouderen.’’

Eén spreekuur
Leyden Academy deed onderzoek naar een spreekuur waarin verschillende zorgprofessionals – zoals de huisarts, de fysiotherapeut, de dementieconsulent, de thuiszorg, de praktijkondersteuner en de ergotherapeut – in één consult samen met de patiënt een behandelplan opstellen. Er blijkt onder andere uit dat patiënten zich meer gehoord voelen en daardoor ook meer openstaan voor verdere behandeling. Eén van de deelnemers, een 84-jarige dame, vertelt: “In het spreekuur vertelde ik over mijn lichamelijke beperkingen. Samen met de huisarts, de fysiotherapeut en de ergotherapeut stelde ik een behandelplan op waar ergotherapie deel van uitmaakte. Ik kreeg hulpmiddelen voor in huis, zoals een speciale stoel voor in de keuken. Daardoor kan ik mij weer vrij bewegen. Zonder het spreekuur was ik niet uitgekomen bij ergotherapie!’’

‘Kennisdelers’
De andere pilot is het project ‘Kennisdelers’. Uit onderzoek blijkt dat er bij ouderen de behoefte is om anderen te ontmoeten én ook iets te leren. Kennisdelers bestaat uit een reeks lezingen voor ouderen over onder andere gezondheidsthema’s. Daphne de Vette, adviseur welzijn, vertelt: “Ontmoeten draagt bij aan plezier en zingeving. Zorg en welzijn komen samen in dit project.”

Dit initiatief is een samenwerking van Medisch Centrum Maarssen Dorp, zorgorganisatie Careyn, Welzijn Stichtse Vecht, Centrum voor Fysiotherapie & Manuele Therapie Maarssen, Gemeente Stichtse Vecht en bewoners uit Maarssen Dorp. Het project is mogelijk gemaakt vanuit het ZonMw programma Langdurige zorg en ondersteuning voor ouderen. Het onderzoek is uitgevoerd door Leyden Academy on Vitality and Ageing.

Wilt u op de hoogte blijven, neem dan contact op met Daphne de Vette. Voor meer informatie over het onderzoek van Leyden Academy kunt u contact opnemen met Lucia Thielman.

Eén jaar (Wij &) corona: elke dag een verhaal

Eén jaar (Wij &) corona: elke dag een verhaal

Op 23 maart 2020 kondigde premier Rutte de ‘intelligente lockdown’ af en viel ons publieke leven grotendeels stil. Al snel werd duidelijk dat ouderen relatief hard werden getroffen door het coronavirus én door de strikte maatregelen om verspreiding te beperken. Om de stem van ouderen in het publieke debat zichtbaarder te maken, startten Leyden Academy en stichting GetOud het verhalenplatform Wij & corona. Op 31 maart 2020 lanceerden we de website, met daarop de eerste persoonlijke ervaringen van Nederlandse senioren in crisistijd.

Eén verhaal per dag
Vandaag zijn we precies een jaar verder en inmiddels hebben 343 ouderen, hun familieleden en zorgmedewerkers hun verhalen aan ons toevertrouwd. Zo’n dertig mensen hebben we in de loop van het jaar meerdere keren geïnterviewd, waarmee we gemiddeld elke dag een nieuw verhaal hebben gepubliceerd. In een jaar tijd is de website bezocht door ruim 40.000 unieke bezoekers, die samen meer dan 100.000 pagina’s hebben gelezen. Met dank alle senioren die hun eigen verhaal hebben ingezonden, aan alle interviewers in de teams van Leyden Academy en GetOud, en de plezierige samenwerking met onder meer HelpAge International, ILC Japan, Vraagelkaar, Radicale vernieuwing verpleeghuiszorg, Waardigheid en Trots, zorgorganisaties Topaz en Zorgcentra de Betuwe, Fatoş Ipek-Demir (OMAZ), UNO-UMCG, Netwerk 100 en sterreporter Bianca van der Linden-Snel.

Bèr (77) en Janna (82) een jaar later
Op deze eerste verjaardag van Wij & corona gaan we terug naar twee mensen die als een van de eersten met ons deelden hoe ze de coronacrisis beleefden: Bèr (77) uit Leusden en Janna (82) uit Den Haag. Zij werden in de afgelopen week allebei gevaccineerd en zien reikhalzend uit naar het einde van de crisis. Bèr en zijn vrouw gaan “gelijk de hort op” en hij kijkt ernaar uit om zijn vrijwilligerswerk in het verpleeghuis weer op te pakken. Janna is er nog niet gerust op: is ze nu echt beschermd tegen corona? En zou ze straks haar voucher nog kunnen verzilveren om naar Spanje te gaan? Lees hun verhalen hier. Volg Leyden Academy daarnaast op Twitter en Instagram, waar we de komende dagen enkele gouden ‘tegelwijsheden’ delen van geïnterviewden op het platform.

Bezoek Wij & corona voor de nieuwste verhalen, over vaccinaties, verdriet, verveling, verkiezingen en vrolijke vooruitzichten. Het platform is mede mogelijk gemaakt door Jo Visser fonds, Fonds Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en Fonds 1818.

Vervolgonderzoek: op zoek naar houvast in de tweede coronagolf

Vervolgonderzoek: op zoek naar houvast in de tweede coronagolf

Leiden, 25 maart 2021 – Hoe ervaren ouderen de coronacrisis? Aan het begin van de pandemie (maart-april 2020) hielden wij 59 diepte-interviews met senioren uit heel Nederland, om te horen hoe zij omgaan met de maatregelen en wat de impact van corona is op hun leven. In juni publiceerden we de uitkomsten van dit eerste onderzoek, waaruit bleek dat ouderen de crisis heel verschillend beleven, maar dat er wel patronen zijn te herkennen in de wijze waarop zij grip trachten te houden op de situatie. In oktober 2020, aan het begin van de tweede coronagolf, hebben we 15 deelnemers aan het eerste onderzoek opnieuw geïnterviewd. Waar sommige ouderen erin slaagden om een nieuwe balans te vinden tussen aanvaardbare risico’s nemen en betekenisvolle activiteiten hervatten, zonderden anderen zich juist verder af.

Langere duur
In het voorjaar zagen de onderzoekers dat veel ouderen zich vasthielden aan de gedachte dat de crisis van tijdelijke aard zou zijn. Zij wachtten tot zij hun oude leven weer zouden kunnen oppakken. De coronapandemie bleek echter van langere duur, en in ons onderzoek stellen we vast dat ouderen hier verschillend mee omgaan. Veel van de geïnterviewden leken een persoonlijke afweging te maken tussen hun veiligheid en hun sociale betrokkenheid en betekenisvolle activiteiten, waarbij velen kleine, voor hen acceptabele, risico’s namen om waarde en zin in het leven (terug) te vinden.

“De eerste drie maanden was het echt van: zo moet het en dit mocht niet en dat mocht niet en dan voel je je toch wel een beetje geremd. Ja, gevangen eigenlijk als het ware. Maar nu ben ik eraan gewend geraakt. Ik pas me helemaal aan en dat vind ik wel fijn. Waarschijnlijk is het gewoon het aanvaarden van het feit dat we nu gewoon in deze situatie leven.” (man, 94, weduwnaar)

Anderen ervaarden juist gevoelens van verdriet en somberheid door de langere duur van de crisis, in combinatie met de omslag naar het herfstweer.

“Maar als je nu natuurlijk na al die maanden weer teruggeworpen wordt, terug bij af bent, dan kijk je toch anders tegen de situatie aan. Het is toch wel iets waar je best wel down van kan worden hoor, dat gevoel. Het doet wel wat met me.” (vrouw, 92, weduwe)

Afnemende solidariteit
Een van de thema’s waarin de onderzoekers de grootste verandering zagen tussen de eerste en tweede coronagolf, is die van solidariteit. Voor sommige ouderen leidde het veranderende gedrag in de samenleving ertoe dat ze vaker thuis bleven en drukke plaatsen zoals supermarkten gingen mijden. Terwijl de samenleving als geheel in die periode langzaam leek terug te keren naar het ‘normale’ leven, zonderden sommige oudere deelnemers zich juist meer af. Vooral deze ouderen hadden graag strengere en eenduidigere maatregelen van de overheid gezien, zodat ook zij de dingen konden blijven doen die voor hen het belangrijkst zijn.

“Nou, in het begin zag je dat er saamhorigheid was. Dat zag je enorm. Maar nu, nee dat verdwijnt helemaal. Je krijgt een soort tweestrijd tussen mensen.” (man, 67, getrouwd)

Verloren jaar
De geïnterviewde ouderen gaven aan grote moeite te hebben met leeftijdsgebonden maatregelen, zoals het sluiten van verpleeghuizen tijdens de eerste coronagolf. Ook in het geval van een strengere lockdown zou een meerderheid van de ouderen aparte maatregelen voor verschillende leeftijdsgroepen ongewenst vinden. Zij gaven aan het belangrijk te vinden dat er een focus bleef op de samenleving als geheel.

“Ik vind dat je de maatregelen voor iedereen gelijk moet houden, want de gevoelens die er zijn, zijn voor de jongeren hetzelfde als voor ouderen. Als je nou naar je kinderen verlangt, of naar je kleinkinderen, of je nou 80 bent of 60 of 50 bent, het gevoel blijft hetzelfde.” (man, 94, weduwnaar)

Toch telt de gemiste tijd door corona voor veel ouderen zwaar, aldus onderzoeker dr. Jolanda Lindenberg: “Een van de dames in ons onderzoek, in de negentig, vertelde dat het voor haar extra verdrietig voelt omdat ze nog maar zo weinig tijd voor de boeg heeft. Ze gaf zichzelf nog een paar jaar en daarvan heeft ze er nu eentje verloren, zo voelde het voor haar en waarschijnlijk voor veel van haar generatiegenoten. Toch leken de meeste ouderen in ons onderzoek nog steeds hoop te houden op een betere tijd waarin ze hun leven weer konden oppakken. Hopelijk bieden de vaccinaties nu snel dat gehoopte perspectief.”

De uitkomsten van het vervolgonderzoek ‘Ouderen in de tweede coronagolf’ (oktober 2020) kunt u teruglezen in de publiekssamenvatting. Neem in geval van vragen contact op met Niels Bartels, manager communicatie.

Silver Starters-deelnemer Willy de Heer: concreet aan de slag met virtual reality

Silver Starters-deelnemer Willy de Heer: concreet aan de slag met virtual reality

Deelnemer Willy de Heer (56) deelt haar ervaringen tot dusver in de huidige editie van Silver Starters, het gratis onderwijsprogramma voor ondernemende 50-plussers ontwikkeld door Leyden Academy en Aegon.

Willy de Heer (56) heeft een achtergrond in zorg, onderwijs en de publieke sector. Zij wil een VR game ontwikkelen om mensen te helpen elkaar beter te begrijpen en aan te zetten tot gedragsverandering.

Hoe gaat het tot nu toe?
Willy: We hebben het bedrijf geselecteerd dat het uiteindelijke product voor ons gaat bouwen. We gaan virtual reality (VR)-technologie gebruiken en ons productconcept is nieuw voor hen, dus we werken nauw samen. Het gaat stapje voor stapje, want alles moet zorgvuldig worden gedaan. Ik verdeel mijn tijd tussen het opzetten van ons bedrijf en de cursus Silver Starters. Het is hard werken, maar ook erg leuk. Het heeft voor mij bevestigd dat ik beschikte over bepaalde vaardigheden en methoden die nodig zijn om te ondernemen, maar dat ik op andere vlakken nog tekort kom.

Ik leer nieuwe dingen, zoals het Business Model Canvas. Dit is een hulpmiddel om alle bouwstenen in kaart te brengen die je nodig hebt voor je onderneming, zoals je klanten, kanalen, waardeproposities, kostenstructuur en inkomstenstromen.

Het midterm event op 18 februari, halverwege het Silver Starters-programma, was inspirerend omdat we veel voorbeelden kregen van andere ondernemingen. Eén van de sprekers was Oskar Barendse, een van de oprichters van Knab, de online bank van Aegon in Nederland.

Het mooiste is dat je er nooit helemaal alleen voor staat. Elke deelnemer aan Silver Starters maakt deel uit van een klein groepje met een coach. Mijn groepje is heel interessant, we hebben vergelijkbare achtergronden. Een van onze groepsleden heeft al ervaring als ondernemer dus we leren veel van elkaar.

Lukt het je om je idee zo aan te scherpen dat je er de markt mee op kunt?
Willy: Mijn idee is zeker concreter geworden. Tijdens de cursus leer je dat je je concept moet aanpassen aan de specifieke behoeften in je markt. Een goed idee alleen is niet genoeg, het moet worden afgestemd op je potentiële afnemers. Daarom gaan we onze pilot testen bij verschillende onderwijsinstellingen in Nederland om er zeker van te zijn dat we op de goede weg zijn.

De pandemie helpt zeker niet, maar het geeft ons wel extra tijd om toekomstige markten te identificeren. Want we zijn ervan overtuigd dat ons bedrijf Serious Learning Games® dit concept/product niet alleen in het onderwijs, maar ook in andere markten kan uitrollen.

Wat zijn je ideeën bij het aantrekken van klanten en financiers?
Willy: We zijn nu ons eerste scenario aan het afronden. Dit wordt het script dat de acteurs gebruiken als we de game gaan filmen. Vervolgens wordt de film zo gemonteerd dat het voor spelers echt voelt als een game. We zijn ervan overtuigd dat deze pilot potentiële klanten zal helpen om te visualiseren hoe ons product werkt en welke voordelen het biedt.

Het is echt een klus hoor, om voor zo’n VR-game een heel scenario te schrijven. Het vereist heel veel details. Er moet een leerdoel zijn, maar ook een speldoel en het mag allemaal niet teveel voor de hand liggen. Je moet uitleggen waarom iets goed is en waarom niet. Je moet een beetje spanning opbouwen en ook effecten zodat de speler voelt dat hij of zij een keuze kan maken en nieuwe niveaus kan bereiken.

Tot nu toe betalen we alles zelf. We deden mee aan een challenge georganiseerd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), maar zijn helaas niet door naar de volgende ronde. We gaan potentiële investeerders benaderen zo gauw we een ‘proof of concept’ kunnen presenteren, na de testfase van de pilot.

Wat wil je vooral uit het Silver Starters-programma halen?
Willy: Ik wil echt alle geweldige materialen en lessen in me opnemen, of het nu gaat om het Business Model Canvas of het pitchen van je idee. Stiekem hoop ik dat ik in de finale mag pitchen voor de jury [op donderdag 25 maart, red.]. Dat zou echt gaaf zijn.

Mijn zakenpartner deed vorig jaar mee en zij was super enthousiast over Start Up Plus, zoals het programma toen nog heette. Ze raadde me aan om mee te doen en ik ben blij dat ik dat gedaan heb. Ik snap nu waar ze het eerder over had. Nu herken ik de terminologie!

Het programma zit goed in elkaar, er is veel te doen en het digitale aspect is niet per se moeilijk. Het is wel heel jammer dat je de andere deelnemers en de coaches niet persoonlijk kunt ontmoeten.

Welk advies heb je voor andere startende ondernemers?
Willy: Het is zeker aan te raden om de Silver Starters cursus te volgen als je wat ouder bent, het is echt de moeite waard. De mentorgroep werkt ook echt, als de een wel eens een dipje heeft, kan de ander ondersteuning bieden. Het Business Model Canvas is een prima startpunt, net als de waardevolle inzichten over het interviewen en pitchen. Zitten mensen op je product of dienst te wachten, en hoe dan? Zo kun je je aannames over je potentiële klanten toetsen. Dit zijn allemaal punten die moeten worden overwogen en beantwoord voordat je de sprong waagt en de markt op gaat!

Klik hier voor de website van Serious Learning Games en Willy’s pitch.

Interview door Arthur van Ree (Aegon). Foto: VR googles door JESHOOTS.COM