RVS-verkenning Ruimte maken voor ontmoeting

RVS-verkenning Ruimte maken voor ontmoeting

Vaak gaat het bij een gezonde leefomgeving vooral over de fysieke kwaliteit ervan, zoals meer groen, schone lucht of het beperken van geluidsoverlast. Maar ook een sociale leefomgeving is van belang, zeker bij het ouder worden. Zo kunnen de openbare (buiten)ruimte en voorzieningen als bibliotheken, scholen en buurtwinkels ruimte maken voor ontmoeting, en zo een waardevolle invulling geven aan behoeftes aan sociaal contact of onderlinge verbondenheid. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) en de Rijksbouwmeester publiceerden vandaag de digitale verkenning ‘Ruimte maken voor ontmoeting. De buurt als sociale leefomgeving’, met bijdragen van diverse ontwerpers, denkers en fotografen. Namens Leyden Academy verzorgde Jolanda Lindenberg samen met Femmianne Bredewold  (Universiteit voor Humanistiek) de blog ‘Ontmoetingen met ruimte voor verschil’ binnen het thema ‘Sturen op sociaal contact’.

Meer lichte en luchtige ontmoetingen
In hun bijdrage benadrukken Jolanda en Femmianne het belang van ‘lichte ontmoetingen’ met mensen van buiten je eigen kring: “Die spontane ontmoetingen doorbreken de sleur, brengen iets onverwachts, helpen vooroordelen weg te nemen en kunnen zorgen voor inspiratie.” De auteurs pleiten voor het organiseren van mogelijkheden om deze lichte en luchtige contacten in de buurt te laten ontstaan én om daarbij de verschillen tussen mensen te omarmen. Waarbij het soms best mag schuren: “Als je de risico’s uit ontmoetingen weg organiseert, haal je ook de potentie uit ontmoetingen.” De inrichting van de publieke ruimte kan dit bevorderen: “Denk aan het organiseren van bezoekersstromen waarbij groepen elkaar juist tegenkomen, het inrichten van een buurt- of woonzorgcomplex, die ook voorbij gaat aan de functie voor de specifieke doelgroep, of architectuur met een open karakter in plaats van gericht op risicobeheersing en veiligheid.”

U vindt de digitale verkenning op de website van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.

Interview: ‘Stereotype benadering migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit’

Interview: ‘Stereotype benadering migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit’

De specifieke culturele achtergrond van ouderen met een migratieachtergrond blijkt niet bepalend te zijn voor hun zorgwensen en -behoeften. De onderlinge diversiteit is groot, waardoor wensen en behoeften heel persoonlijk zijn en mede afhangen van hoe iemand in Nederland heeft geleefd. Ook ervaren migrantenouderen problemen rondom het verkrijgen van formele basiszorg en de kwaliteit daarvan. Nina Conkova (Leyden Academy) en Marina Jonkers (Kenniscentrum Zorginnovatie, Hogeschool Rotterdam) gingen erover in gesprek met Movisie, kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken.

Ieder mens is anders
Het eenzijdige stereotype beeld van oudere migranten – waar ook nog steeds beleid op wordt gemaakt – klopt niet, stellen de onderzoekers. Dit geldt ook voor de ouderenzorg, waar nog vaak wordt aangenomen dat cultuurspecifieke voorzieningen veel beter zijn voor ouderen met een migratieachtergrond, omdat zo meer rekening zou worden gehouden met hun specifieke wensen en behoeften. Nina: “Wij zagen daarentegen dat er te veel wordt uitgegaan van uniformiteit en stereotype aannames, terwijl de groep ouderen heel divers is. Dat leidt vervolgens weer tot onrealistische verwachtingen over specifieke zorg voor vader of moeder, die er niet is. Het blijft gewoon een Nederlandse setting met een paar cultuurspecifieke aanpassingen, zoals halal eten of een ruimte die anders is ingericht. En dat werkt niet. Het gaat om persoonlijke aandacht en maatwerk. Ieder mens is anders.”

Sushi in het verpleeghuis
Het artikel wordt geïllustreerd door sprekende voorbeelden en treffende uitspraken. Zoals de Marokkaanse moslim die aangaf dat hij later in een verpleeghuis graag zijn religieuze gewoontes wil kunnen blijven uitvoeren, maar ook graag sushi zou willen eten. Of de Turkse meneer met dementie die een cultuurspecifieke dagbesteding bezocht waar mensen werden ingedeeld in groepen naar nationaliteit. De man werd ingedeeld bij de Turkse groep, maar ging steeds aan de wandel naar de in Nederland geboren ouderen. Meneer bleek eigenaar van een nachtclub te zijn geweest en had altijd in de horeca geleefd, tussen de Rotterdammers. Een wijze les voor de coördinator van de dagbesteding, die voortaan doorvraagt bij de intake naar hoe iemands leven eruit heeft gezien en wat iemand prettig vindt.

Lees het volledige artikel ‘Stereotype benadering van migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit in de praktijk’ van 8 juli 2021 op de website van Movisie.

Bevindingen onderzoek vragen onder de naoorlogse generatie

Bevindingen onderzoek vragen onder de naoorlogse generatie

“Ik had pijn, het was de pijn van mijn moeder die ze projecteerde. Maar wat is dan mijn pijn? Wie ben ik zonder de pijn van mijn moeder?” Deze uitspraak van een geïnterviewde dame met een Indische achtergrond is illustratief voor de ervaring van veel mensen uit de naoorlogse generatie; de kinderen van oorlogsgetroffenen. Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Pelita en Stichting Het Nederlands Veteraneninstituut zien zich steeds meer met hun hulpvragen geconfronteerd, en vroegen Leyden Academy on Vitality and Ageing om de wensen en behoeften van de naoorlogse generatie in kaart te brengen. Met subsidie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is van september 2020 tot mei 2021 een kwalitatief onderzoek uitgevoerd, met als belangrijkste conclusie dat er onder hen veel specifieke vragen en behoeften leven en dat er van daaruit behoefte is aan contextgebonden en cultuurspecifieke ondersteuning.

Aanleiding en opzet onderzoek
Veel mensen uit de naoorlogse generatie redden zich goed en kenmerken zich door een grote mate van veerkracht en herstel. Toch ervaren de drie stichtingen dat er een steeds groter beroep op hen wordt gedaan vanuit deze generatie met vragen die zo nauw verweven zijn met het oorlogsverleden van hun ouders, dat zij hiermee in toenemende mate bij de specifieke hulpverlening terecht komen. In een verkennend onderzoek hebben onderzoekers van Leyden Academy naar antwoorden gezocht op vragen als: wat zijn hun hulpvragen en behoeften en wat maakt deze specifiek voor deze doelgroep? En hoe zou een passend aanbod eruit kunnen zien? Het onderzoek omvatte een literatuurstudie, dossieronderzoek, drie focusgroepen met 20 deelnemers (experts, vertegenwoordigers van de naoorlogse generatie en medewerkers van de betrokken organisaties) en 12 interviews met personen uit de naoorlogse generatie met een Indisch-Molukse, Joodse, Sinti en verzetsachtergrond.

Herkenning en erkenning
Uit het onderzoek komen heel diverse behoeftes en hulpvragen naar voren. Deze variëren van informatieve, kennis- en sociaal-culturele activiteiten tot specifieke zorg voor problemen in het dagelijks leven, fysieke en vooral psychische klachten: van onrust en depressieve gevoelens tot diagnoses zoals PTSS en angststoornissen. Ook leefden er vragen over hun herkomst en over hun ervaringen en achtergrond in relatie tot die van anderen. Centraal hierbinnen staan kwesties rondom herkenning en erkenning. Dit betreft processen omtrent de individuele (bijvoorbeeld erkenning dat je ervaringen er mogen zijn en ertoe doen) en collectieve identiteitsvorming (zoals kennis over je (familie)geschiedenis om ervaringen te kunnen plaatsen, en je relateren aan anderen zonder angst voor veroordeling of onbegrip), die gevormd zijn door hun ervaringen toen ze opgroeiden met ouders die de oorlog aan den lijve hebben ondervonden. Jolanda Lindenberg, onderzoeker bij Leyden Academy, licht toe: ”Veel geïnterviewden worstelen met kwesties die raken aan heel fundamentele vragen zoals: heb ik recht op geluk en plezier? Doet mijn lijden ertoe? En hoe kan ik de ervaringen van mijn ouders goedmaken? Dit soort vragen kunnen zwaar op mensen drukken, en ertoe leiden dat zij vastlopen.”

“En ze dachten altijd dat ze alleen waren geweest met hun verhaal. (…) Dus dat was een waanzinnig gevoel van erkenning en thuiskomen en herkenning. Dat hoorde je iedereen zeggen, “het was alsof we thuiskwamen”. Dat illustreert wel die honger naar verbondenheid en dat enorme gevoel van eenzaamheid doorbreken.”
(vrouw, psychiater, uit focusgroep experts)

Contextgebonden en cultuurspecifieke zorg
Mensen uit de naoorlogse generatie zoeken vaak pas op latere leeftijd hulp, omdat ze zich bijvoorbeeld niet realiseren dat hun klachten gerelateerd zijn aan de oorlogservaringen van hun ouders, of vanuit een gevoel dat hun lijden er minder toe doet. Velen van hen klopten eerst aan bij reguliere zorg en ondersteuning zoals een huisarts, coach of psycholoog. Het merendeel van de deelnemers aan het onderzoek kwam, vaak via omwegen, terecht in de specifieke dienst- en hulpverlening en gaf aan hier ook sterk behoefte aan te hebben. Diegenen die zowel in de reguliere als specifieke hulpverlening terecht waren gekomen, beschreven dat een specifieke benadering, waarbij aandacht is voor contextgebonden (kennis en kunde m.b.t. oorlogservaringen) en cultuurspecifieke aspecten (kennis en kunde m.b.t. culturele referentiekaders zoals normen, waarden en gebruiken) voor hen voelt als ‘thuiskomen’. Dit begrijpen vanuit de context van oorlog én de sociaal-culturele achtergrond blijkt een eerste en fundamentele behoefte voor veel van de onderzoeksdeelnemers uit de naoorlogse generatie.

“Ik ben me dat jaren niet echt bewust geweest. Want je beleeft jouw jeugd zoals die nou eenmaal is. Maar doordat ik in de volwassenheid toch bepaalde, nou, problemen ervaarde, kwam ik tot de conclusie dat toch datgeen, wat bij mijn ouders echt getraumatiseerd moet zijn geweest, dat dat toch door heeft geklonken in [mijn] jeugd”.
(vrouw, Joodse achtergrond, interview)

Vervolgstappen
Het onderzoeksrapport is in juni 2021 gedeeld met de deelnemers en zal door de betrokken stichtingen worden verspreid onder hun achterban. De stichtingen hebben het rapport ook aangeboden bij het Ministerie van VWS en gaan in gesprek over de bevindingen.

Klik hier voor het onderzoeksrapport ‘Vragen onder de naoorlogse generatie’ (Leyden Academy, juni 2021).

Neem in geval van vragen contact op met Jolanda Lindenberg.

Zomervisite: betekenisvol vakantiewerk in de ouderenzorg

Zomervisite: betekenisvol vakantiewerk in de ouderenzorg

Als er al behoefte was om jong en oud in contact te brengen door iets gezelligs met elkaar te ondernemen dan is nu wel het moment. Met Zomervisite willen het Jo Visser fonds en Leyden Academy on Vitality and Ageing voor wat lichtpuntjes zorgen. We nodigen dan ook graag 16- tot 25-jarigen uit om in juli en augustus samen met een bewoner van een zorgorganisatie iets gezelligs te ondernemen.

Een klein gebaar, een groot plezier
Zomervisite is in 2017 opgezet om jongeren op een laagdrempelige manier in contact te brengen met ouderen en hun woon- en leefwereld. Tijdens 1-op-1-contact ligt de focus op welzijn en niet op zorg. Met alleen al een wandelingetje maken, koffiedrinken, een ijsje eten, een spelletje spelen, of foto’s bekijken en kletsen wordt men al erg blij. Het positieve effect is op meerdere vlakken zichtbaar: de ervaring levert jongeren voldoening en een vergoeding, het geeft de ouderen persoonlijke aandacht en interactie met jongeren, en het ondersteunt de zorgprofessionals en geeft hoop dat meer jongeren de weg naar de ouderenzorg weten te vinden. Dat alle betrokkenen het initiatief enorm waarderen, blijkt uit de vele positieve reacties en mooie verhalen die we de afgelopen jaren hebben ontvangen. “Zomervisite was heel verrassend. Het was fantastisch om te zien hoe gelukkig ik de ouderen kon maken met iets simpels als een gebakje eten.” Klik hier voor meer ervaringen.

Meer ouderen maar minder zorgprofessionals
Over het algemeen hebben jongeren een vrij negatief beeld van ouderen. Ook als het gaat om werken in de ouderenzorg. En met het groeiende aantal ouderen is dat zorgwekkend. De sleutel ligt in ontmoetingen tussen jong en oud: in persoonlijk contact ontstaat waardering en worden beelden bijgesteld. Zomervisite draagt hieraan bij, zo blijkt ook uit de ervaring van Sietske: “Aan het begin van mijn studie riep ik dat ik nooit met ouderen zou willen werken. Mijn beeld is door Zomervisite echt totaal anders.” Wat de jongeren, naast een vakantiewerkvergoeding van 6,50 euro per uur, terugkrijgen is enthousiasme en waardering. Zo verdienen ze wat bij en leren ze tegelijkertijd meer over ouderen en hun leefomgeving. Een win-winsituatie!

Samenwerking met stichting JOW!
Dit jaar worden jongeren en ouderen gekoppeld middels een door stichting JOW! ontwikkelde app. Deze app verzorgt reeds dagelijks matches en wordt goed ontvangen. We willen met deze samenwerking nog meer waardevolle, en wie weet blijvende, contacten realiseren.

Deelnemende zorgorganisaties
Dit jaar hebben zorglocaties in Amstelveen, Leiden, Naaldwijk en Vlaardingen zich aangemeld. Natuurlijk kunnen andere geïnteresseerde zorgorganisaties zich ook aanmelden. Vol is echter vol.

Ga voor meer informatie of om aan te melden naar de website van Zomervisite of mail stichting JOW!.

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

Hoe kijken ouderen naar een overstap naar het verpleeghuis? En is dit beeld veranderd door de coronacrisis? In dagblad De Telegraaf worden deze vragen vandaag verkend.

Margreet (81) uit Leiden en Cor (87) uit Den Haag wonen beiden nog zelfstandig en zien zo’n verhuizing absoluut niet zitten: “Ik ben heel erg gehecht aan mijn vrijheid”. Ervaringsdeskundige Wouter van Fessem (97) woont in woonzorgcentrum Roomburgh en zorgt voor een positief tegengeluid: “Ik had wel in mijn huis kunnen blijven, niet zo ver hier vandaan. Maar ik wilde toch liever hier naartoe, waar ik niet alleen ben.”

Hoogleraar Tineke Abma legt namens Leyden Academy uit dat de beeldvorming over wonen in het verpleeghuis al langer negatief is, mede door enkele incidenten die breed werden uitgemeten in de media. Maar er is in de sector al jarenlang een brede beweging gaande gericht op het leefplezier van bewoners en persoonsgerichte zorg: “Er is meer aandacht voor de bewoners en hun familie, voor persoonlijk contact, een praatje en leuke activiteiten zoals een muziekavond. De individuele wensen en verlangens van de bewoner en een betekenisvol einde van het leven staan nu voorop.”

Het Telegraaf-artikel ‘Wie wil nog naar een verpleeghuis?’ is geschreven door Arianne Mantel en Chris Ververs. U kunt het artikel lezen op de website van de Telegraaf of via deze link.

Cor deelde eerder zijn ervaringen in coronatijd op ons verhalenplatform Wij & corona. Wouter komt ook aan het woord in onze videoserie Vraag het onze wetenschappers. En wellicht herkent u Margreet als het ‘gezicht’ van Leyden Academy in 2021?

Eén van de initiatieven gericht op het verleggen van de aandacht van de medische behoeften van verpleeghuisbewoners naar hun wensen en verlangens, is ons onderzoek Leefplezierplan voor de zorg. U leest er hier meer over.

Gezocht: avontuurlijk echtpaar voor bijzondere logeerpartij

Gezocht: avontuurlijk echtpaar voor bijzondere logeerpartij

Onder de noemer ENCOUNTER organiseert kunstenaar en designer Joost van Wijmen sinds 2012 verrassende ontmoetingen. Zo ging hij met mensen in gesprek aan de hand van hun littekens, die vervolgens werden geborduurd (ENCOUNTER#6). Ook nodigde hij mensen uit om een tijdlijn te maken van hun leven, aan de hand van veranderingen in hun lichaam (ENCOUNTER#7). Vanuit de overtuiging dat kunst en design kunnen helpen om diepgaande relaties tot stand te brengen en leefplezier te ervaren, werkt Leyden Academy op verschillende manier samen met Joost aan de ENCOUNTER-deelprojecten.

Gezocht: avontuurlijk echtpaar
Voor het deelproject ENCOUNTER#10 is Joost op zoek naar een avontuurlijk 55-plus echtpaar dat het een interessante ervaring zou vinden om te logeren in hun eigen toekomst. Het koppel zal een dag en nacht logeren in het huis van een 85-plusser, om zo de woning en het leven van de ander te ervaren, een leven dat hen misschien zelf te wachten staat. Van het verblijf wordt een korte documentaire gemaakt die zal worden vertoond tijdens de Dutch Design Week, van 16-24 oktober 2021 in Eindhoven.

Waarom?
In 2029 zal bijna een kwart van onze bevolking 65 jaar of ouder zijn. Het echtpaar in ENCOUNTER#10 representeert de groep Nederlanders van wie de woonsituatie en leefwereld in de komende decennia mogelijk ingrijpend zullen veranderen. Zij maken kennis met hun eigen (en ons aller) mogelijke toekomst, op een kunstmatige en kortstondige manier: door 24 uur te verblijven in het huis van een ander die meer of minder afhankelijk is van anderen om zelfstandig te kunnen wonen. De deelnemers maken zo kennis met hun eigen toekomst en kunnen ons met hun onbevangen blik veel leren over dilemma’s en oplossingen die zorgverleners en beleidsmakers mogelijk over het hoofd zien. ENCOUNTER#10 wordt dan ook gepresenteerd als een vorm van ‘future design’, waarbij geen eenvoudige oplossingen worden geboden maar maatschappelijke vraagstukken rondom het ouder worden onderzocht.

Voor wie?
Gezocht wordt naar een tweetal (echtpaar?) vitale senioren die recent zijn gepensioneerd, die midden in het leven staan en nog niet zo bezig zijn met hun ‘oude dag’. Mensen die open staan voor een avontuur en niet verlegen zijn om voor de camera over hun ervaringen te vertellen.

Wanneer?
Het 24-uurs verblijf wordt uiterlijk in de tweede helft van augustus 2021 gepland. Het filmportret wordt vertoond tijdens de Dutch Design Week in oktober 2021.

Hoe?
Het echtpaar brengt 24 uur door in het huis van een veel ouder persoon. Het huis waarin wordt gelogeerd is als het ware ‘gestold in de tijd’. Terwijl het koppel zo de eigen mogelijke toekomst verkent, overnacht de oudere op een fijne plek naar keuze. Tijdens het verblijf onderzoeken de deelnemers de balans tussen afhankelijkheid en zelfbeschikking: wat vind ik wel of niet goed om uit te proberen en waarom? Gedurende het verblijf wordt het echtpaar enkele keren gevraagd naar hun ervaringen.

Wat?
Het verblijf resulteert in een reportage (documentaire of filmportret) van circa 15 minuten, die tijdens de Dutch Design Week wordt gedeeld met een breder publiek. De kern van dit project is het kennis nemen van andermans wereld en een blik in de eigen (mogelijke) toekomst. Dit moet op een speelse manier bijdragen aan een beter bewustzijn van de dilemma’s en van bestaande aannames en clichés.

Meer informatie en aanmelden
Lijkt het u interessant om hieraan mee te doen? Kent u mensen die dit een boeiend experiment zouden vinden? Of heeft u nog vragen? Neemt u dan geheel vrijblijvend contact op met Joost van Wijmen en misschien wordt u het koppel dat in zijn eigen toekomst gaat logeren?

Voorbij leeftijd: betekenisvol contact tussen jong en oud

Voorbij leeftijd: betekenisvol contact tussen jong en oud

Het juni-nummer van Gerōn, tijdschrift over ouder worden en samenleving, staat in het teken van ontmoetingen tussen generaties en de meerwaarde van contact en wederkerigheid tussen jong en oud. Leyden Academy is gevraagd om hierop te reflecteren en enkele intergenerationele projecten te belichten. Tineke Abma, Jolanda Lindenberg, Lieke de Kock, Lucia Thielman, Danielle Swart en Joost van Wijmen (stichting ENCOUNTER) schreven gezamenlijk het artikel Voorbij leeftijd: hoe betekenisvol contact beeldvorming kan beïnvloeden.

Aan de hand van de projecten Slowdates van Amphion Cultuurbedrijf, Zomervisite, een initiatief van het Jo Visser fonds en ENCOUNTER#8, ontworpen door Joost van Wijmen, wordt in het artikel verkend of en hoe intergenerationeel contact de beeldvorming over en weer in positieve zin kan beïnvloeden. De conclusie van de auteurs luidt dat het draait om de kwaliteit van het contact, voorbij de leeftijd. In een gelijkwaardige ontmoeting en bij een gedeelde fascinatie verandert de beeldvorming: deelnemers gaan elkaar zien als een individu, en niet enkel als een lid van een groep.

U kunt het artikel in tijdschrift Gerōn hier lezen.

Verrassende ontmoetingen via ENCOUNTER

Verrassende ontmoetingen via ENCOUNTER

Onder de noemer ENCOUNTER organiseert kunstenaar en designer Joost van Wijmen sinds 2012 verrassende ontmoetingen, waarin zintuigelijke ervaringen en het veranderende lichaam een centrale rol spelen. Zo ging hij met mensen in gesprek aan de hand van hun littekens, die vervolgens werden geborduurd (ENCOUNTER#6). Ook werden mensen uitgenodigd om een tijdlijn te maken van hun leven, aan de hand van de veranderingen in hun lichaam (ENCOUNTER#7). Een werkvorm die we ook met het team van Leyden Academy hebben ervaren en die leidde tot bijzondere reflecties en gesprekken. Van Wijmen vertelde er in oktober 2020 over in een interview op zorgblog Skipr, samen met directeur Tineke Abma van Leyden Academy: “Kunst kan mensen laten ervaren dat ze meer kunnen dan ze voor mogelijk hielden. Je beperkingen zijn dan even op de achtergrond.”

ENCOUNTER#9: intergenerationele ontmoetingen
ENCOUNTER#9 borduurt voort op een reeks ontmoetingen tussen oudere bewoners van Vitalis WoonZorg Groep en studenten van de opleiding Sociale Studies van Avans Hogeschool in 2020. Voor een periode van 14 weken zijn tweetallen aan elkaar gekoppeld, die bij elke ontmoeting een boekje kregen met een vraag of opdracht waarmee zij hun eigen leefwereld in kaart brachten. Zo kregen zij de opdracht om een week lang hun eigen uitzicht te fotograferen. Ook telden de deelnemers een dag lang hoeveel meters zij aflegden. Zo konden de tweetallen elkaar een inkijkje geven in elkaars leven en de verschillen en overeenkomsten bespreken. Vanuit Leyden Academy is junior onderzoeker Lieke de Kock betrokken. Haar wetenschappelijke onderzoek heeft een kwalitatief en participatief karakter en heeft tot doel het begrip en wederzijdse inzicht in de waarde van kunst in de langdurende zorg bij de betrokken stakeholders te verhogen. Over deze uitwisseling zegt Tineke Abma: “Deze samenwerking is voor Leyden Academy een verrijking. Binnen onze verkenning van het thema ‘levensloop’ werken we aan het aangaan van duurzame samenwerkingen tussen kunst en wetenschap in de zorg. De samenwerking met stichting ENCOUNTER is hierin een mooi begin. Kunst en design geven de mogelijkheid tot het aangaan van dieper contact, ervaren van levensplezier en aanspreken van eigen kracht. Door een jaar lang een onderzoeker actief te laten meedraaien in het project ENCOUNTER#9, kunnen we hier meer inzicht in krijgen.” Klik hier voor meer informatie of neem contact op met Lieke de Kock.

Foto: Ingrid Koenen

ENCOUNTER#10: logeren in je eigen toekomst
Hoe is het om te logeren in je eigen toekomst? Tijdens de Dutch Design Week in oktober 2021 wordt het filmportret ENCOUNTER#10 gepresenteerd, waarin het verblijf van 55-plussers in het huis van een 85-plusser is vastgelegd. De ‘jongere senioren’ ervaren in de woning van de ander het leven dat hen misschien zelf te wachten staat. Zo verbleven Annie (63) en Bert (67) gedurende 24 uur in de serviceflat van Henny (87). Annie droeg een verouderingspak, beschikbaar gesteld door Leyden Academy, om de beperkingen te ervaren van het verouderende lichaam. De tweede uitwisseling vond plaats bij locatie De Wilgenhof van Vitalis WoonZorg Groep. Bewoner Jan (87) ging uit logeren terwijl Frans (61) kennismaakte met het leven in een woonzorgcentrum. Het filmportret ‘ENCOUNTER#10, logeren in je eigen toekomst’ is te zien tijdens de Dutch Design Week van 16 tot 24 oktober 2021 op locatie Area 51, Ketelhuisplein 16 in Eindhoven. Klik hier voor meer informatie.

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vandaag verschijnt de tweede aflevering van de videoserie Vraag het onze wetenschappers, waarin wij ingezonden vragen beantwoorden over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de video (4 minuten) van deze week geeft onderzoeker en cultureel antropoloog Miriam Verhage antwoord op de volgende vraag, ingestuurd door Evelien Mazeland: ‘Hoe verhoudt eenzaamheid zich tot vitaal oud worden?’.

Hieronder vindt u extra achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Eenzaamheid is voor iedereen anders
Miriam vertelt in de video dat eenzaamheid een ‘subjectief ervaren gevoel’ is: sommige mensen met een kleine kennissenkring voelen zich helemaal niet eenzaam, terwijl anderen met een druk sociaal leven dit gevoel wel ervaren. Theo van Tilburg, hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zet in dit videocollege bij de Universiteit van Nederland helder uiteen hoe dit zit, met een onderscheid tussen emotionele (als je een hechte band met iemand mist) en sociale eenzaamheid (als je minder contact hebt met andere mensen dan je zou willen).

Eenzaamheid onder ouderen
Deze rapportage van het CBS uit 2016 laat zien dat eenzaamheid onder alle leeftijden voorkomt. Wel zijn er enkele risicogroepen te onderscheiden en zien we vooral toenemende eenzaamheid in de leeftijdscategorie 75-plus. In 2019 betoogden Bianca Suanet en Theo van Tilburg in het tijdschrift Psychology and Aging dat de verwachte toename aan eenzaamheid onder ouderen, onder meer door onze individualiserende samenleving, is uitgebleven. Ze tonen aan dat ouderen momenteel zelfs iets minder eenzaam zijn dan hun leeftijdsgenoten van twintig jaar geleden. Wel zijn er in absolute zin meer eenzame ouderen in Nederland, omdat deze demografische groep op dit moment nu eenmaal groter is dan rond de millenniumwisseling.

Wisselwerking eenzaamheid en gezondheid
Dat eenzaamheid een maatschappelijk probleem is dat zelfs de volksgezondheid schaadt, blijkt uit onderzoek van Julianne Holt-Lunstad et al. uit 2010, tevens bevestigd in 2015. In dit onderzoek is aangetoond dat eenzaamheid en een gebrek aan een sociaal vangnet grotere risicofactoren zijn dan de schade van 15 sigaretten per dag. In een interview in Plus Magazine (juni 2020) legt onderzoeker Jan Willem van de Maat van kennisinstituut Movisie toegankelijk uit hoe eenzaamheid samenhangt met een slechtere gezondheid.

Eenzaamheid en dementie
In 2014 werden resultaten uit de Amsterdam Study of the Elderly (AMSTEL) gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry. De onderzoekers brachten gevoelens van eenzaamheid in verband met een verhoogd risico op klinische dementie op latere leeftijd. Volgens eerder onderzoek uit 2007 van het Rush Alzheimer’s Disease Center (Chicago, Verenigde Staten) hebben eenzame mensen een twee keer groter risico om op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, dan mensen die niet eenzaam zijn. De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Archives of General Psychiatry.

Preventie: (samen) sporten
Onderzoek uitgevoerd door de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) laat zien dat ouderen die sporten, minder vaak eenzaam zijn. Ook blijkt dat sporten op de korte termijn gevoelens van eenzaamheid onder ouderen zou kunnen verminderen. U leest erover in het LASA-rapport Sport en eenzaamheid uit 2012. Wij herkennen dit vanuit ons eigen onderzoek naar de effecten van samen sporten in de Vitality Club: de oudere deelnemers worden niet alleen fitter, maar ervaren ook een hogere kwaliteit van leven en meer sociale contacten. We beschreven dit in 2018 in wetenschappelijk tijdschrift Translational Behavioral Medicine.

Preventie: sociaal konvooi
Jenny Gierveld is emeritus hoogleraar sociale wetenschappen en kan met meer dan vijftig jaar onderzoekservaring gerust een autoriteit worden genoemd op het gebied van eenzaamheid. Zij adviseert mensen om, al vanaf jonge leeftijd, zorg te dragen voor hun ‘konvooi’: een mooie metafoor voor het sociale netwerk als een vloot met bootjes die samen met u door het leven varen. Zij licht dit nader toe in deze video uit 2010 (vanaf 03:49). Bekijk ook de EenVandaag-reportage Help ik word 100! Hoe maak ik vrienden? uit 2018.

Laat uw omgeving het werk doen
Als afsluitende tip adviseert Miriam om een bankje voor de deur te zetten: een fijne plek om te zitten als de zon schijnt, maar u raakt er ook gemakkelijk door in gesprek met buurtgenoten. Een andere klassieke tip is om een hond te nemen: er is geen betere wandelcoach, en u komt onderweg altijd wel mensen tegen. Dit soort aanpassingen in uw omgeving en dagelijkse routines, kunnen helpen om elke dag ongemerkt gezondere én sociale keuzes te maken. Meer informatie over hoe dit werkt en praktische tips vindt u in het boek Oud worden in de praktijk van David van Bodegom en Rudi Westendorp.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Miriam Verhage.

De eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Zembla-uitzending Oud, maar geen dor hout

Zembla-uitzending Oud, maar geen dor hout

Bescherm kwetsbare ouderen en houd u aan de maatregelen; dit was het devies van het kabinet toen de coronapandemie uitbrak. De solidariteit is groot, maar al snel komen er barsten in. Op radio, tv en in de kranten klinkt regelmatig de vraag: is de prijs die de maatschappij hiervoor betaalt niet te hoog? Slaat de balans niet te ver door naar het beschermen van ouderen? Het debat verscherpt. En de solidariteit waar het kabinet toe oproept, wordt steeds minder vanzelfsprekend. In de uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ van vanavond onderzoekt Zembla waarom het debat zo hard wordt gevoerd en wat dit bij ouderen teweegbrengt. Zij vertellen hier zelf over en onderzoeker Jolanda Lindenberg geeft duiding en deelt bevindingen vanuit ons kwalitatief onderzoek naar ouderen in coronatijd.

Geen dor hout
Op radio en televisie worden discussies gevoerd of jongeren niet te veel moeten opgeven voor ouderen, zodat die een paar jaar extra kunnen leven. De meeste ophef ontstaat wanneer columniste Marianne Zwagerman ouderen vergelijkt met ‘dor hout’, waar het coronavirus als een zeis doorheen mag gaan. Fokke van den Bosch (89) zegt hierover in Zembla: “We hebben allemaal te lijden onder die coronacrisis. Jong en oud. En dan zou je eigenlijk moeten zeggen: nou, dan moet die oudere maar kiezen voor de dood, zodat jong door kan gaan met leven. Ja, maar zo werkt het niet!” Ook Léonore Berntsen (73) vindt deze vergelijking zorgwekkend: “Ik hoop dat niet de maatschappij gaat uitmaken wanneer ik richting kerkhof moet.”

‘Kwetsbare ouderen’
Naarmate de coronacrisis langer duurt, gaan veel mensen zich storen aan de term ‘kwetsbare oudere’. Het doet iets met hun zelfbeeld. “Kwetsbare ouderen, daar moet je voorzichtig mee zijn, daar moet je afstand van houden. Het leek net alsof ik een besmettelijke ziekte had”, vertelt Léonore Berntsen in Zembla. Oud en kwetsbaar, “dat is iemand met een rollator, iemand die thuis moet zitten en afhankelijk is”, zegt Leonie van Aerde (80), die alles nog zelf doet. Jolanda Lindenberg herkent dit vanuit haar onderzoek: ouderen zien zichzelf niet als kwetsbaar en vinden het etiket zelfs pijnlijk, omdat het wordt geassocieerd met zwak en hulpbehoevend zijn. “Dat iemand een verhoogd risico loopt, dat is iets anders dan dat iemand zichzelf als kwetsbaar ziet.” Volgens Lindenberg was het dan ook beter geweest om te zeggen dat ouderen een verhoogd risico lopen. “Dat lijkt een heel subtiel verschil, maar het is voor veel mensen een heel belangrijk verschil.”

Wat is oud?
Niet alleen afhankelijkheid en kwetsbaarheid worden als iets negatief gezien, oud zijn überhaupt, stelt Lindenberg in de uitzending. Bep van den Bosch (86): “Oude mensen, wij zijn helemaal nog geen oude mensen. We kunnen nog zoveel! Wij zijn nog gewoon zoals we zijn.” Lindenberg besluit: “Mensen zijn niet graag oud. Dat heeft ook te maken met de status die wij aan ouderen geven. Dat ouderen geen waardevol onderdeel van onze maatschappij zouden zijn. Ouderen na hun pensioenleeftijd, dat kóst alleen maar geld. Dat is een beetje een maatschappelijke tendens, denk ik. Dat je dus gaat kijken naar wat iemand oplevert. En wat dan de productiewaarde van iemand is.”

De Zembla-uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ is op donderdag 20 mei om 20.25 uur uitgezonden bij BNNVARA op NPO 2. U kunt de uitzending (35 minuten) hier terugkijken.