Bevindingen onderzoek vragen onder de naoorlogse generatie

Bevindingen onderzoek vragen onder de naoorlogse generatie

“Ik had pijn, het was de pijn van mijn moeder die ze projecteerde. Maar wat is dan mijn pijn? Wie ben ik zonder de pijn van mijn moeder?” Deze uitspraak van een geïnterviewde dame met een Indische achtergrond is illustratief voor de ervaring van veel mensen uit de naoorlogse generatie; de kinderen van oorlogsgetroffenen. Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Pelita en Stichting Het Nederlands Veteraneninstituut zien zich steeds meer met hun hulpvragen geconfronteerd, en vroegen Leyden Academy on Vitality and Ageing om de wensen en behoeften van de naoorlogse generatie in kaart te brengen. Met subsidie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is van september 2020 tot mei 2021 een kwalitatief onderzoek uitgevoerd, met als belangrijkste conclusie dat er onder hen veel specifieke vragen en behoeften leven en dat er van daaruit behoefte is aan contextgebonden en cultuurspecifieke ondersteuning.

Aanleiding en opzet onderzoek
Veel mensen uit de naoorlogse generatie redden zich goed en kenmerken zich door een grote mate van veerkracht en herstel. Toch ervaren de drie stichtingen dat er een steeds groter beroep op hen wordt gedaan vanuit deze generatie met vragen die zo nauw verweven zijn met het oorlogsverleden van hun ouders, dat zij hiermee in toenemende mate bij de specifieke hulpverlening terecht komen. In een verkennend onderzoek hebben onderzoekers van Leyden Academy naar antwoorden gezocht op vragen als: wat zijn hun hulpvragen en behoeften en wat maakt deze specifiek voor deze doelgroep? En hoe zou een passend aanbod eruit kunnen zien? Het onderzoek omvatte een literatuurstudie, dossieronderzoek, drie focusgroepen met 20 deelnemers (experts, vertegenwoordigers van de naoorlogse generatie en medewerkers van de betrokken organisaties) en 12 interviews met personen uit de naoorlogse generatie met een Indisch-Molukse, Joodse, Sinti en verzetsachtergrond.

Herkenning en erkenning
Uit het onderzoek komen heel diverse behoeftes en hulpvragen naar voren. Deze variëren van informatieve, kennis- en sociaal-culturele activiteiten tot specifieke zorg voor problemen in het dagelijks leven, fysieke en vooral psychische klachten: van onrust en depressieve gevoelens tot diagnoses zoals PTSS en angststoornissen. Ook leefden er vragen over hun herkomst en over hun ervaringen en achtergrond in relatie tot die van anderen. Centraal hierbinnen staan kwesties rondom herkenning en erkenning. Dit betreft processen omtrent de individuele (bijvoorbeeld erkenning dat je ervaringen er mogen zijn en ertoe doen) en collectieve identiteitsvorming (zoals kennis over je (familie)geschiedenis om ervaringen te kunnen plaatsen, en je relateren aan anderen zonder angst voor veroordeling of onbegrip), die gevormd zijn door hun ervaringen toen ze opgroeiden met ouders die de oorlog aan den lijve hebben ondervonden. Jolanda Lindenberg, onderzoeker bij Leyden Academy, licht toe: ”Veel geïnterviewden worstelen met kwesties die raken aan heel fundamentele vragen zoals: heb ik recht op geluk en plezier? Doet mijn lijden ertoe? En hoe kan ik de ervaringen van mijn ouders goedmaken? Dit soort vragen kunnen zwaar op mensen drukken, en ertoe leiden dat zij vastlopen.”

“En ze dachten altijd dat ze alleen waren geweest met hun verhaal. (…) Dus dat was een waanzinnig gevoel van erkenning en thuiskomen en herkenning. Dat hoorde je iedereen zeggen, “het was alsof we thuiskwamen”. Dat illustreert wel die honger naar verbondenheid en dat enorme gevoel van eenzaamheid doorbreken.”
(vrouw, psychiater, uit focusgroep experts)

Contextgebonden en cultuurspecifieke zorg
Mensen uit de naoorlogse generatie zoeken vaak pas op latere leeftijd hulp, omdat ze zich bijvoorbeeld niet realiseren dat hun klachten gerelateerd zijn aan de oorlogservaringen van hun ouders, of vanuit een gevoel dat hun lijden er minder toe doet. Velen van hen klopten eerst aan bij reguliere zorg en ondersteuning zoals een huisarts, coach of psycholoog. Het merendeel van de deelnemers aan het onderzoek kwam, vaak via omwegen, terecht in de specifieke dienst- en hulpverlening en gaf aan hier ook sterk behoefte aan te hebben. Diegenen die zowel in de reguliere als specifieke hulpverlening terecht waren gekomen, beschreven dat een specifieke benadering, waarbij aandacht is voor contextgebonden (kennis en kunde m.b.t. oorlogservaringen) en cultuurspecifieke aspecten (kennis en kunde m.b.t. culturele referentiekaders zoals normen, waarden en gebruiken) voor hen voelt als ‘thuiskomen’. Dit begrijpen vanuit de context van oorlog én de sociaal-culturele achtergrond blijkt een eerste en fundamentele behoefte voor veel van de onderzoeksdeelnemers uit de naoorlogse generatie.

“Ik ben me dat jaren niet echt bewust geweest. Want je beleeft jouw jeugd zoals die nou eenmaal is. Maar doordat ik in de volwassenheid toch bepaalde, nou, problemen ervaarde, kwam ik tot de conclusie dat toch datgeen, wat bij mijn ouders echt getraumatiseerd moet zijn geweest, dat dat toch door heeft geklonken in [mijn] jeugd”.
(vrouw, Joodse achtergrond, interview)

Vervolgstappen
Het onderzoeksrapport is in juni 2021 gedeeld met de deelnemers en zal door de betrokken stichtingen worden verspreid onder hun achterban. De stichtingen hebben het rapport ook aangeboden bij het Ministerie van VWS en gaan in gesprek over de bevindingen.

Klik hier voor het onderzoeksrapport ‘Vragen onder de naoorlogse generatie’ (Leyden Academy, juni 2021).

Neem in geval van vragen contact op met Jolanda Lindenberg.

Sociaal werk en de verpleeghuiszorg in één oogopslag

Sociaal werk en de verpleeghuiszorg in één oogopslag

De beroepsgroep van sociaal werkers wordt vaak vergeten als het gaat om het organiseren van kwaliteit van zorg en leven. Hierdoor wordt het sociale aspect in de verpleeghuizen minder benut dan mogelijk is. De zorg voor bewoners gaat namelijk veel verder dan alleen de medische zorg. Onze afstudeerstagiaire Sanne Spanjers maakte een infographic over de toegevoegde waarde van het sociaal werk in de verpleeghuiszorg. Om deze waarde breder bekend te maken, zal deze infographic door docenten Social Work en Verpleegkunde worden verspreid onder studenten en collega-docenten van de Hogeschool Utrecht.

Sanne verrichtte in de periode februari-juni 2021 bij Leyden Academy haar afstudeeronderzoek van de opleiding Social Work. Ze onderzocht op welke manieren verpleeghuisbewoners hun ervaringen kunnen (laten) vastleggen en ontdekte dat in deze ervaringen diverse talenten, wensen of behoeften verborgen kunnen zitten. Deze ontdekkingen kunnen ingezet worden om het leefplezier van bewoners te vergroten. Als sociaal werker ziet Sanne veel mogelijkheden om verder te gaan met het inzetten van ervaringen van de bewoners of andere betrokkenen. Uit een vastgelegde ervaring kan bijvoorbeeld blijken dat een naaste moeite heeft met het omgaan van het veranderende gedrag van een bewoner. De sociaal werker kan de naaste dan ondersteuning aanbieden op een manier die voor die persoon passend is.

In de infographic is te zien dat de sociaal werker een verbindende schakel kan zijn tussen de individuele bewoners, de netwerken en de samenleving. In elke context kan de sociale professional andere kwaliteiten inzetten, zoals het ondersteunen bij rouw en verlies van de naasten of het bevorderen van de zelfregie van de bewoner door diens krachten in te zetten. Verder kan de sociaal werker een rol spelen in het organiseren van verbindingen in de omgeving, waardoor het verpleeghuis meer onderdeel uitmaakt van de samenleving. Uiteindelijk gaat het bij het sociale aspect vooral om het ertoe doen en erbij horen van de bewoner in de samenleving.

Sanne is voor haar afstudeeronderzoek bij Leyden Academy beloond met een 9.

Gezocht: avontuurlijk echtpaar voor bijzondere logeerpartij

Gezocht: avontuurlijk echtpaar voor bijzondere logeerpartij

Onder de noemer ENCOUNTER organiseert kunstenaar en designer Joost van Wijmen sinds 2012 verrassende ontmoetingen. Zo ging hij met mensen in gesprek aan de hand van hun littekens, die vervolgens werden geborduurd (ENCOUNTER#6). Ook nodigde hij mensen uit om een tijdlijn te maken van hun leven, aan de hand van veranderingen in hun lichaam (ENCOUNTER#7). Vanuit de overtuiging dat kunst en design kunnen helpen om diepgaande relaties tot stand te brengen en leefplezier te ervaren, werkt Leyden Academy op verschillende manier samen met Joost aan de ENCOUNTER-deelprojecten.

Gezocht: avontuurlijk echtpaar
Voor het deelproject ENCOUNTER#10 is Joost op zoek naar een avontuurlijk 55-plus echtpaar dat het een interessante ervaring zou vinden om te logeren in hun eigen toekomst. Het koppel zal een dag en nacht logeren in het huis van een 85-plusser, om zo de woning en het leven van de ander te ervaren, een leven dat hen misschien zelf te wachten staat. Van het verblijf wordt een korte documentaire gemaakt die zal worden vertoond tijdens de Dutch Design Week, van 16-24 oktober 2021 in Eindhoven.

Waarom?
In 2029 zal bijna een kwart van onze bevolking 65 jaar of ouder zijn. Het echtpaar in ENCOUNTER#10 representeert de groep Nederlanders van wie de woonsituatie en leefwereld in de komende decennia mogelijk ingrijpend zullen veranderen. Zij maken kennis met hun eigen (en ons aller) mogelijke toekomst, op een kunstmatige en kortstondige manier: door 24 uur te verblijven in het huis van een ander die meer of minder afhankelijk is van anderen om zelfstandig te kunnen wonen. De deelnemers maken zo kennis met hun eigen toekomst en kunnen ons met hun onbevangen blik veel leren over dilemma’s en oplossingen die zorgverleners en beleidsmakers mogelijk over het hoofd zien. ENCOUNTER#10 wordt dan ook gepresenteerd als een vorm van ‘future design’, waarbij geen eenvoudige oplossingen worden geboden maar maatschappelijke vraagstukken rondom het ouder worden onderzocht.

Voor wie?
Gezocht wordt naar een tweetal (echtpaar?) vitale senioren die recent zijn gepensioneerd, die midden in het leven staan en nog niet zo bezig zijn met hun ‘oude dag’. Mensen die open staan voor een avontuur en niet verlegen zijn om voor de camera over hun ervaringen te vertellen.

Wanneer?
Het 24-uurs verblijf wordt uiterlijk in de tweede helft van augustus 2021 gepland. Het filmportret wordt vertoond tijdens de Dutch Design Week in oktober 2021.

Hoe?
Het echtpaar brengt 24 uur door in het huis van een veel ouder persoon. Het huis waarin wordt gelogeerd is als het ware ‘gestold in de tijd’. Terwijl het koppel zo de eigen mogelijke toekomst verkent, overnacht de oudere op een fijne plek naar keuze. Tijdens het verblijf onderzoeken de deelnemers de balans tussen afhankelijkheid en zelfbeschikking: wat vind ik wel of niet goed om uit te proberen en waarom? Gedurende het verblijf wordt het echtpaar enkele keren gevraagd naar hun ervaringen.

Wat?
Het verblijf resulteert in een reportage (documentaire of filmportret) van circa 15 minuten, die tijdens de Dutch Design Week wordt gedeeld met een breder publiek. De kern van dit project is het kennis nemen van andermans wereld en een blik in de eigen (mogelijke) toekomst. Dit moet op een speelse manier bijdragen aan een beter bewustzijn van de dilemma’s en van bestaande aannames en clichés.

Meer informatie en aanmelden
Lijkt het u interessant om hieraan mee te doen? Kent u mensen die dit een boeiend experiment zouden vinden? Of heeft u nog vragen? Neemt u dan geheel vrijblijvend contact op met Joost van Wijmen en misschien wordt u het koppel dat in zijn eigen toekomst gaat logeren?

Verrassende ontmoetingen via ENCOUNTER

Verrassende ontmoetingen via ENCOUNTER

Onder de noemer ENCOUNTER organiseert kunstenaar en designer Joost van Wijmen sinds 2012 verrassende ontmoetingen, waarin zintuigelijke ervaringen en het veranderende lichaam een centrale rol spelen. Zo ging hij met mensen in gesprek aan de hand van hun littekens, die vervolgens werden geborduurd (ENCOUNTER#6). Ook werden mensen uitgenodigd om een tijdlijn te maken van hun leven, aan de hand van de veranderingen in hun lichaam (ENCOUNTER#7). Een werkvorm die we ook met het team van Leyden Academy hebben ervaren en die leidde tot bijzondere reflecties en gesprekken. Van Wijmen vertelde er in oktober 2020 over in een interview op zorgblog Skipr, samen met directeur Tineke Abma van Leyden Academy: “Kunst kan mensen laten ervaren dat ze meer kunnen dan ze voor mogelijk hielden. Je beperkingen zijn dan even op de achtergrond.”

ENCOUNTER#9: intergenerationele ontmoetingen
ENCOUNTER#9 borduurt voort op een reeks ontmoetingen tussen oudere bewoners van Vitalis WoonZorg Groep en studenten van de opleiding Sociale Studies van Avans Hogeschool in 2020. Voor een periode van 14 weken zijn tweetallen aan elkaar gekoppeld, die bij elke ontmoeting een boekje kregen met een vraag of opdracht waarmee zij hun eigen leefwereld in kaart brachten. Zo kregen zij de opdracht om een week lang hun eigen uitzicht te fotograferen. Ook telden de deelnemers een dag lang hoeveel meters zij aflegden. Zo konden de tweetallen elkaar een inkijkje geven in elkaars leven en de verschillen en overeenkomsten bespreken. Vanuit Leyden Academy is junior onderzoeker Lieke de Kock betrokken. Haar wetenschappelijke onderzoek heeft een kwalitatief en participatief karakter en heeft tot doel het begrip en wederzijdse inzicht in de waarde van kunst in de langdurende zorg bij de betrokken stakeholders te verhogen. Over deze uitwisseling zegt Tineke Abma: “Deze samenwerking is voor Leyden Academy een verrijking. Binnen onze verkenning van het thema ‘levensloop’ werken we aan het aangaan van duurzame samenwerkingen tussen kunst en wetenschap in de zorg. De samenwerking met stichting ENCOUNTER is hierin een mooi begin. Kunst en design geven de mogelijkheid tot het aangaan van dieper contact, ervaren van levensplezier en aanspreken van eigen kracht. Door een jaar lang een onderzoeker actief te laten meedraaien in het project ENCOUNTER#9, kunnen we hier meer inzicht in krijgen.” Klik hier voor meer informatie of neem contact op met Lieke de Kock.

Foto: Ingrid Koenen

ENCOUNTER#10: logeren in je eigen toekomst
Hoe is het om te logeren in je eigen toekomst? Tijdens de Dutch Design Week in oktober 2021 wordt het filmportret ENCOUNTER#10 gepresenteerd, waarin het verblijf van 55-plussers in het huis van een 85-plusser is vastgelegd. De ‘jongere senioren’ ervaren in de woning van de ander het leven dat hen misschien zelf te wachten staat. Zo verbleven Annie (63) en Bert (67) gedurende 24 uur in de serviceflat van Henny (87). Annie droeg een verouderingspak, beschikbaar gesteld door Leyden Academy, om de beperkingen te ervaren van het verouderende lichaam. De tweede uitwisseling vond plaats bij locatie De Wilgenhof van Vitalis WoonZorg Groep. Bewoner Jan (87) ging uit logeren terwijl Frans (61) kennismaakte met het leven in een woonzorgcentrum. Het filmportret ‘ENCOUNTER#10, logeren in je eigen toekomst’ is te zien tijdens de Dutch Design Week van 16 tot 24 oktober 2021 op locatie Area 51, Ketelhuisplein 16 in Eindhoven. Klik hier voor meer informatie.

Barbara Groot: “Samen onderzoeken en samen leren!”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie stelt Barbara Groot zich voor. Zij is ons team per 1 mei 2021 komen versterken en werkt samen met collega’s en kunstenaars aan het onderzoek naar Kunst in de Zorg, waarvan eind juni de resultaten worden gedeeld.

Barbara, kun je iets meer over Kunst in de Zorg vertellen?
“Het onderzoeksproject maakt deel uit van het ZonMw-programma Kunst en Cultuur in de Langdurige Zorg en Ondersteuning. Samen met fotograaf Janine Schrijver (Stichting B.a.d. Rotterdam), kunstenaars in den lande en ouderen zelf kijken we naar de waarde die kunstactiviteiten zoals dans, tekenen, muziek, zang, poëzie, theater en beeldende vorming in de langdurige zorg kunnen hebben. Dit doen we door bestaande kunstinitiatieven en -programma’s te beschrijven, de impact te evalueren en op zoek te gaan naar de onderliggende principes. Hiermee hopen we kunst binnen de zorgpraktijk te versterken én bij te dragen aan de kwaliteit van leven van ouderen.”

Hoe is het de kunstinitiatieven en –programma’s in de coronatijd vergaan?
“De coronacrisis legde extra de nadruk op het belang van zorg en welzijn in onze samenleving. Tegelijkertijd bracht deze tijd aan het licht dat sommige vormen van zorg onzichtbaar blijven, of niet worden erkend als zorg. Zo ook de zorg die kunstenaars leveren wanneer zij ouderen begeleiden in actieve kunstparticipatie. Natuurlijk was het schakelen, maar de kunstenaars hebben binnen de diverse programma’s en initiatieven een alternatieve, maar evengoed waardevolle, invulling aan de activiteiten kunnen geven. Want juist in deze moeilijke tijd hebben ouderen behoefte aan afleiding, inspiratie, troost en contact. Zo liet een deelnemer ons weten dat een doek, verf en penselen meer doet dan een bezoek aan een psycholoog.”

Op dinsdag 29 juni a.s. delen jullie de bevindingen in een afsluitende bijeenkomst. Kun je alvast iets met ons delen?
“Nu, een roerige anderhalf jaar later, delen we de bevindingen en onderzoeksresultaten middels een interactieve Kunst in de Zorg-manifestatie voor betrokkenen en geïnteresseerden. Janine, de betrokken fotograaf, heeft een arts-based onderzoek gedaan. Dit is een andere manier van onderzoek doen die heel waardevol is, en in de zorg vaak wordt onderbenut. In co-creatie ontstond het idee dat je kunt vertellen over kunstparticipatie, maar dat je het pas écht gaat begrijpen als je het ervaart. Dit staat dan ook centraal tijdens de eindbijeenkomst. Helaas is het wel online. In een fysieke wereld had het echt een beleving kunnen worden met allerlei soorten kunstvormen.”

Waar houd je je bij Leyden Academy verder mee bezig?
“Ik zal mijn bijdrage leveren in bestaande projecten van Leyden Academy op het vlak van participatief actieonderzoek. Hoe werk je op een goede manier samen met ouderen, hoe leer je samen met alle betrokken die het leven van ouderen kunnen verbeteren, en hoe kom je samen tot verandering?”

Tot slot een persoonlijke vraag. Wat zou jij willen bijdragen aan deze wereld de komende jaren?
“Onlangs hoorde ik dat verpleeghuisbewoners gemiddeld maar anderhalve minuut per dag buiten komen. Daar schik ik van. Zelf geloof ik dat natuurbeleving, net als kunstparticipatie, kan bijdragen aan gezondheid en welzijn. Hier zou ik me graag meer in willen verdiepen de komende jaren. Ook geloof ik dat er veel kennis zit bij ouderen als we het hebben over duurzaamheid. Onder jongeren is het thema duurzaamheid zeer actueel. Ik zou het mooi vinden om jongeren en ouderen op dit thema te verbinden. Kunstenaars zouden hier volgens mij ook veel in kunnen bijdragen. Samen onderzoeken en samen leren!”

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vandaag verschijnt de tweede aflevering van de videoserie Vraag het onze wetenschappers, waarin wij ingezonden vragen beantwoorden over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de video (4 minuten) van deze week geeft onderzoeker en cultureel antropoloog Miriam Verhage antwoord op de volgende vraag, ingestuurd door Evelien Mazeland: ‘Hoe verhoudt eenzaamheid zich tot vitaal oud worden?’.

Hieronder vindt u extra achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Eenzaamheid is voor iedereen anders
Miriam vertelt in de video dat eenzaamheid een ‘subjectief ervaren gevoel’ is: sommige mensen met een kleine kennissenkring voelen zich helemaal niet eenzaam, terwijl anderen met een druk sociaal leven dit gevoel wel ervaren. Theo van Tilburg, hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zet in dit videocollege bij de Universiteit van Nederland helder uiteen hoe dit zit, met een onderscheid tussen emotionele (als je een hechte band met iemand mist) en sociale eenzaamheid (als je minder contact hebt met andere mensen dan je zou willen).

Eenzaamheid onder ouderen
Deze rapportage van het CBS uit 2016 laat zien dat eenzaamheid onder alle leeftijden voorkomt. Wel zijn er enkele risicogroepen te onderscheiden en zien we vooral toenemende eenzaamheid in de leeftijdscategorie 75-plus. In 2019 betoogden Bianca Suanet en Theo van Tilburg in het tijdschrift Psychology and Aging dat de verwachte toename aan eenzaamheid onder ouderen, onder meer door onze individualiserende samenleving, is uitgebleven. Ze tonen aan dat ouderen momenteel zelfs iets minder eenzaam zijn dan hun leeftijdsgenoten van twintig jaar geleden. Wel zijn er in absolute zin meer eenzame ouderen in Nederland, omdat deze demografische groep op dit moment nu eenmaal groter is dan rond de millenniumwisseling.

Wisselwerking eenzaamheid en gezondheid
Dat eenzaamheid een maatschappelijk probleem is dat zelfs de volksgezondheid schaadt, blijkt uit onderzoek van Julianne Holt-Lunstad et al. uit 2010, tevens bevestigd in 2015. In dit onderzoek is aangetoond dat eenzaamheid en een gebrek aan een sociaal vangnet grotere risicofactoren zijn dan de schade van 15 sigaretten per dag. In een interview in Plus Magazine (juni 2020) legt onderzoeker Jan Willem van de Maat van kennisinstituut Movisie toegankelijk uit hoe eenzaamheid samenhangt met een slechtere gezondheid.

Eenzaamheid en dementie
In 2014 werden resultaten uit de Amsterdam Study of the Elderly (AMSTEL) gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry. De onderzoekers brachten gevoelens van eenzaamheid in verband met een verhoogd risico op klinische dementie op latere leeftijd. Volgens eerder onderzoek uit 2007 van het Rush Alzheimer’s Disease Center (Chicago, Verenigde Staten) hebben eenzame mensen een twee keer groter risico om op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, dan mensen die niet eenzaam zijn. De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Archives of General Psychiatry.

Preventie: (samen) sporten
Onderzoek uitgevoerd door de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) laat zien dat ouderen die sporten, minder vaak eenzaam zijn. Ook blijkt dat sporten op de korte termijn gevoelens van eenzaamheid onder ouderen zou kunnen verminderen. U leest erover in het LASA-rapport Sport en eenzaamheid uit 2012. Wij herkennen dit vanuit ons eigen onderzoek naar de effecten van samen sporten in de Vitality Club: de oudere deelnemers worden niet alleen fitter, maar ervaren ook een hogere kwaliteit van leven en meer sociale contacten. We beschreven dit in 2018 in wetenschappelijk tijdschrift Translational Behavioral Medicine.

Preventie: sociaal konvooi
Jenny Gierveld is emeritus hoogleraar sociale wetenschappen en kan met meer dan vijftig jaar onderzoekservaring gerust een autoriteit worden genoemd op het gebied van eenzaamheid. Zij adviseert mensen om, al vanaf jonge leeftijd, zorg te dragen voor hun ‘konvooi’: een mooie metafoor voor het sociale netwerk als een vloot met bootjes die samen met u door het leven varen. Zij licht dit nader toe in deze video uit 2010 (vanaf 03:49). Bekijk ook de EenVandaag-reportage Help ik word 100! Hoe maak ik vrienden? uit 2018.

Laat uw omgeving het werk doen
Als afsluitende tip adviseert Miriam om een bankje voor de deur te zetten: een fijne plek om te zitten als de zon schijnt, maar u raakt er ook gemakkelijk door in gesprek met buurtgenoten. Een andere klassieke tip is om een hond te nemen: er is geen betere wandelcoach, en u komt onderweg altijd wel mensen tegen. Dit soort aanpassingen in uw omgeving en dagelijkse routines, kunnen helpen om elke dag ongemerkt gezondere én sociale keuzes te maken. Meer informatie over hoe dit werkt en praktische tips vindt u in het boek Oud worden in de praktijk van David van Bodegom en Rudi Westendorp.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Miriam Verhage.

De eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Kunst als goede zorg voor ouderen

Kunst als goede zorg voor ouderen

De coronacrisis legt extra de nadruk op het belang van zorg in onze samenleving. Ook brengt het aan het licht dat sommige vormen van zorg onzichtbaar zijn of zelfs niet worden erkend als zijnde zorg. Hierbij kan je denken aan de zorg die kunstenaars leveren wanneer zij ouderen begeleiden in actieve kunstparticipatie. Met Gea Struiksma (regisseur Seniorentheater De Rimpel) onderzocht het onderzoeksteam van Kunst in de Zorg, waar Leyden Academy en Amsterdam UMC samen in optrekken, hoe het werk van kunstenaars kan worden beschouwd als een vorm van goede zorg voor ouderen. De algemene conclusie is dat kunstenaars een belangrijke rol kunnen spelen in het zorgen voor kwaliteit van leven van ouderen in de samenleving. Hieronder leest u meer over de bevindingen.

Feministische zorgethiek
Het feministisch zorgethiek model wordt in de wetenschap gebruikt om te beschrijven wat ‘goede zorg’ inhoudt. Belangrijk is om te beseffen dat ‘zorg’ hierbij refereert aan “alles wat we doen om onze ‘wereld’ te behouden, voortzetten en repareren, zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven. Die ‘wereld’ is inclusief onze lichamen, onszelf en onze omgeving”, aldus Tronto.1 Zorg is dus altijd in actie, in ontwikkeling, afhankelijk van de mensen die zorg leveren en ontvangen. Het zijn niet alleen ‘kwetsbare’ mensen in onze samenleving die zorg nodig hebben, dit is een universele menselijke behoefte die nodig is om te kunnen functioneren. Zorg kan nooit een vaste set richtlijnen of standaard protocol hebben, omdat het altijd in relatie tot de ander plaatsvindt. Tronto beschrijft het proces van zorgen als een cyclisch proces, waarin onderstaande vijf fasen aan bod komen, waarvoor je verschillende ‘deugden’, goede eigenschappen, nodig hebt.1

Fase Deugd
1.    Zorgen om Je bewust worden van de zorgvraag, daar is aandacht, opmerkzaamheid en openheid voor nodig.
1.    Zorgen dat Je verantwoordelijk voelen voor de gesignaleerde zorgvraag.
1.    Zorg verlenen Het daadwerkelijk verlenen van de zorg, daar is kennis en competentie voor nodig.
1.    Zorg ontvangen Aandacht besteden aan hoe de zorg wordt ontvangen, responsief zijn en je aan kunnen passen daar waar nodig.
1.    Zorgen met Zorg zien als zowel een persoonlijke als een politieke taak, als een noodzakelijke praktijk om sociale gelijkheid te bevorderen. Dit houdt in dat je je bewust bent van ongelijkheden, conflicten en kwetsbaarheden in de zorgrelatie, zorgen voor vertrouwen en respect tussen de zorgverlener en zorgvrager.

Zorgen om: signaleren behoefte aan reuring
Hoe kunnen we, door de lens van bovenstaand model, kijken naar het werk wat Gea Struiksma uitvoerde met haar acteurs tijdens corona? We hoorden bijvoorbeeld van Gea hoe zij, ook al voor corona, altijd in contact was met haar deelnemers. Zo’n groep draaien betekent dat je moet weten wat er speelt. Als iemand bijvoorbeeld niet naar de repetities kon komen omdat zij geen oppas voor haar hondje had, dan zocht Gea samen met haar naar een oplossing. Dit is allemaal ‘zorg’ die standaard door kunstenaars rondom projecten wordt verleend. Dit horen we ook terug van meerdere kunstenaars. Vaak gaan in dit soort taken veel (onbetaalde) uren zitten. De acteurs van De Rimpel vormen inmiddels, doordat zij een aantal jaar samen gewerkt hebben, een klein netwerk. Ze onderhouden contact via WhatsApp, telefoon en e-mail. In coronatijd kwam dit netwerk goed van pas. Hierdoor wist Gea hoe het met haar deelnemers ging, en signaleerde ze dat veel van hen maar weinig om handen hadden. De dagen waren eentonig en saai, en sommigen spraken zelfs van een depressie. ”Er was behoefte aan gedoe, een beetje reuring, leven in de tent, dat je ergens over moet nadenken en dat er nog wat van je verwacht wordt”, aldus Gea.

Zorgen dat: regelen en organiseren
Gea nam vervolgens verantwoordelijkheid en ging er iets aan doen. Ze ging geheel coronaproof bij iedere acteur langs om met geïmproviseerde losse scènes een film te maken. Het bedenken van zo’n plan, de fondsen ervoor bij elkaar verzamelen, afspraken plannen en een filmmaker regelen, kan worden gezien als voldoen aan een zorgvraag. Gea voegt hier zelf echter aan toe: “Ik heb het zelf eigenlijk nooit zo bekeken. Voor mij was het simpel: Ik wilde kunst maken.” Ze dacht zelf dus niet vanuit een zorgvraag, maar vanuit haar eigen behoefte en de behoefte van haar acteurs om weer samen aan de slag te kunnen. Deelnemers gaven aan het erg waardevol te vinden. Ze konden namelijk even een paar middagen hun ellende vergeten en hun gedachten verzetten.

Zorg verlenen: inzet artistieke kwaliteiten
Een film maken, daar is kennis en competentie voor nodig. Het proces van scènes improviseren en de film uiteindelijk opnemen vergt ook een grote mate van zorgvuldigheid. Lieke de Kock van het onderzoeksteam merkte op: “Er heerste rust, geduld en een positieve sfeer. De tekst werd nog eens herhaald voordat er actie werd geroepen, en was iemand niet tevreden met een shot, dan werd het overnieuw gedaan. Tussendoor was er ruim tijd voor pauze en een praatje.” Ook het eindproduct, de filmpjes, stralen volgens het onderzoeksteam een grote mate van zorg voor uit voor de ouderen die erin geportretteerd worden. Ze geven een intieme blik in het leven en de dagelijkse omgeving van deze dames, met respect, authenticiteit en humor.

Zorg ontvangen: uitdagen, meebewegen, valideren
Lieke observeerde dat Gea op een responsieve manier zorg verleende in het proces wat plaatsvond tijdens het improviseren van de scènes met Afke. Dit was echt een proces van uitdagen, meebewegen en valideren. Afke kwam zelf met een idee voor een verhaal, waarbij ze een object uit haar huis gebruikte. Gea moedigde haar aan dit verhaal verder te ontdekken en uit te spelen.

Zorgen met: wederzijdse afhankelijkheid
Voor Gea is het zorgen voor de ouderen in haar theatergezelschap geen doel op zich. Voor haar gaat het om het kunnen maken van theater. Daar heeft zij de ouderen in haar groep voor nodig. Soms vraagt dat om wat extra zorg, zoals het afstemmen van vervoer en het bespreken van onzekerheden. Maar tijdens het proces van een voorstelling maken, is er altijd sprake van wederzijdse afhankelijkheid. Het is een proces waarin machtsrelaties gelijkwaardiger zijn. Ouderen zijn niet alleen ontvanger van zorg, maar brengen ook hun artistieke kwaliteiten mee en zijn nodig in het proces. Zo wordt er door samen kunst te maken, met en voor elkaar gezorgd.

Kunst zorgt
Wat we zien door op deze manier naar actieve kunstparticipatie voor ouderen te kijken, is dat kunst zorgt. Kunstenaars doen dit juist door niet de focus te leggen op een zorgvraag of probleem, maar door te blijven bij hun hoofddoel: kunst maken. In het begeleiden van ouderen in een artistiek proces, zien we dat de kunstenaar toch een vorm van ‘goede zorg’ biedt, al dan niet bewust. Juist door niet als professioneel zorgverlener maar als kunstenaar in contact te treden met ouderen, vervallen de conventies en beperkingen die vaak ontstaan in een traditionele relatie tussen cliënt en zorgverlener. Zo ontstaat er ruimte voor speelsheid, expressie en creativiteit.

Kijk voor meer informatie over het onderzoek Kunst in de Zorg op de projectwebsite. Wilt u graag op de hoogte blijven, schrijf u dan in voor de nieuwsbrief.

Referentie
1. Tronto, J. C. (2013). Caring democracy: Markets, equality, and justice. NYU Press.

 

Volg The Snack Switch op Instagram en TikTok

Volg The Snack Switch op Instagram en TikTok

Hoeveel calorieën zitten er eigenlijk in een muffin van Starbucks, of in een reep Kinder Bueno? En hoeveel is dat, uitgedrukt in snoeptomaatjes, appels en paprika’s? Onze wetenschapsstagiaire Daphne Raad bedacht ‘The Snack Scale’, waarin de snack en het gezonde alternatief letterlijk tegen elkaar worden afgewogen. In ‘The Snack Pay-Back’ laat zij bovendien zien hoeveel fysieke beweging nodig is om bijvoorbeeld een Big Tasty hamburger te verbranden. Het resultaat is… confronterend. Bekijk alle vlotte en informatieve filmpjes op Instagram en TikTok en vergeet u niet te abonneren!

Daphne liep van december 2020 tot april 2021 stage bij Leyden Academy in het kader van haar masterstudie Geneeskunde aan Universiteit Leiden. Zij ontwikkelde het creatief platform The Snack Switch met als doel jongeren bewuster te maken van calorierijke voeding. Ook deed zij binnen ons speerpunt Vitaal onderzoek naar nudging strategieën om actievere keuzes in de openbare ruimte te stimuleren, zoals het verleiden van reizigers op het station om de trap te nemen in plaats van de roltrap of lift.

De printshop: oude foto’s leiden tot bijzondere ontmoetingen

De printshop: oude foto’s leiden tot bijzondere ontmoetingen

Op de locatie Parc Gender van Vitalis WoonZorg Groep in Eindhoven staat een hele grote printer. Fotograaf en kunstenaar Marcel de Buck maakt er levensgrote prints van onder andere oude foto’s uit de fotoalbums van bewoners. Ontmoetingen zijn hierbij het uitgangspunt. “En waar die ontmoetingen toe leiden, is een verrassing”, aldus Marcel. Zo is een klassenfoto uit 1947 te zien met alle meisjes met gesteven strikken in het haar, want kort haar was uit den boze, een prachtig trouwportret maar ook een foto van een bewoner die vroeger motorcoureur was.

Bijzondere momenten
De foto’s laten een prachtig tijdsbeeld zien, geven een inkijkje in het leven van de bewoners voordat zij in het woonzorgcomplex kwamen wonen, en leiden tot bijzondere gesprekken. Ook worden studenten zo geïnspireerd om op een andere manier naar bewoners te kijken. Verder bleek er door corona een behoefte te zijn rondom het zichtbaar maken van de dood en het afscheid nemen. Mooi om te zien hoe kunst een bijdrage kan leveren aan het waardig afscheid nemen.

Achtergrond
Dit fotoprintproject is onderdeel van het kunstprogramma ‘Vitalis geeft zin’ (zie video), dat deel uitmaakt van het landelijke ZonMw-programma Kunst en Cultuur in de Langdurige Zorg en Ondersteuning. Binnen dit programma doen Leyden Academy en Amsterdam UMC onderzoek naar de waarde van kunst in de langdurige zorg door bestaande kunstinitiatieven te beschrijven en de impact te evalueren. Klik hier voor meer informatie.

Leefplezierplan op locatie naar de volgende fase

Leefplezierplan op locatie naar de volgende fase

In juni 2019 is het project Leefplezierplan op locatie van start gegaan bij Stichting Azora en Zorggroep Elde Maasduinen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Leyden Academy in samenwerking met de zorgkantoren van Menzis en VGZ en ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inmiddels zijn bij twee locaties de basistrainingen afgerond, zijn er honderd medewerkers getraind, zijn 25 interne coaches opgeleid en is het elektronisch cliëntendossier aangepast. Nu is het tijd voor het tweede onderdeel van het project: het Leefplezierplan verder borgen binnen de organisatie.

Vier pijlers
Bij Zorggroep Elde Maasduinen krijgt dit vorm aan de hand van vier pijlers, die hierna nader worden toegelicht. Mandy Schouwenaars, projectcoördinator Leefplezierplan bij locatie Vita, is positief: “Het is leuk om te zien dat het Leefplezierplan steeds meer gaat leven. Ik ben heel tevreden! Ik zie dat onze coaches meer positie krijgen en enthousiast aan de slag gaan met het gedachtegoed. De vier pijlers vormen daarbij een mooie houvast. Aan het eind van het jaar hebben we dan een goede basis staan. Ik weet zeker dat dat gaat lukken!”

De vier pijlers zien er als volgt uit:

1. Leefplezierplan voor nieuwe medewerkers, bewoners en naasten
Deze pijler richt zich op de nieuwe mensen die komen wonen of werken op de locatie. Zo krijgen nieuwe medewerkers een scholingsprogramma over het Leefplezierplan aangeboden. Nieuwe bewoners en hun naasten krijgen een welkompakket en er wordt geïnvesteerd in een goede samenwerkingsrelatie in de zorg.

2. Teamsessies
Werken aan leefplezier is teamwork. Binnen deze pijler worden daarom alle teams – van de woongroepen tot Vita-thuis – getraind in de vier thema’s van het Leefplezierplan: het kennen van de persoon, bijdragen aan leefplezier, delen van ervaringen en omgaan met dilemma’s. Inmiddels zijn de eerste sessies online van start gegaan over het eerste thema, het leren kennen van de persoon. Onderdeel van de sessie was elkaar leren kennen aan de hand van een voorwerp (zie foto). Dit bracht meteen mooie gesprekken op gang. Na iedere sessie krijgen de teams de opdracht om zelf invulling te geven aan het besproken thema.

3. Supervisie interne coaches
Werken aan leefplezier is nooit af en dat vraagt om continue aandacht voor de communicatie onderling. Hoe houden we elkaar op de hoogte? Hoe zorgen we dat iedereen betrokken is? Hoe leren we van elkaar? De interne coaches spelen hierbij een cruciale rol. Zij dragen het gedachtegoed uit, signaleren knelpunten en betrekken elkaar in de zoektocht naar oplossingen.

4. Verbinding behandelaren
De behandelaren vormen ten slotte een belangrijke schakel in het werken aan leefplezier. In de vierde pijler worden er daarom verbindingssessies georganiseerd: hoe kunnen er bruggen worden gebouwd tussen de verschillende disciplines?

Doorkijkje naar afronding
Lieke Sips, Sociaal Ondernemer bij Vita, geeft een doorkijkje naar het einde van het project in december 2021: “Eind dit jaar zal het leefplezier-gedachtegoed voor iedereen – onze bewoners, belangrijke anderen en medewerkers – bekend zijn. Het is dan een algehele werkwijze geworden. Daar werken we hard aan! Ik kijk ook uit naar het eindrapport met de veranderkundige lessen. Momenteel is de hoeveelheid Leefplezierplan-trainingen best intensief voor ons. Een kwart van onze medewerkers is geschoold, zij moesten allemaal worden uitgeroosterd. Dus we zoeken naar minder intensieve methodieken om het Leefplezierplan te verspreiden, die toch veel effect hebben. We hebben namelijk het voornemen om het Leefplezierplan ook te verspreiden naar onze andere locaties.”

De komende maanden krijgen de vier pijlers verder vorm, zodat er eind 2021 een fundering staat om verder te bouwen aan het Leefplezierplan.

Heeft u vragen, neem dan gerust contact op met Mandy Schouwenaars van Zorggroep Elde Maasduinen of met Sanne Schweers van Leyden Academy.