oorlogservaringen

Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Pelita en het Nederlands Veteraneninstituut (voorheen stichting de Basis), drie organisaties die samen veel kennis bezitten over contextgebonden zorg en welzijn, hebben een onderzoek geïnitieerd dat de wensen en behoeften van de naoorlogse generatie in kaart brengt. In samenwerking met Leyden Academy is met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van september 2020 tot juni 2021 een verkennend kwalitatief onderzoek uitgevoerd.

In het onderzoek naar de hulpvragen en behoeften van de tweede generatie oorlogsgetroffenen, is naar antwoorden gezocht op vragen als: waar bestaan deze hulpvragen uit? Wat maakt deze hulpvragen specifiek? En hoe zou een passend aanbod eruit zien? De antwoorden zijn gezocht door middel van een literatuurstudie, dossieronderzoek, drie focusgroepen (met experts, vertegenwoordigers van de naoorlogse generatie en medewerkers van de betrokken organisaties) en interviews met cliënten van de organisaties. De bevindingen geven aan dat veel van de vragen voortkomen uit behoefte aan herkenning en erkenning. Veel van de kwesties waar de tweede generatie oorlogsgetroffenen vragen over hebben of mee worstelen, gaan over identiteit: mag ik bestaan? Doet mijn leed ertoe? Waartoe behoor ik? Waar liggen mijn wortels? Bekijk hier de belangrijkste bevindingen en het onderzoeksrapport ‘Vragen onder de naoorlogse generatie’.

Het rapport is aangeboden bij het Ministerie van VWS en heeft geresulteerd in het ondertekenen van een convenant tussen de betrokken partijen . We denken dat het een belangrijke erkenning en eerste stap is voor mensen uit de naoorlogse generatie. In een vervolgproject werken we aan podcasts die ingaan op de oorlogservaringen en hoe deze doorwerken in het dagelijkse leven van de oorlogsgetroffenen en de generaties na hen.

Neem voor meer informatie contact op met Jolanda Lindenberg.

Zorg- en welzijnsprofessionals werken samen aan betere zorg voor ouderen

Zorg- en welzijnsprofessionals werken samen aan betere zorg voor ouderen

Gezondheid is meer dan een fysieke beperking. Het betekent ook lekker in je vel zitten en in balans zijn. Het zorglandschap is daarmee niet alleen de huisarts, maar bijvoorbeeld ook de fysiotherapie, de welzijnsorganisatie en de ergotherapeut. Voor ouderen kan het soms lastig zijn om hun weg in dit complexe zorglandschap te vinden. Vandaag, op Wereldgezondheidsdag, presenteren verschillende zorg- en welzijnsprofessionals de resultaten van twee pilots met als doel het verbeteren van de zorg voor ouderen in Maarssen Dorp: het geriatrisch spreekuur en het project ‘Kennisdelers’. In een actie-onderzoek samen met de betrokkenen, heeft Leyden Academy onderzocht wat de wensen, verlangens en behoeften zijn van oudere inwoners en zorgprofessionals rondom multidisciplinaire samenwerking in de eerstelijnszorg. Op basis van de positieve resultaten worden beide pilots voortgezet.

Samenwerking zorg en welzijn
Daphne de Vette, adviseur welzijn, vertelt: “De zorg voor ouderen gaat verder dan alleen medische zorg. Het gaat namelijk ook over welbevinden. In een tijd als deze, waarin onzekerheid, angst en eenzaamheid heersen, is een project waar zorg en welzijn samenkomen heel belangrijk.’’ De samenwerking heeft ook een positieve impact op de zorg- en welzijnsprofessionals zelf: ‘’Professionals werken zo efficiënter, doordat je direct met elkaar in contact staat. Je leert elkaar en elkaars werkwijzen beter kennen en daardoor neemt het werkplezier toe!’’, vertelt ergotherapeut Rinske Rebel. Huisarts Eugenie Hodes onderschrijft dat: “We maken nu veel sneller concrete plannen. Het levert een breed beeld op door met verschillende gezondheidsprofessionals te kijken naar het probleem van een patiënt.’’ Corine van Maar, projectleider, vult aan: “Met dit project willen we de samenwerking tussen zorg- en welzijnsprofessionals verder versterken. Ouderen worden hierbij actief betrokken, zodat duidelijk wordt waar hun wensen en behoeften liggen. Het zorgproject is dus voor én door ouderen.’’

Eén spreekuur
Leyden Academy deed onderzoek naar een spreekuur waarin verschillende zorgprofessionals – zoals de huisarts, de fysiotherapeut, de dementieconsulent, de thuiszorg, de praktijkondersteuner en de ergotherapeut – in één consult samen met de patiënt een behandelplan opstellen. Er blijkt onder andere uit dat patiënten zich meer gehoord voelen en daardoor ook meer openstaan voor verdere behandeling. Eén van de deelnemers, een 84-jarige dame, vertelt: “In het spreekuur vertelde ik over mijn lichamelijke beperkingen. Samen met de huisarts, de fysiotherapeut en de ergotherapeut stelde ik een behandelplan op waar ergotherapie deel van uitmaakte. Ik kreeg hulpmiddelen voor in huis, zoals een speciale stoel voor in de keuken. Daardoor kan ik mij weer vrij bewegen. Zonder het spreekuur was ik niet uitgekomen bij ergotherapie!’’

‘Kennisdelers’
De andere pilot is het project ‘Kennisdelers’. Uit onderzoek blijkt dat er bij ouderen de behoefte is om anderen te ontmoeten én ook iets te leren. Kennisdelers bestaat uit een reeks lezingen voor ouderen over onder andere gezondheidsthema’s. Daphne de Vette, adviseur welzijn, vertelt: “Ontmoeten draagt bij aan plezier en zingeving. Zorg en welzijn komen samen in dit project.”

Dit initiatief is een samenwerking van Medisch Centrum Maarssen Dorp, zorgorganisatie Careyn, Welzijn Stichtse Vecht, Centrum voor Fysiotherapie & Manuele Therapie Maarssen, Gemeente Stichtse Vecht en bewoners uit Maarssen Dorp. Het project is mogelijk gemaakt vanuit het ZonMw programma Langdurige zorg en ondersteuning voor ouderen. Het onderzoek is uitgevoerd door Leyden Academy on Vitality and Ageing.

Wilt u op de hoogte blijven, neem dan contact op met Daphne de Vette. Voor meer informatie over het onderzoek van Leyden Academy kunt u contact opnemen met Lucia Thielman.

Vervolgonderzoek: op zoek naar houvast in de tweede coronagolf

Vervolgonderzoek: op zoek naar houvast in de tweede coronagolf

Leiden, 25 maart 2021 – Hoe ervaren ouderen de coronacrisis? Aan het begin van de pandemie (maart-april 2020) hielden wij 59 diepte-interviews met senioren uit heel Nederland, om te horen hoe zij omgaan met de maatregelen en wat de impact van corona is op hun leven. In juni publiceerden we de uitkomsten van dit eerste onderzoek, waaruit bleek dat ouderen de crisis heel verschillend beleven, maar dat er wel patronen zijn te herkennen in de wijze waarop zij grip trachten te houden op de situatie. In oktober 2020, aan het begin van de tweede coronagolf, hebben we 15 deelnemers aan het eerste onderzoek opnieuw geïnterviewd. Waar sommige ouderen erin slaagden om een nieuwe balans te vinden tussen aanvaardbare risico’s nemen en betekenisvolle activiteiten hervatten, zonderden anderen zich juist verder af.

Langere duur
In het voorjaar zagen de onderzoekers dat veel ouderen zich vasthielden aan de gedachte dat de crisis van tijdelijke aard zou zijn. Zij wachtten tot zij hun oude leven weer zouden kunnen oppakken. De coronapandemie bleek echter van langere duur, en in ons onderzoek stellen we vast dat ouderen hier verschillend mee omgaan. Veel van de geïnterviewden leken een persoonlijke afweging te maken tussen hun veiligheid en hun sociale betrokkenheid en betekenisvolle activiteiten, waarbij velen kleine, voor hen acceptabele, risico’s namen om waarde en zin in het leven (terug) te vinden.

“De eerste drie maanden was het echt van: zo moet het en dit mocht niet en dat mocht niet en dan voel je je toch wel een beetje geremd. Ja, gevangen eigenlijk als het ware. Maar nu ben ik eraan gewend geraakt. Ik pas me helemaal aan en dat vind ik wel fijn. Waarschijnlijk is het gewoon het aanvaarden van het feit dat we nu gewoon in deze situatie leven.” (man, 94, weduwnaar)

Anderen ervaarden juist gevoelens van verdriet en somberheid door de langere duur van de crisis, in combinatie met de omslag naar het herfstweer.

“Maar als je nu natuurlijk na al die maanden weer teruggeworpen wordt, terug bij af bent, dan kijk je toch anders tegen de situatie aan. Het is toch wel iets waar je best wel down van kan worden hoor, dat gevoel. Het doet wel wat met me.” (vrouw, 92, weduwe)

Afnemende solidariteit
Een van de thema’s waarin de onderzoekers de grootste verandering zagen tussen de eerste en tweede coronagolf, is die van solidariteit. Voor sommige ouderen leidde het veranderende gedrag in de samenleving ertoe dat ze vaker thuis bleven en drukke plaatsen zoals supermarkten gingen mijden. Terwijl de samenleving als geheel in die periode langzaam leek terug te keren naar het ‘normale’ leven, zonderden sommige oudere deelnemers zich juist meer af. Vooral deze ouderen hadden graag strengere en eenduidigere maatregelen van de overheid gezien, zodat ook zij de dingen konden blijven doen die voor hen het belangrijkst zijn.

“Nou, in het begin zag je dat er saamhorigheid was. Dat zag je enorm. Maar nu, nee dat verdwijnt helemaal. Je krijgt een soort tweestrijd tussen mensen.” (man, 67, getrouwd)

Verloren jaar
De geïnterviewde ouderen gaven aan grote moeite te hebben met leeftijdsgebonden maatregelen, zoals het sluiten van verpleeghuizen tijdens de eerste coronagolf. Ook in het geval van een strengere lockdown zou een meerderheid van de ouderen aparte maatregelen voor verschillende leeftijdsgroepen ongewenst vinden. Zij gaven aan het belangrijk te vinden dat er een focus bleef op de samenleving als geheel.

“Ik vind dat je de maatregelen voor iedereen gelijk moet houden, want de gevoelens die er zijn, zijn voor de jongeren hetzelfde als voor ouderen. Als je nou naar je kinderen verlangt, of naar je kleinkinderen, of je nou 80 bent of 60 of 50 bent, het gevoel blijft hetzelfde.” (man, 94, weduwnaar)

Toch telt de gemiste tijd door corona voor veel ouderen zwaar, aldus onderzoeker dr. Jolanda Lindenberg: “Een van de dames in ons onderzoek, in de negentig, vertelde dat het voor haar extra verdrietig voelt omdat ze nog maar zo weinig tijd voor de boeg heeft. Ze gaf zichzelf nog een paar jaar en daarvan heeft ze er nu eentje verloren, zo voelde het voor haar en waarschijnlijk voor veel van haar generatiegenoten. Toch leken de meeste ouderen in ons onderzoek nog steeds hoop te houden op een betere tijd waarin ze hun leven weer konden oppakken. Hopelijk bieden de vaccinaties nu snel dat gehoopte perspectief.”

De uitkomsten van het vervolgonderzoek ‘Ouderen in de tweede coronagolf’ (oktober 2020) kunt u teruglezen in de publiekssamenvatting. Neem in geval van vragen contact op met Niels Bartels, manager communicatie.

Gelukkig oud worden is zinvol oud worden

Gelukkig oud worden is zinvol oud worden

Wat is de waarde van kunst en cultuur in de langdurige zorg en ondersteuning? En hoe kunnen cultuurdeelname en kunstbeoefening bijdragen aan de kwaliteit van leven van ouderen? Crétien van Kampen en Sanne Scholten, beiden met ruime kennis op dit vlak, delen hun visie vandaag in een e-magazine op de website van ZonMw: ‘Zorg gaat ook om zingeving, om een waardevol leven.’ Met een reflectie van Tineke Abma namens Leyden Academy.

Zorg en kunst kunnen elkaar nog veel meer versterken
De 80-jarige meneer Pamuk brengt zijn dagen veelal alleen door. Echt thuis in deze tijd voelt hij zich niet. Wat mist hij? Hoe krijgt hij meer zin in het leven? Dit is de rode draad in het essay ‘Gelukkig ouder worden in een veranderende samenleving. Een pleidooi voor zingeving en creativiteit’ van Crétien van Campen, wetenschappelijk onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en voorzitter van de ZonMw-programmacommissie Kunst en cultuur in de Langdurige zorg en ondersteuning.

‘Rapporten staan vaak bol van cijfers en trends, terwijl het uiteindelijk gaat om mensen en hun levensverhalen. Om ons daarvan bewust te zijn, heb ik ervoor gekozen deze – weliswaar fictieve, maar gebaseerd op onderzoeksresultaten – meneer Pamuk centraal te stellen’, licht Van Campen zijn keuze toe. In het essay verkent hij welke aspecten van het leven bijdragen aan gelukkig ouder worden.

Kunst en cultuur als motor
Volgens Van Campen zijn drie zaken daarbij van groot belang: ‘Actief blijven, niet alleen fysiek maar ook mentaal en sociaal. Betrokken blijven, jezelf onderdeel voelen van de samenleving dus. En van betekenis zijn, het gevoel hebben dat je ertoe doet. Die aspecten maken dat een mens zin heeft in het leven.’ Kunst en cultuur kunnen op al deze facetten positieve impact hebben. ‘Als een soort motor kan het uitdagen om in actie te komen. Iets creëren of ergens aan bijdragen, wellicht voor een publiek, zorgt voor betrokkenheid en geeft betekenis.’

Toch is er volgens Van Campen nog niet altijd genoeg aandacht voor de rol die kunst en cultuur binnen de langdurige zorg en ondersteuning kan spelen. ‘De verbinding tussen die werelden kan sterker. Er worden nog verschillende talen gesproken. De zorgverlener kan heel goed helpen, maar kijkt nog te vaak vanuit beperkingen. Of heeft een vast protocol om oplossingen te bieden. Voor kunst en cultuur is er geen formule of vast recept. De vorm moet aansluiten bij mensen, hun levenssituatie en biografie. De kunstenaar ziet die persoon en denkt: Hoe kan ik die uitdagen? Hoe kan ik plezier brengen?’

Wereld te winnen
Ook volgens Sanne Scholten, directeur van het LKCA (Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunsten) en vicevoorzitter van de ZonMw-programmacommissie Kunst en cultuur in de Langdurige zorg en ondersteuning, is er nog een wereld te winnen op het gebied van deze verbinding. ‘Decentralisatie maakt een steviger connectie op gemeentelijk niveau mogelijk. Hoe kun je door inzet van kunst en cultuur voorkomen dat zwaardere zorg nodig is?’

Toch komt het nu in de uitvoering vaak neer op losse projecten en subsidies. ‘Enthousiastelingen die ervan zijn doordrongen dat zorg ook gaat om zingeving, om een waardevol leven, zorgen wel dat kunst en cultuur een plek krijgt. Maar daar zou het niet afhankelijk van moeten zijn. Wetenschappelijke onderzoeksresultaten kunnen het inzicht dat dit een levensbehoefte is, nog verder versterken.’

Onderwijs
Scholten hoopt dan ook dat de uitkomst van het participatief actieonderzoek ‘Kunst in de Zorg’ van Leyden Academy on Vitality and Ageing en Amsterdam UMC naar 19 kunstprojecten en programma’s zal bijdragen aan een meer structurele borging van kunst en cultuur in de langdurige zorg en ondersteuning. Daarnaast ziet zij een grotere rol voor het onderwijs. ‘Deze kennis moet niet alleen naar beleidsmakers en instellingen, maar verdient ook een plek in het onderwijs. Professionals moeten weten welke effecten kunst en cultuur hebben op welzijn en gezondheid van ouderen.’

In haar studententijd zag Scholten die effecten voor het eerst met eigen ogen. Tijdens het Smartlappenfestival zongen ouderen in een verzorgingshuis. ‘Het plezier straalde ervan af’, blikt ze terug. ‘Daar heb je eigenlijk geen onderzoek voor nodig. Bij ouderen ligt de nadruk vaak op wat niet meer lukt. Maar bij kunst gaat het om mogelijkheden.’ Ze noemt het voorbeeld van  een project voor mensen met Alzheimer. ‘Een man die altijd muziek maakte, kan dat niet meer. Maar hij kan wel samen zingen met een buddy.’

Wat kan er wél?
Van Campen beaamt het belang van kijken naar wat er wél kan met behulp van kunst en cultuur in langdurige zorg en ondersteuning. ‘Kunstenaars zijn gericht op de eigen kracht van mensen, waar liggen de mogelijkheden? Hoe kan iemand meedoen? Het aanbieden van een rollator is ook belangrijk, maar levert iets heel anders op dan meezingen in een zangkoor.’ Hij ziet creatieve oplossingen voortkomen uit samenwerkingen van kunstenaars met zorgprofessionals. ‘Zij kunnen elkaar aanvullen en helpen vanuit hun eigen kennis. Zo versterken ze elkaar. Deze kruisbestuiving mag nog een stuk intensiever.’

En nee, natuurlijk zijn kunst en cultuur  niet dé oplossingen voor alle problemen. ‘Nee, we zien het niet als het volgende medicijn. Het is juist iets heel anders. Een prikkel, en als je het mij vraagt een levensbehoefte. Niet voor niks hebben 6,4 miljoen Nederlanders er affiniteit mee. Bij eenzaamheid denken we vaak aan een gebrek aan sociale contacten, maar het gaat om betekenisvolle contacten. Kunst en cultuur kan helpen betekenis te vinden en daaruit kunnen die contacten voortkomen.’

Voldoening
Meneer Pamuk komt er in zijn essay achter dat hij het ontzettend leuk vindt weer met techniek bezig te zijn. ‘Het gaat erom iets te vinden dat zin geeft in het leven. Voor meneer Pamuk was dat techniek, voor vele anderen is kunst en cultuur onderdeel van de essentie’, stelt Van Campen. En nee, daarbij moeten we niet alleen maar denken aan het Rijksmuseum of Concertgebouw. ‘Het gaat om alles dat creatieve vaardigheden aanspreekt. Dat kan ook taarten bakken zijn, of stamboomonderzoek, als het maar voldoening geeft.’

Reflectie prof. dr. Tineke Abma, directeur Leyden Academy en hoogleraar Amsterdam UMC: “En niet onbelangrijk: kunst ráákt je”
‘In een participatief actieonderzoek onderzoeken wij – Leyden Academy en Amsterdam UMC – samen met ouderen, kunstenaars, zorgmedewerkers en vrijwilligers sinds maart 2020 de impact van kunst in de zorg op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau. De kunstvormen lopen uiteen van theater, tot dans, muziek en beeldend werk. Inmiddels hebben we 472 micro-narratieven (korte verhaalfragmenten) verzameld bij 109 deelnemers, verspreid over 15 kunstinitiatieven en vier programma’s. Uit de eerste analyses blijkt dat kunst bijdraagt aan: a) positieve gevoelens; b) zinvol bezig zijn en blijven leren; en c) de kwaliteit van sociale interacties. Ouderen geven aan dat zij plezier hebben en vrolijk worden, en dat kunst hen helpt om zich beter te voelen. Het bezig zijn met een betekenisvolle activiteit verschaft zin, en stimuleert mensen om zich te blijven ontwikkelen. Een zanger met dementie van een Participatiekoor vertelde hoe hij aanvankelijk dacht dat hij de Erbarme Dich partituur van Bach niet kon zingen, maar vol trots ontdekte dat hij dit weldegelijk in de vingers kreeg. En een ‘mantelzanger’ ervoer zelf ook hoe betekenisvol haar rol als buddy was: ‘Je doet het met zijn allen … Ja de blijheid van de mensen. Ook na afloop! Het kan alleen maar als je verbinding met elkaar hebt.” We kijken nu naar de vraag waarom het bezig zijn met kunst impact heeft. Wat zijn de werkzame principes? Het lijkt erop dat vooral de actieve participatie belangrijk is. En niet onbelangrijk: kunst ráákt je, zoals een traan die opkomt bij een muziekstuk. Dan ervaar je dat je leeft.’

HAN-Centre for Creativity presenteert webinar Tineke Abma

HAN-Centre for Creativity presenteert webinar Tineke Abma

“Je doet het met zijn allen… Ja de blijheid van de mensen. Ook na afloop! Het kan alleen maar als je verbinding met elkaar hebt.”

Ouderen die meedoen aan culturele activiteiten zijn vaak razend enthousiast. Er zijn dan ook veel mooie initiatieven en programma’s, maar het aanbod is versnipperd en de positieve effecten en werkzame principes zijn nog nauwelijks onderzocht. Wat kunnen kunst en cultuur betekenen voor de gezondheid en het welbevinden van ouderen? In een participatief actieonderzoek onderzoeken Leyden Academy on Vitality and Ageing en Amsterdam UMC samen met ouderen, kunstenaars, zorgmedewerkers en vrijwilligers sinds maart 2020 de impact van kunst in de zorg op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau. Inmiddels zijn er 472 micro-narratieven (korte verhaalfragmenten) verzameld bij 109 deelnemers, verspreid over vijftien kunstinitiatieven en vier programma’s.

In een webinar deelt hoogleraar Tineke Abma op donderdag 18 maart van 15.00-16.00 uur tussentijdse bevindingen vanuit wetenschappelijk onderzoek, geïllustreerd door aansprekende voorbeelden uit de praktijk. Zoals de Participatiekoren waarin mensen met dementie en ‘mantelzangers’ samen zingen. Klik hier om u in te schrijven voor deze gratis webinar.

Sociale Vraagstukken: ouderenzorg in internationaal perspectief

Sociale Vraagstukken: ouderenzorg in internationaal perspectief

Op 8 februari 2021 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de working paper ‘Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen’. Deze landenstudie, uitgevoerd door een team van onderzoekers van Leyden Academy, IQ healthcare Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management, brengt in kaart wat we kunnen leren van de ervaringen uit Engeland, Denemarken, Duitsland en Japan om onze ouderenzorg toekomstbestendig te houden.

Rondgang langs vier landen
Tineke Abma, samen met Elena Bendien namens Leyden Academy betrokken bij het onderzoek, schreef op verzoek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken het artikel ‘Hebben Engeland, Japan, Denemarken of Duitsland hun ouderenzorg beter georganiseerd?’. In dit artikel, dat vandaag is verschenen, maakt Abma een rondgang langs de vier onderzochte landen, met achtereenvolgens de Engelse focus op marktwerking, de Deense consistente visie op zorg thuis, het Japanse streven naar ‘re-familisering’ en de Duitse responsiviteit voor sentimenten uit de samenleving. En ten slotte de Hollandse zuinigheid.

Drie lessen voor Nederland
Uiteindelijk destilleert Abma uit deze rondgang drie lessen voor Nederland, met het voorbehoud dat zo’n taai vraagstuk zich niet zomaar laat oplossen: “Onze landenstudie biedt geen quick fixes. Wel laat onze studie zien dat alleen een langetermijnvisie, in een open dialoog met alle partijen besproken en ontwikkeld, voor een stabiel maatschappelijk draagvlak van het ouderenbeleid kan zorgen.”

Het artikel ‘Hebben Engeland, Japan, Denemarken of Duitsland hun ouderenzorg beter georganiseerd?’ is op 26 februari 2021 gepubliceerd op de website van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Het persbericht n.a.v. de WRR working paper vindt u hier.

Omgaan met stress met mindfulness

Omgaan met stress met mindfulness

We weten allemaal dat bewegen, gezond eten, slaap en sociale contacten belangrijk zijn als het gaat om vitaliteit, maar stress is dat ook! Ouder worden brengt de nodige uitdagingen met zich mee. En nu met het heersende coronavirus helemaal. Zijn ouderen gebaat bij technieken van mindfulness om met stress om te gaan? Kan het ouderen weerbaarder maken?

Mindfulness cursus en onderzoek
Deze vragen brachten Berit Lewis ertoe om onderzoek te doen naar de veerkracht van ouderen en om hen coping-strategieën te leren. Wilt u meer leren over mindfulness en het omgaan met stress? Dat kan via de gratis, Engelstalige cursus ‘Thriving life’ die Berit in de veiligheid van uw eigen huis (online) voor een kleine groep ouderen aanbiedt. De cursus zal gebaseerd zijn op Mindfulness Based Stress Reduction, de gouden standaard van mindfulnesscursussen.

Specificaties
Leeftijd: 55+
Tijdsbestek: acht woensdagen van 10.00-11.30 uur, vanaf 17 maart 2021
Taal: Engels
Kosten: gratis
Ervaring: niet nodig, wel enigszins digitaal vaardig zijn (online cursus via Zoom)

Meer informatie
Bekijk de website voor meer informatie of neem contact op met Berit Lewis: tel. 06-54202862, info@thrivinglife.eu. Klik hier voor de flyer (Engelstalig).

De cursus en het onderzoek is in samenwerking met Leyden Academy en is onderdeel van de Master Vitality and Ageing van Universiteit Leiden.

Van gezonde individuen naar gezonde populaties

Van gezonde individuen naar gezonde populaties

Naast een hoog-risicobenadering die gericht is op individuen, zouden we meer moeten inzetten op populatie-interventies gericht op een gezondere leefstijl, om veel voorkomende welvaartsziekten een halt toe te roepen. Daarvoor pleiten onderzoeker Paul van de Vijver en hoogleraar Vitaliteit David van Bodegom deze week in het artikel Van gezonde individuen naar gezonde populaties in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG).

Individu en populatie
In zijn klassieke artikel Sick individuals and sick populations beschreef wijlen Geoffrey Rose al in 1985 het belang om naast de hoog-risicopreventie ook populatiepreventie toe te passen. Ruim dertig jaar later is zijn werk nog steeds relevant. Van de Vijver en Van Bodegom zetten in hun artikel het verschil uiteen tussen determinanten die individuele gevallen van ziekte verklaren, en determinanten van populatie-incidentie die verklaren waarom een ziekte veel of weinig voorkomt in een bepaalde populatie. Zoals de blootstelling aan hoge doses uv-straling in de tropen, die verklaren waarom staar in tropische gebieden vaker voorkomt. Deze determinanten kunnen een aangrijpingspunt zijn voor preventie op populatieniveau, ook wel ‘populatiestrategie’ genoemd.

Inzetten op populatiegerichte aanpak
Aan de hand van een artikel elders in het NTvG over de volksgezondheid op de Caribische eilanden in vergelijking met Nederland, komen Van de Vijver en Van Bodegom tot de conclusie dat Nederland meer zou moeten inzetten op een populatiegerichte aanpak. We proberen immers al jaren tevergeefs om mensen met een hoog risico op ziekte individueel te beïnvloeden. Intussen telt ons land 8,5 miljoen mensen met overgewicht, lijden meer dan 1 miljoen mensen aan diabetes type 2 en behoren hart- en vaatziekten tot onze voornaamste doodsoorzaken.

Tabakverbod en suikertaks
Geoffrey Rose pleitte er al voor om naast de strategie die gericht is op patiënten met een hoog risico, ook een populatiestrategie toe te passen waarin determinanten op populatieniveau worden verminderd. Volgens de auteurs zouden in Nederland het verbieden van de verkoop van tabak of de invoering van een suikertaks voorbeelden zijn van populatiestrategieën die het overwegen waard zijn.

Het artikel Van gezonde individuen naar gezonde populaties van Paul L. van de Vijver en David van Bodegom is op 12 februari 2021 gepubliceerd in het NTvG.

Landenvergelijking: houdbare ouderenzorg vereist langetermijnvisie en maatschappelijk draagvlak

Landenvergelijking: houdbare ouderenzorg vereist langetermijnvisie en maatschappelijk draagvlak

Leiden/Nijmegen/Rotterdam, 8 februari 2021 – Om de langdurige zorg voor ouderen in Nederland toekomstbestendig te maken moet de overheid een realistische langetermijnvisie ontwikkelen, in dialoog met alle belanghebbenden, als voorwaarde voor een stabiel maatschappelijk draagvlak. Dit is de belangrijkste conclusie uit de working paper ‘Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen’ dat vandaag is gepubliceerd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De landenstudie is uitgevoerd door onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing, IQ healthcare Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM), en vormt een achtergrondstudie bij het lopende WRR-adviestraject Houdbare Zorg.

Aanleiding en opzet onderzoek
De houdbaarheid van de langdurige zorg voor ouderen staat in Nederland al geruime tijd op de beleidsagenda. Hoe houden we deze zorg betaalbaar (financiële houdbaarheid), hoe zorgen we voor voldoende goed opgeleid personeel, ook om de kwaliteit van zorg te waarborgen (personele houdbaarheid) en hoe behouden we het draagvlak in de samenleving (maatschappelijke houdbaarheid)? Ook andere landen worstelen hiermee en hebben verschillende beleidskeuzes gemaakt om hiermee om te gaan. Door middel van literatuur- en documentonderzoek in combinatie met interviews met experts uit Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan, hebben de onderzoekers in het rapport ervaringen uit die landen in kaart gebracht om daaruit lessen te trekken voor Nederland. Deze vier landen kennen vergelijkbare uitdagingen, zoals een vergrijzende bevolking en personeelstekorten in de zorg.

Geen pasklare oplossingen
De onderzoekers concluderen dat geen van de onderzochte landen dé oplossing heeft. Alle landen zoeken naar de ideale balans tussen financiële, personele (en kwaliteit in bredere zin) en maatschappelijke houdbaarheid. Lijken zij het op één of twee vlakken goed te doen, dan belemmert dit tegelijkertijd een andere dimensie van houdbaarheid. Zo hebben de lage lonen in de langdurige zorg in Duitsland, Engeland en Japan geleid tot slechtere kwaliteit van zorg en grotere maatschappelijke onvrede. Het duurzaam organiseren van de langdurige zorg voor ouderen blijkt een complex en taai vraagstuk waarin verschillende belangen, waarden en perspectieven gezien en gewogen moeten worden. Het hangt ook nauw samen met de culturele, historische en normatieve context, aldus onderzoeker Patrick Jeurissen (IQ healthcare): “Wat werkt in Duitsland hoeft bijvoorbeeld niet per se in Nederland te werken, en vice versa. Er zijn geen pasklare oplossingen.”

Eerst draagvlak, dan daadkracht
Uit de landenvergelijking komt naar voren dat het essentieel is om een realistische langetermijnvisie op de langdurige zorg te ontwikkelen. Er moet eerst worden geïnvesteerd in maatschappelijk draagvlak, door beleid te maken dat is geworteld in de culturele en normatieve kaders van de samenleving en daarmee de politieke waan van de dag overstijgt. Die langetermijnvisie zou in een open dialoog met alle belanghebbenden moeten worden besproken en ontwikkeld, ook om samen tot nieuwe oplossingsrichtingen te komen. Onderzoeker Tineke Abma (Leyden Academy): ”De opdracht voor beleidsmakers wordt daarmee: eerst draagvlak, dan daadkracht! En niet omgekeerd, zoals al te vaak gebeurt. We moeten met elkaar in gesprek over wat voor samenleving we met elkaar willen, zeker in de wetenschap dat in de toekomst de betaalbaarheid van de zorg nog verder onder druk komt te staan. Zo’n dialoog kan mensen ook aan het denken zetten over hoe zij zelf eigenlijk oud willen worden. Mensen denken daar nu vaak pas over na als het zover is.”

Verbeter de condities voor mantelzorg
In alle onderzochte landen, en ook in Nederland, is ‘langer thuis wonen’ het streven, zowel vanuit het oogpunt van kwaliteit als het toegankelijk houden van zorg. Hierbij wordt steeds meer inzet verwacht van mantelzorgers. Onderzoeker Iris Wallenburg (ESHPM): “Ook in Nederland hebben we daarop ingezet vanuit het ordeningsprincipe van decentralisatie, maar daar ervaren we op dit moment wel knelpunten, onder andere omdat vrouwen steeds meer zijn gaan werken. We zien dat in Denemarken de condities voor ‘langer thuis’ beter zijn geregeld, daar zouden we als Nederland van kunnen leren. Langer thuis blijft wenselijk, maar dan moeten we er wel de randvoorwaarden voor scheppen. Je kunt dit niet alleen aan de mantelzorgers overlaten.”

De working paper ‘Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen’ door Florien Kruse, Patrick Jeurissen (IQ healthcare Radboudumc), Tineke Abma, Elena Bendien (Leyden Academy), Iris Wallenburg en Hester van de Bovenkamp (ESHPM) is op 8 februari 2021 gepubliceerd op de website van de WRR.

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie Leyden Academy, via tel. (06) 3461 4817 of via e-mail.

Deelonderzoek Kunst in de zorg: “Ik zing vals, maar ik zing wel”

Deelonderzoek Kunst in de zorg: “Ik zing vals, maar ik zing wel”

Wat is de waarde van actieve kunstparticipatie voor senioren? Dat is één van de vragen die centraal staan in het onderzoek Kunst in de zorg dat wordt uitgevoerd door Leyden Academy en Amsterdam UMC, en gefinancierd door ZonMw. Op 1 februari jl. deelden we met betrokkenen de bevindingen van een deelonderzoek met SenseMaker®. Deze software helpt om de verhalen van ouderen te analyseren op kwantitatief niveau en om patronen te ontdekken. De deelnemers vertellen hun ervaringen en geven hier zelf duiding aan met behulp van een kleine set vragen.

De uitkomsten zijn gepresenteerd aan verschillende betrokkenen bij het onderzoek, zoals kunstenaars en de programmacommissie, met als doel deze te valideren. Ook vergelijken we de uitkomsten met internationale literatuur. U kunt de pdf van de presentatie hier lezen, of bekijk de video van de bijeenkomst zelf.

“Sinds ik Parkinson heb, kon ik niet meer zingen. Er kwam geen geluid meer uit mijn mond. Dus toen heb ik me er op gezet om weer te leren zingen. Elke dag oefenen… Ik heb mezelf wel weer leren zingen eigenlijk. Dus dat is leuk als dat dan is gelukt. Dus dat is een bijkomstigheid die ik niet ingeschat had. Ik zing wel vals, maar ik zing wel.”
Deelnemer Kunst in de zorg (dame, in de zestig)

Belangrijkste bevindingen
Uit het deelonderzoek met SenseMaker blijkt dat actieve kunstparticipatie oudere deelnemers vooral het volgende biedt:

  1. Positiviteit: vrolijk zijn, ontsnappen, genieten, ‘beter voelen’
  2. Zingeving door uitgedaagd worden en een leven lang leren
  3. Kwalitatieve sociale interacties: ‘op een andere manier contact’

“Je komt er altijd blij vandaan en we lachen veel. Als je iets nieuws leert, dan voel je je ook wel weer een beetje kind. Dat is zo leuk eraan ook hè. … Ik voel me heerlijk kinderlijk, speels. Het gaat bijna als vanzelf.”
Deelnemer Kunst in de zorg (dame, in de zeventig)

Tijdens de sessie op 1 februari zijn enkele opvallende bevindingen besproken die voor het onderzoeksteam nog onduidelijk waren, of waar vragen over waren, zoals:

Lichamelijkheid
De verhalen van senioren die deelnemen aan kunstinitiatieven en -programma’s leggen de focus beperkt op lichamelijkheid. Kunstenaars leggen uit dat dit zou kunnen komen omdat ze focussen op wat wél kan en dat de activiteit het lichaam even doet vergeten. Ook zinspelen ze op een verbinding tussen lichaam en geest en het gunstige effect van positiviteit op het lichaam.

Vrijheid ervaren
Ook komt naar voren dat met name senioren die afhankelijk zijn van thuiszorg of in een verpleeghuis wonen, ervaringen delen waarin ‘vrij voelen’ een belangrijke rol speelt. Kunstenaars denken dat dit komt doordat zij een proces van ‘vrije expressie’ faciliteren in hun activiteiten, dat mensen even geen hulp nodig hebben, of niet ‘ziek’ zijn tijdens de activiteit. Daarnaast geven ze aan dat senioren zich vaak gezien en uitgedaagd voelen, en zo ontsnappen aan het dagelijkse ritme en de gang van zaken die soms opgelegd wordt door anderen.

Neem voor meer informatie contact op met Lieke de Kock, neem een kijkje op de website Kunst in de zorg of schrijf u in voor de nieuwsbrief.