Minister Helder in gesprek over het Leefplezierplan

Minister Helder in gesprek over het Leefplezierplan

‘Hier mogen ze mij ook brengen’
De winst van leefplezierbenadering in het verpleeghuis

Hoe draag je zo goed mogelijk bij aan de kwaliteit van leven van bewoners van verpleeghuizen? En hoe maak je het werk van medewerkers aantrekkelijker? Door een menselijke en persoonsgerichte benadering van ouderen: de door Leyden Academy ontwikkelde leefplezierbenadering. Locatie Den Es van Azora in Varsseveld en locatie Vita van Zorggroep Elde Maasduinen in Rijen werken al zo en maakten er onlangs indruk mee op minister Conny Helder.

“Indrukwekkend om de vele positieve effecten van het Leefplezierplan te zien en te horen van cliënten, naasten, zorgmedewerkers en zorgbestuurders. Ik ondersteun van harte deze verandering in mindset waarbij je juist het leefplezier van de cliënt als uitgangspunt neemt. Deze manier van werken zorgt niet alleen voor meer tevreden cliënten maar ook voor meer werkplezier onder zorgmedewerkers. Ook belangrijk!” aldus Conny Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport, toen zij afgelopen 12 september locatie Vita bezocht. Ze sprak daar met medewerkers, bestuurders, bewoners en naasten over de leefplezierbenadering. De aanpak is een simpel concept met vier thema’s: het leren kennen van de bewoner, bijdragen aan leefplezier, leren van ervaringen en het omgaan met dilemma’s. Locaties Vita en Den Es passen deze aanpak sinds 2019 toe.

Warm gevoel
“Leefplezier is bewoners op een andere manier leren kennen, vanuit de relatie de mens achter de bewoner zien”, vertelt Mariët Tonen, regiomanager bij Azora en locatiemanager van Den Es. Wat is voor hem of haar belangrijk om het in het dagelijks leven naar de zin te hebben? En hoe kunnen medewerkers daarop inspelen en er naasten bij betrekken? Zoals Bernard, de 87-jarige echtgenoot van één van de bewoners. Hij vertelde minister Helder dat hij zich onderdeel voelt van het team en graag een handje meehelpt. Bernard: “Mijn vrouw en ik hebben altijd gezegd dat we niet als kasplantje in het verpleeghuis willen leven. Mijn vrouw woont al tweeënhalf jaar bij Den Es. Nou, daar mogen ze mij ook brengen hoor! Ik krijg een heel warm gevoel bij deze plek.”

Taalgebruik
Een voorwaarde om te werken aan leefplezier is het loslaten van strakke regels en verantwoordingsafspraken, zonder kwaliteit te verliezen. Daarom hebben Azora en Zorgroep Elde Maasduinen nieuwe processen rondom rapporteren en verantwoording ontwikkeld. Taalgebruik is daarbij een belangrijk onderdeel. Lieke Bongers, locatiemanager bij Vita: “We hebben het niet meer over ‘de opname van een bewoner’, maar over: iemand ‘komt bij ons wonen’, we hebben het niet over een ‘intake’, maar over een ‘welkomstgesprek’. Dat maakt echt verschil.”

Werkplezier
Niet alleen bewoners profiteren van deze aanpak, ook medewerkers ervaren meer werkplezier doordat ze bijvoorbeeld meer regie ervaren. Bij Vita kunnen ze in ieder geval niet meer stoppen met de leefplezierbenadering. Lieke: “Als je eenmaal aan leefplezier begint, is er geen weg meer terug. Je kunt niet opeens stoppen met anders kijken, anders denken en anders zorgen.”

Meepraten over het leefplezierplan of zelf ervaren wat het voor uw organisatie kan betekenen? Ga naar leefplezierindezorg.nl of neem contact op met Josanne Huijg, projectleider bij Leyden Academy. Bekijk ook de film Met Liefde, met praktijkvoorbeelden bij Zorggroep Elde Maasduinen en Azora of bekijk het boek met voorbeelden ‘Leefplezierplan op locatie – Tussen droom en daad’.

De prachtige fotodrieluik bovenaan zijn gemaakt door Janine Schrijver

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

“Ik begon met deze meneer te praten, écht te communiceren. Dat had ik nog niet eerder gedaan. Ik ben naast hem gaan zitten en heb een uur met hem gekletst. Ik heb hem zo anders leren kennen, hij zit nu helemaal in mijn hart. Hij is een prachtige man en ik denk dat we hem echt tekort hebben gedaan. Daar moeten we echt wat mee,” vertelde een zorgmedewerker.

We vinden persoonsgerichte zorg steeds belangrijker. Toch gaat het niet altijd vanzelf, het betrekken van patiënten of cliënten. In het afgelopen jaar onderzochten we samen met bewoners en zorgmedewerkers in het verpleeghuis waarom dit zo’n uitdaging is. We vonden drie belangrijke dilemma’s en verkenden hoe ICT ons zou kunnen helpen om duurzaam met deze dilemma’s om te gaan:

  1. Autonomie versus afhankelijkheid
    Zowel bewoners als medewerkers vinden eigen regie belangrijk. Maar is dit wel realistisch? En als bewoners autonomie missen, betekent dit dan dat de medewerkers de regie hebben, of zijn ook zij afhankelijk?
  2. Persoonlijk versus privacy
    Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en zo elkaars wensen en behoeften beter te begrijpen. Maar wat als het iemands persoonlijke behoefte is om niets persoonlijks te delen, respecteren we dat dan ook?
  3. Mooie momenten versus eerlijk beeld
    Het is een prachtige ontwikkeling dat er in verpleeghuizen steeds meer aandacht is voor welzijn in bredere zin. Samen leuke dingen doen en genieten van mooie momenten. Maar is er ook oog voor pijn en verdriet?

Lees meer in het artikel Older Adults’ Engagement in Residential Care: Pitfalls, Potentials, and the Role of ICTs door Marije Blok, Barbara Groot, Josanne Huijg en Alice de Boer, dat deze week is gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor leefplezier en liefdevolle zorg in het verpleeghuis. Zorg waarin de nadruk ligt op het welbevinden van bewoners, het beter leren kennen van en tegemoetkomen aan hun wensen en verlangens en ruimte maken voor betekenisvolle relaties. Deze benadering vraagt ook om een andere manier van kijken naar kwaliteit: minder tellen, meer vertellen. Leyden Academy doet sinds 2017 onderzoek naar leefplezier in de verpleeghuiszorg en inmiddels vinden er door het hele land veelbelovende onderzoeksprojecten en programma’s plaats, gericht op de ontwikkeling van narratieve methoden die inzicht geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door bewoners, hun naasten en zorgmedewerkers.

Acht betrokken hoogleraren en onderzoekers vanuit Leyden Academy, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (Maastricht University), Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo (Tilburg University), Erasmus School of Health Policy & Management en Universiteit Twente hebben hun visie gezamenlijk verwoord in het opinieartikel ‘Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis’ dat vandaag is verschenen op de website van Zorgvisie.

Hieronder vindt u de integrale tekst van dit artikel:

Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis

Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren. Belangrijk, maar daarnaast zijn narratieve methoden nodig om inzicht te geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door cliënten, naasten en medewerkers.

Onlangs vertelde een medewerker trots: “Wij leveren persoonsgerichte zorg, want mevrouw mag altijd zo lang als ze wil uitslapen.” Op het eerste gezicht klinkt dit positief; het leveren van zorg wordt aangepast aan de wensen en behoeften van de bewoner, in plaats van aan de routines van het verpleeghuis. De bewoner zelf vertelde echter het volgende: “Ze laten me in de ochtend altijd zo lang liggen, omdat ik vroeger een uitslaper was. Maar ik heb zoveel pijn… Ik weet dat ze druk zijn, maar ik zou zo graag eerder uit bed worden gehaald.”

Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Dit voorbeeld laat zien dat het persoonlijk ervaren welbevinden van bewoners niet altijd overeenkomt met de perspectieven van medewerkers op goede zorg. Het laat ook zien dat het in kaart brengen van verhalende informatie kan bijdragen aan het verbeteren van kwaliteit van zorg. In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg heeft het gebruik van persoonlijke ervaringen voor leren en verbeteren dan ook een belangrijke plek. Verspreid door het land werken verschillende onderzoeksgroepen in én samen met de praktijk aan de ontwikkeling van concrete methoden ten behoeve van het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering.

Persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen
Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren: medicatieveiligheid, decubituspreventie, aandacht voor eten en drinken en cliënttevredenheid. Deze vooraf vastgestelde indicatoren zijn belangrijk, maar missen essentiële aspecten van kwaliteit: de persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen van bewoners, naasten en medewerkers. Kwantitatieve vragenlijsten schieten tekort om deze aspecten goed in kaart te brengen. Verhalen bieden wél inzicht in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit. Daarbij biedt het concrete aanknopingspunten om te leren en verbeteren.

Van tellen naar vertellen
Met ons wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van verhalen als informatiebron voor de evaluatie van kwaliteit willen we de verpleeghuissector met betrouwbare en valide methoden ondersteunen in de beweging van tellen naar vertellen. We ontwikkelen daarvoor ieder op onze eigen manier, maar in nauw contact met elkaar en met de verpleeghuiszorg, narratieve methoden om kwaliteit van zorg in kaart te brengen. Al onze methoden hebben als doel narratieven (verhalen in tekst en beeld) te verzamelen die recht doen aan de ervaringen van de diverse betrokkenen in de verpleeghuiszorg: bewoners, hun naasten en medewerkers. Deze narratieven geven inzicht in de rijke, complexe werkelijkheid van de zorg, omdat er ruimte is voor ervaringen, context en duiding vanuit verschillende perspectieven. Het gebruik van narratieve informatie geeft hiermee een completer beeld van kwaliteit van zorg.

Evaluatie van binnenuit
Onze methoden bieden ieder een procesbeschrijving voor het verzamelen en analyseren van de verhalende informatie, het gezamenlijk reflecteren op die informatie en het gebruik ervan voor kwaliteitsverbetering. Kwaliteit wordt in de methoden van binnenuit geëvalueerd, samen met de mensen om wie het gaat. Door zorgmedewerkers een rol te geven in het gesprek met bewoners en hun naasten over wat voor hen belangrijk is en hier een gezamenlijk leerproces van te maken, wordt werken aan kwaliteit iets waarvan op de werkvloer de meerwaarde wordt ervaren. Vervolgens komt ook het gesprek over kwaliteit met het management tot stand en kunnen de narratieven gebruikt worden voor kwaliteitsbeleid en verantwoording.

Volwaardige plek
Het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering is essentieel voor persoonsgerichte zorg en het samen werken aan goede zorg. Een belangrijke uitdaging is om het werken met verhalende informatie een volwaardige plek te geven in de uitvoering, verbetering, beleidsvorming en verantwoording van de verpleeghuiszorg. Zorgorganisaties en toezichthoudende partijen, zoals zorgkantoren en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zoeken hierin de samenwerking op, om naast de kwaliteitsverbetering binnen zorgorganisaties ook in beoordeling en toezicht de omslag te maken naar meer ruimte voor narratieve methoden.

Het goede doen
Het is tijd voor meer aandacht voor de persoonlijke beleving van kwaliteit vanuit het perspectief van bewoners, naasten en medewerkers en om hiermee binnen zorgorganisaties aan de slag te gaan. Op deze wijze kan daadwerkelijk worden achterhaald of de goede dingen goed worden gedaan voor diegenen die het betreft. En de mevrouw die elke ochtend tegen haar wens in lang in bed lag? Dankzij haar verhaal bieden de medewerkers nu de verzorging die bij haar past.

Katya Sion, postdoc onderzoeker, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Josanne Huijg, senior onderzoeker betekenisvol ouder worden, Leyden Academy on Vitality and Ageing
Aukelien Scheffelaar, senior onderzoeker en onderzoeksmakelaar, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Marjolijn Heerings, universitair docent kwaliteit van zorg, Erasmus School of Health Policy & Management
Jan Hamers, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Anne Margriet Pot, hoogleraar Toezicht op persoonsgerichte en geïntegreerde langdurige zorg, Erasmus School of Health Policy and Management, Erasmus Universiteit Rotterdam
Katrien Luijkx, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Gerben Westerhof, hoogleraar Narratieve psychologie en technologie, Universiteit Twente


Meer informatie:

Ervaringen zorgmedewerkers in de coronacrisis

Beeld: © Romi Tweebeeke, Inside Oud, Bos en Meerzicht

Hoe hebben zorgmedewerkers in het verpleeghuis de coronacrisis ervaren?

Persoonlijke verhalen op Wij & corona
Sinds de start van de pandemie in maart 2020 hebben we de persoonlijke verhalen van ouderen, hun familieleden én tientallen zorgmedewerkers verzameld op het platform Wij & corona. Zoals Corry, verpleegkundige bij Zorggroep Elde Maasduinen, die een veel diepgaander contact ervoer met haar bewoners. Persoonlijk begeleider Monique, eerstverantwoordelijk verzorger Angela en verzorgende Ana van Respectzorg probeerden in alle hectiek aandacht te houden voor hun bewoners, familieleden en collega’s. Joan vertelt hoe zij is ingesprongen als psychiatrisch verpleegkundige op de noodafdeling bij Topaz. Mariët, regiomanager bij Azora den Es en Linda, directeur van De Oude Pastorie, vertellen ten slotte over de dilemma’s vanuit het perspectief van de bestuurder.

Analyse van 424 narrratieven
Daarnaast hebben we een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) geanalyseerd die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart t/m december 2020). De verhalen geven gezamenlijk een indringend beeld van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd. Onze bevindingen zijn op 13 februari 2022 gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health. Lees ook het nieuwsbericht dat wij schreven naar aanleiding van deze publicatie.

“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan.”
verzorgende uit het verpleeghuis

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan,” schrijft een verzorgende uit het verpleeghuis.

Dit citaat komt uit een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart 2020 t/m januari 2021). De verhalen, die gezamenlijk een indringend beeld geven van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd, zijn geanalyseerd door onderzoekers van Leyden Academy. Hun bevindingen zijn op 13 februari jl. gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health.

‘Stille ramp’
In de eerste coronagolf voltrok zich een ‘stille ramp’ in de Nederlandse verpleeghuizen, zo concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid gisteren in het rapport ‘Aanpak coronacrisis, deel 1’. Ongeveer de helft van de coronasterfgevallen in Nederland tot september 2020 betrof bewoners van verpleeghuizen. In eerste instantie kreeg de bescherming van deze mensen weinig aandacht, waardoor er in de verpleeghuizen bijvoorbeeld nauwelijks beschermingsmiddelen beschikbaar waren. Toen de ernst van de situatie eenmaal doordrong, werd een ingrijpend bezoekverbod afgekondigd. Hoe hebben de zorgmedewerkers in het verpleeghuis dit ervaren? Onderzoeker Marleen Dohmen: “Studies naar de ervaringen van zorgpersoneel tijdens de coronacrisis hebben de negatieve impact op hun welzijn aangetoond. We wilden deze kennis aanvullen met een narratieve benadering.”

Veel leed
Uit de geanalyseerde verhalen blijkt dat de zorgmedewerkers onnoemelijk veel leed zagen. Een verzorgende schreef: “Het lijden van bewoners heeft me erg aangegrepen … Ik heb zitten huilen op kantoor.” Medewerkers worstelden met de handhaving van de maatregelen, aangezien deze indruisten tegen wat zij zelf onder goede zorg verstaan: “Hij mist zijn vrouw en heeft pijn … rijdt naar het raam, wil dit open doen. Probeert op te staan en zegt: ik zou het liefste eruit stappen… Dit raakt mij. Gelukkig is de kweek negatief en mag de isolatie worden opgegeven.”

Spanning in relaties
De zorgmedewerkers schreven over de spanningen die ze ervaren, omdat de maatregelen ingaan tegen hun eigen morele kompas waarin het welzijn van bewoners en persoonlijke relaties voorop staan. Er ontstonden daardoor spanningen in de relatie met de bewoners en hun naasten. Soms kwamen zij zelfs tegenover elkaar te staan: “Er zit bezoek in de huiskamer, terwijl dat in deze coronatijd niet mag. Een collega durft ze niet aan te spreken en vraagt of ik het doe. Met kriebels in mijn buik stap ik op de familie af. Vraag of ze de huiskamer uit willen gaan. Ze reageren wat verbolgen en kiezen ervoor om het bezoek af te breken. De bewoners aan de tafels vinden het belachelijk en zijn boos. De vrolijke stemming is duidelijk omgeslagen. De bewoner voor wie het bezoek was loopt te schelden dat het geen stijl is.”

Toch het goede doen
Binnen de knellende beperkingen probeerden de zorgmedewerkers waar mogelijk het goede te blijven doen. Zoals blijkt uit dit voorbeeld van deze verzorgende: “Een bewoner vraagt aan haar dochter ‘Kun je mij paling brengen?’ Dochter mag dit niet vanwege corona. Daarom zelf paling voor mevrouw meegebracht. Mevrouw was helemaal verrast en emotioneel. Ik word gekust en omhelst. Samen een foto naar haar dochter gestuurd.”

Moreel verwond
Volgens Tineke Abma, directeur van Leyden Academy en één van de onderzoekers, is deze periode voor zorgmedewerkers, bewoners en familieleden traumatisch geweest: “Zij ervoeren gevoelens van verdriet, angst, onmacht en rouw. Daarbij zagen medewerkers zich geconfronteerd met ingewikkelde morele dilemma’s. Bij dit soort dilemma’s is er niet één juiste oplossing; vaak moesten zorgmedewerkers kiezen tussen twee kwaden. Voorrang geven aan de veiligheid van bewoners ging ten koste van hun vrijheid en kwaliteit van leven, en vice versa. Zeker als je een hechte band hebt met een bewoner dan raakt je dat in het hart, je raakt als het ware moreel verwond.”

De onderzoekers concluderen dat de besluitvorming over de coronamaatregelen het resultaat zou moeten zijn van een dialoog op meerdere niveaus, zodat een balans kan worden gevonden tussen veilige zorg en goede zorg vanuit relationeel-moreel oogpunt.

Het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ van onderzoekers Marleen Dohmen, Charlotte van den Eijnde, Lucia Thielman, Jolanda Lindenberg, Josanne Huijg en Tineke Abma is op 13 februari 2022 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health, Special Issue Nursing and COVID-19.

Onderzoek samenwerking clown en zorgmedewerker van start

Onderzoek samenwerking clown en zorgmedewerker van start

Het welbevinden van mensen met dementie wordt sterk bepaald door de kwaliteit van het contact dat zij nog hebben met mensen in hun omgeving. Beperkingen in cognitie en taal kunnen ertoe leiden dat iemand zich niet meer gezien en verbonden voelt. Er is groeiend wetenschappelijk bewijs dat clowns hierbij uitkomst kunnen bieden, zowel voor de ouderen, hun naasten als voor zorgmedewerkers. In het samenspel met zorgverleners komt het spel van de clowns het beste tot zijn recht, maar hierin is nog veel te winnen. In samenwerking met Stichting CliniClowns en Red Noses International start Leyden Academy een onderzoek om te ontdekken hoe deze samenwerking in de context van het verpleeghuis het beste kan worden vormgegeven, zodat de clownsinterventie optimaal tot zijn recht komt en duurzaam verankerd kan raken in de zorgpraktijk. Het onderzoek zal verspreid over 2022 plaatsvinden en naar verwachting begin 2023 worden afgerond.

In november 2021 hebben onze onderzoekers een eerste bezoek gebracht aan locatie Stellinghaven van zorgorganisatie ZuidOostZorg in Appelscha, waar een enthousiast team van start gaat met daarin vertegenwoordigers van zorgpersoneel, welzijnsmedewerkers en familieleden van bewoners. De andere locatie die deelneemt aan het onderzoek is het Dr. Sarphatihuis in Amsterdam van zorgorganisatie Amsta. In Duitsland en Oostenrijk wordt een vergelijkbaar participatief actieonderzoek uitgevoerd met clowns, medewerkers en soms ook mensen met dementie en hun naasten. We wisselen periodiek kennis uit over de aanpak en geleerde lessen.

Kijk voor meer informatie op de projectpagina of neem contact op met Barbara Groot.

Samen werken aan liefdevolle zorg


Als iemand in het verpleeghuis komt wonen, staan medewerkers klaar om de zorg van de naasten over te nemen. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, is het belangrijk om de behoeften, wensen en verlangens van de bewoner goed te leren kennen. De naasten – familie, vrienden of andere belangrijke anderen – zijn onmisbaar als bron van informatie én in het streven naar leefplezier. Want voor elk mens zijn liefdevolle relaties een belangrijke bron van welbevinden. Aandacht voor de (veranderende) relatie tussen bewoners en hun naasten is dan ook voor beiden van groot belang. In de praktijk blijkt echter dat veel zorgmedewerkers nog weinig gericht zijn op de (samenwerkings)relatie met de naasten, en dat zij zich onvoldoende toegerust voelen om hiermee aan de slag te gaan.

Onder de noemer ‘Samen werken aan liefdevolle zorg’ doen Leyden Academy en zorgorganisatie Topaz gezamenlijk onderzoek naar liefdevolle zorg in de ‘driehoek’ tussen bewoners met dementie, hun naasten en zorgmedewerkers. Dit praktijkonderzoek wordt van juni 2021 tot juni 2023 uitgevoerd binnen de locatie Zuydtwijck en bestaat uit interviews en focusgroepen. Doel is de onderlinge wisselwerking en interactie beter te begrijpen en zo de kwaliteit van zorg te kunnen verbeteren. Uit ervaringen van zorgmedewerkers blijkt namelijk dat goede afstemming en samenwerking met naasten kan bijdragen aan het welbevinden van de bewoner én van de naasten. Bovendien dragen een fijne samenwerking en goede afspraken met naasten bij aan het werkplezier van de zorgmedewerkers zelf.

“Als we iemand opnemen in het verpleeghuis, vind ik het belangrijk om de mantelzorger uit de rol van hulpverlener te halen en weer ‘naaste’ te laten zijn. Dat is moeilijk, de mantelzorger had voorheen vaak 24 uur per dag zorg. Beiden hebben we andere verwachtingen. Het is belangrijk om die uit te spreken, want soms hebben we een ander oordeel over goede zorg.”
(teamleider)

Onderzoek in en met de praktijk
Het betreft een participatief actieonderzoek, uitgevoerd in de zorgpraktijk en in nauwe samenwerking met de mensen over wie het gaat. Op basis van ervaringen van en gesprekken met zorgmedewerkers, naasten en bewoners gaan we aan de slag met de onderzoeksvraag: Hoe kunnen zorgmedewerkers en naasten samen werken aan liefdevolle zorg voor de bewoner? We onderzoeken hoe zorgmedewerkers en naasten de huidige (samenwerkings)relatie ervaren en hoe zij de gewenste situatie zien. Bewoners worden gevraagd naar hun perspectief op de zorg en de relatie met de zorgmedewerkers en hun naasten. Vervolgens zullen we zorgmedewerkers en naasten begeleiden in het gezamenlijk ontwikkelen van manieren om de samenwerking te verbeteren en werkwijzen om dit te ondersteunen. Hiermee is het onderzoek een lerend proces in de praktijk, waarbij zorgmedewerkers en naasten tijdens het onderzoek al samen werken aan verbeteringen van de (samenwerkings)relatie. Bovendien wordt in een klankbordgroep met vertegenwoordigers vanuit bewoners, naasten en zorgmedewerkers, maar ook geïnteresseerden van andere locaties van Topaz, regionale en landelijke partners en het onderwijs, een lerend proces op gang gebracht.

“Ik heb het gevoel dat ik een verschil kan maken als mantelzorger. Maar ik ben bang om irritatiepunten te benoemen richting de zorg, ik ben bang dat het zijn weerslag heeft op de zorg.”
(naaste van bewoner)

Praktijkgericht
Het onderzoek ‘Samen werken aan liefdevolle zorg’ wordt mede mogelijk gemaakt door het Zorgondersteuningsfonds. Binnen het onderzoek wordt samengewerkt met het CIV Welzijn & Zorg en Radicale Vernieuwing Waarde-vol Onderwijs, om te zorgen dat de geleerde lessen ook hun weg vinden naar het onderwijs van toekomstige zorgmedewerkers.

Lees ook het interview over het onderzoeksproject met gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie Ilse Haasnoot van Topaz op de website van het Zorgondersteuningsfonds (november 2021).

Neem voor meer informatie contact op met Marleen Dohmen.

Vraag het onze wetenschappers: over betekenisvol leven in het verpleeghuis

Vraag het onze wetenschappers: over betekenisvol leven in het verpleeghuis

In de videoserie Vraag het onze wetenschappers beantwoorden we ingezonden vragen over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de zesde en laatste aflevering geeft onderzoeker en medisch antropoloog Sanne Schweers antwoord op de vraag die Geert Froyen ons stuurde: ‘Hoe geef je betekenis aan het leven als je in een verpleeghuis woont?’.

U kunt de video (4 minuten) bekijken op YouTube. Hieronder vindt u achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Leren kennen van de bewoner
Sanne vertelt in de video dat een betekenisvol leven voor iedereen anders is. Daarom is het belangrijk om de behoeften, verlangens, gewoonten en rituelen van de cliënt goed te leren kennen. In onze onderzoeken noemen we dat ook wel aandacht voor ‘leefplezier’ en hebben we het Leefplezierplan als werkwijze ontwikkeld: u leest er meer over in dit artikel in tijdschrift Geron (2020). Voor het beter leren kennen van de bewoner zijn verschillende methodieken beschikbaar. Kennisplein Zorg voor Beter biedt een handig overzicht met diverse instrumenten en tips.

Het belang van persoonlijke relaties
Voor bijna iedereen zijn persoonlijke relaties het allerbelangrijkste in het leven. Zeker in het verpleeghuis zijn warme relaties tussen bewoner, naasten en de zorgprofessionals onmisbaar. Dat stelt ons voor een uitdaging: hoe kan de zorg zich zoveel mogelijk inzetten voor betekenisvolle ontmoetingen? Voor antwoorden op deze vraag moeten we ons niet zozeer wenden tot de medische wetenschappen; we komen dan eerder uit bij de sociale wetenschappen, bij geestelijk verzorgers en bij filosofen. Hoogleraar Diversiteit en Integratie Halleh Ghorashi (VU Amsterdam) vertelt over het werk van filosoof Emmanuel Levinas als bron van inspiratie.

Het is daarbij belangrijk om je te realiseren hoe verstorend ziekte en aandoeningen kunnen zijn voor de relaties om je heen. Dit komt indringend tot uiting in dit artikel op De Correspondent (2017) waarin mensen met dementie hun ervaringen delen.

In de zorg voor iemand die in een verpleeghuis woont is het dus belangrijk om continu die relaties centraal te zetten. Maar een goede samenwerking tussen naasten, zorgverlener en bewoner is nog niet zo eenvoudig, weten we uit het promotieonderzoek van Antoinette Bolscher naar samenwerking vanuit moreel perspectief aan de Universiteit voor Humanistiek (2018).

Leefplezier in alledaagse dingen
Een betekenisvol leven hoeft niet altijd groots en meeslepend te zijn. Dat leefplezier soms in kleine, alledaagse dingen zit, maakt Sanne in de video duidelijk aan de hand van het voorbeeld van mevrouw Uijen die graag naar kleine beestjes (en pluisjes) kijkt. In onze videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk komen ook mooie voorbeelden langs, zoals bewoner Henk die stapelgek is op bloemen of een spontaan dansje in de huiskamer (zie foto, met dank aan zorgorganisatie Topaz).

Zorgen kan soms ook zingen zijn, zo blijkt uit dit artikel op de Correspondent (januari 2021).

Er zijn bij rouw en verdriet
Dat wat van betekenis is, hoeft niet alleen maar positief te zijn. Juist bij mensen aan het einde van hun leven, zijn er vaak gevoelens van rouw en verdriet. Longarts Sander de Hosson schrijft mooi over hoe hij met zijn team streeft naar de beste kwaliteit van leven en sterven voor de patiënt. Zijn columns zijn gebundeld in het boek Slotcouplet (2018) en u kunt ook zijn TEDx lezing bekijken uit 2017.

Er simpelweg met aandacht zijn voor iemand, is vaak al voldoende. Dit vormt de kern van de presentietheorie van theoloog en filosoof Andries Baart. Deze benadering draait om liefdevolle aandacht voor wat mensen eigenlijk vragen, voor wat echt belangrijk is voor hen. Het gaat hierbij om erkenning van hun waardigheid als mens, en om een menslievende benadering die onvoorwaardelijk is. Lees onder meer zijn artikel Presentie en palliatieve zorg in het tijdschrift Sociale Interventie (2007).

Een complimentje doet wonderen
Als afsluitende tip geeft Sanne het advies om te investeren in de relatie met mensen die u kent in het verpleeghuis, door een praatje te maken of een complimentje te geven. Dit is fijn voor de bewoner, maar ook voor u. Studies laten zien dat iets doen voor een ander, ook een positief effect heeft op het eigen geluksgevoel. Hoe dit werkt, werd in mei 2021 treffend verwoord door komiek Jochem Myjer in de Volkskrant: maak jezelf blij door anderen voorrang te geven.

U kunt de gehele serie van zes video’s hier terugvinden of als afspeellijst bekijken op ons YouTube-kanaal.

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

Hoe kijken ouderen naar een overstap naar het verpleeghuis? En is dit beeld veranderd door de coronacrisis? In dagblad De Telegraaf worden deze vragen vandaag verkend.

Margreet (81) uit Leiden en Cor (87) uit Den Haag wonen beiden nog zelfstandig en zien zo’n verhuizing absoluut niet zitten: “Ik ben heel erg gehecht aan mijn vrijheid”. Ervaringsdeskundige Wouter van Fessem (97) woont in woonzorgcentrum Roomburgh en zorgt voor een positief tegengeluid: “Ik had wel in mijn huis kunnen blijven, niet zo ver hier vandaan. Maar ik wilde toch liever hier naartoe, waar ik niet alleen ben.”

Hoogleraar Tineke Abma legt namens Leyden Academy uit dat de beeldvorming over wonen in het verpleeghuis al langer negatief is, mede door enkele incidenten die breed werden uitgemeten in de media. Maar er is in de sector al jarenlang een brede beweging gaande gericht op het leefplezier van bewoners en persoonsgerichte zorg: “Er is meer aandacht voor de bewoners en hun familie, voor persoonlijk contact, een praatje en leuke activiteiten zoals een muziekavond. De individuele wensen en verlangens van de bewoner en een betekenisvol einde van het leven staan nu voorop.”

Het Telegraaf-artikel ‘Wie wil nog naar een verpleeghuis?’ is geschreven door Arianne Mantel en Chris Ververs. U kunt het artikel lezen op de website van de Telegraaf of via deze link.

Cor deelde eerder zijn ervaringen in coronatijd op ons verhalenplatform Wij & corona. Wouter komt ook aan het woord in onze videoserie Vraag het onze wetenschappers. En wellicht herkent u Margreet als het ‘gezicht’ van Leyden Academy in 2021?

Eén van de initiatieven gericht op het verleggen van de aandacht van de medische behoeften van verpleeghuisbewoners naar hun wensen en verlangens, is ons onderzoek Leefplezierplan voor de zorg. U leest er hier meer over.

Leefplezierplan voor de zorg

Leefplezierplan voor de zorg

Binnen de Nederlandse verpleeghuizen gelden diverse normen en protocollen, die vooral zijn ontwikkeld om de veiligheid van bewoners te waarborgen en te voorzien in hun medische behoeften. Voor deze kwetsbare mensen, in de laatste fase van hun leven, is positief welbevinden echter minstens zo belangrijk als het voorkomen van narigheid en ongelukken. Kunnen we inspelen op de verlangens van mensen en hen de ruimte geven om te doen wat zij graag willen doen en de persoon te zijn die zij graag willen zijn? Leyden Academy onderzoekt wat er gebeurt als je dit in de langdurige zorg als uitgangspunt kiest en als maatstaf neemt voor kwaliteit.

Leefplezier in de ouderenzorg
Wat gebeurt er als we in de ouderenzorg de verlangens van bewoners als vertrekpunt nemen? En als hun leefplezier leidend is bij de verantwoording van de kwaliteit van de zorg? We verkenden het van april 2017 tot april 2019 in het pilotproject ‘Leefplezier in de ouderenzorg’, ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Tegemoetkomen aan persoonlijke wensen en verlangens vraagt allereerst dat verpleegkundigen en verzorgenden de bewoners beter leren kennen: wat is hun verhaal, wie zijn voor hen belangrijk, wat geeft hun leven kleur? Deze inzichten vormen het uitgangspunt van het leefplezierplan, met daarin ook aandacht voor de rollen van familie en mantelzorgers en de dilemma’s die in de praktijk ontstaan. Want wat bewoners en hun dierbaren graag willen, kan schuren met wat er mag, kan, of ‘hoe het hoort’. Daar moet met elkaar de benodigde ruimte worden gecreëerd. Belangrijk element in de pilot is het zichtbaar maken van de kwaliteit die voortkomt uit deze nieuwe aanpak.

Foto: De Oude Pastorie

Op 4 april 2019 hebben wij onze bevindingen gepresenteerd tijdens een conferentie voor betrokkenen in Leiden, waarbij we ook ons eindrapport uitreikten aan Theo van Uum, directeur Langdurige Zorg bij VWS. De reacties vanuit de elf deelnemende zorgorganisaties zijn heel enthousiast: bij bewoners, hun belangrijke anderen (familie, vrienden, mantelzorgers) en zeker ook bij de teamleden. Het sturen op positieve ervaringen heeft een positief effect op het werkplezier van verpleegkundigen en verzorgenden. Het geeft hen veel voldoening om iets te kunnen betekenen voor de kwaliteit van leven van hun bewoners. U kunt deze ‘handreiking’ hier downloaden, met een introductie van het leefplezierplan aan de hand van veel ervaringen en sprekende foto’s uit de praktijk. Lees ook het persbericht over de belangrijkste bevindingen.

Vervolgprojecten
In navolging op het succesvolle Leefplezierplan hebben we de volgende projecten opgezet:

  1. Leefplezierplan op locatie: hierin schalen we het werken met het leefplezierplan op van teamniveau naar twee complete locaties.
  2. Ervaringen in de praktijk: hoe geven organisaties de ervaringen van zorgverleners, bewoners en belangrijke anderen een plek in het kwaliteitsbeleid?
  3. Narratieve verantwoording in de praktijk: een methode om ervaringen structureel deel te laten uitmaken van de dagelijkse routine van zorgmedewerkers en van het kwaliteitsbeleid.
  4. Samen werken aan liefdevolle zorg (in samenwerking met Topaz): hoe kunnen zorgmedewerkers en naasten samen werken aan liefdevolle zorg voor de bewoner?
  5. Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk: een serie van negentien korte inspiratievideo’s voor medewerkers zorg en welzijn.
  6. Train-de-trainer Leefplezierplan voor de zorg: een cursus voor trainers om zich de leefplezier-benadering eigen te maken zodat zij medewerkers zorg en welzijn hierin kunnen opleiden.

Meer over de leefplezier-benadering
Via de nieuwsbrief ‘Leefplezier in de ouderenzorg’ houden we u periodiek op de hoogte van interessante ontwikkelingen en initiatieven, inspirerende praktijkvoorbeelden en de voortgang van onze projecten. U kunt de nieuwsbrieven teruglezen op de website van Leefplezier in de ouderenzorg. Benieuwd naar wat er in de media over de leefplezier-benadering is verschenen? Klik dan hier.

Neem in geval van vragen of suggesties contact op met Ellen Plasmeijer.