Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

“Ik begon met deze meneer te praten, écht te communiceren. Dat had ik nog niet eerder gedaan. Ik ben naast hem gaan zitten en heb een uur met hem gekletst. Ik heb hem zo anders leren kennen, hij zit nu helemaal in mijn hart. Hij is een prachtige man en ik denk dat we hem echt tekort hebben gedaan. Daar moeten we echt wat mee,” vertelde een zorgmedewerker.

We vinden persoonsgerichte zorg steeds belangrijker. Toch gaat het niet altijd vanzelf, het betrekken van patiënten of cliënten. In het afgelopen jaar onderzochten we samen met bewoners en zorgmedewerkers in het verpleeghuis waarom dit zo’n uitdaging is. We vonden drie belangrijke dilemma’s en verkenden hoe ICT ons zou kunnen helpen om duurzaam met deze dilemma’s om te gaan:

  1. Autonomie versus afhankelijkheid
    Zowel bewoners als medewerkers vinden eigen regie belangrijk. Maar is dit wel realistisch? En als bewoners autonomie missen, betekent dit dan dat de medewerkers de regie hebben, of zijn ook zij afhankelijk?
  2. Persoonlijk versus privacy
    Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en zo elkaars wensen en behoeften beter te begrijpen. Maar wat als het iemands persoonlijke behoefte is om niets persoonlijks te delen, respecteren we dat dan ook?
  3. Mooie momenten versus eerlijk beeld
    Het is een prachtige ontwikkeling dat er in verpleeghuizen steeds meer aandacht is voor welzijn in bredere zin. Samen leuke dingen doen en genieten van mooie momenten. Maar is er ook oog voor pijn en verdriet?

Lees meer in het artikel Older Adults’ Engagement in Residential Care: Pitfalls, Potentials, and the Role of ICTs door Marije Blok, Barbara Groot, Josanne Huijg en Alice de Boer, dat deze week is gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor leefplezier en liefdevolle zorg in het verpleeghuis. Zorg waarin de nadruk ligt op het welbevinden van bewoners, het beter leren kennen van en tegemoetkomen aan hun wensen en verlangens en ruimte maken voor betekenisvolle relaties. Deze benadering vraagt ook om een andere manier van kijken naar kwaliteit: minder tellen, meer vertellen. Leyden Academy doet sinds 2017 onderzoek naar leefplezier in de verpleeghuiszorg en inmiddels vinden er door het hele land veelbelovende onderzoeksprojecten en programma’s plaats, gericht op de ontwikkeling van narratieve methoden die inzicht geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door bewoners, hun naasten en zorgmedewerkers.

Acht betrokken hoogleraren en onderzoekers vanuit Leyden Academy, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (Maastricht University), Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo (Tilburg University), Erasmus School of Health Policy & Management en Universiteit Twente hebben hun visie gezamenlijk verwoord in het opinieartikel ‘Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis’ dat vandaag is verschenen op de website van Zorgvisie.

Hieronder vindt u de integrale tekst van dit artikel:

Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis

Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren. Belangrijk, maar daarnaast zijn narratieve methoden nodig om inzicht te geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door cliënten, naasten en medewerkers.

Onlangs vertelde een medewerker trots: “Wij leveren persoonsgerichte zorg, want mevrouw mag altijd zo lang als ze wil uitslapen.” Op het eerste gezicht klinkt dit positief; het leveren van zorg wordt aangepast aan de wensen en behoeften van de bewoner, in plaats van aan de routines van het verpleeghuis. De bewoner zelf vertelde echter het volgende: “Ze laten me in de ochtend altijd zo lang liggen, omdat ik vroeger een uitslaper was. Maar ik heb zoveel pijn… Ik weet dat ze druk zijn, maar ik zou zo graag eerder uit bed worden gehaald.”

Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Dit voorbeeld laat zien dat het persoonlijk ervaren welbevinden van bewoners niet altijd overeenkomt met de perspectieven van medewerkers op goede zorg. Het laat ook zien dat het in kaart brengen van verhalende informatie kan bijdragen aan het verbeteren van kwaliteit van zorg. In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg heeft het gebruik van persoonlijke ervaringen voor leren en verbeteren dan ook een belangrijke plek. Verspreid door het land werken verschillende onderzoeksgroepen in én samen met de praktijk aan de ontwikkeling van concrete methoden ten behoeve van het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering.

Persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen
Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren: medicatieveiligheid, decubituspreventie, aandacht voor eten en drinken en cliënttevredenheid. Deze vooraf vastgestelde indicatoren zijn belangrijk, maar missen essentiële aspecten van kwaliteit: de persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen van bewoners, naasten en medewerkers. Kwantitatieve vragenlijsten schieten tekort om deze aspecten goed in kaart te brengen. Verhalen bieden wél inzicht in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit. Daarbij biedt het concrete aanknopingspunten om te leren en verbeteren.

Van tellen naar vertellen
Met ons wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van verhalen als informatiebron voor de evaluatie van kwaliteit willen we de verpleeghuissector met betrouwbare en valide methoden ondersteunen in de beweging van tellen naar vertellen. We ontwikkelen daarvoor ieder op onze eigen manier, maar in nauw contact met elkaar en met de verpleeghuiszorg, narratieve methoden om kwaliteit van zorg in kaart te brengen. Al onze methoden hebben als doel narratieven (verhalen in tekst en beeld) te verzamelen die recht doen aan de ervaringen van de diverse betrokkenen in de verpleeghuiszorg: bewoners, hun naasten en medewerkers. Deze narratieven geven inzicht in de rijke, complexe werkelijkheid van de zorg, omdat er ruimte is voor ervaringen, context en duiding vanuit verschillende perspectieven. Het gebruik van narratieve informatie geeft hiermee een completer beeld van kwaliteit van zorg.

Evaluatie van binnenuit
Onze methoden bieden ieder een procesbeschrijving voor het verzamelen en analyseren van de verhalende informatie, het gezamenlijk reflecteren op die informatie en het gebruik ervan voor kwaliteitsverbetering. Kwaliteit wordt in de methoden van binnenuit geëvalueerd, samen met de mensen om wie het gaat. Door zorgmedewerkers een rol te geven in het gesprek met bewoners en hun naasten over wat voor hen belangrijk is en hier een gezamenlijk leerproces van te maken, wordt werken aan kwaliteit iets waarvan op de werkvloer de meerwaarde wordt ervaren. Vervolgens komt ook het gesprek over kwaliteit met het management tot stand en kunnen de narratieven gebruikt worden voor kwaliteitsbeleid en verantwoording.

Volwaardige plek
Het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering is essentieel voor persoonsgerichte zorg en het samen werken aan goede zorg. Een belangrijke uitdaging is om het werken met verhalende informatie een volwaardige plek te geven in de uitvoering, verbetering, beleidsvorming en verantwoording van de verpleeghuiszorg. Zorgorganisaties en toezichthoudende partijen, zoals zorgkantoren en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zoeken hierin de samenwerking op, om naast de kwaliteitsverbetering binnen zorgorganisaties ook in beoordeling en toezicht de omslag te maken naar meer ruimte voor narratieve methoden.

Het goede doen
Het is tijd voor meer aandacht voor de persoonlijke beleving van kwaliteit vanuit het perspectief van bewoners, naasten en medewerkers en om hiermee binnen zorgorganisaties aan de slag te gaan. Op deze wijze kan daadwerkelijk worden achterhaald of de goede dingen goed worden gedaan voor diegenen die het betreft. En de mevrouw die elke ochtend tegen haar wens in lang in bed lag? Dankzij haar verhaal bieden de medewerkers nu de verzorging die bij haar past.

Katya Sion, postdoc onderzoeker, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Josanne Huijg, senior onderzoeker betekenisvol ouder worden, Leyden Academy on Vitality and Ageing
Aukelien Scheffelaar, senior onderzoeker en onderzoeksmakelaar, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Marjolijn Heerings, universitair docent kwaliteit van zorg, Erasmus School of Health Policy & Management
Jan Hamers, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Anne Margriet Pot, hoogleraar Toezicht op persoonsgerichte en geïntegreerde langdurige zorg, Erasmus School of Health Policy and Management, Erasmus Universiteit Rotterdam
Katrien Luijkx, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Gerben Westerhof, hoogleraar Narratieve psychologie en technologie, Universiteit Twente


Meer informatie:

Inspiratiesessie Leefplezierplan bij online congres Waardigheid en trots

Inspiratiesessie Leefplezierplan bij online congres Waardigheid en trots

Op maandag 15 november 2021 vond het eerste van vier Waardigheid en trots-congressen plaats, met als thema ‘Persoonsgerichte zorg’. In het online programma kwamen sprekers aan het woord als Teun Toebes die onlangs zijn eerste boek ‘VerpleegThuis’ presenteerde, en hoogleraar Anne-Mei The over de sociale benadering van dementie.

Namens Leyden Academy verzorgde Josanne Huijg een inspiratiesessie over het Leefplezierplan als methode om het leefplezier van bewoners structureel onderdeel te maken van de manier van werken in het verpleeghuis. Hoe doe je dat als organisatie, wat betekent dit voor het welbevinden van bewoners en naasten en voor het werkplezier van zorgmedewerkers? Josanne vertelde over onze bevindingen vanuit onderzoek, aangevuld door Dayenne Versleijen (ZZG Zorggroep) en Alice van Leur (ActiVite) die hun ervaringen deelden vanuit de praktijk.

U kunt deze sessie hieronder in zijn geheel (59 min.) terugzien. Een uitgebreid verslag van het congres vindt u op de website van Waardigheid en trots. De volgende congressen in deze serie staan gepland op 22 november in Zwolle (thema Werken met plezier), op 29 november in Rotterdam (Innoveren en leren) en ten slotte op 6 december in Den Bosch (Toekomst verpleeghuiszorg) met onder meer een bijdrage van Tineke Abma.

Vraag het onze wetenschappers: zingeving na het pensioen

Vraag het onze wetenschappers: zingeving na het pensioen

In de videoserie Vraag het onze wetenschappers beantwoorden we ingezonden vragen over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de vierde aflevering geeft psycholoog en senior onderzoeker Josanne Huijg antwoord op de vraag die Annemarie Broersma ons stuurde: ‘Hoe geef je zin aan het leven als je met pensioen bent?’.

U kunt de video (4 minuten) bekijken op YouTube. Hieronder vindt u achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Wat is zingeving?
Hoe leid je een zinvol en betekenisvol bestaan? In dit artikel in dagblad Trouw (juli 2020) stelt de Finse filosoof Frank Martela voor om niet te zoeken naar ‘de zin van het leven’, maar naar zin ín uw leven. Bent u benieuwd hoe ouderen over zingeving denken? Lees dan hier het advies van de Raad van Ouderen aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uit november 2019. In dit rapport wordt onder meer verwezen naar het werk van hoogleraar Anja Machielse (Universiteit voor Humanistiek), Machteld Huber (grondlegger concept positieve gezondheid) en filosoof René Gude.

Werk als bron van welbevinden en gezondheid
Josanne vertelt in de video dat onderzoek uitwijst dat veel mensen zingeving ervaren in hun werk. Dit is één van de redenen waarom mensen die werken, over het algemeen gelukkiger zijn dan mensen die niet werken, zo blijkt onder meer uit onderzoek van emeritus hoogleraar Ruut Veenhoven (Sociale condities voor menselijk geluk, Erasmus Universiteit Rotterdam). Daarnaast draagt (arbeids)participatie bij aan gezondheid, zoals collega Tineke Abma vorige week uitlegde. Deze infographic van kennisinstituut Movisie geeft meer inzicht in de diverse factoren die hierbij een rol spelen.

Langer doorwerken
Uit eigen onderzoek van Leyden Academy (Grijs is niet zwart-wit, 2013) naar de ambities van 55-plussers blijkt dat 40 procent van de ondervraagden aangeeft na hun pensioen graag door te werken, mits op eigen voorwaarden. Ellen Dingemans en Jaap Oude Mulders van demografisch instituut NIDI schreven er in 2016 over in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Er zijn ook steeds meer mensen van 65 jaar en ouder met betaald werk: het CBS becijferde in augustus 2021 dat dit er 300 duizend zijn, oftewel 3,3 procent van alle werkenden. De toename heeft twee oorzaken: door de vergrijzing neemt het aantal 65-plussers toe, maar ook is een groter percentage 65-plussers aan het werk. In 2003 was dit nog 1 op de 10, in 2020 waren dat er al ruim 4 op de 10.

Een eigen onderneming starten
Daarnaast hebben veel vijftigplussers het idee om na hun pensioen voor zichzelf te beginnen. Volgens de Kamer van Koophandel starten er sinds 2015 jaarlijks meer dan 3.000 mensen van 65 jaar en ouder een eigen onderneming. Lees er meer over in dit artikel uit De Ondernemer (december 2019). Uit onderzoek van Pierre Azouley (MIT, National Bureau of Economic Research) et al. blijkt dat deze ondernemers maar liefst twee- tot driemaal succesvoller zijn dan dertigers die een eigen bedrijf beginnen. Daarnaast geeft het ondernemen veel voldoening, vertelt Paul Tasner uit eigen ervaring in deze TEDx Talk uit 2017. Samen met Aegon ontwikkelde Leyden Academy een cursus voor ervaren aspirant-ondernemers, Silver Starters. Deelnemer Han van Doorn (82) vertelde in NRC Handelsblad over de innovatieve app die hij op de markt wil brengen.

Zinvol ouder worden
Als we ouderen vragen naar hun plannen en wensen voor de toekomst, dan benoemen ze vooral dat ze een actief leven willen blijven leiden, samen met de mensen om wie ze geven. Josanne en haar collega’s beschreven hun onderzoeksresultaten in een artikel over ‘succesvol’ ouder worden in tijdschrift Journals of Gerontology: Series B (2017). In deze webinar (juni 2020) van het programma Samen Ouder Worden hoor je experts Machteld Huber en hoogleraar Andries Baart over zinvol ouder worden, ook in tijden van corona. Bent u benieuwd hoe ouderen zin en invulling geven aan hun leven in coronatijd, neem dan een kijkje op de website Wij & corona die we samen met stichting GetOud hebben opgezet. U vindt er de persoonlijke verhalen van meer dan 350 senioren.

Reflectie over zingeving
Als afsluitende tip geeft Josanne het advies om zelf, of samen met anderen te reflecteren op wat het leven voor u de moeite waard maakt. Wellicht kunnen de tien levensvragen hierbij behulpzaam zijn, die Psychologie Magazine in 2017 publiceerde. Een filosofisch perspectief op deze ’trage vragen’ krijgt u in het boek Werken aan trage vragen (2017) van emeritus hoogleraar Harry Kunneman.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Josanne Huijg.

De drie eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Geef de verpleeghuiszorg weer die “warme omarming”

Geef de verpleeghuiszorg weer die “warme omarming”

In de week van 16 t/m 20 november jl. stond ons verhalenplatform Wij & corona geheel in het teken van de ouderenzorg. We spraken met verpleegkundigen, verzorgenden, medewerkers welzijn, teamleiders en locatiemanagers uit de verpleeghuiszorg en thuiszorg, maar ook met mantelzorgers, familieleden en bewoners zelf. Mede op basis van deze openhartige en indringende verhalen schreef Josanne Huijg een blog die op 16 december 2020 is gepubliceerd op zorgblog Skipr.

Hieronder vindt u de tekst van deze blog.

 

Geef de verpleeghuiszorg weer die “warme omarming”

Ik sprak laatst met Mariët, regiomanager in de verpleeghuiszorg, toen zij verzuchtte: “In de media en de politiek gaat het vooral over het oplopen van het aantal besmettingen en het tekort aan personeel. We vallen zo weer in de valkuil van alles met cijfers te bekijken. Maar het gaat niet over het wel of niet hebben van beschermingsmiddelen, het gaat erom hoe het voelt dat je continu op je hoede moet zijn voor een virus wat binnen kan komen. De druk die door corona continu bij onze medewerkers ligt is groot en de buitenwereld is zich daar, denk ik, te weinig van bewust.”

De verpleeghuizen staan weer volop in de belangstelling, en helaas zelden positief. Bewoners raken besmet, personeel valt uit. En er was nog zo beloofd dat dit nooit meer zou gebeuren, is de teneur in veel berichten in de media. Er komen experts aan het woord die een verklaring zoeken in de mate van veiligheid van de beschermende materialen, omdat uit bron- en contactonderzoek zou blijken dat medewerkers het virus binnen brengen. Ook geven zij aan dat het toelaten van bezoekers in het verpleeghuis riskant is, zeker wanneer het aantal besmettingen in de ‘buitenwereld’ zo groot is. Tot slot zou er in de verpleeghuizen veel vaker en ‘agressiever’ moeten worden getest.

Actie is geboden, lijkt de boodschap. Maar de vraag is of de voorgestelde maatregelen gaan helpen. Herhaaldelijk testen is zeer ingrijpend voor bewoners, zeker als zij niet begrijpen waarom dit gebeurt. En het virus buiten de deur houden is een illusie, want een verpleeghuis is geen ziekenhuis. De bewoners zijn geen patiënten; het is hun thuis, en daar hoort ook het contact met geliefden bij. En de zorgmedewerkers gaan ook weer naar huis, wat onvermijdelijk risico’s met zich meebrengt. Ook al leven de meesten als kluizenaars om de kans op besmetting, thuis en op het werk, zoveel mogelijk te beperken. Corona in huis krijgen is soms ook botte pech, hoe goed je de zaken ook op orde hebt.

Zoals altijd, vertellen de cijfers maar een deel van het verhaal. In onze onderzoeken binnen de ouderenzorg zoeken we dan ook altijd een combinatie van zowel normatieve (zoals checklists, statistieken) als narratieve informatie (de verhalen van betrokkenen). Wat kunnen de zorgmedewerkers, bewoners en hun naasten ons vertellen over hoe het nu gaat in de verpleeghuizen?

In hun verhalen horen we dat medewerkers ook in deze tweede golf keihard werken om corona buiten de deur te houden en alles binnen hun mogelijkheden doen voor de kwaliteit van leven van bewoners en hun naasten. Verzorgende Dennis: “Het is een race tegen de klok om alle mensen te helpen. Dat is de laatste tijd nog erger geworden omdat er ook collega’s ziek zijn.” Welzijnsmedewerker Wendy: “Je voelt je verantwoordelijk voor besmettingen, voor de kwaliteit van leven van bewoners, voor het contact met naasten, voor de gezondheid van het team en dat is veel. Je kan het niet allemaal alleen dragen.”

In het verpleeghuis is de impact van de eerste coronagolf bovendien nog voelbaar. Medewerkers zijn moe en verdrietig als ze praten over wat ze hebben meegemaakt. Na een korte zomer is de werkdruk weer flink toegenomen. Op plekken waar nog geen besmettingen zijn, heerst spanning en strijdlust om het virus buiten de deur te houden. Waar wel corona wordt vastgesteld, is er soms geen weg terug en wordt een groot deel van de bewoners en medewerkers ziek. Welzijnsmedewerker Annette: “De bezorgdheid om de bewoners laat mijn hart de hele dag in mijn keel kloppen.”

In de verhalen beluisteren we dat er grote verschillen zijn tussen zorgorganisaties, locaties en soms zelfs tussen woningen binnen een locatie. Maar overal wordt getracht om een evenwicht te bewaren tussen de veiligheid van bewoners en hun kwaliteit van leven. Medewerkers maken er het beste van, onder uiterst moeilijke omstandigheden. Ze troosten mensen in hun laatste momenten. En zorgen voor momenten van leefplezier. Zoals verzorgende Roelien ons vertelde: “Er wordt gedanst en gekookt. Laatst zag ik mijn collega’s zwetend in hun pak poffertjes bakken.”

Moeten we dan maar niks doen? Nee, zeker niet. Wat we heel veel terug horen, is het gebrek aan waardering dat de medewerkers nu ervaren. Binnenshuis is er vaak steun van psychologen en managers voor de teams, van collega’s onder elkaar en van familieleden. Maar de steun van de buitenwacht ontbreekt; het applaus is verstomd. Dit gaat over kleine gebaren zoals die hand op je schouder, of de vraag van de buurvrouw: ‘hoe gaat het met jou?’ Verzorgende Lies: “In de eerste golf konden we geen vazen meer vinden; de scholen maakten tekeningen, er kwam taart voor ons en voor de bewoners. Nu zie je niks meer, terwijl juist nu onze energie een beetje opraakt.” Deze aandacht en attenties voor de mensen die wonen en werken in de verpleeghuizen, kunnen zorgen voor die broodnodige erkenning. Steun zit ook in het bieden van ruimte en vertrouwen aan medewerkers om zorg te (blijven) bieden gericht op de wensen en verlangens van bewoners. En hierover op een andere, narratieve manier verantwoording af te leggen.

Laten we niet op zoek gaan naar strengere ingrepen of zondebokken, maar de mensen in de ouderenzorg steunen om hun moeilijke werk vol te houden. Geef de zorg die “warme omarming” die Lies zo zegt te missen. En sluit je aan bij de oproep van teamleider Ineke: “Kijk om naar de mensen in de zorg, ga achter ze staan. Met steun van eenieder, op welk niveau dan ook, wordt de coronatijd in het verpleeghuis een stukje mooier.”

dr. Josanne Huijg is senior onderzoeker bij Leyden Academy on Vitality and Ageing

Lees de volledige interviews met Mariët, Dennis, Wendy, Annette, Roelien, Lies, Ineke, Astrid, Miranda, Murielle en nog meer dan 300 verhalen van ouderen, hun naasten en zorgmedewerkers op Wij & corona. Een initiatief van Leyden Academy en stichting GetOud, mede mogelijk gemaakt door Jo Visser fonds, stichting RCOAK, fonds Sluyterman van Loo en Fonds 1818.

 

Kijk terug: online conferentie Een nieuwe generatie ouderen langer thuis

Kijk terug: online conferentie Een nieuwe generatie ouderen langer thuis

De online conferentie ‘Een nieuwe generatie ouderen langer thuis’ op woensdag 25 november jl. was een doorslaand succes. Maar liefst 3.200 ouderen, medewerkers in zorg en welzijn, mantelzorgers, onderzoekers, bestuurders en beleidsmakers namen deel aan dit virtuele evenement, dat een keuze bood uit meer dan 60 inspirerende lezingen, workshops en panelgesprekken.

Op de event website kunt u tot 1 januari a.s. alle sessies terugzien. U hoeft alleen maar in te loggen met uw e-mailadres. Bekijk bijvoorbeeld de videospeech van minister Hugo de Jonge, de lezing van professor Erik Scherder (“daag uw hersenen uit!”) of het interessante afsluitende gesprek met oud-politicus Jan Terlouw en zijn dochter Sanne, over zingeving en de kijk op ouder worden.

Als kennispartner van de conferentie was Leyden Academy betrokken bij diverse sessies, die alle in zijn geheel zijn opgenomen. U kunt de video’s (elk ca. 45 minuten) hieronder direct terugzien:

Hoe geven we ouderen echt een stem?
Hoe zorgen we dat ouderen een volwaardige stem krijgen in beleid, onderzoek en zorg? Tineke Abma vertelde in deze sessie dat er steeds meer behoefte ontstaat aan nieuwe, directe vormen van zeggenschap. Dit kwam vervolgens mooi tot uiting in een vraaggesprek met zorgbestuurder Anke Huppertz en bewoner Broeder Gait (83) van De Beyart in Maastricht, die de innovatieve oplossing Tante Co in gebruik hebben genomen. Marilyn Haimé deelde openhartig haar ervaringen als lid van de Raad van Ouderen én als mantelzorger van haar moeder.
-> bekijk deze sessie via deze link

Leefplezierplan op locatie: van theorie naar praktijk
In deze talkshow onder leiding van Josanne Huijg deelden projectleider Jan Ravensbergen, sociaal ondernemer Lieke Sips van Zorggroep Elde Maasduinen en locatiemanager Mariët Tonen van Stichting Azora hun ervaringen met de implementatie van het Leefplezierplan op twee locaties voor de verpleeghuiszorg. Wat gebeurt er als je het leefplezier van bewoners in de zorgpraktijk als uitgangspunt neemt: wat komt erbij kijken, wat levert het op en waar loop je tegenaan?
-> bekijk deze sessie via deze link

Samen oud worden: hebben woongemeenschappen de toekomst?
In deze sessie werd een overzicht gepresenteerd van de laatste trends rond het wonen van ouderen. Welke gemeenschappelijke woonvormen zijn er? Welke woonwensen hebben ouderen? En hoe betrek je ouderen bij de vormgeving van gemeenschappelijk woonvormen? Aan het woord kwamen Yvonne Witter van platform ZorgSaamWonen, Lex van Delden en Coen van den Heuvel namens de Raad van Ouderen.
-> bekijk deze sessie via deze link

Kunst in langdurige zorg en ondersteuning
Er is steeds meer bewijs voor de positieve effecten van kunst en cultuur op de gezondheid en het welbevinden van ouderen en de mensen om hen heen. Kunstinitiatieven zijn echter nog vaak incidenteel van aard en het aanbod is versnipperd. Presentator Judith de Bruijn ging in gesprek met initiatiefnemer Erik Zwiers en deelnemer Franc Janssen van de Participatiekoren, met Machteld van der Meij van de Gruitpoort (initiatief Kunst door de brievenbus) en zorgbestuurder Marie-Claire van Hek (AxionContinu), en ten slotte met Tineke Abma en Sanne Scholten (LKCA). De sprekers bedachten ter plekke samen het ‘6 B-model’, om kunst en cultuur een duurzame plek geven in de langdurige zorg.
-> bekijk deze sessie via deze link. Het rapport Kunst in tijden van corona vindt u hier

Leren in de zorgpraktijk
Hoe leren medewerkers in de ouderenzorg het liefst? Sanne Schweers en Marie-Louise Kok deelden hun ervaringen met ‘microlearning’, hapklare leereenheden van maximaal 1,5 minuut, aan de hand van de videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk die vorig jaar is ontwikkeld. Kort en krachtig lesmateriaal dat goed past bij de doelgroep, zo blijkt onder meer uit een onderzoek onder 200 zorgverleners.
-> bekijk deze sessie via deze link

Bereiken en betrekken van ouderen, hoe doe je dat?
Onder leiding van Lea Bouwmeester sprak Lucia Thielman samen met Els Hofman (Movisie), Nelly van Maar (De Schrijversbuurt), huisarts Sandra Snoeren en Leonieke Schouwenburg (stichting Inclusia) over het beter bereiken en betrekken van ouderen. Beeldtekenaar Rolf Resink zorgde voor een mooi beeldverslag.
-> bekijk deze sessie via deze link

 

Kijk voor meer informatie over de conferentie, de diverse partners en de editie van 2021 op de website van Een nieuwe generatie ouderen(zorg).

Conclusie over effect bezoekverbod slaat de plank mis

Conclusie over effect bezoekverbod slaat de plank mis

Op zaterdag 26 september jl. verscheen in de Volkskrant het artikel ‘Onderzoek: bezoekverbod geen slag voor verpleeghuisbewoner’. Een opmerkelijke conclusie waar dan ook veel op valt af te dingen, vinden Tineke Abma en Josanne Huijg. Zij reageren hieronder op het artikel.

Bewoners die in eenzaamheid stierven omdat familie er niet bij kon zijn. Partners die hun geliefden op afstand zagen wegkwijnen. Een oudere heer die uit het raam wilde springen, zo van streek was hij omdat zijn broer niet meer dagelijks mocht langskomen. We kennen talloze schrijnende voorbeelden van hoe corona en het bezoekverbod hard ingrepen in de verpleeghuizen. Toch verscheen afgelopen weekend in de Volkskrant het artikel ‘Onderzoek: bezoekverbod geen slag voor verpleeghuisbewoner’. De betrokken onderzoekers van Amsterdam UMC waren zelf ook verrast, zij hadden het tegenovergestelde verwacht.

Er valt ook wel wat op deze conclusie af te dingen. De onderzoekers baseren zich op data van zorgmedewerkers die zaken als stemming, gedrag en cognitieve vaardigheden van bewoners vastleggen in standaard rapportages. Dit gaat om zaken die zich in zekere mate laten meten en kwantificeren. Maar wat te denken van waarden als welbevinden, vrijheid, waardigheid, het belang van fysieke aanraking? Minstens zo belangrijk, maar heel persoonlijk en niet zomaar in cijfers te vatten.

Neem als voorbeeld de meneer die uit het raam wilde springen. Hoe reduceer je zijn wanhoop en machteloosheid tot een cijfer voor zijn stemming en gedrag? En waar blijft het persoonlijke verhaal dat achter dit cijfer schuilgaat, in de grote bak ‘geanonimiseerde data’ waarop de onderzoekers hun conclusies hebben gebaseerd?

Uit onze onderzoeken blijkt dat het belangrijk is om zowel het normatieve als het narratieve kader te gebruiken. Het normatieve gaat vaak over behoeftegerichte zorg: is de medicatie op tijd verstrekt, hoe vaak is mevrouw ’s nachts uit bed geweest. Narratieve kwaliteit gaat over wensen en verlangens, over ervaringen en dilemma’s, uitgedrukt in verhalen. Die kun je niet zomaar meten en kwantificeren, maar zeggen wel veel over de werkelijkheid. Beide perspectieven zijn onmisbaar als je je een goed beeld wilt vormen. Dat wat je kunt tellen én vertellen.

Daar komt bij dat het onderzoek is gebaseerd op waarnemingen van professionals, vanuit hun medisch-verpleegkundig perspectief op bewoners en daarmee samenhangende checklists en protocollen. Aan de bewoners zelf, en aan hun familieleden, is niets gevraagd. Rechtvaardigt dit een generaliserende uitspraak over hoe ‘de verpleeghuisbewoner’ de coronacrisis heeft beleefd? Mogen zij hier zelf ook iets van vinden?

Er zijn zeker bewoners die opknapten door de rust, reinheid en regelmaat op de afdeling. Maar daar tegenover staan veel traumatische ervaringen die bewoners, hun naasten en zorgmedewerkers hebben doorgemaakt. Elke individuele beleving is anders. Het beeld dat uit het artikel rijst doet geen recht aan die verscheidenheid en aan de beleefde ervaringen en het perspectief van bewoners, en zou de indruk kunnen wekken dat het “allemaal best meeviel” in de verpleeghuizen. Niets is minder waar. Dat wat zich niet laat meten, doet er wel degelijk toe.

‘Persoonlijke aandacht in verpleeghuizen nu belangrijker dan ooit’

‘Persoonlijke aandacht in verpleeghuizen nu belangrijker dan ooit’

“Met het leefplezierplan laten we zien dat mensen ook best heel gelukkig kunnen zijn in het verpleeghuis. Ondanks alle lichamelijke en psychische ongemakken, ondanks dat ze zelf niet alles meer kunnen doen. En ondanks het coronavirus.’’ Vandaag in Leidsch Dagblad vertellen projectleider Josanne Huijg van Leyden Academy en teamleider Ineke Westerik van zorgorganisatie Topaz over het Leefplezierplan-project.

Verpleeghuis Zuydtwijck van Topaz in Leiden is één van de locaties die experimenteren met het Leefplezierplan, een werkwijze met als doel de wensen en verlangens van bewoners centraal te stellen en op een andere manier kwaliteit te verantwoorden. Leefplezier zit in bijzondere activiteiten, zoals het mooie voorbeeld in het artikel van de bewoner die graag nog eens naar de bowlingbaan wilde. Maar ook in kleine alledaagse wensen, gewoontes en rituelen: “Juist nu zijn de kleine geluksmomenten van essentieel belang om aandacht te hebben voor de kwaliteit van leven en sterven. Zorgmedewerkers zijn nu de enigen in de nabijheid van bewoners die dit kunnen bieden.’’

U vindt het volledige artikel op de website van Leidsch Dagblad.

Manifest Leyden Academy: Ouderen en corona – vier lessen en kansen

Manifest Leyden Academy: Ouderen en corona – vier lessen en kansen

Onze missie is het verbeteren van de kwaliteit van leven van oudere mensen. Die staat sinds het uitbreken van de corona-pandemie ernstig onder druk. Ouderen vormen de belangrijkste risicogroep en de maatregelen om het virus in te dammen, grijpen diep in op het (sociale) leven van ons allen en van senioren in het bijzonder. De waardigheid van ouderen in al hun diversiteit, en de zorg voor kwetsbare ouderen in verpleeghuizen vragen meer dan ooit om onze aandacht.

De crisis legt pijnpunten en misvattingen bloot in de wijze waarop wij als samenleving, en zeker als beleidsmakers, kijken naar ouderen en hun positie in en bijdrage aan de maatschappij. Die zijn niet nieuw maar worden nu, onder hoogspanning, verder uitvergroot. We kunnen hier lessen uit trekken, en vooral ook de kansen benutten die deze periode ons aanreikt:

1. Er wordt veel over ouderen gesproken. Maar waar is hun eigen perspectief, bijvoorbeeld bij het bepalen van de coronamaatregelen? Neem de stem van ouderen serieus en betrek hen actiever bij het ontwikkelen van beleid en maatregelen, die tenslotte vooral henzelf (be)treffen. Waardeer hun kennis en ervaring en bouw met hen aan een duurzaam, gelijkwaardig partnerschap. Schat ook de ouderenzorg op waarde: niet omdat het economisch rendabel is, maar omdat deze zorg bijdraagt aan de waardigheid van ouderen en een goede laatste levensfase.

2. Ook in deze tijd hebben we de neiging om oudere mensen in hokjes in te delen, zoals ‘kwetsbaar’ of ‘eigenwijs’. Dit doet geen recht aan de grote diversiteit onder ouderen en het beperkt mensen in hun vrijheid en mogelijkheden. Deel ouderen niet langer in hokjes in en zie en waardeer ieder mens als een uniek individu, met eigen kracht en kwetsbaarheid. Laten we de bijzondere solidariteit van deze coronatijd vasthouden en ons best doen om ons meer in elkaar te verdiepen, beter naar elkaar te luisteren en niet te snel te oordelen.

3. Op latere leeftijd hechten mensen vooral veel waarde aan betekenisvolle relaties, en juist die zijn door de coronamaatregelen doorkruist. Geef zorgmedewerkers ruimte voor maatwerk, geef hen het vertrouwen om dilemma’s rondom behoeften en verlangens af te wegen. Ook in crisistijd geldt dat de medische behoeften en persoonlijke verlangens van verpleeghuisbewoners twee verschillende dingen zijn die in balans moeten worden benaderd. En dat betekenisvolle relaties onmisbaar zijn voor hun kwaliteit van leven.

4. Ongezonde mensen worden onevenredig hard door de crisis getroffen. Dat is niet hun eigen schuld, maar te wijten aan hoe we onze samenleving hebben ingericht. Pas de omgeving zo aan dat deze uitnodigt tot een gezondere leefstijl. We hebben bewezen dat we bereid en in staat zijn om winkels, kantoren, het openbaar vervoer en de publieke ruimte in korte tijd om te bouwen om de corona-epidemie het hoofd te bieden. We kunnen eenzelfde krachtsinspanning leveren om de stille epidemie van welvaartsziekten aan te pakken.

Laten we de handen ineenslaan om alle Nederlanders te helpen vitaler, betekenisvoller en in verbondenheid oud te worden, met oog voor de grote kansenongelijkheid die corona ook weer zichtbaar maakt. Laten we hoop putten uit de ongekende creativiteit en solidariteit die aan de oppervlakte zijn gekomen.

We zien een geweldige bereidheid om iets voor elkaar te betekenen: een vruchtbare basis om met elkaar onze samenleving vitaler, veerkrachtiger en inclusiever te maken. De kansen liggen er: dit is het moment om ze te grijpen.

Lees hier ons complete manifest Ouderen en corona, vier lessen en kansen.

Josanne Huijg: Kwaliteit van leven in het verpleeghuis vereist ruimte voor maatwerk en betekenisvolle relaties

“Wat geeft het leven kleur en betekenis? Dat is voor ieder mens anders. Wel weten we vanuit wetenschappelijk onderzoek dat betekenisvolle relaties onmisbaar zijn voor ons welbevinden. Onze identiteit krijgt vorm in relatie tot anderen. Wanneer we senioren vragen hoe zij de coronamaatregelen ervaren, vertellen ze dan ook vooral over het gemis van hun naasten. Zo mist de 84-jarige Omi haar klein- en achterkleinkinderen: “Als je eenmaal Omi bent, word je zo gelukkig van die kleine kinderen”. Aliya (60) mist de vrouwen van de dagbesteding: “Lekker samen koken, bidden, lezen, maar dat kan nu niet. Nu bidden we alleen.”

We zoeken alternatieven om contact te houden, zoals beeldbellen. Maar niet iedereen is even digitaal vaardig en bovendien kan dit het échte contact niet vervangen. Als risicogroep wordt van ouderen nog meer verwacht dat zij thuis blijven en contacten mijden, en ook de omgeving drukt dit hen op het hart. Jeltje (82): “Mijn buurvrouw durft niet meer samen te wandelen. Mijn wekelijkse bezoek aan mijn verstandelijk beperkte kleindochter is nu ook al verboden! Ik voel me geremd in mijn doen en laten.”

In het verpleeghuis geldt dit gemis van contact nog eens extra, nu het contact tussen bewoners en hun naasten radicaal is doorsneden. De deur ging dicht, zonder uitzonderingen. Bewoners met dementie snappen vaak niet waarom hun naasten niet meer langskomen. Familieleden die gewend waren soms meerdere keren per dag op bezoek te komen, staan nu te zwaaien achter het hek. Alle zorg en liefdevolle aandacht ligt nu op de schouders van de zorgmedewerkers. Zij halen alles uit de kast om het contact met bewoners en hun naasten op andere manieren tot stand te brengen: er wordt wat af gebeeldbeld en geappt, er worden speciale ruimtes en karren gebouwd waarin mensen toch dicht bij elkaar kunnen zijn. Er komt ongelofelijk veel creativiteit los, maar ook hier geldt dat dit het persoonlijke contact niet kan vervangen. Fysieke nabijheid, een knuffel, een troostende aanraking: het zijn onmisbare onderdelen van een relatie. Zeker bij mensen die zich niet meer goed in woorden kunnen uitdrukken. Zorgbestuurder Linda: “Ik geloof dat ik dat nog het moeilijkste vind. Het ontbreken van fysiek contact tussen vaders, moeders, kinderen en partners. Juist zij die het zo nodig hebben. Het voelt heel dubbel dat jij op zo’n moment je armen om een bewoner heen slaat. Dat is mooi en droevig tegelijkertijd.”

De coronamaatregelen zijn, zoals veel andere regels en protocollen in de zorg, ontwikkeld vanuit een normatief perspectief. Hierin voeren waarden als rechtvaardigheid, gelijkheid en uniformiteit de boventoon. Daarnaast staat het narratieve perspectief, waarin het individu, de relatie en responsiviteit belangrijke waarden zijn. De laatste jaren is het besef gegroeid dat voor goede zorg een balans nodig is tussen de normatieve en de narratieve benadering. Oftewel: kwetsbare mensen beschermen en narigheid voorkomen door uniforme richtlijnen, maar zeker ook oog houden voor hun individuele wensen en verlangens en ruimte maken voor maatwerk om recht te doen aan de verschillen tussen mensen. Binnen die wensen en verlangens hechten mensen op latere leeftijd vooral waarde aan betekenisvolle relaties: nog een oma kunnen zijn voor de kleinkinderen, of een partner voor je geliefde.

In de uitbraakfase van corona werd de balans tussen richtlijnen en persoonlijke wensen en verlangens even terzijde geschoven. De overheid en deskundigen keken vooral met een medische bril en troffen harde maatregelen om verdere besmetting te voorkomen. Met normatieve regels en protocollen die golden voor alle bewoners, alle naasten en alle zorgmedewerkers. Dit gaf van meet af aan wrijving bij alle betrokkenen, zo ook bij dochter Jenneke: “Sinds eergisteren mag mijn moeder van 93 haar kamer niet meer uit. Voor haar is dat echt een ramp. Het huis ligt midden in de bossen en ze gaat zo graag naar buiten, bloemetjes plukken. Nu gaat de veiligheid voor alles, maar ten koste waarvan?” Ook zorgmedewerkers voelen die spanning. Persoonlijk begeleider Monique: “Ik wil met heel mijn hart uitzonderingen maken maar het kan gewoon niet. Als we ook maar één besmetting binnen krijgen dan wordt het een sneeuwbaleffect. Maar mensen hun sociale contacten ontzeggen is het laatste wat je wilt.”

Vanuit het narratieve perspectief is ‘zorgen voor elkaar’ in essentie een relationele activiteit. In het verpleeghuis speelt dit zich voornamelijk af in de driehoek zorgverlener, bewoner en naasten. De coronamaatregelen zetten deze relaties onder hoogspanning, doordat ze letterlijk het contact tussen bewoners en naasten doorkruisen. Maar ook figuurlijk, doordat ze voor de zorgverleners ingrijpende dilemma’s veroorzaken. Laat je naasten binnen die boos en verdrietig voor de deur staan? Hoe waarborg je de privacy van een bewoner, als je helpt bij het beeldbellen met de familie? En welke regels hanteer je zodra een bewoner in de laatste levensfase terecht komt?

Het coronavirus stelt zorgmedewerkers voor meer ingrijpende dilemma’s. Zo is er een tekort aan beschermende kleding en is het onmogelijk om mensen te verzorgen op anderhalve meter afstand. Zorgmedewerkers willen hun bewoners niet ziek maken, maar zelf ook niet ziek worden. Velen zijn zelf mantelzorger en willen hun geliefden thuis niet in gevaar brengen. Tegelijkertijd beseffen zij dat bewoners nu volledig van hen afhankelijk zijn voor liefdevolle zorg. Linda: “Onze medewerkers leven privé als kluizenaars, want niemand wil degene zijn die corona het huis binnen haalt. Voor de bewoners proberen ze het gemis van bezoek zoveel mogelijk te compenseren.”

Het bezoekverbod heeft ook een andere kant. Zo geven veel zorgmedewerkers aan dat het door het bezoekverbod rustiger is op de afdeling. Verpleegkundige Corry: “Ik heb anders contact met bewoners. Veel diepgaander. Voorheen zat ik met een aantal bewoners te kletsen en dan kwam de leverancier binnen of kwamen familieleden met vragen. Het klinkt cru maar omdat er niemand meer op de afdeling kan komen, is het veel rustiger nu.” Ook lijken sommige bewoners hier baat te hebben. Zoals de 90-jarige vader van Annemarie, die onrustig en agressief was: “Sinds corona gaat het héél goed met hem. Hij doet actief mee, maakt grapjes en gedraagt zich prettig naar de zorgmedewerkers en naar zijn medebewoners.”

De voorbeelden illustreren dat elke persoon en elke situatie anders is. De dilemma’s die zorgmedewerkers ervaren, zijn dan ook niet op te lossen met uniforme regels en protocollen. Alle relaties in de driehoek zorgverlener, bewoner en naasten zijn verschillend, hebben een andere context en een andere betekenis. De ruimte voor zorgverleners om in ieder dilemma, groot en klein, persoonsgerichte oplossingen te bedenken en toe te passen, is daarom van groot belang.

De deur van het verpleeghuis gaat nu weer voorzichtig van het slot. De belangrijkste les voor de volgende crisis is wat mij betreft dat we ons blijven realiseren dat de medische behoeften en persoonlijke verlangens van bewoners twee verschillende dingen zijn die in balans moeten worden benaderd. Dat we zorgmedewerkers ook in tijden van crisis het vertrouwen en de ruimte moeten geven om dilemma’s rondom behoeften en verlangens af te wegen en voor ieder individu persoonsgerichte keuzes te maken. En dat betekenisvolle relaties onmisbaar zijn voor kwaliteit van leven. Zoals Han (83) het verwoordde: “Eenzaamheid is nu een nog groter probleem voor vele ouderen. Op hoge leeftijd zou waardig sterven zwaarder moeten wegen dan formele zorg.” Als maatregelen vooral als doel hebben de meest kwetsbare ouderen te beschermen, dan moeten we ons afvragen wat het betekent om veilig en virusvrij te zijn als je leven verder geen betekenis meer heeft.”

dr. Josanne Huijg is senior onderzoeker bij Leyden Academy en leidt de activiteiten binnen het speerpunt Betekenisvol. Deze tekst maakt onderdeel uit van ons manifest Ouderen en corona – vier lessen en kansen uit mei 2020.