Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan,” schrijft een verzorgende uit het verpleeghuis.

Dit citaat komt uit een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart 2020 t/m januari 2021). De verhalen, die gezamenlijk een indringend beeld geven van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd, zijn geanalyseerd door onderzoekers van Leyden Academy. Hun bevindingen zijn op 13 februari jl. gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health.

‘Stille ramp’
In de eerste coronagolf voltrok zich een ‘stille ramp’ in de Nederlandse verpleeghuizen, zo concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid gisteren in het rapport ‘Aanpak coronacrisis, deel 1’. Ongeveer de helft van de coronasterfgevallen in Nederland tot september 2020 betrof bewoners van verpleeghuizen. In eerste instantie kreeg de bescherming van deze mensen weinig aandacht, waardoor er in de verpleeghuizen bijvoorbeeld nauwelijks beschermingsmiddelen beschikbaar waren. Toen de ernst van de situatie eenmaal doordrong, werd een ingrijpend bezoekverbod afgekondigd. Hoe hebben de zorgmedewerkers in het verpleeghuis dit ervaren? Onderzoeker Marleen Dohmen: “Studies naar de ervaringen van zorgpersoneel tijdens de coronacrisis hebben de negatieve impact op hun welzijn aangetoond. We wilden deze kennis aanvullen met een narratieve benadering.”

Veel leed
Uit de geanalyseerde verhalen blijkt dat de zorgmedewerkers onnoemelijk veel leed zagen. Een verzorgende schreef: “Het lijden van bewoners heeft me erg aangegrepen … Ik heb zitten huilen op kantoor.” Medewerkers worstelden met de handhaving van de maatregelen, aangezien deze indruisten tegen wat zij zelf onder goede zorg verstaan: “Hij mist zijn vrouw en heeft pijn … rijdt naar het raam, wil dit open doen. Probeert op te staan en zegt: ik zou het liefste eruit stappen… Dit raakt mij. Gelukkig is de kweek negatief en mag de isolatie worden opgegeven.”

Spanning in relaties
De zorgmedewerkers schreven over de spanningen die ze ervaren, omdat de maatregelen ingaan tegen hun eigen morele kompas waarin het welzijn van bewoners en persoonlijke relaties voorop staan. Er ontstonden daardoor spanningen in de relatie met de bewoners en hun naasten. Soms kwamen zij zelfs tegenover elkaar te staan: “Er zit bezoek in de huiskamer, terwijl dat in deze coronatijd niet mag. Een collega durft ze niet aan te spreken en vraagt of ik het doe. Met kriebels in mijn buik stap ik op de familie af. Vraag of ze de huiskamer uit willen gaan. Ze reageren wat verbolgen en kiezen ervoor om het bezoek af te breken. De bewoners aan de tafels vinden het belachelijk en zijn boos. De vrolijke stemming is duidelijk omgeslagen. De bewoner voor wie het bezoek was loopt te schelden dat het geen stijl is.”

Toch het goede doen
Binnen de knellende beperkingen probeerden de zorgmedewerkers waar mogelijk het goede te blijven doen. Zoals blijkt uit dit voorbeeld van deze verzorgende: “Een bewoner vraagt aan haar dochter ‘Kun je mij paling brengen?’ Dochter mag dit niet vanwege corona. Daarom zelf paling voor mevrouw meegebracht. Mevrouw was helemaal verrast en emotioneel. Ik word gekust en omhelst. Samen een foto naar haar dochter gestuurd.”

Moreel verwond
Volgens Tineke Abma, directeur van Leyden Academy en één van de onderzoekers, is deze periode voor zorgmedewerkers, bewoners en familieleden traumatisch geweest: “Zij ervoeren gevoelens van verdriet, angst, onmacht en rouw. Daarbij zagen medewerkers zich geconfronteerd met ingewikkelde morele dilemma’s. Bij dit soort dilemma’s is er niet één juiste oplossing; vaak moesten zorgmedewerkers kiezen tussen twee kwaden. Voorrang geven aan de veiligheid van bewoners ging ten koste van hun vrijheid en kwaliteit van leven, en vice versa. Zeker als je een hechte band hebt met een bewoner dan raakt je dat in het hart, je raakt als het ware moreel verwond.”

De onderzoekers concluderen dat de besluitvorming over de coronamaatregelen het resultaat zou moeten zijn van een dialoog op meerdere niveaus, zodat een balans kan worden gevonden tussen veilige zorg en goede zorg vanuit relationeel-moreel oogpunt.

Het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ van onderzoekers Marleen Dohmen, Charlotte van den Eijnde, Lucia Thielman, Jolanda Lindenberg, Josanne Huijg en Tineke Abma is op 13 februari 2022 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health, Special Issue Nursing and COVID-19.

Online lezing professor Taichi Ono: “Cherish longevity!”

Online lezing professor Taichi Ono: “Cherish longevity!”

Hoe gaat Japan om met een sterk vergrijzende samenleving, hoe houden zij de zorg toekomstbestendig? En hoe ervaren oudere mensen in Japan de coronacrisis? Op donderdag 20 januari 2022 organiseerden we een online lezing over deze onderwerpen en wisselden we ervaringen en standpunten uit tussen Japan en Nederland.

Professor Taichi Ono van het Japanse National Graduate Institute for Policy Studies (GRIPS) lichtte de achtergrond, inrichting en uitdagingen toe van de Japanse ouderenzorg, en vertelde hoe Japanse ouderen de coronapandemie beleven. Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie en directeur van Leyden Academy, leidde beide onderwerpen in vanuit een Nederlands perspectief. Gedurende en na afloop van de lezing was een levendige discussie met de 25 deelnemers, netjes verdeeld over Japan en Nederland.

Werk en aanmoediging
Professor Ono had een duidelijke, positieve boodschap voor de deelnemers: “We have to change our mindset, and cherish longevity from the bottom of our hearts.” Laten we onze langere levens omarmen, vanuit de grond van ons hart. In zijn afsluitende slides introduceerde hij het interessante concept van Kyou-Dou, het Japanse karakter voor werk en aanmoediging, om langer actief te blijven. Niet alleen voor het salaris, maar voor welbevinden en een betekenisvol leven.

Vruchtbare uitwisseling
Professor Abma stelde vast dat we veel kunnen leren van Japan, aangezien zij voorop lopen bij het omgaan met de demografische kansen en uitdagingen van een vergrijzende bevolking. “Ik denk dat dit webinar heeft laten zien hoe vruchtbaar het kan zijn om een ​​internationale uitwisseling te organiseren tussen landen die te maken hebben met (sterk ) vergrijzende samenlevingen, hoe ze elkaar kunnen inspireren en welke lessen we van elkaar kunnen leren.”

Internationaal perspectief
Voor een internationaal perspectief op oudere mensen en de coronacrisis, verwijzen we graag naar de recente International Longevity Centre (ILC) Global Alliance-publicatie Protecting the human rights of older persons: Challenges to the human rights of older people during and after COVID-19. Deze uitgave biedt waardevolle inzichten over de impact van de pandemie in 16 landen in het wereldwijde ILC-netwerk, met onder meer ‘country snapshots’ van Japan (p.27) en Nederland (p.29). In Nederland wordt het ILC-netwerk vertegenwoordigd door Leyden Academy on Vitality and Ageing.

U kunt de Engelstalige online lezing hieronder in zijn geheel (1:47:00) terugkijken.

In gesprek over toekomst ouderenzorg: “Straks is nu begonnen”

In gesprek over toekomst ouderenzorg: “Straks is nu begonnen”

Op maandag 6 december jl. vond het vierde en laatste Waardigheid en trots-congres van 2021 plaats. Na bijeenkomsten over innovatie, werkplezier en persoonsgerichte zorg, stond nu de toekomst van de verpleeghuiszorg centraal. Hoe ziet goede zorg voor ouderen er straks uit en hoe zorgen we dat deze toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit blijft? En welke rol speelt het verpleeghuis hierin?

In het online congres, live uitgezonden vanuit congrescentrum 1931 in Den Bosch, ging dagvoorzitter Lennart Booij in een talkshow-setting in gesprek met hoogleraar Ouderenparticipatie Tineke Abma namens Leyden Academy, Gonny de Vries (lid Raad van Ouderen), Jolanda Buwalda (bestuursvoorzitter Omring) en Jan Megens (manager zorgkantoor Menzis en lid Taskforce Wonen en Zorg). Veel vraagstukken voor de toekomst, zoals het verwachte personeelstekort, zijn nu al acuut. In de woorden van Jolanda Buwalda: “Straks is nu begonnen.” In het geanimeerde gesprek komen diverse oplossingen ter tafel, zoals het inzetten op preventie, de verbinding tussen onderwijs en praktijk en het belang van een soepelere overgang van thuis naar het verpleeghuis.

Tineke pleit voor het inzetten op community care, waarbij de zorg in wijken en buurten wordt georganiseerd: “We hebben de verpleeghuiszorg afgeschaald, maar onvoldoende geïnvesteerd in de zorg thuis. Ouderen oriënteren zich ook op hun eigen buurt en wijk. Als dat goed op orde is, dan kunnen mensen zich heel lang zelf redden.” Volgens Jolanda kan de gebouwde omgeving hierbij helpen: “Als je nieuwbouw niet alleen voor ouderen ontwerpt maar voor een mix van inwoners, en je stimuleert dat mensen participeren, versterk je als community de krachten. Denk aan samen boodschappen doen, of hulp bij internetbankieren. Eigenlijk wat er van oudsher in veel dorpen ook gebeurde.”

Daarbij is het belangrijk te beseffen dat maar zes procent van de ouderen in het verpleeghuis woont; veruit de meeste ouderen wonen thuis. Tineke: “Laten we niet de hele groep afschilderen als ziek en kwetsbaar. Er is een enorme potentie in de groep van ouderen, laten we daar meer ruimte voor bieden.” Volgens Jan Megens moeten we niet teveel in systemen denken maar een maatschappelijke discussie starten vanuit de vraag: ‘hoe zorgen we nu voor elkaar?’. “Laten we de denkkracht van ouderen aanwenden om tot goede oplossingen te komen.”

Lees het verslag en bekijk de video’s van het congres op de website van Waardigheid en trots, met onder meer bijdragen van Bianca Buurman (hoogleraar Acute ouderenzorg en bestuursvoorzitter V&VN) en Henk Nies (hoogleraar Organisatie en beleid van zorg en directeur Strategie en ontwikkeling bij Vilans).

Bekijk ook de inspiratiesessie van Josanne Huijg over het Leefplezierplan tijdens het eerdere congres over persoonsgerichte zorg.

Houdbare ouderenzorg in internationaal perspectief bij congres Zorgvisie

Houdbare ouderenzorg in internationaal perspectief bij congres Zorgvisie

Zorgvisie organiseert vandaag vanuit hotel Van der Valk in Houten het online congres Ouderenzorg op de juiste plek over de grote uitdagingen voor een houdbare ouderenzorg. Als eerste spreker van dit event zette Tineke Abma het thema van de dag in internationaal perspectief. Houdbare zorg gaat volgens Tineke in essentie over de vraag: “Wie gaat er later voor mij zorgen?”. Hoe wordt die vraag beantwoord in Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan?

Complexe en veelzijdige uitdaging
De route naar een toekomstbestendige ouderenzorg is complex: er zijn veel stakeholders bij betrokken en het hangt samen met diverse andere maatschappelijke vraagstukken, zoals migratie en arbeidsparticipatie. Nederland is niet het enige land dat hiermee worstelt. Hoe proberen andere landen de langdurige ouderenzorg betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig te houden, met behoud van maatschappelijk draagvlak? Leyden Academy maakte eerder dit jaar samen met Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management de landenvergelijking Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Hierin werd verkend hoe Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan met deze problematiek omgaan en welke keuzes zij maken, mede vanuit hun historische en culturele context.

Geen pasklare oplossing
Tineke benadrukt dat geen enkel land dé oplossing in handen heeft als het gaat om houdbare ouderenzorg vanuit de dimensies betaalbaarheid, kwaliteit en maatschappelijk draagvlak. Wel zijn er bijvoorbeeld lessen te leren vanuit Denemarken, waar al sinds jaar en dag vanuit een consistente visie wordt gewerkt en de zorg vooral door professionals wordt verleend: Deense vrouwen werken en van hen worden geen mantelzorgtaken verwacht. Dit schept duidelijkheid. Ook zijn er lessen te leren over hoe het niet moet: zoals de omgang met arbeidsmigratie in Duitsland, waar zorgtaken steeds meer worden toevertrouwd aan Oost-Europese migranten maar het nog ontbreekt aan beleid over hun rechten, plichten en werkomstandigheden.

Meepraten over toekomst ouderenzorg
Tineke pleit er dan ook voor om een duurzame langetermijnvisie te ontwikkelen en hierbij mensen uit alle lagen van de samenleving te betrekken. De overheid is immers maar één van de vele actoren, en er is veel kennis in de samenleving die kan worden gemobiliseerd. Volgens Tineke zouden we in Nederland een Burgertop kunnen organiseren over hoe we ouderenzorg in de toekomst willen organiseren, zoals in Frankrijk is gebeurd rond het klimaatbeleid. Waarbij het de kunst is om er geen elitair debat van te maken en te zorgen dat ook minder gehoorde groepen de kans krijgen om mee te praten.

Kijk voor meer informatie op de congres website. Naast Tineke spreken vandaag onder anderen hoogleraar betaalbare zorg Patrick Jeurissen (Radboudumc), verpleegkundige en student Teun Toebes en bestuurders Marcel van Woensel (zorgorganisatie Van Neynsel), Kina Koster (Cicero Zorggroep), Jantine Wildschut (Lelie zorggroep) en Gea Sijpkes (Humanitas Deventer).

Bekijk ook de bijdrage van Tineke van 6 december jl. over de toekomst van de ouderenzorg tijdens het afsluitende congres van Waardigheid en trots.

Tineke Abma: “Cliënten vertegenwoordigen echt een nieuwe stem”

Tineke Abma: “Cliënten vertegenwoordigen echt een nieuwe stem”

Op woensdag 3 november jl. vond de jaarlijkse Vakdag plaats van de BCMB, de Beroepsvereniging van Cliëntondersteuners met kennis van beperkingen. Cliëntondersteuners zijn een relatief nieuwe beroepsgroep met een spilfunctie in de zorg en het sociale domein. Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie en directeur van Leyden Academy, richt zich in onderstaande video tot de deelnemers van de Vakdag. Zij vertelt over het belang van participatie en zeggenschap voor (oudere) cliënten, over de rol van Cliëntenraden, en over manieren om goed aan zeggenschap invulling te geven. Met aandacht voor nieuwe, directe vormen van inspraak, zoals het digitale meetinstrument Tante Co en de participatieve SamenStem-methode.

Tineke Abma sluit af met een boodschap voor cliëntondersteuners, waarin zij het belang van hun werk benadrukt: “Het is voor cliënten heel belangrijk dat zij goede ondersteuning krijgen in het vormgeven en articuleren van hun stem. Vergeet niet dat zij echt een nieuwe stem vertegenwoordigen en ook in de relatie met bestuurders en professionals ondersteuning nodig hebben om hun perspectief goed over het voetlicht te krijgen.”

Wetenschappelijke publicatie over onderzoek kunst in de zorg

Wetenschappelijke publicatie over onderzoek kunst in de zorg

Wat is de impact van actieve kunstparticipatie op de kwaliteit van leven van ouderen? Op 29 juni jl. deelden we de resultaten van de landelijke studie die wij hiernaar uitvoerden in samenwerking met Amsterdam UMC en met ondersteuning van ZonMw. In augustus 2021 is het eerste wetenschappelijke artikel gepubliceerd naar aanleiding van deze studie, in een special issue van het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health. Het artikel ‘The Value of Active Arts Engagement on Health and Well-Being of Older Adults: A Nation-Wide Participatory Study’ kunt u hier lezen.

Aanleiding voor de studie was dat steeds meer onderzoek uitwijst dat actieve kunstparticipatie de gezondheid en het welbevinden van ouderen kan verbeteren, maar dat het wetenschappelijk bewijs hiervoor nog gefragmenteerd was. Het ontbrak nog aan inzicht in de waarde van kunst vanuit het perspectief van ouderen en een holistische kijk op gezondheid en welzijn. Ons onderzoek had tot doel de bredere waarde te onderzoeken vanuit de perceptie van ouderen zelf, maar ook van kunstenaars, zorgmedewerkers en beleidsmakers. We bestudeerden hiertoe 18 participatieve kunstprojecten (dans, muziek, zang, theater, beeldende kunst, video en spoken word) voor thuiswonende ouderen en bewoners van verpleeghuizen. In deze studie hebben we een participatief design gevolgd met op verhalen en kunst gebaseerde methoden. We verzamelden microverhalen van ouderen en hun (in)formele verzorgers (n = 470).

De bevindingen tonen aan dat kunstparticipatie volgens de deelnemers resulteerde in (1) positieve gevoelens, (2) persoonlijke en artistieke groei, en (3) meer betekenisvolle sociale interacties. Hiermee is aangetoond dat op kunst gebaseerde praktijken het welbevinden en de kwaliteit van leven van ouderen bevorderen. Deze studie benadrukt de intrinsieke waarde van kunstparticipatie en heeft implicaties voor onderzoek en evaluatie.

Het artikel ‘The Value of Active Arts Engagement on Health and Well-Being of Older Adults: A Nation-Wide Participatory Study’ door Barbara de Groot, Lieke de Kock, Yosheng Liu, Christine Dedding, Janine Schrijver, Truus Teunissen, Margo van Hartingsveldt, Jan Menderink, Yvonne Lengams, Jolanda Lindenberg en Tineke Abma verscheen in augustus 2021 in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Bezoek voor meer informatie de website www.kunstindezorg.com en abonneer u op de nieuwsbrief.

Nieuwe hoogleraar wil perspectief ouderen laten meetellen in zorg en samenleving

Nieuwe hoogleraar wil perspectief ouderen laten meetellen in zorg en samenleving

Er valt nog veel te verbeteren wat betreft de bijdrage aan en deelname van ouderen in de zorg en de samenleving, aldus directeur van Leyden Academy on Vitality and Ageing Tineke Abma. “Dit kunnen we bevorderen door ruimte te maken voor de stem en het perspectief van ouderen.“ Abma is per 1 juli 2021 benoemd tot Leidse hoogleraar Ouderenparticipatie.

“We worden steeds ouder, en krijgen er ook meer vitale jaren bij”, vertelt Abma. “Daarom zitten veel ouderen nog vol levenslust als ze met pensioen gaan.” Uit onderzoek weet Abma dat deze groep graag met de samenleving verbonden wil blijven en hun stem wil laten horen. “Daar wordt alleen niet altijd naar geluisterd.” Zo sprak ze een vrouw van in de tachtig die nog graag vrijwilligerswerk wilde doen, maar dat dit door haar omgeving werd afgeraden omdat het te belastend zou zijn. “Terwijl het ouderen juist veel vreugde en zelfvertrouwen kan geven.” Volgens Abma een typisch voorbeeld van dat er vaak voor in plaats van met ouderen wordt gedacht.

Wat is goede zorg?
Het onderzoek van Abma focust zich op de participatie van ouderen in de zorg, bij organisaties en in het onderzoek. “In de zorg zien we dat verpleeghuizen steeds meer bezig zijn met persoonsgerichte zorg. Er wordt dan met de bewoner, familie en professional gekeken naar wat voor die persoon belangrijk was en is, en hoe dat nog kan worden gerealiseerd.” Toch wijst de praktijk uit dat professionals zich nog vaak laten leiden door algemene standaarden.” Participatie in de zorg is dan ook een grote uitdaging, meent Abma. “Hoofdzakelijk omdat er meerdere perspectieven bij elkaar komen en betrokkenen uiteenlopende opvattingen kunnen hebben over wat goede zorg is.”

Ouderen betrekken
Samen met haar team wil Abma het onderzoek naar participatie in verpleeghuizen uitbreiden. De hoogleraar vindt het daarbij belangrijk dat er niet alleen onderzoek naar ouderen wordt gedaan, maar juist ook mét ouderen. “Wij zouden zoveel mogelijk op een inclusieve manier onderzoek moeten doen”, aldus Abma. Zo bestaat het onderzoeksteam dat de impact van kunstactiviteiten op de gezondheid en het welbevinden van ouderen bestudeert, naast onderzoekers vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines en kunstenaars ook uit ouderen die erop toezien dat hun perspectief centraal staat. “Het zit in het DNA van Leyden Academy om in onze onderzoeken en projecten de stem en het perspectief van ouderen als vertrekpunt te nemen. Dat heeft mij ook altijd gedreven in mijn wetenschappelijke werk.”

Mantelzangers
Waar Abma’s onderzoek zich deels richt op vitale ouderen, is er ook een grote groep die zich om verschillende redenen verbaal minder goed kunnen uitdrukken. Bijvoorbeeld mensen met dementie of afasie. “We dreigen hun perspectief te missen omdat het moeilijk is om toegang tot hun belevingswereld te krijgen. Door gebruik te maken van creatieve onderzoeksmethodes kunnen we de ‘stem’ van deze groep mogelijk wel laten horen. Daar wil ik me de komende jaren graag voor inzetten.”
Binnenkort start Abma met een onderzoek naar de impact van zogenoemde participatiekoren op de gezondheid en het welbevinden van ouderen met dementie. Samen met ‘mantelzangers’ zingen ouderen een klassiek repertoire en oefenen ze voor een optreden. “Tijdens een pilot hebben we al gezien dat dit een verdiepend contact en positieve gevoelens teweegbrengt, en zorgt voor persoonlijke en artistieke ontwikkeling.”

Zorg verbeteren
Abma hoopt haar participatieve onderzoeksmethode te stimuleren onder andere onderzoekers. “Hiertoe heb ik de School for Participation opgezet. We bieden PhD-studenten cursussen over het verrichten van onderzoek mét mensen.” In deze lijn heeft Abma samen met hoogleraar Medische Besliskunde Anne Stiggelbout een groep bestaande uit patiënten, verpleegkundigen en artsen uit het LUMC bijeengebracht om de inbreng en ervaringsdeskundigheid van patiënten te verhogen en de zorg te verbeteren.

Versteviging
Tineke Abma werkt als hoogleraar Participatie & Diversiteit aan Amsterdam UMC (VU Medisch Centrum) en werd eind 2019 aangesteld als directeur-bestuurder van Leyden Academy. Ze hoopt met haar benoeming als bijzonder hoogleraar in het LUMC de samenwerking tussen beide Leidse organisaties verder te versterken. “Mijn doel is om samen met andere hoogleraren in het LUMC onderzoek en onderwijs uit te bouwen. Ik kijk uit naar een plezierige samenwerking.”

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

Hoe kijken ouderen naar een overstap naar het verpleeghuis? En is dit beeld veranderd door de coronacrisis? In dagblad De Telegraaf worden deze vragen vandaag verkend.

Margreet (81) uit Leiden en Cor (87) uit Den Haag wonen beiden nog zelfstandig en zien zo’n verhuizing absoluut niet zitten: “Ik ben heel erg gehecht aan mijn vrijheid”. Ervaringsdeskundige Wouter van Fessem (97) woont in woonzorgcentrum Roomburgh en zorgt voor een positief tegengeluid: “Ik had wel in mijn huis kunnen blijven, niet zo ver hier vandaan. Maar ik wilde toch liever hier naartoe, waar ik niet alleen ben.”

Hoogleraar Tineke Abma legt namens Leyden Academy uit dat de beeldvorming over wonen in het verpleeghuis al langer negatief is, mede door enkele incidenten die breed werden uitgemeten in de media. Maar er is in de sector al jarenlang een brede beweging gaande gericht op het leefplezier van bewoners en persoonsgerichte zorg: “Er is meer aandacht voor de bewoners en hun familie, voor persoonlijk contact, een praatje en leuke activiteiten zoals een muziekavond. De individuele wensen en verlangens van de bewoner en een betekenisvol einde van het leven staan nu voorop.”

Het Telegraaf-artikel ‘Wie wil nog naar een verpleeghuis?’ is geschreven door Arianne Mantel en Chris Ververs. U kunt het artikel lezen op de website van de Telegraaf of via deze link.

Cor deelde eerder zijn ervaringen in coronatijd op ons verhalenplatform Wij & corona. Wouter komt ook aan het woord in onze videoserie Vraag het onze wetenschappers. En wellicht herkent u Margreet als het ‘gezicht’ van Leyden Academy in 2021?

Eén van de initiatieven gericht op het verleggen van de aandacht van de medische behoeften van verpleeghuisbewoners naar hun wensen en verlangens, is ons onderzoek Leefplezierplan voor de zorg. U leest er hier meer over.

Vraag het onze wetenschappers: over participatie van ouderen

Vraag het onze wetenschappers: over participatie van ouderen

In de videoserie Vraag het onze wetenschappers beantwoorden we ingezonden vragen over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de derde aflevering geeft hoogleraar Participatie en Diversiteit Tineke Abma antwoord op de vraag die Sabriye Karacan ons stuurde: ‘Hoe belangrijk is de participatie van ouderen voor hun kwaliteit van leven?’.

U kunt de video (4 minuten) bekijken op YouTube. Hieronder vindt u meer achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Sociale participatie van ouderen
Veel mensen zijn en blijven actief na hun pensionering en willen zeggenschap en regie behouden over hun leven. Dat wordt ‘sociale participatie’ genoemd. Actieve deelname aan de samenleving varieert van het oppassen op de kleinkinderen tot aan theaterbezoek, lid zijn van een vereniging en het doen van vrijwilligerswerk. Uit een studie van het CBS in 2018 bleek dat 9 op de 10 ouderen actief blijft. Dit geeft aan dat het overgrote deel van de ouderen middenin de samenleving staat, en ontkracht het stereotiepe beeld dat ouderen inactief zouden zijn en zich terugtrekken uit de samenleving.

Participatie en gezondheid
Er zijn veel studies gedaan naar het verband tussen sociale participatie en hoe mensen hun gezondheid en welbevinden ervaren. Het patroon dat daarin naar voren komt, is dat er een positieve relatie is: oftewel, het deelnemen aan sociale activiteiten hangt samen met een goede ervaren gezondheid en welbevinden. Uit een omvangrijke Canadese studie komt naar voren dat naarmate het aantal sociale activiteiten toenam, er een sterkere relatie was met de ervaren gezondheid en tevredenheid over het leven. Ouderen geven aan een sterke behoefte te hebben om te blijven deelnemen. Ertoe doen, erbij horen en sociale ondersteuning spelen hierin een belangrijk rol.

Participatie vraagt om ruimte
Participatie is als een tango-dans, het is een tweezijdig proces. Het vraagt niet alleen iets van degene die deelneemt, maar ook van de omgeving die participatie al dan niet mogelijk maakt. Het ruimte geven en maken voor de participatie van ouderen is nog voor verbetering vatbaar, blijkt telkens weer. Te vaak wordt er nog gedacht voor ouderen, en worden beslissingen genomen zonder hen daarin te betrekken. Dit gebeurde ook bij het bepalen van de coronamaatregelen, stelde Tineke Abma in april 2021 vast in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Stereotiepe beeldvorming over de ouderdom, met een beeld van de oudere als passief en niet in staat om richting te geven aan het eigen leven, speelt hierin een rol. Hoe kom je tot een echte dialoog met ouderen, bijvoorbeeld tussen professional en bewoner in de ouderenzorg? Ruimte maken voor het verschil in perspectief en ervaring tussen ouderen en professionals is daarbij de sleutel, zo schreven Tineke Abma en Susan Woelders eind 2020 in tijdschrift Gerōn.

Van formele inspraak naar directe zeggenschap
Participatie omvat ook beleidsbeïnvloeding door inspraak en medezeggenschap. Deze inspraak heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld: van formele zeggenschap gebaseerd op de Wet van de medezeggenschap via cliëntenraden naar aanvullende, eigentijdse vormen van meer directe en rechtstreekse vormen van zeggenschap. U zag in de video bijvoorbeeld de innovatieve tool Tante Co voorbij komen. Tijdens de conferentie ‘Een nieuwe generatie ouderen langer thuis’ op 25 november 2020 vertelde Tineke Abma over deze ontwikkeling, waarna zij erover in gesprek ging met Marilyn Haimé (Raad van Ouderen) en bestuurder Anke Huppertz en bewoner Broeder Gait (De Beyart, Maastricht). U kunt deze sessie (47 min.) hier terugzien. Op 30 november 2020 ging Abma over dit onderwerp in gesprek met Jet Bussemaker, voorzitter Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, tijdens het Landelijk Congres Cliëntenraden. Dit gesprek (21 min.) kun u hier bekijken.

SamenStem-methode
Ouderen nemen steeds meer het initiatief en formuleren zelf een agenda met thema’s die hen raken. Samen met andere stakeholders maken ze een actieplan ter verbetering van hun kwaliteit van leven. Anke Heijsman, Susan Woelders en Tineke Abma beschreven dit proces in tijdschrift Gerōn aan de hand van een voorbeeld in wooncomplex De Leeuwenhoek van Stichting Humanitas Rotterdam. Meer informatie over de SamenStem-methode om de zeggenschap en inspraak van cliënten te vergroten, vindt u op onze website.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Tineke Abma.

De eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Essay ‘Erfgoed als middel’

Essay ‘Erfgoed als middel’

Behoud van erfgoed is een belangrijk doel op zichzelf, maar erfgoed kan ook een middel zijn om andere maatschappelijke doelen te bereiken, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, welzijn, scholing, werk, veiligheid, buurtgericht werken, burgerinitiatief, de verbonden samenleving en democratie. In het essay Erfgoed als middel (april 2021) verkent socioloog Frans Soeterbroek de maatschappelijke rol van erfgoed en welke aanknopingspunten er zijn om erfgoed in te zetten voor sociaal-maatschappelijke doelen. Het essay is geschreven voor het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en is mede gebaseerd op interviews met twaalf experts, waaronder schrijver Abdelkader Benali, Jet Bussemaker (hoogleraar LUMC en voorzitter RVS), Hans Boutellier (bijzonder hoogleraar Polarisatie & Veerkracht, VU Amsterdam) en Tineke Abma, directeur Leyden Academy.

Waarde van erfgoed
De erfgoedwereld heeft volgens Soeterbeek veel te winnen bij het hervinden van zijn maatschappelijke basis. De nadruk ligt nog vooral op het behoud van historische gebouwen, objecten en tradities, maar erfgoed kan ook een middel zijn om andere doelen te behalen. Denk bijvoorbeeld aan ruimtelijke ontwikkelingen waarbij erfgoed zorgt voor kwaliteit van de leefomgeving, maar ook bij sociale en maatschappelijke vraagstukken kan erfgoed van waarde zijn en de kwaliteit van leven van mensen helpen verbeteren. Initiatieven in de praktijk laten zien dat deze benadering kansrijk is en op veel enthousiasme kan rekenen. Zo wordt erfgoed in Tilburg gebruikt om armoede te bestrijden en wordt in Amsterdam een brug geslagen tussen de stadshistorie en integratie van migranten. Wel zijn er nog veel vragen: welk effect heeft het erfgoed op de gezondheid en het welzijn van mensen? Is daar al wetenschappelijk bewijs voor? Wat werkt wel en wat werkt niet?

Nieuwe allianties
Het Faro-programma van de RCE is een verkennend programma naar de vraag hoe de uitgangspunten van het Verdrag van Faro, over de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (2005) van de Raad van Europa een vertaling kunnen krijgen in de Nederlandse erfgoedpraktijk. Demissionair minister Van Engelshoven (OCW) heeft onlangs in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat de uitgangspunten van het Verdrag meer bekendheid en uitwerking krijgen, zoals het ondersteunen van burgerinitiatieven en het inzetten van de sociale waarde van erfgoed. In 2021 wordt een uitvoeringsagenda opgesteld in co-creatie met overheden, erfgoedinstellingen, maatschappelijke organisaties en erfgoedgemeenschappen. De bevindingen in het essay bieden hierbij aanknopingspunten om nieuwe allianties aan te gaan.

U vindt het essay op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.