Landenvergelijking: houdbare ouderenzorg vereist langetermijnvisie en maatschappelijk draagvlak

Landenvergelijking: houdbare ouderenzorg vereist langetermijnvisie en maatschappelijk draagvlak

Leiden/Nijmegen/Rotterdam, 8 februari 2021 – Om de langdurige zorg voor ouderen in Nederland toekomstbestendig te maken moet de overheid een realistische langetermijnvisie ontwikkelen, in dialoog met alle belanghebbenden, als voorwaarde voor een stabiel maatschappelijk draagvlak. Dit is de belangrijkste conclusie uit de working paper ‘Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen’ dat vandaag is gepubliceerd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De landenstudie is uitgevoerd door onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing, IQ healthcare Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM), en vormt een achtergrondstudie bij het lopende WRR-adviestraject Houdbare Zorg.

Aanleiding en opzet onderzoek
De houdbaarheid van de langdurige zorg voor ouderen staat in Nederland al geruime tijd op de beleidsagenda. Hoe houden we deze zorg betaalbaar (financiële houdbaarheid), hoe zorgen we voor voldoende goed opgeleid personeel, ook om de kwaliteit van zorg te waarborgen (personele houdbaarheid) en hoe behouden we het draagvlak in de samenleving (maatschappelijke houdbaarheid)? Ook andere landen worstelen hiermee en hebben verschillende beleidskeuzes gemaakt om hiermee om te gaan. Door middel van literatuur- en documentonderzoek in combinatie met interviews met experts uit Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan, hebben de onderzoekers in het rapport ervaringen uit die landen in kaart gebracht om daaruit lessen te trekken voor Nederland. Deze vier landen kennen vergelijkbare uitdagingen, zoals een vergrijzende bevolking en personeelstekorten in de zorg.

Geen pasklare oplossingen
De onderzoekers concluderen dat geen van de onderzochte landen dé oplossing heeft. Alle landen zoeken naar de ideale balans tussen financiële, personele (en kwaliteit in bredere zin) en maatschappelijke houdbaarheid. Lijken zij het op één of twee vlakken goed te doen, dan belemmert dit tegelijkertijd een andere dimensie van houdbaarheid. Zo hebben de lage lonen in de langdurige zorg in Duitsland, Engeland en Japan geleid tot slechtere kwaliteit van zorg en grotere maatschappelijke onvrede. Het duurzaam organiseren van de langdurige zorg voor ouderen blijkt een complex en taai vraagstuk waarin verschillende belangen, waarden en perspectieven gezien en gewogen moeten worden. Het hangt ook nauw samen met de culturele, historische en normatieve context, aldus onderzoeker Patrick Jeurissen (IQ healthcare): “Wat werkt in Duitsland hoeft bijvoorbeeld niet per se in Nederland te werken, en vice versa. Er zijn geen pasklare oplossingen.”

Eerst draagvlak, dan daadkracht
Uit de landenvergelijking komt naar voren dat het essentieel is om een realistische langetermijnvisie op de langdurige zorg te ontwikkelen. Er moet eerst worden geïnvesteerd in maatschappelijk draagvlak, door beleid te maken dat is geworteld in de culturele en normatieve kaders van de samenleving en daarmee de politieke waan van de dag overstijgt. Die langetermijnvisie zou in een open dialoog met alle belanghebbenden moeten worden besproken en ontwikkeld, ook om samen tot nieuwe oplossingsrichtingen te komen. Onderzoeker Tineke Abma (Leyden Academy): ”De opdracht voor beleidsmakers wordt daarmee: eerst draagvlak, dan daadkracht! En niet omgekeerd, zoals al te vaak gebeurt. We moeten met elkaar in gesprek over wat voor samenleving we met elkaar willen, zeker in de wetenschap dat in de toekomst de betaalbaarheid van de zorg nog verder onder druk komt te staan. Zo’n dialoog kan mensen ook aan het denken zetten over hoe zij zelf eigenlijk oud willen worden. Mensen denken daar nu vaak pas over na als het zover is.”

Verbeter de condities voor mantelzorg
In alle onderzochte landen, en ook in Nederland, is ‘langer thuis wonen’ het streven, zowel vanuit het oogpunt van kwaliteit als het toegankelijk houden van zorg. Hierbij wordt steeds meer inzet verwacht van mantelzorgers. Onderzoeker Iris Wallenburg (ESHPM): “Ook in Nederland hebben we daarop ingezet vanuit het ordeningsprincipe van decentralisatie, maar daar ervaren we op dit moment wel knelpunten, onder andere omdat vrouwen steeds meer zijn gaan werken. We zien dat in Denemarken de condities voor ‘langer thuis’ beter zijn geregeld, daar zouden we als Nederland van kunnen leren. Langer thuis blijft wenselijk, maar dan moeten we er wel de randvoorwaarden voor scheppen. Je kunt dit niet alleen aan de mantelzorgers overlaten.”

De working paper ‘Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen’ door Florien Kruse, Patrick Jeurissen (IQ healthcare Radboudumc), Tineke Abma, Elena Bendien (Leyden Academy), Iris Wallenburg en Hester van de Bovenkamp (ESHPM) is op 8 februari 2021 gepubliceerd op de website van de WRR.

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie Leyden Academy, via tel. (06) 3461 4817 of via e-mail.

Tineke Abma in Trouw: niet beschuldigen maar empathie tonen

Tineke Abma in Trouw: niet beschuldigen maar empathie tonen

Bewoners, familieleden en personeel van verpleeghuizen proberen de draad weer op te pakken na een traumatische periode. Zij ervoeren gevoelens van verdriet, angst en rouw en zagen zich met ingewikkelde morele dilemma’s geconfronteerd. We moeten die gevoelens niet onder het tapijt vegen maar bespreekbaar maken, bepleit Tineke Abma vandaag in de opinierubriek van dagblad Trouw.

We moeten niet op zoek gaan naar fouten of schuldigen, meent Abma, “maar juist empathie en mededogen tonen voor de mensen die onder heel moeilijke omstandigheden tot een afweging moesten komen, die nooit optimaal kon zijn.” Het aangaan van deze gesprekken en ‘waardenwerk’ is helpend en helend voor de toekomst.

Lees de opiniebijdrage van Tineke Abma op de website van Trouw.

Leefplezierplan voor de zorg

Leefplezierplan voor de zorg

Binnen de Nederlandse verpleeghuizen gelden diverse normen en protocollen, die vooral zijn ontwikkeld om de veiligheid van bewoners te waarborgen en te voorzien in hun medische behoeften. Voor deze kwetsbare mensen, in de laatste fase van hun leven, is positief welbevinden echter minstens zo belangrijk als het voorkomen van narigheid en ongelukken. Kunnen we inspelen op de verlangens van mensen en hen de ruimte geven om te doen wat zij graag willen doen en de persoon te zijn die zij graag willen zijn? Leyden Academy onderzoekt wat er gebeurt als je dit in de langdurige zorg als uitgangspunt kiest en als maatstaf neemt voor kwaliteit.

Leefplezier in de ouderenzorg
Wat gebeurt er als we in de ouderenzorg de verlangens van bewoners als vertrekpunt nemen? En als hun leefplezier leidend is bij de verantwoording van de kwaliteit van de zorg? We verkenden het van april 2017 tot april 2019 in het pilotproject ‘Leefplezier in de ouderenzorg’, ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Tegemoetkomen aan persoonlijke wensen en verlangens vraagt allereerst dat verpleegkundigen en verzorgenden de bewoners beter leren kennen: wat is hun verhaal, wie zijn voor hen belangrijk, wat geeft hun leven kleur? Deze inzichten vormen het uitgangspunt van het leefplezierplan, met daarin ook aandacht voor de rollen van familie en mantelzorgers en de dilemma’s die in de praktijk ontstaan. Want wat bewoners en hun dierbaren graag willen, kan schuren met wat er mag, kan, of ‘hoe het hoort’. Daar moet met elkaar de benodigde ruimte worden gecreëerd. Belangrijk element in de pilot is het zichtbaar maken van de kwaliteit die voortkomt uit deze nieuwe aanpak.

Foto: De Oude Pastorie

Op 4 april 2019 hebben wij onze bevindingen gepresenteerd tijdens een conferentie voor betrokkenen in Leiden, waarbij we ook ons eindrapport uitreikten aan Theo van Uum, directeur Langdurige Zorg bij VWS. De reacties vanuit de elf deelnemende zorgorganisaties zijn heel enthousiast: bij bewoners, hun belangrijke anderen (familie, vrienden, mantelzorgers) en zeker ook bij de teamleden. Het sturen op positieve ervaringen heeft een positief effect op het werkplezier van verpleegkundigen en verzorgenden. Het geeft hen veel voldoening om iets te kunnen betekenen voor de kwaliteit van leven van hun bewoners. U kunt deze ‘handreiking’ hier downloaden, met een introductie van het leefplezierplan aan de hand van veel ervaringen en sprekende foto’s uit de praktijk. Lees ook het persbericht over de belangrijkste bevindingen.

Vervolgprojecten
In navolging op het succesvolle Leefplezierplan hebben we de volgende projecten opgezet:

  1. Leefplezierplan op locatie: hierin schalen we het werken met het leefplezierplan op van teamniveau naar twee complete locaties.
  2. Ervaringen in de praktijk: hoe geven organisaties de ervaringen van zorgverleners, bewoners en belangrijke anderen een plek in het kwaliteitsbeleid?
  3. Narratieve verantwoording in de praktijk: een methode om ervaringen structureel deel te laten uitmaken van de dagelijkse routine van zorgmedewerkers en van het kwaliteitsbeleid.
  4. Samen werken aan liefdevolle zorg (in samenwerking met Topaz): hoe kunnen zorgmedewerkers en naasten samen werken aan liefdevolle zorg voor de bewoner?
  5. Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk: een serie van negentien korte inspiratievideo’s voor medewerkers zorg en welzijn.
  6. Train-de-trainer Leefplezierplan voor de zorg: een cursus voor trainers om zich de leefplezier-benadering eigen te maken zodat zij medewerkers zorg en welzijn hierin kunnen opleiden.

Meer over de leefplezier-benadering
Via de nieuwsbrief ‘Leefplezier in de ouderenzorg’ houden we u periodiek op de hoogte van interessante ontwikkelingen en initiatieven, inspirerende praktijkvoorbeelden en de voortgang van onze projecten. U kunt de nieuwsbrieven teruglezen op de website van Leefplezier in de ouderenzorg. Benieuwd naar wat er in de media over de leefplezier-benadering is verschenen? Klik dan hier.

Neem in geval van vragen of suggesties contact op met Ellen Plasmeijer.