‘Wie zorgt er voor ons?’ Promotie Nina Conkova

‘Wie zorgt er voor ons?’ Promotie Nina Conkova

Wanneer we hulp nodig hebben of langer thuis willen blijven wonen, kunnen we dan rekenen op familie, vrienden/buren, of professionals? In Nederland, maar ook in andere Europese landen, trekt de verzorgingsstaat zich steeds verder terug, terwijl van familie- en niet-familieleden vaker en meer hulp wordt verwacht. Maar of de familie, en in het bijzonder vrienden en buren daartoe bereid en in staat zijn, is de vraag. Want het betrekken van niet-familieleden in de ondersteuning bij praktische zaken en zorg blijkt minder eenvoudig dan in de ideale participatiesamenleving gewenst is. Dat stelt sociologe dr. Nina Conkova in haar proefschrift “Non-kin ties as a source of support in Europe: On the role of context”. Ze verdedigde haar proefschrift op donderdag 24 januari met succes aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Voorkeur
Uit grootschalige enquêtegegevens uit meerdere Europese landen concludeert Conkova dat er een volgorde van voorkeur bestaat waarbij familieleden de meest belangrijke en professionals de minst belangrijke bron van hulp zijn. Niet-familieleden nemen een tussenpositie in. Deze volgorde verschilt echter per soort hulp en per land.

Soort hulp
In sociologisch onderzoek worden vier vormen van hulp onderscheiden: zorg, praktische, financiële en emotionele steun. Uit het promotieonderzoek van Conkova blijkt dat familieleden geschikt zijn om alle soorten hulp te bieden, terwijl niet-familieleden vooral inspringen als het gaat om hulp bij het vinden van een baan en emotionele steun. Dit bevestigt de theoretische aanname dat vrienden en buren beter in staat zijn om emotionele ondersteuning te bieden dan instrumentele hulp omdat praktische steun en zorg betrokkenheid vereisen die verder reikt dan de relatie tussen vrienden, buren en collega’s.

Beleid aanpassen
Het activeren van niet-familieleden in de ondersteuning bij praktische zaken en zorg lijkt minder eenvoudig dan wordt gesuggereerd door het concept van de participatiesamenleving. In de gevallen waarin vrienden en buren praktische steun en zorg al verlenen, is het dus belangrijk om sociaal beleid in te voeren dat de druk van de steun- en zorg kan verlichten. Bijvoorbeeld buitengewoon verlof om zorg te bieden aan niet-familieleden, financiële vergoeding voor het helpen van een buur of vriend, belastingverlaging en flexibele werkafspraken.

Landenverschillen
Eerder onderzoek toont aan dat in Zuid-Europese landen de sterkste mate van familie-afhankelijkheid bestaat terwijl in Noord- en West-Europa mensen vaker kiezen voor hulp van professionals. Op basis van hulp van niet-familieleden laat Conkova zien dat veel van hulp buiten de familie ook in enkele landen in Zuid- en Oost-Europa is te vinden, zoals Italië voor emotionele steun en Bulgarije, Estland, en Letland voor hulp bij het vinden van een baan. Normen rondom de familie en individualistische waarden op landniveau en algemeen vertrouwen op individueel niveau verklaren deze landsverschillen in hulp van niet-familieleden.

Neem voor meer informatie contact op met de afdeling persvoorlichting van Erasmus University Rotterdam via tel. (010) 408 1216 en e-mail.

Welbevinden oudere migranten onderbelicht in de wetenschap

Welbevinden oudere migranten onderbelicht in de wetenschap

Leiden, 20 november 2018 – Ouderen vormen een snelgroeiende groep in de Nederlandse samenleving. Van een steeds groter deel van deze ouderen stond de wieg buiten Nederland. Door factoren als hun persoonlijke verleden, migratie en sociaaleconomische positie, zijn deze ouderen vaak minder weerbaar dan hun leeftijdsgenoten die in Nederland geboren zijn. Voor deze problematiek is in de afgelopen jaren steeds meer wetenschappelijke aandacht, waarbij de nadruk sterk ligt op thema’s als ziekte en zorggebruik. Het welbevinden van oudere migranten blijft onderbelicht, zo concluderen onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing op basis van een literatuurstudie waarover op 12 november jl. online is gepubliceerd en die in december 2018 verschijnt in de speciale uitgave ‘Gezondheid, zorggebruik en sociaal welbevinden van oudere migranten in Nederland’ van het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie.

Onderzoeksopzet
De onderzoekers Nina Conkova en Jolanda Lindenberg hebben in totaal 104 publicaties over ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond onder de loep genomen op het gebied van gezondheid en welbevinden, bestaande uit 69 gepubliceerde artikelen in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften en 35 rapporten in het Nederlands en Engels. Dit narratieve literatuuroverzicht laat zien dat het leeuwendeel van het bestaande onderzoek is gericht op Surinaamse, Turkse en Marokkaanse ouderen, in absolute aantallen de drie grootste groepen zogenoemd ‘niet-westerse’ migranten in Nederland. Volgens het CBS telde Nederland begin 2018 in totaal 312.000 van deze migranten in de leeftijd van 55 jaar en ouder. Ongeveer twee derde van alle artikelen en rapporten is gewijd aan gezondheid en zorg en slechts een derde aan aspecten van welbevinden. Studies binnen het domein gezondheid zijn bovendien vaker grootschalig en kwantitatief van opzet en internationaal gepubliceerd dan die in het domein van welbevinden.

Aandacht voor wensen en verlangens
Jolanda Lindenberg van Leyden Academy pleit naar aanleiding van de inventarisatie voor meer aandacht in wetenschappelijk onderzoek voor de wensen en verlangens van oudere migranten. Lindenberg: “De nadruk in het onderzoek ligt nog sterk op negatieve aspecten, zoals het in kaart brengen van risicofactoren voor bepaalde ziektes, zorggebruik en cultuur-sensitieve en persoonsgerichte behandeling en zorg. Wat nog ontbreekt, is een bredere sociaal-maatschappelijke benaderingswijze die verder gaat dan een ziekte- en probleemgerichte benadering. Welke wensen en verlangens hebben ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond, naast hun eventuele ziekte of beperking? Hoe ziet een goede oude dag er voor hun uit? En hoe kunnen we hun leven zo plezierig mogelijk maken?”

Grote onderlinge verschillen
Ook blijkt er in het huidige onderzoek weinig oog voor de diversiteit onder oudere migranten, hoewel eerder onderzoek aantoont dat de verschillen tussen en binnen migrantengroepen relatief groot zijn. Dit beeld werd bevestigd in de acht focusgroepen die Leyden Academy in 2018 organiseerde onder ouderen van Westerse, Surinaamse, Antilliaanse, Indonesische, Turkse en Marokkaanse afkomst. Lindenberg: “Een Surinaamse oudere heer kan meer gemeen hebben met zijn buurman die in Nederland is geboren, dan met een leeftijdsgenoot met Turkse wortels. Toch zien we dat groepen ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond nog vaak in dezelfde onderzoeken worden samengenomen. Er is meer verklarend onderzoek nodig dat verder gaat dan herkomstland en sociaaleconomische status.”

Het artikel ‘Gezondheid en welbevinden van oudere migranten in Nederland: Een narratieve literatuurstudie’ door Nina Conkova en Jolanda Lindenberg is op 12 november jl. online gepubliceerd en verschijnt in december 2018 in de speciale uitgave ‘Gezondheid, zorggebruik en sociaal welbevinden van oudere migranten in Nederland’ van het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie: https://link.springer.com/article/10.1007/s12439-018-0268-2

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via e-mail of tel. (071) 524 0960.

Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten

Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten

In Nederland neemt het aantal ouderen met een migratieachtergrond snel toe. Vanwege culturele, sociaaleconomische en demografische verschillen in vergelijking met ouderen zonder een migratieachtergrond, hebben zij specifieke zorgvragen, evenals behoeften aan nieuwe welzijnsinterventies en -voorzieningen.

In dit kader zal op dinsdag 19 februari 2019 bij Leyden Academy het IMISCOE-congres ‘Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten’ plaatsvinden. Het congres staat in het teken van kennisuitwisseling tussen onderzoekers en professionals en beleidsmakers in zorg en welzijn. De onderzoekers gaan graag in discussie over praktische toepassingen van recent onderzoek naar lokale aspecten van zorg voor oudere migranten (ochtend), waaronder wijkgericht werken en mantelzorg, en aspecten van sociaal welbevinden (middag), waaronder eenzaamheid, sociale participatie en transnationale relaties. Ook is er volop ruimte voor het aandragen van suggesties voor vervolgonderzoek en om de verbinding tussen onderzoek en praktijk verder te versterken. Klik hier voor het volledige programmaDe voertaal van het congres is Engels.

Organisatie
Nina Conkova (Leyden Academy on Vitality and Ageing)
Tineke Fokkema (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut/Erasmus Universiteit Rotterdam)
Roos Pijpers (Radboud Universiteit Nijmegen)
Eva Soom Ammann (Hogeschool Bern, Zwitserland)

Aanmelden
Deelname is gratis. Wilt u het congres bijwonen, meld u zich dan aan bij Jacqueline Leijs via e-mail: leijs@leydenacademy.nl of tel. (071) 524 0960.

 

Ouder worden met een migratieachtergrond

Een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond; in 2022 waren 960.000 55 jaar of ouder. De verwachting is dat in 2040 een derde van de Nederlandse inwoners een migratieachtergrond heeft. De aantallen van mensen die buiten Europa zijn geboren en op leeftijd zijn groeien met name. Binnen migrantengroepen is er ook een groeiende diversiteit; oudere migranten komen uit meer dan 250 regio’s met vele diverse achtergronden (taal, normen en waarden, geloof, sociaaleconomisch status etc.). In 2022 waren er maar liefst twintig herkomstgroepen met meer dan 10.000 oudere migranten, waaronder migranten uit Afghanistan, Duitsland, huidige Indonesië, Italië, Marokko, Polen, Suriname, Syrië, Turkije en Yugoslavia.

Aandacht voor sociaal welbevinden
Door deze ontwikkelingen komen ouderen met een migratieachtergrond steeds meer in het vizier van beleidsmakers en onderzoekers. Echter, uit ons literatuuronderzoek, waarover in december 2018 is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, blijkt dat studies zich vooral richten op gezondheid, zoals zorggebruik en -kwaliteit. We vullen deze studies aan met een bredere sociaal-maatschappelijke benaderingswijze. Net als ouderen die in Nederland geboren zijn, krijgen oudere migranten vooral te maken met chronische ziekten waarmee ze langdurig leven. Kwaliteit van leven en welzijn worden belangrijker. Voor medewerkers in zorg en welzijn is dit een grote uitdaging: een andere taal, laaggeletterdheid (die overigens ook rond de 30% ligt onder ouderen die in Nederland geboren zijn) en andere verwachtingen ten opzichte van de beroepskracht. Centrale vragen die we daarin stellen zijn: hoe kunnen we het leven van ouderen met een migratieachtergrond zo prettig mogelijk maken? Welke wensen en verlangens hebben zij naast of met hun ziekte? Wat betekent een goede oude dag voor hen?

In gesprek met oudere migranten
Om deze vragen te kunnen beantwoorden hebben we eerst groepsgesprekken met ouderen met een migratieachtergrond gevoerd. Thema’s die besproken werden omvatten zienswijzen van ouderdom, de ervaring van ouder worden, sociale netwerken, familie, land van herkomst en leefomgeving. Drie hoofdconclusies uit dit onderzoek:

  1. Oudere migranten lijken het ouder worden in Nederland positiever te ervaren dan vaak wordt aangenomen.
  2. Er is een grote diversiteit tussen en binnen migrantengroepen.
  3. Er zijn drie gemeenschappelijke wensen voor de oude dag: gezond, onafhankelijk en betrokken zijn; en een aantal specifieke wensen per groep zoals reizen, rust en voorzieningen voor sociale activiteiten.

In het vervolg op dit literatuuronderzoek zijn verschillende projecten ontwikkeld die zich richten op het welbevinden en de sociale relaties van ouderen. Samen met 37 partners werken we samen in een groot onderzoeksproject Dillemas of Diversity (DiDi) waarin we de komende jaren onderzoeken hoe diversiteitsbeleid van invloed is op diversiteit in de praktijk in de publieke ruimte. Ook kijken we andersom, hoe kan de praktijk diversiteitsbeleid nauwer voeden, zodat er ruimte komt voor diversiteit?

Op 1 november 2022 organiseerden we samen met het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut de bijeenkomst ‘Mythen en realiteit: Verleden, heden en toekomst van onderzoek en praktijk rondom oudere migranten’ voor onderzoekers, professionals en vrijwilligers van betrokken zorg- en welzijnsorganisaties, oudere migranten en beleidsmedewerkers. Het doel van deze bijeenkomst was om kritisch in te gaan op wat leeft onder oudere migranten nu, hoe dit beeld anders is dan de jaren daarvoor, en wat in de nabije toekomst nodig is om voor een significante verbetering in het leven van oudere migranten te zorgen. De bijeenkomst was een eerste aanzet om verder in gesprek te gaan over de diversiteit onder ouderen met een migratieachtergrond en hoe we hier in de praktijk mee om kunnen gaan. Klik hier voor meer informatie over deze bijeenkomst.

Diverse publicaties
De resultaten en conclusies van dit onderzoek zijn beschreven in een aantal studies:

  1. ‘Stereotiepe benadering van migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit in de praktijk’, juli 2021
  2. ‘The experience of aging and perceptions of “aging well” among older migrants in the Netherlands’, The Gerontologist, oktober 2019 (klik hier voor het persbericht)
  3. Onderzoeksverslag ‘Ouder worden in Nederland: ervaringen en een kijk op een goede oude dag onder ouderen met een migratieachtergrond‘, september 2019

Heeft u vragen, suggesties of wilt u op de hoogte worden gehouden van dit onderzoek, neem dan contact op met Nina Conkova.