Bijeenkomst ‘Eenzaamheid: bijproduct van migratie?’

Bijeenkomst ‘Eenzaamheid: bijproduct van migratie?’

Tijdens de landelijke Week tegen Eenzaamheid van 30 september tot en met 7 oktober jl., organiseerde Coalitie Erbij op dinsdag 5 oktober de bijeenkomst ‘Eenzaamheid: bijproduct van migratie?’. Nina Conkova was één van de sprekers tijdens deze bijeenkomst die mede werd georganiseerd door IDEM Rotterdam, Netwerk NOOM, Samen Kerk In Nederland (SKIN), Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) en Sol.

Nina’s bijdrage ging over de beeldvorming rondom oudere migranten en vereenzaming. Zij liet zien dat er veel stereotype beelden bestaan ten aanzien van oudere mensen met een migratieachtergrond. Zij worden vaak ook gecategoriseerd naar westers of niet-westers, of naar de reden waarom zij naar Nederland zijn gekomen. “Door al die manieren van categoriseren komen deze mensen op een hoop terecht, terwijl hun verhaal en behoeften afhankelijk zijn van de persoon zelf en niet van de groep waartoe ze zouden behoren.” (Lees ook: ‘Stereotiepe benadering van migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit in de praktijk’, juli 2021)

U vindt het verslag van deze bijeenkomst op de website van IDEM Rotterdam. Het artikel is geschreven door Wilke Martens, de foto’s zijn van Tom Pilzecker.

Leyden Academy heeft zich aangesloten bij de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid.

Verhalen van oudere migranten

Er bestaan in onze maatschappij veel vooroordelen over ouderen met een migratieachtergrond. Ten onrechte, want deze ‘groep’ is heel divers en omvat ouderen uit talloze landen van herkomst. En ook binnen groepen ouderen met een gedeelde herkomst zijn de onderlinge verschillen groot. Vaak blijft onderbelicht dat veel van deze ouderen een betekenisvolle maatschappelijke bijdrage leveren en veel veerkracht bezitten. In het project ‘Verhalen van oudere migranten’ willen we de beeldvorming van oudere migranten positief beïnvloeden aan de hand van een reeks persoonlijke portretten waarin de verscheidenheid en (veer)kracht van deze mensen tot uiting komt.

Media-analyse
We zijn gestart met een verkennend onderzoek naar de beeldvorming van ouderen met een migratieachtergrond in de media. We analyseerden de artikelen van de vijf grootste Nederlandse dagbladen in de periode 1991-2021. Hieruit komt een beperkt, eenzijdig en overwegend negatief beeld naar voren. Zo wordt bijna uitsluitend geschreven over ouderen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond en gaan veruit de meeste artikelen over onderwerpen die samenhangen met kwetsbaarheid zoals zorg, ziekte, armoede en taalachterstand. De bevindingen van de media-analyse zijn beknopt samengevat in deze infographic (augustus 2021).

“We worden als samenleving niet alleen ouder maar ook steeds diverser. Toch worden de verschillen in categorieën gevangen. Het is eigenlijk heel gek, want zorg is steeds meer persoonsgericht. Maar als het gaat over ouderen met een migratieachtergrond dan gaan we toch weer in hokjes denken.” Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie

Verhalenbundel en podcasts
We hebben de persoonlijke verhalen van ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond opgehaald. Uit deze verhalen komt een divers beeld naar voren in levenslopen, levenservaringen en een verscheidenheid aan invulling aan het ouder worden in Nederland. De prachtige portretten, in beeld en tekst, zijn gebundeld in het inspiratieboek ‘Veerkracht uit liefde: verhalen van oudere migranten’. Een vijftal verhalen zijn ook opgenomen in de podcastserie ‘Mijn leven daar en hier’ in De Luistermap (zie de links hieronder). Ontmoet Paul uit de Verenigde Staten, Viktoria uit Roemenië, Müslüm uit Turkije, Lisa uit Indonesië en Guillaume uit Suriname. Zij gunnen ons een kijkje in hun wereld en achtergrond. Ervaar – en herken wellicht – hoe ze hun weg vinden, het goede waarderen en moeilijke momenten overwinnen.

 

  • Paul is 79 jaar geleden geboren in de Verenigde Staten. Sinds 1975 woont hij in Nederland. Zijn vrouw is op jonge leeftijd overleden en liet hem achter met twee jonge kinderen. Welke keuzes heeft hij gemaakt en hoe bepaalde dit zijn leven? Hoe is hij zijn depressie te boven gekomen en op welke manier draagt hij zijn steentje bij en blijft hij zichzelf prikkelen?
  • Viktoria is 73 jaar geleden geboren en getogen in Roemenië, waar ze gelukkig woonde tot haar man plotseling overleed. Haar leven stond op zijn kop. Viktoria moest ineens alleen voor haar kinderen zorgen en besloot om naar Nederland te emigreren. Wat heeft ze meegemaakt en hoe wist ze haar weg te vinden?
  • Müslüm woont sinds de jaren 90 in Nederland, spreekt de Nederlandse taal en is buurtteammedewerker. Hij is 55 jaar geleden geboren in Turkije, waar hij zich al lang onveilig voelde. Waarom kreeg Müslüm het gevoel dat hij weg moet gaan? Wat vindt hij belangrijk in zijn leven?
  • Lisa is 57 jaar geleden geboren in Indonesië, waar ze met haar familie woonde en gelukkig getrouwd was. Maar op een dag veranderde alles. Wat gebeurde er toen en hoe is Lisa in Nederland terechtgekomen? Waar vindt ze de kracht om moeilijke keuzes te maken en het beste van de situatie te maken?
  • Guillaume is 87 jaar geleden in Suriname geboren. In Nederland kennen mensen hem als een dichter. Was hij in Suriname gebleven dan had hij nooit een dichter geworden. Suriname heeft Guillaume heel weinig gebracht, hij woonde daar in armoede met geen zicht op verbetering. Wat heeft Guillaume meegemaakt en hoe heeft hij zijn lot weten te verbeteren?

Dit project wordt ondersteund door Jo Visser fonds en stichting Hofje Codde en Van Beresteyn.

Neem voor meer informatie contact op met Nina Conkova.

Interview: ‘Stereotype benadering migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit’

Interview: ‘Stereotype benadering migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit’

De specifieke culturele achtergrond van ouderen met een migratieachtergrond blijkt niet bepalend te zijn voor hun zorgwensen en -behoeften. De onderlinge diversiteit is groot, waardoor wensen en behoeften heel persoonlijk zijn en mede afhangen van hoe iemand in Nederland heeft geleefd. Ook ervaren migrantenouderen problemen rondom het verkrijgen van formele basiszorg en de kwaliteit daarvan. Nina Conkova (Leyden Academy) en Marina Jonkers (Kenniscentrum Zorginnovatie, Hogeschool Rotterdam) gingen erover in gesprek met Movisie, kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken.

Ieder mens is anders
Het eenzijdige stereotype beeld van oudere migranten – waar ook nog steeds beleid op wordt gemaakt – klopt niet, stellen de onderzoekers. Dit geldt ook voor de ouderenzorg, waar nog vaak wordt aangenomen dat cultuurspecifieke voorzieningen veel beter zijn voor ouderen met een migratieachtergrond, omdat zo meer rekening zou worden gehouden met hun specifieke wensen en behoeften. Nina: “Wij zagen daarentegen dat er te veel wordt uitgegaan van uniformiteit en stereotype aannames, terwijl de groep ouderen heel divers is. Dat leidt vervolgens weer tot onrealistische verwachtingen over specifieke zorg voor vader of moeder, die er niet is. Het blijft gewoon een Nederlandse setting met een paar cultuurspecifieke aanpassingen, zoals halal eten of een ruimte die anders is ingericht. En dat werkt niet. Het gaat om persoonlijke aandacht en maatwerk. Ieder mens is anders.”

Sushi in het verpleeghuis
Het artikel wordt geïllustreerd door sprekende voorbeelden en treffende uitspraken. Zoals de Marokkaanse moslim die aangaf dat hij later in een verpleeghuis graag zijn religieuze gewoontes wil kunnen blijven uitvoeren, maar ook graag sushi zou willen eten. Of de Turkse meneer met dementie die een cultuurspecifieke dagbesteding bezocht waar mensen werden ingedeeld in groepen naar nationaliteit. De man werd ingedeeld bij de Turkse groep, maar ging steeds aan de wandel naar de in Nederland geboren ouderen. Meneer bleek eigenaar van een nachtclub te zijn geweest en had altijd in de horeca geleefd, tussen de Rotterdammers. Een wijze les voor de coördinator van de dagbesteding, die voortaan doorvraagt bij de intake naar hoe iemands leven eruit heeft gezien en wat iemand prettig vindt.

Lees het volledige artikel ‘Stereotype benadering van migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit in de praktijk’ van 8 juli 2021 op de website van Movisie.

Nina Conkova: “Eenzaamheid is een bijproduct van migratie”

 

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Nina Conkova over haar onderzoek naar het welbevinden van oudere mensen met een migratie-achtergrond en haar persoonlijke drijfveren.

Nina, je doet bij Leyden Academy vooral onderzoek naar migranten ouderen. Kun je iets vertellen over deze doelgroep?
“De groep ouderen met een migratieachtergrond is heel divers. Als we het over oudere migranten hebben, hebben mensen vaak snel de associatie met ouderen met een ‘niet-westerse’ achtergrond, met name ouderen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst. Maar de grootste groep migrantenouderen in Nederland is eigenlijk van Duitse origine. En er zijn ook veel ouderen uit andere niet-westerse landen, denk aan Chinezen en vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Er zijn ook nog mensen uit de zogenoemde MOE landen (Midden- en Oost-Europa). Ze komen vaak op jongere leeftijd naar Nederland, maar ze worden allemaal hier ouder. We moeten ook niet vergeten dat er grote verschillen zijn binnen de groepen. Om een voorbeeld te geven: binnen de Turkse groep vind je ten minste vier etnische achtergronden – etnische Turken, Koerden, Zazas en Bulgaarse Turken – en twee religieuze stromingen – Soennieten en Alevieten. Uit eigen onderzoek weten we dat er ook binnen die al groepen verschillen zijn in hoe mensen het ouder worden ervaren. Het is daarom altijd belangrijk om mensen niet over één kam te scheren en klakkeloos aan te nemen dat iemands (migratie)achtergrond de identiteit bepaalt.”

Kun je voorbeelden geven van onderzoeksprojecten waarbij je betrokken bent?
“Ons werk rondom oudere migranten is bijna net zo divers als de groep zelf. We zijn druk bezig met onderzoeken, de ontwikkeling van maatschappelijke projecten en we geven ook onderwijs. We benaderen ook verschillende onderwerpen: van de ervaring van het ouder worden, via eenzaamheid tot zorg. Een interessant project dat we vorig jaar in samenwerking met Attifa in Utrecht uitvoerden, ging over het verbeteren van de digitale vaardigheden van dames met een Marokkaanse achtergrond. We hebben heel veel geleerd van dit project maar wat nog belangrijker is, is dat deze cursus veel van de deelnemers heeft geholpen om zelfstandiger te worden. Attifa heeft de cursus dit jaar zelf voortgezet met oudere heren. We zijn blij en trots op alle deelnemers!”

Waarom heeft dit onderzoeksthema jouw persoonlijke interesse?
“Dat is niet moeilijk te raden… Ik ben zelf van Bulgaarse afkomst en zal oud worden in Nederland. Ik ben nieuwsgierig en wil nu al weten wat me te wachten staat. Niet voor niets blijf ik mij bijvoorbeeld bezig houden met ouderen uit andere Europese landen. Uit onderzoek weten we dat zij zich, ondanks hun kleinere culturele afstand tot de Nederlandse samenleving, relatief eenzaam voelen. Dit is gewoon een bijproduct van migratie: je sociale netwerk wordt verstoord, je familie is er vaak niet bij. Ik ben op zoek naar oplossingen voor deze (en andere) problemen, want net als alle andere mensen wil ik hier in Nederland graag een goede oude dag hebben.”

Lees ook Nina’s blogs Hier is de dokter beter dan in Marokko en Digitale inhaalslag: de ervaring van migrantenouderen

Hoe ervaren ouderen met een Marokkaanse achtergrond de coronatijd?

Hoe ervaren ouderen met een Marokkaanse achtergrond de coronatijd?

Het gemis van een praatje in de moskee of het theehuis, zorgen over de familie in Marokko, over waar je begraven zou worden, het Nederlandse nieuws dat moeilijk te volgen is…

Door de specifieke woon- en leefsituatie van migrantenouderen kunnen de gevolgen van het coronavirus en de genomen maatregelen anders, en in sommige opzichten ernstiger, zijn dan voor ouderen die in Nederland zijn geboren. Dit geldt zeker ook voor Marokkaanse migrantenouderen.

Onderzoekers Nina Conkova, Samya Harroui en Tineke Fokkema gingen in gesprek met 17 thuiswonende ouderen (60+) met een Marokkaanse achtergrond in Leiden en schreven over hun bevindingen in Geron, tijdschrift over ouder worden & samenleving.

Lees hier hoe ouderen met een Marokkaanse achtergrond de coronatijd ervaren.

Coronamaatregelen vergroten kans op eenzaamheid migrantenouderen

Coronamaatregelen vergroten kans op eenzaamheid migrantenouderen

Van de talloze spontane, hartverwarmende initiatieven voor oudere mensen tijdens de coronacrisis, is er maar een handjevol gericht op ouderen met een migratieachtergrond. Terwijl dit een kwetsbare groep is die relatief hard wordt geraakt door de maatregelen, zo betogen Tineke Fokkema en Nina Conkova in vakblad Sociale Vraagstukken. Zij onderscheiden vijf factoren waarom de gevolgen van de corona-uitbraak en de genomen maatregelen om deze te beteugelen, anders voor hen uitpakken dan voor ouderen die in Nederland zijn geboren.

Dr. Nina Conkova is senior onderzoeker bij Leyden Academy on Vitality and Ageing. Tineke Fokkema is senior onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut en bijzonder hoogleraar ‘Ageing, Families and Migration’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

U kunt het artikel in Sociale Vraagstukken hier lezen.

“De oudere migrant bestaat niet”

“De oudere migrant bestaat niet”

Leiden, 17 oktober 2019 – Hoe ervaren ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond het ouder worden in Nederland? Er blijken grote verschillen te zijn tussen én binnen groepen oudere migranten, en deze verschillen zijn niet alleen te begrijpen vanuit de etnische achtergrond. Dit concluderen onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing op basis van kwalitatief onderzoek. Zij pleiten dan ook voor een persoonsgerichte, cultuursensitieve benadering. De bevindingen worden beschreven in het artikel ‘The Experience of Aging and Perceptions of “Aging Well” Among Older Migrants in the Netherlands’ dat deze maand verschijnt in de speciale uitgave ‘Immigration and Aging’ van wetenschappelijk tijdschrift The Gerontologist.

Acht focusgroepen
In wetenschappelijk onderzoek naar oudere migranten ligt de nadruk vooral op thema’s als gezondheid en zorggebruik. Hun sociaal welbevinden blijft nog onderbelicht, zo concludeerden de auteurs vorig jaar in een literatuurstudie. Maar hoe zien deze mensen een goede oude dag? Om deze vraag te beantwoorden, zijn in het voorjaar van 2018 acht groepsgesprekken gehouden met ouderen met een Nederlands-Indische en Molukse, Europese, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Bij de laatste twee groepen zijn aparte gesprekken gehouden met mannen en vrouwen. De deelnemers waren relatief gezonde, zelfstandig wonende ouderen in de leeftijd van 54 tot 88 jaar oud. Het betrof open gesprekken; wel kwamen vaste thema’s aan bod zoals het ouder worden, dagelijkse activiteiten, sociale contacten, de leefomgeving en zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid.

Positiever beeld
Uit de groepsgesprekken concluderen de onderzoekers dat oudere migranten positiever zijn over het ouder worden in Nederland dan je zou verwachten vanuit de (wetenschappelijke) literatuur. Over het algemeen gaven de deelnemers aan behoorlijk tevreden te zijn met hun leven, vooral wat betreft hun fysieke en sociale leefomgeving en sociale voorzieningen, zoals de kwaliteit van de gezondheidszorg. Zo legden twee Marokkaanse heren uit dat in Nederland “de arts beter is”, dat “het veilig is” en dat “het een vrij land is waar niets moet”. Door alle groepen heen bestaat de wens om gezond, onafhankelijk en sociaal betrokken te blijven. Er zijn ook negatieve aspecten genoemd van het ouder worden, waarbij er verschillen zijn te onderscheiden per groep. Zo maken Turkse ouderen zich wat meer zorgen over wie er voor hen zal zorgen als zij kwetsbaarder worden, en wat zij hierin van de overheid mogen verwachten. Ouderen met een Surinaamse, Nederlands-Indische en Molukse achtergrond noemen in dit kader hun afnemende gezondheid. Onderzoeker dr. Nina Conkova: “Misschien is het dominante beeld van ouderen met een migratie-achtergrond wel gekleurd door problematisering van de eerste generatie migranten. Het wordt tijd dat we dit beeld bijstellen en niet alleen kijken naar ziekte en zorg, maar ook naar het ouder worden in meer algemene zin. Laten we de kennis en talenten van deze mensen meer laten zien en aanspreken.”

Naar een cultuursensitieve benadering
Het onderzoek laat zien dat er grote verschillen zijn in hoe het ouder worden wordt ervaren tussen én binnen de groepen oudere migranten en dat deze verschillen niet alleen te begrijpen zijn vanuit de etnische achtergrond. Het generaliseren van problemen en benaderingen doet geen recht aan deze diversiteit, vindt Conkova: “Net zomin als ‘de oudere’ bestaat, bestaat de ‘oudere migrant’. Vergelijkbaar met ouderen die in Nederland zijn geboren, zijn er binnen de groepen ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond grote verschillen in opleiding, inkomen en kennis van het Nederlandse systeem en beleid. Maar ook op basis van hun persoonlijke migratiegeschiedenis en taalvaardigheden.”

Gezien deze bevindingen en de toenemende diversiteit onder ouderen in het algemeen, is het belangrijk om groepen niet over één kam te scheren en in zorg en welzijn vooral in te zetten op een persoonsgerichte, cultuursensitieve benadering. Conkova: “In deze benadering is er ruimte voor de wensen en behoeftes van elk individu en voor de individuele beleving van en betekenisgeving aan iemands (migratie)achtergrond, zonder klakkeloos aan te nemen dat deze de identiteit bepaalt.”

Het artikel The Experience of Aging and Perceptions of “Aging Well” Among Older Migrants in the Netherlands door Nina Conkova en Jolanda Lindenberg is op 30 september jl. online gepubliceerd en verschijnt in de speciale uitgave ‘Immigration and Aging’ van wetenschappelijk tijdschrift The Gerontologist.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 / tel. (06) 3461 4817 of via e-mail.

EL alumnibijeenkomst cultuursensitieve zorg: “In het Wereldhuis is altijd wel wat te vieren”

EL alumnibijeenkomst cultuursensitieve zorg: “In het Wereldhuis is altijd wel wat te vieren”

Hoe ziet een goede oude dag eruit voor iemand die niet in Nederland is geboren? Hoe kunnen we in zorg en welzijn optimaal inspelen op hun wensen en behoeften? Interessante en relevante vragen, want Nederland wordt steeds diverser en dit geldt ook voor onze ouderen. Op maandag 7 oktober jl. gingen we erover in gesprek tijdens de jaarlijkse alumnibijeenkomst van de executive leergang Veroudering en Gezondheidszorg.

Scheer groepen niet over één kam
Jolanda Lindenberg en Nina Conkova van Leyden Academy zetten eerst uiteen wat (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek ons leert over oudere migranten. Wat weten we over goede zorg voor deze mensen en hoe kijken zij naar het ouder worden in Nederland? Lindenberg en Conkova vertelden onder meer over hun eigen onderzoek naar het welbevinden van ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond en de uitkomsten van acht focusgroepen in 2018 met ouderen met een Nederlands-Indische en Molukse, Europese, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Een belangrijke conclusie is dat ‘dé oudere migrant’ niet bestaat: er zijn grote verschillen in de beleving van het ouder worden tussen, en zeker ook binnen deze groepen. Verschillen die niet zomaar te verklaren zijn door de etnische achtergrond. De aanbeveling van Lindenberg en Conkova: scheer groepen oudere migranten niet over één kam en kies in plaats daarvan voor een cultuursensitieve, persoonsgerichte benadering. Zoals die onder meer in de verpleeghuiszorg wordt toegepast in het experiment Leefplezierplan voor de zorg.

Eenheid in verscheidenheid
Na de theorie, was het aan Jan Kees Metz om de vertaalslag naar de praktijk te maken. Metz is als directeur bij Zorggroep Elde Maasduinen onder meer verantwoordelijk voor het Wereldhuis (voorheen Şefkat) in Boxtel waarover NRC Handelsblad onlangs berichtte. Deze video geeft ook een goed beeld van het Wereldhuis, dat in 1972 is opgericht voor paters en zusters die veelal vanuit missiewerk over de hele wereld “terugkeerden als vreemden in hun eigen land”. Vanuit die oorsprong is de filosofie ontstaan van ‘eenheid in verscheidenheid’, met ruimte voor ieders levensgewoonten en religieuze beleving. Het Wereldhuis is in de huidige vorm in 2017 opgericht en biedt een thuis aan 124 mensen, met onder meer afdelingen voor bewoners uit de voormalige koloniën en mensen met een migratieachtergrond uit bijvoorbeeld Turkije, Marokko en Irak. De samenstelling van het huis wordt weerspiegeld in het team, bestaande uit verpleegkundigen en verzorgenden met diverse culturele achtergronden. “Er zijn geen tolken meer nodig”, aldus Metz. Het team is hecht en zeer gemotiveerd, het personeelsverloop is laag.

Vrij bewegen binnen leefcirkels
Hoewel het Wereldhuis afdelingen heeft die specifiek op bepaalde doelgroepen zijn gericht, worden bewoners gestimuleerd om elkaar te ontmoeten. Zo doet iedereen gezellig mee met de tai chi en er is altijd wel wat te vieren, of het nu Suikerfeest, Lichtjesfeest of Carnaval is. Binnen persoonlijke ‘leefcirkels’, begrensd door slimme technologie, kan elke bewoner zich vrij bewegen binnen en buiten het Wereldhuis. Dit geeft een leuke dynamiek en soms ook bijzondere contacten, zoals tussen Algerijnse bewoners en oudere missiezusters, die Frans met elkaar spreken. Jan Kees Metz vertelde ook eerlijk over de knelpunten. Zo was het in het begin een uitdaging om voldoende aanwas te krijgen, om zo de business case rond te krijgen. Ook kost de intake van nieuwe bewoners van Marokkaanse en Turkse afkomst relatief veel tijd: het vergt vaak meerdere afspraken, dagjes meelopen en sfeer proeven, voordat de familie moeder of vader aan de zorg van het Wereldhuis toevertrouwt. Ze hebben vaak ook langer met deze stap gewacht. Metz: “Deze mensen komen eigenlijk altijd te laat binnen”.

Na afloop van de presentaties en tijdens de afsluitende borrel was er alle ruimte om met elkaar over het onderwerp van gedachten te wisselen.

De volgende editie van de executive leergang gaat van start op 9 januari 2020. Voor meer informatie en inschrijving kunt u hier terecht.

Sociale verbondenheid van oudere migranten

In gesprek over eenzaamheid en het dagelijkse leven, samen dansen, zingen of knutselen: “Van alleen thuis zitten wordt je ziek”

Bepaalde groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, blijken minder betrokken bij de samenleving en voelen zich gemiddeld eenzamer dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Bekende risicofactoren zijn een lage gezondheids- en sociaaleconomische status, gebrek aan Nederlandse taalvaardigheden en een minder actieve sociale participatie. Daarentegen werken sociale steun en inbedding in de eigen gemeenschappen juist weer positief voor mensen met een migratieachtergrond. In de praktijk blijkt dat het loszien van (sociale) eenzaamheid van andere sociaal-maatschappelijke problemen onmogelijk is. Een positieve benadering hiervan is echter noodzakelijk. Naast het begrijpen van eenzaamheid richten we ons op het begrijpen van verbondenheid, om zo te kunnen achterhalen hoe we kunnen bijdragen aan het welbevinden van oudere migranten.

Samen tegen eenzaamheid
In dit project, dat mede mogelijk is gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn, zijn we samen met vrouwen van Arabische achtergrond in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht op zoek gegaan naar een geschikte interventie tegen eenzaamheid. Met de betrokken activiteitbegeleiders van onze partnerorganisaties Stichting Al-Amal en Stichting Dock, en de deelnemers zelf zijn in 2021 coronaproof activiteiten ontwikkeld. Denk aan picknicken, koken en foto’s maken in de buurt. Tijdens de activiteiten zijn onderwerpen als eenzaamheid, verbinding en samenzijn op een informele manier aan bod gekomen. Door middel van participerende observaties zijn we op zoek gegaan naar werkzame elementen en eventuele verandering in de gevoelens van eenzaamheid. Naast gevoelens van blijdschap en geluk, gaven de deelnemers aan dat nieuwe vriendschappen ontstonden, dat ze een luisterend oor vonden, nieuwe vaardigheden leerden en de weg ‘naar buiten’ vonden. De twee groepen continueren hun activiteiten en één van de groepen is zelfsturend. Dit project wijst uit dat samenkomen op een participatieve wijze verbinding creëert en een basis legt voor het versterken van sociaal kapitaal. Naar aanleiding van het participatief onderzoek en het uitdiepen van het proces van het verstreken van talenten van vrouwen met een migratieachtergrond ontwikkelden we samen met onze partners Stichting Al-Amal en Stichting Dock het vervolgproject ‘Het domino-effect’.

Het domino-effect
Het doel van het domino-effectproject is om vrouwen met een migratieachtergrond in de wijk Overvecht in Utrecht te helpen om zich als trainer te ontwikkelen en om groepen op te zetten en te begeleiden. Door middel van tien inhoudelijke bijeenkomsten en twee excursies (mede mogelijk gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn) hebben zeventien vrouwen geleerd hoe ze deelnemers kunnen vinden en verbinden, reflecteerden ze op hun eigen achtergrond en spraken ze over intercultureel communiceren, netwerken in de buurt en weerstand. Na afloop van het project gaven de deelnemers het belang van geduld, begrip voor elkaar en doorzettingsvermogen aan. De zeventien nieuwe groepenbegeleiders groeien uit tot ambassadeurs van de wijk, die veerkrachtig zijn, die de talenten van vrouwen in een kwetsbare positie versterken en die bijdragen aan gemeenschapsvorming in de wijk. Met hun opgebouwde kennis, vaardigheden en sociale netwerken trekken zij potentiële deelnemers aan. Door dit train-de-vrijwilliger initiatief zijn negen groepen ontstaan die verbinding tussen vrouwen met een migratieachtergrond bevorderen.

“Als je geen geduld hebt, kan je niks volhouden” – deelnemer

Samen verder: Tegen eenzaamheid in co-creatie met migrantenouderen
Leyden Academy en Stichting RCOAK gebruiken de ervaringen die in Utrecht zijn opgedaan om ‘Samen tegen Eenzaamheid’ landelijk uit te rollen en op die manier meer mensen met een migratieachtergrond te bereiken en te verbinden met elkaar en hun omgeving. De verzamelde kennis en de succesvolle elementen zullen als basis dienen voor een handleiding ter ondersteuning van organisaties die zich richten op eenzaamheid onder migrantenouderen.

Dit project wordt in samenwerking met Stichting Al-Amal en Dock Utrecht naar aanleiding van eerder onderzoek van Leyden Academy (in samenwerking met Erasmus Universiteit Rotterdam en Xtra Welzijn) uitgevoerd. Het vervolgproject wordt ondersteund door Stichting RCOAK en Stichting Sluyterman van Loo.

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Nina Conkova.

Digitale vaardigheden van senioren met een Marokkaanse achtergrond

In 2019 hebben we Connect@Health georganiseerd. Dit project richt zich op het verbeteren van de online gezondheidsvaardigheden (eHealth) van Marokkaanse senioren. Om dit te bereiken is een innovatieve digitale leermethode ontwikkeld, gebaseerd op een eerdere trainingsmethode ontwikkeld door de Polytechnische Universiteit Madrid.

Achtergrond
Net als voor bank- of overheidszaken, moeten we steeds vaker het internet op als het gaat om onze gezondheid. Deze eHealth-toepassingen – zoals het online maken van een afspraak, apps die je conditie bijhouden of chatgesprekken met je huisarts – zijn mooie ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Helaas kan niet iedereen hiervan profiteren. Zo zijn veel online toepassingen of digitale trainingen moeilijk te volgen voor mensen met bijvoorbeeld laaggeletterdheid, beperkte gezondheidsvaardigheden of een taalbarrière. Uit onderzoek is gebleken dat senioren met een migratieachtergrond vaak achterblijven op de huidige digitale ontwikkelingen omdat ze kampen met een combinatie van bovengenoemde factoren (Milard et al. 2018).

Het onderzoek
Gezien het toenemende aantal ouderen met een Marokkaanse achtergrond (Fokkema en Conkova 2018) en hun vaak lagere sociaaleconomische positie en gezondheidssituatie (Schellingerhout 2004) ontwikkelden we voor én met senioren met een migratieachtergrond een geschikte computertraining. Hiervoor werkt Leyden Academy samen met Attifa, een zorgorganisatie voor oudere migranten in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht. De deelnemers aan het onderzoek (zowel mannen als vrouwen) waren allemaal bezoekers van de dagbesteding van Attifa en ouder dan 55 jaar. Eerst achterhaalden we in focusgroepen de huidige kennis en leerwensen van de senioren te inventariseren. Op basis hiervan ontwikkelde we een computertraining. De computertraining die tijdens dit project is ingezet, maakt gebruik van een geïndividualiseerde aanpak (de deelnemers volgen hun eigen snelheid en schema), zelf bestuurbaar audiovisueel materiaal en inhoud op basis van de behoeften en voorkeuren van de deelnemers. Hierbij wordt rekening gehouden met culturele aspecten, taal- en beeldgebruik en moeilijkheidsgraad. Ten slotte hielden we interviews om de training en opgedane vaardigheden te evalueren. Uit de evaluatie bleek dat de deelnemers het prettig vinden om op individueel tempo samen te leren. Met name de meer geletterde deelnemers hadden profijt van de training. Het Marokkaans Arabisch bleek achteraf niet de voorkeurstaal voor deze training. Liever hadden de vrouwen de training in het Nederlands gevolgd zodat ze ook Nederlands hadden kunnen leren.

Connect@Health wordt uitgevoerd in samenwerking met de Polytechnic Universiteit van Madrid, SERMAS en E-Seniors, en werd gefinancierd door EIT Health.

Lees ook de blog Digitale inhaalslag: de ervaring van migrantenouderen van Nina Conkova op de website van de Koepel Adviesraden Sociaal Domein (september 2020).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.