Marieke van der Waal: “We hoeven niet zelf het wiel uit te vinden”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Marieke van der Waal, directeur bij Leyden Academy, over het belang van internationale samenwerking.

Waarom eigenlijk die Engelse naam, Leyden Academy on Vitality and Ageing?
“We zijn een Nederlands kennisinstituut, opgericht in 2008 om antwoorden te helpen formuleren voor de vraagstukken die gepaard gaan met een bevolking die steeds langer leeft. Maar als Leyden Academy wilden we van meet af aan een internationaal knooppunt zijn van kennis en inzichten op dit terrein. Want Nederland is natuurlijk niet het enige land dat ‘vergrijst’: over de hele wereld wordt relevant onderzoek gedaan, vinden spannende projecten plaats en worden veelbelovende innovaties in de praktijk getest. We kunnen heel veel leren van universiteiten en instituten in het buitenland, en zij ook van ons. We hoeven niet altijd zelf het wiel uit te vinden.”

Hoe krijgen die internationale contacten vorm?
“We houden op veel verschillende manieren voeling met wat er in de wetenschappelijke wereld gebeurt. Allereerst door onze eigen warme contacten met hoogleraren en vakgenoten in het buitenland, en de onderzoeken en projecten die we samen oppakken, bijvoorbeeld in Europees verband binnen EIT Health. Ook is Leyden Academy gelieerd aan het International Longevity Centre (ILC), een krachtige wereldwijde federatie die zich net als Leyden Academy sterk maakt voor een gezonde leefstijl en vitaal oud worden. Ik ben zelf directeur van de Nederlandse tak van de ILC Global Alliance. Samen staan we zoveel sterker! Soms is dit netwerk ook heel praktisch van nut, zoals toen we laatst inspirerende voorbeelden zochten voor de publicatie Generaties over de grens.”

Hoe staat Nederland ervoor, in internationaal verband?
“Er valt in Nederland nog genoeg te doen, bijvoorbeeld in het verbeteren van de gezonde levensverwachting van de lager opgeleiden en mensen met een laag inkomen. Maar op veel vlakken hebben we het best goed voor elkaar. Dit blijkt onder meer uit het recente Aging Readiness and Competitiveness-rapport van de Amerikaanse seniorenorganisatie AARP over tien kleinere, innovatieve economieën, waaronder Nederland. Wij hebben hiervoor als Leyden Academy ook kennis aangeleverd. Daarnaast hebben we met hen gediscussieerd over ons gezondheidszorgsysteem. Tijdens het bezoek van de AARP deze zomer verzuchtte één van de Amerikaanse collega’s: ‘We wish we had your problems…’. Zij kijken bijvoorbeeld met bewondering naar de toegankelijkheid en betaalbaarheid van onze zorg en de kwaliteit van onze verpleeghuizen. We ontvangen ook regelmatig delegaties die hun licht komen opsteken in Nederland, zoals onlangs een groep bestuurders en ondernemers in de ouderenzorg uit Hangzhou, China (zie foto), een gezelschap Japanse onderzoekers en beleidsmedewerkers in augustus en een klas pre-medical studenten uit New York in juli. Wij gaan er zelf ook regelmatig op uit. Zo ga ik in november naar mijn collega’s in Japan om verder te praten over vrijwilligers in de zorg. Elk voorjaar organiseren wij een studiereis naar een Scandinavisch land vanuit de executive leergang Veroudering en Gezondheidszorg. En de Vitality Club, onze laagdrempelige beweegclub voor ouderen, is mede geïnspireerd op de wekelijkse bijeenkomsten van salsa-dansende ouderen in de Circulos de Abuelos in Cuba. Je kunt overal wel wat leren, zolang je je vizier naar buiten gericht houdt en je openstelt voor nieuwe ideeën.”