Uitproberen wat werkt

Cindy Klein Nijenhuis van zorgorganisatie Azora vertelt in dit voorbeeld over het belang van belevingsgericht werken en experimenteren:

“Er is een dementerende vrouw bij ons die helemaal niks wilde. Niet douchen, geen haren wassen, geen activiteiten. Van zorgtaken moest ze niets hebben. Ze was altijd een eenheid met haar man geweest, maar bij ons heel erg op zichzelf. Ze liep soms onrustig door de gangen, op zoek naar haar man.

We ontdekten dat ze vroeger hield van schilderen en dol is op dieren. Als team kijk je hoe je daarop in kunt spelen. Je probeert wel eens wat. Je biedt dingen aan. Je bespreekt de resultaten in het team en past de successen verder toe. Schilderen was voor haar geen succes! Maar dieren, daar loopt ze warm voor. Ze voert de mieren zelfs: als ze buiten zit te roken, strooit ze suiker op grond.

Door uit te proberen, kom je erachter wat werkt. Op een gegeven moment zat ze met een levensechte knuffelkat op schoot, die we haar hadden aangeboden. En begon ze te praten! Ze leefde op, je zag de liefde die ze in zich heeft opbloeien. Dus geven we haar de mogelijkheid om lekker te knuffelen. Ze wordt er rustiger van.

De buitenwereld kan een dergelijke actie zien als ‘liegen’, als mensen iets voorhouden. Maar het is voor ons als zorgverleners meegaan in de belevingswereld en kijken waar de behoefte ligt: zij wordt er rustig van, voelt zich beter. We proberen altijd belevingsgericht te werken; je gaat mee in haar veiligheid in plaats van haar terug te halen naar de realiteit. De realiteit geeft onrust, geeft verdriet. De families en naasten verlangen vaak naar die realiteit. Maar wij willen de persoon graag rust geven. Ze het gevoel geven dat er naar hun beleving wordt geluisterd, dat ze antwoord krijgen op de vragen die voor hen op dat moment relevant zijn.

Vroeger was deze vrouw waarschijnlijk aan de onrustmedicatie gezet. Nu we kleinschaliger wonen, is er meer tijd en ruimte om dit soort dingen uit te proberen. Ze wordt nu meer gezien, er wordt gekeken hoe we rust kunnen brengen in haar lijf en hoofd.

Ik vind deze verandering zo betekenisvol omdat deze dame over het algemeen alles afwimpelt, ze wil met niemand contact. Bij het uitvoeren van de zorgtaken ben je alleen maar ‘stom’, niks is goed. Maar tijdens zo’n moment, door het aaien van zo’n knuffel, gaat ze ‘open’. Eén keer ging ze al dansend richting het toilet, roepend ‘laten we de polonaise doen!’. Ik heb direct de iPad gepakt om het te filmen. Zodat iedereen kan zien dat ze loskwam.

Via deze weg bouwen we contact met haar op. Zo komt ze los, gaat ze met je in gesprek. Haar emotie raakt mij. Wat het met haar doet, je vindt een ingang, en het gesprek dat het creëert. Dat maakt mij als zorgverlener echt blij. Het geeft mij heel veel werkplezier.”