Joris Slaets: “Ik schrijf zelf het script van mijn pensioen”


In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Joris Slaets over zijn aanstaande pensionering, zijn opvolging en zijn betrokkenheid bij het project
Leefplezierplan voor de zorg.

Onlangs werd aangekondigd dat jij per 1 december a.s. als directeur-bestuurder van Leyden Academy het stokje zal overdragen aan professor Tineke Abma. Welke opdracht zie je voor haar weggelegd?
“Ik ben heel blij dat Tineke Abma Leyden Academy komt leiden. Zij heeft een indrukwekkende staat van dienst en heeft als rode draad in haar academische loopbaan het serieus nemen van de stem van individuele burger of patiënt. We zeggen vaak dat we dit doen, maar écht luisteren en rekening houden met de verschillen tussen mensen blijkt in de praktijk nog knap lastig. Het perspectief van de oudere mens als vertrekpunt nemen, zit ook diep verankerd in het dna van Leyden Academy. Dus dat sluit heel mooi aan. Daarnaast zal Tineke ongetwijfeld haar eigen accenten toevoegen aan de koers van het instituut, net zoals ik dit deed toen ik begin 2015 in de voetsporen trad van Rudi Westendorp. Dat maakt de Leyden Academy alleen maar sterker.”

Wat wil je gaan doen na je pensioen?
“Willen gaat over de toekomst en daar wil ik andere aspecten van wie ik graag wil zijn en wat ik graag wil doen ruimte geven. Al enkele jaren ben ik bezig om na te denken over de betekenis van mijn drukke en rijk gevulde beroepscarrière, zodat ik mij na het omslaan van die bladzijden vrij voel voor een nieuw hoofdstuk. Vooralsnog mag ik het script zelf schrijven en daar staan enkele prominente thema’s in: mijn belangrijke anderen en muziek. Niet voor niets zijn mijn echtgenote en ik vijf jaar geleden van Groningen naar Den Haag verhuisd, om dichter bij onze dochter en ons kleinkind te wonen, in een kleiner huis vlakbij de kust. Mijn werk stopt per 1 december, ik zal mij dan terugtrekken uit de professionele arena en ook geen voordrachten of colleges meer geven. Wel blijf ik nog even voor één dag in de week als onderzoeker betrokken bij het Leefplezierplan-project en zal ik nog enkele promovendi naar de eindstreep begeleiden. Ik heb het proces van pensionering heel bewust ingevuld en verlang niet naar het niets doen, maar naar de vrijheid om invulling te mogen geven aan wat komen gaat.”

Waarom blijf je nog bij de Leefplezierplan-projecten betrokken?
“In de ouderenzorg ligt van oudsher de nadruk op het voorkomen van narigheid. Pas de laatste jaren komt er meer aandacht voor leefplezier: wie is deze dame of heer, wat zijn belangrijke behoeften en verlangens, wie zijn voor deze persoon belangrijk? En hoe kunnen we hier in de zorg aan tegemoet komen? De kunst is om van eenmalige mooie voorbeelden van persoonsgerichte zorg, te komen tot een praktijk waarin leefplezier centraal staat en ook de maatstaf is voor de kwaliteit van zorg. We hebben hier in de afgelopen twee jaar mee geëxperimenteerd in een pilot-project, waarbij elf teams in de ouderenzorg met een ‘Leefplezierplan’ hebben gewerkt. De reacties waren heel enthousiast, van bewoners en hun naasten, maar zeker ook van de zorgmedewerkers. We zijn dan ook verschillende vervolgprojecten gestart. Zo laten we in het project Leefplezierplan op locatie in twee zorgorganisaties hele locaties volgens deze methodiek werken. In het project Narratieve verantwoording in de praktijk kijken we naar een nieuwe manier om de dagelijkse ervaringen van ouderen, zorgmedewerkers en belangrijke anderen beleidsrelevant te maken. Uiteindelijk is het doel om alle verpleeghuizen zo te laten werken dat het leefplezier van hun bewoners leidend is op de werkvloer, in het beleid en in de verantwoording van kwaliteit. Dat is een lang gekoesterde droom waaraan ik graag nog een bescheiden bijdrage wil blijven leveren.”