Samen tegen eenzaamheid

Eenzaamheid onder Turkse en Marokkaanse ouderen
Diverse studies laten relatief grote verschillen in eenzaamheid zien tussen senioren met en zonder migratieachtergrond. Cijfers uit de gezondheidsmonitoren van de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) laten zien dat eenzaamheid het vaakst voorkomt onder ouderen met een migratie-achtergrond. Terwijl in 2012 39% van de Nederlandse 65-plussers kampte met gevoelens van matige eenzaamheid, gaf 42% van de Surinaamse, 46% van de Marokkaanse en 48% van de Turkse ouderen aan matig eenzaam te zijn. Turkse 65-plussers zijn met 21% het vaakst (zeer) ernstig eenzaam, gevolgd door Marokkanen en Surinamers (18%). Eenzelfde patroon is zichtbaar in de meest recente dataverzameling, uit 2012-2014, van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) onder Turken en Marokkanen van 55 tot 65 jaar en hun in Nederland geboren leeftijdsgenoten. Van de Turkse en Marokkaanse LASA-respondenten is respectievelijk 54 en 58% matig eenzaam, tegenover 21% van de Nederlandse LASA-respondenten. Een op de vier Turkse 55-64 jarigen voelt zich ernstig eenzaam, terwijl dit geldt voor 12% van hun Marokkaanse en 4% van hun Nederlandse leeftijdsgenoten. De gemiddelde eenzaamheid onder vooral de Turkse ouderen is alarmerend hoog en verdient daarom speciale aandacht.

Sociale relaties
Enkele studies proberen het verschil in eenzaamheid tussen oudere migranten en niet-migranten, en tussen migrantengroepen onderling, te verklaren. Een constante bevinding is dat oudere migranten vooral een verhoogde kans op eenzaamheid hebben vanwege hun ongunstige situatie met betrekking tot bekende risicofactoren voor eenzaamheid, zoals gezondheid, sociaaleconomische status, en sociale participatie. Met uitzondering van gezondheid, lijkt dit tevens een verklaring te geven waarom Surinaamse ouderen minder vaak (ernstig) eenzaam zijn dan hun Marokkaanse en Turkse leeftijdsgenoten. Het biedt echter geen verklaring voor het verschil in eenzaamheid tussen Marokkanen en Turken, zij hebben immers een vergelijkbare migratiegeschiedenis en positie in de Nederlandse samenleving (mate van integratie, gezondheid, sociaaleconomische status). Kennelijk spelen bij Turkse ouderen andere factoren een rol, of spelen bekende factoren een zwaardere rol bij het ontwikkelen van eenzaamheidsgevoelens. Hierbij valt te denken aan andere ingewikkelde factoren als gevolg van de migratie (zoals heimwee, zorgen over de situatie in het land van herkomst, spanningen binnen het gezin rond de keuze ‘blijven, pendelen of terugkeren’), meer belang hechten aan het hebben van een partnerrelatie, onrealistisch hoge verwachtingen van de (klein)kinderen (bijvoorbeeld verwachtingen ten aanzien van contacten en steunuitwisseling), een meer pessimistische kijk op het leven, en een grotere gevoeligheid voor discriminatie en sociale uitsluiting. In dit project hebben we de sociale relaties en de verwachtingen van (klein)kinderen, als het verband met het herkomstland middels interviews met ouderen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond onderzocht.

Publicatie

  1. ‘Turkse en Marokkaanse ouderen in Nederland en België: een sociaal-demografisch profiel’, Gēron, 1 juni 2018

Heeft u vragen, neem dan contact op met Nina Conkova.

Archief 2018



Archief
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009