Inventarisatie medische opleidingen

Goed opgeleide artsen in de zorgvragen van de komende decennia zijn in ons aller belang. Leyden Academy heeft, mede financieel gesteund door ZonMw in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg, het initiatief genomen tot een inventarisatie van ouderengeneeskunde in de medische curricula. Het Raamplan 2009 met de eindtermen van de basisopleiding geneeskunde geeft een te summiere beschrijving van ouderengeneeskunde om gedegen onderwijs hierin te waarborgen. Dit is terug te zien in de voortgangstoetsen van studenten geneeskunde. Er is verspreid over de faculteiten goed onderwijs in ouderengeneeskunde, maar een compleet aanbod van theoretisch en praktisch onderwijs ontbreekt op de meeste faculteiten. Slechts op drie van de acht faculteiten is een hoogleraar ouderengeneeskunde in de tweede lijn. De werkgroep doet de volgende aanbevelingen:

Het raamplan dient te worden aangepast zodat alle studenten op gedegen wijze in de ouderengeneeskunde worden onderwezen, waarbij de begrippen in het hier opgestelde toetsingskader aan de orde moeten komen.

Alle studenten dienen in de bachelorfase theoretisch onderwijs over veroudering te krijgen en kennis te maken met de ouderengeneeskundige praktijk in een zorgstage. In de masterfase dienen zij bovendien te worden voorbereid op hun toekomstige praktijk door een verplicht coschap ouderengeneeskunde.

Om gedegen onderwijs in de ouderengeneeskunde op iedere faculteit te waarborgen dient op iedere faculteit een hoogleraar ouderengeneeskunde te worden aangesteld.

Voor een overzicht van de conclusies en aanbevelingen verwijzen wij u naar het rapport Inventarisatie ouderengeneeskunde in medische curricula en het rapport Gerontologische en geriatrische inhoud van verpleegkunde opleidingen in Nederland. In juli 2012 heeft Maastricht Universiteit onder leiding van prof.dr. J. Hamers een door ZonMw gefinancieerd onderzoek uitgebracht over de ouderenzorg in het middelbaar beroepsonderwijs (niveau 2 en 3). Hamers e.a. constateren dat de opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs te verschillend zijn en onvoldoende aansluiten op de – toekomstige – praktijk in de ouderenzorg.