Cultuursensitieve zorg

Zorg voor ouderen met een migratieachtergrond in Amsterdam: Een toekomstperspectief
In Amsterdam stijgt het aantal senioren met zorgbehoeften snel. Een groot deel van die groei vindt plaats onder ouderen met een migratieachtergrond. Deze groep senioren wordt niet alleen ouder en de zorg intensiever, maar ook steeds diverser. Met deze ontwikkelingen komen belangrijke vragen: Hoe groot zal de zorgvraag in de nabije toekomst zijn en hoe kunnen we tegemoet komen aan de diverse zorgwensen en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond?

Grote diversiteit
Op dit moment zijn er veel (cultuur)specifieke voorzieningen gericht op verschillende doelgroepen; denk bijvoorbeeld aan kleinschalig wonen voor senioren met een Surinaamse achtergrond of dagbestedingen voor senioren met een Turkse of Marokkaanse afkomst. Er zijn goede redenen (zoals taal en religie) die cultuurspecifieke zorg wenselijk maken. Uit onderzoek en gesprekken blijkt echter dat er allerlei knelpunten worden ervaren bij het voldoen aan verwachtingen, behoeften en wensen in deze cultuurspecifieke zorg. Bovendien zijn de wensen en behoeften van ouderen met een migrantenachtergrond net zo verschillend als die van ouderen die in Nederland zijn geboren. Ook binnen groepen uit hetzelfde herkomstland is er sprake van grote diversiteit, waarbij andere kenmerken (zoals opleiding en inkomen) een meer bepalende rol kunnen spelen.

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
We hebben de (toekomstige) zorgvraag onder Amsterdamse ouderen met een migratieachtergrond onderzocht aan de hand van registerdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hieruit blijkt dat in de toekomst de vraag naar langdurige zorg zal toenemen. De sterkste toename wordt verwacht in de vraag naar langdurige zorg in een mix van persoonlijk budget, vol pakket thuis en modulair pakket thuis. Ook zijn we in gesprek gegaan met 66 personen met een migratieachtergrond over hun ideeën over zorg, nu en in de toekomst. Ze geven aan het belangrijk te vinden dat de kwaliteit van de zorg goed is, bijvoorbeeld als het gaat om zorg-technisch handelen, schoonmaak en hygiëne en het aanbod van (divers) eten. Daarbij vinden ze het essentieel dat de zorg persoonsgericht is en relationeel wordt uitgevoerd. Er moet rekening gehouden worden met taal en ruimte zijn voor religie. In de toekomst willen zij zo lang als mogelijk zelfstandig, onafhankelijk thuis wonen. Als dat niet meer gaat, zijn de wensen divers: variërend van (betaalde) informele zorg tot thuiszorg tot een verblijf in een verpleeghuis.

Klik hier voor de complete rapportage van het onderzoek ‘Zorgvraag onder (toekomstige) ouderen met een migratieachtergrond – Een Amsterdamse toekomstverkenning’ (december 2021). Ook is een onderzoekssamenvatting en een publiekssamenvatting beschikbaar.

Interventie en kennisverspreiding
Na het onderzoek zijn we aan de slag gegaan om handvaten in de praktijk te ontwikkelen. Duidelijk is dat cultuursensitieve zorg, waarbij er over en weer bewustwording is over eigen aannames, wensen en behoeften en hier open over gecommuniceerd wordt, belangrijk is. De aanknopingspunten richten zich op organisatieniveau, maar ook op de praktijk. Op organisatieniveau is er een bestuurlijk advies beschikbaar en adviseren we te komen tot een ervaringsnetwerk, juist omdat er al veel kennis en ervaring is, lees hiertoe het advies ervaringen die er toe doen. Daarnaast is er een Turks vertaalboekje ‘Elkaar begrijpen helpt’ en een handzame overzicht voor de praktijk met pictogrammen en veelgebruikte zinnen (her)ontwikkeld samen met medewerkers, bewoners en naasten. Ten slotte is een bestaande training van Pharos gebruikt om een bewustwordingstraining voor medewerkers te geven over cultuursensitieve palliatieve zorg. Klik hier om naar de pagina met de handleiding en materialen te gaan.  We hopen dat hiermee de zorgverlening beter zal aansluiten in situaties waarin culturele verschillen een rol spelen, en dat de zorgkwaliteit en tevredenheid zullen toenemen.

Dit project is een samenwerkingsverband tussen Amsta, Amstelring, Cordaan, gemeente Amsterdam en Leyden Academy. Wilt u meer weten over dit onderzoeksproject? Neem dan contact op met Jolanda Lindenberg.

 

Elena Bendien: “Er is te weinig aandacht voor oudere vrouwen”

Elena Bendien: “Er is te weinig aandacht voor oudere vrouwen”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Elena Bendien onder meer over haar onderzoek naar ‘ageism’, de discriminatie van ouderen.

Elena, je komt oorspronkelijk uit Rusland. Kun je vertellen hoe je in Nederland bent beland?
“Ik werk als sociaal en cultureel gerontoloog, maar in het begin van mijn loopbaan was ik universitair docent Russische taalkunde. Mijn eerste promotie vond plaats aan de Russische universiteit in mijn geboortestad Rostov aan de Don, een van de grote zuidelijke steden van Rusland. Ik ontmoette daar mijn Nederlandse echtgenoot, die voor de Europese Bank werkte. In 1999 kwamen we naar Nederland, ik was toen hoogzwanger van onze zoon, die inmiddels 21 is. Vanaf 2002 begon ik met eenvoudig werk op de Universiteit voor Humanistiek, vooral om de taal te leren dacht ik toen, maar professor Letiche zag dat ik met mijn PhD meer in mijn mars had. Hij bracht me in contact met Hans Becker, bestuurder van stichting Humanitas in Rotterdam. Zo is mijn belangstelling voor het werk met en voor ouderen gewekt. In 2005 werd ik uitgenodigd om een promotieonderzoek te doen naar de betekenis van herinneringsprocessen voor oudere mensen. Het onderzoek ging over het Herinneringsmuseum van Humanitas. Het ophalen van herinneringen gaat vaak op verhalende wijze. Zo kwam mijn liefde voor narratief onderzoek in mijn werk als gerontoloog goed van pas.”

Wat vind je het mooiste aan het onderzoek doen met en voor ouderen?
“Het werken met oudere mensen was voor mij nieuw, maar het gaf me veel voldoening en inspiratie. Als kwalitatief onderzoeker ga je voornamelijk in gesprek met mensen, door middel van een interview, dialoog of participatief actieonderzoek. Zelfs als je etnografisch onderzoek doet en aan het observeren bent, word je bij de gesprekken met ouderen betrokken. In de loop van de zestien jaar dat ik dit werk doe, zijn het honderden gesprekken geweest, en elk gesprek was uniek, elke persoon heeft mij met vertrouwen in haar of zijn verhaal meegenomen. Ik moest vaak lachen en ook huilen met mijn gesprekspartners, die voor mij ervaringsdeskundigen waren en bij wie ik me soms een leerling voelde.”

Wat zijn jouw onderzoeksthema’s bij Leyden Academy?
“Binnen de Leyden Academy voel ik me op mijn plaats, in een team van bevlogen collega’s. De thema’s waaraan ik werk zijn maatschappelijk zeer relevant: ageism, de levensloop, participatief actieonderzoek en gender-vraagstukken rond het ouder worden. Binnen het thema ‘ageism’ richt ik mij momenteel op een uitdagend en nog weinig onderzocht onderwerp: de relatie tussen de begrippen age-friendly en self-ageism. De vraag die mij in dit onderzoek drijft, is waarom men het vaak over ‘age-friendly cities’ of buurten heeft, maar nooit over hoe we ouderenvriendelijk voor onszelf kunnen zijn. Self-ageism (negatieve beelden over het ouder worden bij ouderen zelf) heeft, in mijn ogen, veel te maken met het feit dat we in onze maatschappij het ouder worden vooral met aftakeling associëren en de ouderdom willen bestrijden. Hoe kun je ouderenvriendelijk zijn als je zelf het ouder worden vooraf al ontkent? Aan de hand van de uitstekende interviews met ouderen die mijn collega’s tijdens de coronacrisis hebben gehouden, verricht ik de secondaire analyse van de data, om antwoorden op deze vragen te vinden. Daarnaast werk ik samen met collega Danielle Swart aan het creëren van een denktank van oudere deskundigen op het gebied van journalistiek en media, om in gesprek te gaan over de (zelf-)beeldvorming van ouderen in Nederland en om creatieve manieren te vinden om dit proces te beïnvloeden. Dit onderdeel willen we als participatief actieonderzoek uitvoeren, zodat onze gesprekspartners als co-onderzoekers kunnen optreden en het eigenaarschap van dit project met ons delen.”

Zijn er nog onderwerpen waar meer aandacht voor moet komen?
“Binnen de Leyden Academy wil ik graag meer onderzoek doen op het snijvlak tussen gender en het ouder worden. Wanneer ik over gender praat bedoel ik zowel oudere mannen als vrouwen, al heb ik een persoonlijke passie voor een verhaal van een oudere vrouw. In de afgelopen twee jaar was ik betrokken bij het ontwikkelen van een methodologisch instrument voor de intersectionele analyse van kwalitatieve data in AmsterdamUMC-VUmc, dat heel behulpzaam kan zijn bij het onderzoek naar gender en ageing. In het kader van mijn onderzoek ben ik lid van de ILC Global Alliance werkgroep ‘Women & Ageing’. Als leden van deze groep, waarin vertegenwoordigers uit diverse landen wereldwijd samenwerken, namen we in de afgelopen week deel aan de 65e editie van de Commission on the Status of Women van de Verenigde Naties. De gesprekken die daar zijn gevoerd, vertalen we naar onderzoeksdoelen die we in de komende jaren willen bereiken. Mijn eerste indrukken kan ik als volgt samenvatten: vrouwen worden als groep disproportioneel hard door de coronacrisis getroffen, geweld tegen vrouwen staat hoog op de agenda van diverse nationale overheden, er is veel aandacht voor de leiderschapspositie van vrouwen in de wereld. Tegelijkertijd is er weinig aandacht voor oudere vrouwen, als heterogene groep met uiteenlopende behoeftes. Ik vind dat daar verandering in moet komen en daar wil ik in de komende jaren hard aan werken.”

Kun je de positie van ouderen in Rusland vergelijken met die van Nederlandse ouderen?
“Als ik terugkijk op mijn jaren in Rusland, dan lijkt me dat een onmogelijke opgave. Niet alleen omdat de ouderenzorg zoals we die in Nederland kennen, in Rusland gewoon niet bestaat. De vergelijking is vooral moeilijk omdat de culturele context in beide landen zo verschillend is. De zelfredzaamheid van ouderen in Rusland komt niet door de voorzieningen van het sociale systeem, ook al zijn de pensioenen er in de afgelopen jaren aanzienlijk omhoog gegaan. In Rusland draait het om doorzettingsvermogen, de wil om te leven en de familierelaties. In 2014 heb ik in Rusland een reeks interviews gedaan met Russische veteranen uit de Tweede Wereldoorlog. Deze interviews zijn een poëtisch verslag geworden van het ongelofelijk harde leven dat deze mensen met een bescheiden glimlach en trots met mij deelden. Poëtisch omdat ze, zonder dat ik ze dit gevraagd heb, tijdens het interview allemaal gedichten gingen voorlezen of zelfs hebben gezongen. Het is mijn opdracht aan mezelf om hier nog over te gaan schrijven.”

Komt de Russische taalkunde je ten slotte nog wel eens van pas?
“Van taalkunde heb ik geleerd om gestructureerd te denken en onderzoek te doen. De Russische literatuur opende voor mij de wereld van de mens. De relationele complexiteit die elke persoon in zich draagt, heb ik mezelf vanuit mijn tienerjaren eigen gemaakt met de romans die we op school lazen. Ik voel me bevoorrecht dat ik schrijvers als Poesjkin, Tolstoj en Tsjechov in de originele versies kan lezen. Daar komt mijn liefde vandaan voor de verhalende manier van onderzoek doen en resultaten presenteren. Dat laatste maakt het me soms moeilijk om te publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. De reviewers van deze artikelen zien immers liever geen metaforen en bijvoeglijke naamwoorden in een academische tekst. Jammer, want een goed spraakbeeld is soms veel zinnen waard.”

Sociale inclusie ouderen met een lagere SES

In Nederland is het verschil in gezonde levensverwachting tussen iemand met een lagere en hogere sociaaleconomische status (SES) inkomen meer dan 17 jaar. Een enorm verschil voor een welvarend land. Dit heeft een veelheid aan oorzaken. Zo hebben ouderen met een lagere SES vaak minder bronnen om gezond te leven en als het moeilijk wordt, zoals in tijden van energie of klimaatcrisis, zijn zij vaak slechter af. Sommigen hebben te maken met een opeenstapeling van kwetsbare omstandigheden, zoals minder inkomen, minder goede basisvaardigheden (zoals laaggeletterdheid) en minder toegang tot gezondheidskennis en gezonde mogelijkheden. Hoe maken we het verschil voor en met ouderen met een lagere SES?

Laaggeletterdheid onder ouderen
Een belangrijke uitdaging ligt in een grote groep mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. In Nederland hebben zo’n 2,5 miljoen volwassenen grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen: zij zijn ‘laaggeletterd’. Daarnaast hebben zij vaak ook beperkte digitale vaardigheden. Van deze groep zijn naar schatting meer dan 700.000 mensen ouder dan 65 jaar.

Ervaring van het ouder worden
Hoe ervaren mensen die laaggeletterd zijn het ouder worden? Wat vinden zij belangrijk, hoe zien zij de toekomst? En hoe kunnen we hen ondersteunen bij het kenbaar maken van en invulling geven aan deze wensen en ambities? Daartoe hebben we groepsgesprekken georganiseerd, om beter te begrijpen wat goed ouder worden voor deze mensen betekent. Vervolgens hebben we samen met hen een gespreksinstrument ontwikkeld, gebaseerd op de Life and Vitality Assessment. We werken hierin samen met Stichting Lezen en Schrijven en vrijwilligersorganisatie Stichting ABC. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Hofje Codde en Van Beresteyn.

“Ondanks dat alle aandacht fijn is, voel ik me soms als een aap die steeds dezelfde truc doet. Ik kan mijn verhaal vertellen, maar er wordt niets mee gedaan. Ik heb mijn problemen op verschillende momenten gedeeld met instellingen en mensen, maar ik heb niet het gevoel dat ze er daadwerkelijk iets aan doen. Uiteindelijk loop ik nog steeds tegen dezelfde problemen aan.” – man (74)

Gespreksinstrument in beeld
Het Life and Vitality Assesment (LAVA) is een gespreksinstrument dat Leyden Academy samen met ouderen heeft ontwikkeld. Ouderen kunnen hiermee inzicht krijgen in thema’s die voor hen van belang zijn en kunnen ze doelen stellen. De originele versie van het instrument bleek niet voor alle doelgroepen toegankelijk. Om het instrument ook voor ouderen met minder goede basisvaardigheden beschikbaar te maken, hebben wij dit samen met ouderen met laaggeletterdheid doorontwikkeld. Gedurende een aantal interactieve bijeenkomsten zijn de ouderen samen met een grafisch ontwerper aan de slag gegaan om thema’s met betrekking tot het ouder worden in beeld weer te geven. De thema’s kwamen voort uit eerdere groepsgesprekken. Tijdens de bijeenkomsten is er volop gebrainstormd over een goede visuele vormgeving van het instrument en zijn alle stappen en onderdelen van de tool uitgebreid besproken en uitgetest. De grafisch ontwerper heeft alle input en ideeën uit de bijeenkomsten omgezet in 30 thematische tekeningen, waarna deze zijn getest door de deelnemers. Het eindresultaat is een visueel instrument waarmee ook ouderen met minder goede basisvaardigheden in gesprek kunnen gaan over hun (kwaliteit van) leven. Naast de visuele weergave van de thema’s is ook gekozen om de thema’s in begrijpelijke taal (B1-niveau) te vermelden.

“Dit is iets wat ik niet eerder heb gedaan; ik vond het leuk om deel uit te maken van het hele proces. We hebben dit samen gemaakt, weet je! Dat is best geweldig!” – man (67)

Co-creatie met ouderen met minder goede basisvaardigheden
Op basis van onze ervaringen tijdens het co-creatie proces met ouderen met laaggeletterdheid schreven wij een wetenschappelijke publicatie in het International Journal of Qualitative Methods. In dit artikel getiteld The promise of inclusive research methodologies: relational design and praxis, gaan we in op een aantal uitdagingen, randvoorwaarden en implicaties van het doen van onderzoek met ouderen met een lagere SES (zoals laaggeletterdheid). Onderzoek laat zien dat (oudere) mensen met een lagere SES vaak worden overgeslagen in onderzoek en beleidsontwikkeling. Het is lastig om deze groepen te betrekken en vast te houden vanwege problemen met wervingsstrategieën en ingewikkeld taalgebruik. Ouderen met een lagere SES voelen zich vaak niet goed vertegenwoordigd in onderzoek doordat ze veelal worden bestempeld als kwetsbaar, en zijn daarnaast terughoudend om mee te doen door negatieve ervaringen met (overheid)instanties. In het artikel pleiten we voor een inclusieve benadering door de nadruk te leggen op de kracht van ouderen met een lagere SES in plaats van hun beperkingen, flexibiliteit van methoden, goede begeleiding, laagdrempelig taalgebruik en een tastbaar eindresultaat (zoals het LAVA).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.

Kunst en cultuur in de langdurige zorg

Kunst en cultuur in de langdurige zorg


Er is steeds meer bewijs voor de positieve impact van kunst en cultuur op de gezondheid en het sociale welbevinden van ouderen. Hoewel het veelal wordt herkend en nationaal en internationaal wordt ondersteund in de literatuur, is het bewijs versnipperd. Bovendien ontbreekt het aan passend onderzoek naar de implementatie en continuatie van kunstinitiatieven. Ook de Wereld Gezondheidsorganisatie ondersteund de wereldwijde beweging voor meer kunst in de zorg.

De waarde van kunst in de zorg
Dans, tekenen, muziek, zang, poëzie, theater en beeldende vorming samen met een kunstenaar en andere senioren. Welke waarde heeft dat op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau? Vanuit het programma Kunst en Cultuur in de Langdurige Zorg en Ondersteuning hebben Leyden Academy en Amsterdam UMC bij achttien bestaande kunstinitiatieven 470 verhalen van deelnemende ouderen opgehaald en zijn er veertig observaties uitgevoerd. Vervolgens zijn de onderliggende werkzame principes beschreven en is de impact geëvalueerd.

In 2021 zijn de bevindingen van het participatief actieonderzoek gepresenteerd in een online manifestatie. Het voornaamste resultaat is dat kunst plezier, positiviteit en diepgaand contact brengt, en dat het uitdaagt. Leyden Academy en Amsterdam UMC geven een stevige wetenschappelijke onderbouwing en versterken hiermee de plaats van kunst binnen de zorgpraktijk én dragen bij aan de kwaliteit van leven van ouderen. Je kunt vertellen over kunstparticipatie, maar je kunt het pas écht begrijpen als je het ervaart. Daarom is in samenwerking met kunstenaar Janine Schrijver de publicatie ‘Kunst is goud waard’ gemaakt, dat een beroep doet op de zintuigen en de lezer laat ervaren wat kunst kan doen. Klik hier voor de factsheet.

“Door kunst kan je jezelf uiten, je verbonden voelen met anderen, even je beperkingen vergeten en benaderd worden vanuit wat je nog wél kunt. Naast ouderen onderstrepen ook zorgmedewerkers, mantelzorgers en kunstenaars de waarde van de activiteiten voor henzelf. Zij ervaren plezier, diepgaand contact en worden uitgedaagd in hun vak.”– hoogleraar Tineke Abma, directeur Leyden Academy

Kunst in tijden van corona
De beperkingen die de coronamaatregelen vanaf maart 2020 met zich meebrengen, zorgden voor een koerswijziging in het project. Vaak slaagden de betrokken kunstenaars erin om een alternatieve invulling te geven aan hun activiteiten, want juist in deze moeilijke tijd hadden ouderen behoefte aan afleiding, inspiratie, troost en contact. Zoals een deelnemer aan het onderzoek het verwoordde: “Door corona komen er nog heel veel problemen natuurlijk. En je zou bijna denken voordat mensen straks een psychiater of een psycholoog nodig hebben, breng er maar een doek naartoe en een hoop penselen en verf, en laat mensen daar gewoon van genieten.”

“Pas achteraf hoorde ik dat dit een van de deelnemers had geholpen om uit de neerslachtigheid te komen. Die middagen betekenden zoveel voor hen. Het gaf ze iets heel anders om zich op te concentreren.” – Theatermaker De Rimpel

Dit programma was een gezamenlijk initiatief van ZonMw, Stichting RCOAK, Fonds Sluyterman van Loo en de ministeries van OCW en VWS. Het onderzoeksteam bestond, naast onderzoekers van Leyden Academy en Amsterdam UMC, uit kunstenaar Janine Schrijver (Stichting B.a.d. Rotterdam), en onderzoekers vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines en ouderen die erop toezien dat hun perspectief centraal staat. Ook de Hogeschool van Amsterdam en het Verwey-Jonker Instituut maakten deel uit van het bredere consortium.

Sociale verbondenheid van oudere migranten

In gesprek over eenzaamheid en het dagelijkse leven, samen dansen, zingen of knutselen: “Van alleen thuis zitten wordt je ziek”

Bepaalde groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, blijken minder betrokken bij de samenleving en voelen zich gemiddeld eenzamer dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Bekende risicofactoren zijn een lage gezondheids- en sociaaleconomische status, gebrek aan Nederlandse taalvaardigheden en een minder actieve sociale participatie. Daarentegen werken sociale steun en inbedding in de eigen gemeenschappen juist weer positief voor mensen met een migratieachtergrond. In de praktijk blijkt dat het loszien van (sociale) eenzaamheid van andere sociaal-maatschappelijke problemen onmogelijk is. Een positieve benadering hiervan is echter noodzakelijk. Naast het begrijpen van eenzaamheid richten we ons op het begrijpen van verbondenheid, om zo te kunnen achterhalen hoe we kunnen bijdragen aan het welbevinden van oudere migranten.

Samen tegen eenzaamheid
In dit project, dat mede mogelijk is gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn, zijn we samen met vrouwen van Arabische achtergrond in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht op zoek gegaan naar een geschikte interventie tegen eenzaamheid. Met de betrokken activiteitbegeleiders van onze partnerorganisaties Stichting Al-Amal en Stichting Dock, en de deelnemers zelf zijn in 2021 coronaproof activiteiten ontwikkeld. Denk aan picknicken, koken en foto’s maken in de buurt. Tijdens de activiteiten zijn onderwerpen als eenzaamheid, verbinding en samenzijn op een informele manier aan bod gekomen. Door middel van participerende observaties zijn we op zoek gegaan naar werkzame elementen en eventuele verandering in de gevoelens van eenzaamheid. Naast gevoelens van blijdschap en geluk, gaven de deelnemers aan dat nieuwe vriendschappen ontstonden, dat ze een luisterend oor vonden, nieuwe vaardigheden leerden en de weg ‘naar buiten’ vonden. De twee groepen continueren hun activiteiten en één van de groepen is zelfsturend. Dit project wijst uit dat samenkomen op een participatieve wijze verbinding creëert en een basis legt voor het versterken van sociaal kapitaal. Naar aanleiding van het participatief onderzoek en het uitdiepen van het proces van het verstreken van talenten van vrouwen met een migratieachtergrond ontwikkelden we samen met onze partners Stichting Al-Amal en Stichting Dock het vervolgproject ‘Het domino-effect’.

Het domino-effect
Het doel van het domino-effectproject is om vrouwen met een migratieachtergrond in de wijk Overvecht in Utrecht te helpen om zich als trainer te ontwikkelen en om groepen op te zetten en te begeleiden. Door middel van tien inhoudelijke bijeenkomsten en twee excursies (mede mogelijk gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn) hebben zeventien vrouwen geleerd hoe ze deelnemers kunnen vinden en verbinden, reflecteerden ze op hun eigen achtergrond en spraken ze over intercultureel communiceren, netwerken in de buurt en weerstand. Na afloop van het project gaven de deelnemers het belang van geduld, begrip voor elkaar en doorzettingsvermogen aan. De zeventien nieuwe groepenbegeleiders groeien uit tot ambassadeurs van de wijk, die veerkrachtig zijn, die de talenten van vrouwen in een kwetsbare positie versterken en die bijdragen aan gemeenschapsvorming in de wijk. Met hun opgebouwde kennis, vaardigheden en sociale netwerken trekken zij potentiële deelnemers aan. Door dit train-de-vrijwilliger initiatief zijn negen groepen ontstaan die verbinding tussen vrouwen met een migratieachtergrond bevorderen.

“Als je geen geduld hebt, kan je niks volhouden” – deelnemer

Samen verder: Tegen eenzaamheid in co-creatie met migrantenouderen
Leyden Academy en Stichting RCOAK gebruiken de ervaringen die in Utrecht zijn opgedaan om ‘Samen tegen Eenzaamheid’ landelijk uit te rollen en op die manier meer mensen met een migratieachtergrond te bereiken en te verbinden met elkaar en hun omgeving. De verzamelde kennis en de succesvolle elementen zullen als basis dienen voor een handleiding ter ondersteuning van organisaties die zich richten op eenzaamheid onder migrantenouderen.

Dit project wordt in samenwerking met Stichting Al-Amal en Dock Utrecht naar aanleiding van eerder onderzoek van Leyden Academy (in samenwerking met Erasmus Universiteit Rotterdam en Xtra Welzijn) uitgevoerd. Het vervolgproject wordt ondersteund door Stichting RCOAK en Stichting Sluyterman van Loo.

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Nina Conkova.

Eenzaamheid en verbinding

Eenzaamheid is van alle tijden en het komt onder alle leeftijdsgroepen voor. Het is vaak geen constant gevoel en niet direct te vertalen naar lager welbevinden. Wel neemt het percentage eenzame mensen toe met de leeftijd en dan vooral onder de oudste ouderen. Dit heeft vooral te maken met ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner of belangrijke anderen. Deze gebeurtenissen, in combinatie met een afnemende gezondheid, brengen verhoogde risico’s op eenzaamheid met zich mee. 

Kennis bundelen
Vanuit het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’ heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ZonMw de opdracht gegeven om met subsidies startende en bestaande lokale initiatieven (extra) te ondersteunen bij het doorbreken, terugdringen en voorkomen van eenzaamheid onder ouderen. Leyden Academy kreeg op haar beurt in 2022 van ZonMw de opdracht onderzoek te doen naar de kennis opgedaan uit 61 initiatieven en projecten die zich richten op het verminderen van eenzaamheid bij oudere mensen.

Praktijk ontmoet wetenschap
Kennis is voortdurend in ontwikkeling, dynamisch, en de methode is participatief, responsief en reflectief. Hoe kan deze kennis geborgd worden? Aandacht voor taalgebruik, kennis delen en een andere rol van fondsen; dat vinden projectleiders belangrijk. Andere adviezen uit het onderzoek zijn:

  1. Maak eenzaamheid onderdeel van een breder onderwerp, zoals anti-ageism, ouderenparticipatie en age-friendliness.
  2. Verduurzaam het subsidiebeleid, zodat het tot structurele financiering van projecten kan leiden.
  3. Geef duidelijke projectvoorwaarden op het gebied van kennisoverdracht binnen initiatieven en projecten.
  4. Leg verbinding tussen academische kennis en vakkennis.
  5. Ontwikkel de leergemeenschap verder.
  6. Stimuleer het gebruik van creatieve onderzoeksmethoden, om ook impliciete kennis te verkrijgen.

Meer lezen? Ga dan naar de rapportage die we in mei 2023 hebben gemaakt en lees het bericht hierover op de website van ZonMw. In onderstaand interview vertelt Elena Bendien over de bijdrage van Leyden Academy aan het onderzoek: “We werken meestal participatief. Dat betekent dat wij onze eigen kennis niet centraal willen stellen, maar de kennis van onze partners. We gaan daar met hen over in gesprek.”

Programmaevaluatie Samen ouder
In de periode 2018-2021 heeft het Oranje Fonds onder de noemer ‘Samen Ouder’ 25 sociale initiatieven ondersteund in het samenbrengen, betrekken en activeren van ouderen. Leyden Academy voerde gedurende drie en een half jaar een effect- en procesevaluatie uit op deelnemer-, project- en programmaniveau. De kwantitatieve metingen tonen aan dat de initiatieven erin slagen om een groep ouderen te bereiken die bovengemiddeld hoog scoren op bekende risicofactoren voor eenzaamheid. De deelnemers zijn vaker alleenstaand en ervaren gemiddeld meer gezondheidsbelemmeringen in hun dagelijks leven. De ouderen geven aan dat zij door hun deelname het gevoel hebben meer in contact te staan met anderen, erbij te horen en onderdeel uit te maken van een gemeenschap. Hierdoor piekeren zij minder en worden zij afgeleid van negatieve emoties. Daarnaast bieden de projecten gezelligheid, afleiding van de dagelijkse sleur en een fijne bezigheid, maar vooral ook het gevoel dat de deelnemers gezien en gewaardeerd worden. In enkele gevallen leidt dit gevoel tot een hechte band met andere deelnemers. De uitkomsten zijn kernachtig verwoord in een publiekssamenvatting, infographic en onderstaande video. Benieuwd naar de uitgebreide eindrapportage met de (statistische en narratieve) uitkomsten en een toelichting op de procedure en onderzoeksmethoden? Klik dan op deze link!

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Elena Bendien.