Verhalen vertellen helpt bij het vastleggen en overdragen van waardevolle ervaringen. Door verhalen een centrale plaats te geven in onderzoek en onderwijs, kunnen we meer begrip van de mensen om wie het gaat tot stand brengen.
Bij passende zorg gaat het ook over de overdracht van de behandeling in het ziekenhuis naar behandeling thuis. Hierbij wordt gekeken naar wat past bij de persoon en bij de zorgorganisatie. De afgelopen jaren is hier ervaring mee opgedaan. Zo heeft Leyden Academy samen met thuiszorgorganisatie Allerzorg ervaringen van patiënten opgehaald over hun oncologische behandeling thuis in plaats van in het ziekenhuis.
Verrichte onderzoek Op 24 november 2023 hebben vijftig patiënten deelgenomen in het onderzoek. De onderzoeksvragen waren: ‘Hoe ervaren patiënten hun oncologische zorg thuis?’ en ‘Zijn er verschillen tussen zorg thuis en zorg in het ziekenhuis?’ De volgende hoofdthema’s kwamen aan bod: flexibiliteit en gemak, kwaliteit van behandeling, persoonsgerichte zorg, comfort thuis, planning, nazorg, continuïteit verpleegkundige en lichamelijk ongemak.
Positieve patronen Veel patiënten spreken hun waardering uit voor de behandeling in het comfort van hun eigen huis. Deze omgeving biedt vaak een gevoel van normaliteit en ontspanning. Verder levert de flexibiliteit in het plannen en het gemak van het niet hoeven te reizen minder stress op. Ook is er minder druk op de mantelzorg om patiënten naar het ziekenhuis te brengen. De aandacht en zorg van het verplegend thuispersoneel wordt vaak benadrukt. De patiënten waarderen de persoonlijke interactie, die vaak niet alleen medische zorg omvatte, maar ook emotionele ondersteuning. Ze voelen zich minder patiënt en meer mens.
Leerpunten Sommige patiënten geven de voorkeur aan het hebben van dezelfde zorgverlener bij elk bezoek. Zij voelen dat deze continuïteit leidde tot een beter begrip van hun conditie en tot een sterkere, vertrouwensvolle relatie. Verder waren er meldingen van moeilijkheden met de planning, zoals onzekerheid over de timing van bezoeken of last-minute wijzigingen. Ook uitten sommige patiënten hun zorgen over de afvoer van medisch afval en nazorg na de behandeling, wat wijst op een behoefte aan betere communicatie of processen op dit gebied.
Een persoonlijke blik op kwaliteit Door het ophalen van deze korte verhalen – ook wel micro-narratieven genoemd – deelden patiënten waardevolle inzichten in hun ervaren zorg, die de kwaliteit van zorg ten goede zullen komen. Een belangrijke uitkomst van de bezoeken van de zorgprofessional bij de patiënten thuis is dat er een andere dynamiek ontstaat. De patiënt krijgt meer regie over zijn/haar gezondheid en de zorgverlener krijgt meer inzicht in de mens achter de patiënt. Inzichten in wat iemand nodig heeft en belangrijk vindt, helpen om de zorg thuis nog beter in te richten. En dat is passende zorg!
Dit onderzoeksproject is een samenwerking tussen Leyden Academy, thuiszorgorganisatie Allerzorg en Nyenrode Business Universiteit, en wordt ondersteund door Johnson & Johnson. Wil je meer weten over onze aanpak en de inzichten die we hebben opgedaan? Neem dan contact op met Sonja Wendel.
In het Europese project ‘Verhalen met zorg’ ontwikkelden we verhalend volwassenenonderwijs voor beroepsgroepen in de gezondheidszorg die in het (vervolg)beroepsonderwijs vaak vergeten worden. Dit willen we bereiken door verpleegkundigen en welzijnsprofessionals op te leiden in persoonsgerichte zorg door te luisteren, interpreteren en begrijpen van verhalen.
Activiteiten
We implementeren en wisselen ervaringen uit in twee trainingen van verhalend onderwijs in Nederland en Spanje. We onderscheiden vier activiteiten: 1) via een kick-off meeting in co-creatie met zorgprofessionals de inhoud en planning van de training voorbereiden, 2) de training ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren 3) de training evalueren via vragenlijsten en discussiegroepen en 4) bevindingen verspreiden in een hybride bijeenkomst, een handboek, belangrijke aanbevelingen en online platform.
Impact
Deze op verhalen gebaseerde training stelt zorgverleners in staat verhalen van oudere volwassenen te verzamelen, te begrijpen, te luisteren en te interpreteren. Dit soort trainingen helpt bij het afstemmen op de wederkerigheid van een zorgrelatie en zorgt voor een betere persoonsgerichte zorg. We willen ook de waarde onderzoeken van verhalend onderwijs voor groepen die worden verwaarloosd of moeilijk toegang hebben tot geschikte beroepsopleidingen die passen bij hun dagelijkse praktijk.
De laatste jaren worden verhalen steeds vaker gebruikt voor leren en verbeteren in de zorg. Waar zijn cliënten, naasten en zorgprofessionals tevreden over en wat kan er beter? Deze verhalen kunnen worden vastgelegd en op individueel, team- en organisatieniveau worden ingezet voor het verbeteren van kwaliteit van leven, van zorg en van de zorgrelatie.
Kwaliteitsverbetering en verantwoording In het verleden gebruikten organisaties vaak uitsluitend kwantitatieve methoden om inzicht te krijgen in kwaliteit van zorg. Denk hierbij aan vragenlijsten met meerkeuzevragen. Maar hiermee mis je de individuele verwachtingen, behoeften en wensen. Ook wordt niet duidelijk welke verhalen achter een bepaalde score zitten. Verhalende methoden kunnen gebruikt worden voor het ophalen van ervaringen. De gedeelde ervaringen kun je bijvoorbeeld gebruiken bij een reflectiebijeenkomst, waarbij er ruimte is voor verschillende perspectieven. Vervolgens worden de verhalen naar verbeteracties vertaald. Naast het verbeteren van de kwaliteit van zorg, kan een zorgorganisatie de uitkomsten ook gebruiken bij de verantwoording aan het zorgkantoor.
Een onderbouwde verhalende methode kiezen Er zijn verschillende manieren om met verhalend leren en verbeteren aan de slag te gaan, ook zijn er verschillende methoden. De methoden verschillen van elkaar in:
de manier waarop en hoe vaak ze worden verzameld en waarom;
het soort verhalen;
bij wie ze worden opgehaald;
welke mensen betrokken zijn bij het verzamelen van de verhalen;
hoe de verhalen voor leren en ontwikkelen worden gebruikt.
Kies zelf welke methode bij jou, je team en jullie organisatie past.
‘Verhalend leren en verbeteren’ wordt uitgevoerd door Leyden Academy, Vilans, Maastricht University, Erasmus University Rotterdam en Tilburg University, in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Heb je een vraag of opmerking? Mail dan naar verhalen@vilans.nl.
Als Artist-in-Residence bij Leyden Academy mocht ik, Marjolein Baars, theatermaakster en 64 jaar, tussen 1 mei en 14 november 2023 een vrij werk maken. Mijn interesse ligt in ‘iets nieuws maken’ wat aansluit bij de mensen in hun context en dat bijdraagt aan meer samenhang. Hiervoor gebruikte ik de principes van de Michael Chekhov-acteertechniek (MCat) binnen drie speerpunten van Leyden Academy, namelijk vitaal, betekenisvol en verbonden. In dialoog met Tom Maassen en Lieke de Kock, beiden onderzoeker bij Leyden Academy, werden de gezamenlijke vragen helder:
Hoe doe je participatief onderzoek waarin theater niet als doel maarals middel wordt ingezet?
Hoe gebruik je de waarnemingen (=informatie=data) van alle stakeholders; onderzoekers, de doelgroep en de Artist-in-Residence, ten dienste van het onderzoek?
Hoe werk je met het onbekende, hetgeen niet tast- en hoorbaar maar wel ervaarbaar is?
Verkennen van de beelden De eerste stap was het verkennen van de beelden die er leven binnen de academy, onderzoekers en ouderen. Met MCat hanteer je de verbeelding om personages en scènes tot leven te wekken die het publiek inspireren en (innerlijk) in beweging zetten. Vaststaande, onbeweeglijke beelden staan de creativiteit in de weg en worden (onbewuste) obstakels. Door middel van tekenen, dialoog en delen van ervaringen en inzichten begonnen onze eigen beelden over ouder worden en vitaliteit te leven. Dit alles bracht nieuwe vragen teweeg, die allemaal begonnen met ‘Hoe ga je om met…?’
In beweging brengen Die vragen hebben we vervolgens letterlijk in beweging gebracht door ze vanuit MCat te benaderen: wie speelt welke rol, in welke verhouding sta je ten opzichte van elkaar, hoe is de atmosfeer en vanuit welke intentie/innerlijk gebaar acteer en handel je? Op die manier wordt ‘dat wat je voelt, maar niet kunt benoemen’ concreet en voor alle betrokkenen invoelbaar. Niet omdat je het met je verstand begrijpt, maar met je lijf en je gevoel. Dit principe gebruikte ik gedurende het proces ‘andersom’: door de rollen, de atmosfeer en interacties uit het dagelijks leven of op het werk te ontrafelen en terug te brengen naar acties, werd het data voor het onderzoek!
Multidisciplinair en intergenerationeel onderzoeksteam In de volgende fase heb ik een multidisciplinair en intergenerationeel onderzoeksteam samengesteld, bestaande uit zes ouderen, zes onderzoekers en ikzelf: het zogeheten Theatraal Onderzoek Participatie (TOP)-team. Gedurende tien ochtenden onderzochten we de thema’s ouder worden, vitaliteit en creativiteit. We oefenden in het maken van contact, het luisteren met je hele lijf, geven en ontvangen, steeds opnieuw in het onbekende stappen en al je waarnemingen serieus nemen zonder het persoonlijk te maken. Het grootste obstakel bleek ‘het hoofd’. Naarmate we als team beter luisterden naar ons lijf als waarnemings-, verwerkings- en expressie-instrument, ontstond er rust, gemak, vertrouwen en verbinding. Het aantal aannames en oordelen verminderde en ieder durfde zijn/haar eigen impuls en elkaar meer te volgen. De scènes werden gelaagd, kregen meer betekenis, de vorm werd niet langer bedacht maar ontstond en was iedere keer verschillend, voortkomend uit dat moment in die context met die mensen. Het niet-weten en persoonlijke omstandigheden werd werkmateriaal dat we bewust en uit vrije wil onderzochten.
De laatste fase Naarmate we dichter bij het moment van ‘delen met het publiek’ kwamen, groeide het stressniveau. ‘Het’ moest iets worden, we moesten ‘iets’ bewijzen en die bewijzen presenteren en verantwoorden. De onbewuste beelden en aannames uit het wetenschappelijke veld en het theatrale veld bleken mee te gaan spelen. In deze fase was het niet-weten bijna existentieel. Ieder moest op haar/zijn eigen wijze een innerlijk houvast vinden. Dit proces legde de basis voor de laatste stap in het proces. Tijdens de laatste bijeenkomst koos iedereen een samenwerkingspartner en werd besloten wat er die avond met het publiek zou worden gedeeld.
Delen met een publiek Op dinsdagavond 7 november hebben wij bij Scheltema in Leiden onze bevindingen met het publiek gedeeld. Daarna deelde het publiek met ons wat het bij hen teweeg had gebracht. Woorden als fris, kwetsbaar, diep menselijk, ongewis en verbonden kwamen ter sprake. Meerdere mensen in het publiek gaven aan geraakt te zijn en hadden de neiging om mee te doen. Deze vorm van onderzoek doen en delen roept activiteit in de toeschouwer op!
Drama als levenskunst Een week later hebben we de laatste stap in het proces gezet. Ieder lid van het team gaf terug wat deze manier van onderzoek teweeg had gebracht en welke inzichten er ontstaan waren. Het was rijk en tegelijkertijd confronterend op vele niveaus. Voor mij is één ding duidelijker dan ooit geworden: theater in het dagelijks leven heeft baat bij theatraal onderzoek. Het geeft toegang tot lagen waar je met veel andere vormen van onderzoek niet komt, vertelde een onderzoekster. Deze aanpak is voor iedereen toegankelijk en te leren. De uitdaging ligt in hoe je omgaat met de waarnemingen en of je als team bereid bent deze taal en discipline te ontwikkelen. Een voor de hand liggende smoes is: ‘Ik kan geen theater spelen’. De realiteit is, dat we de hele dag niets anders doen. Maar dat gaat vaak onbewust! Michael Chekhov spreekt over ‘the actor of the future’. Voor mij opende dit team en dit onderzoek de deur naar die toekomst, waarin ‘drama’ omgevormd wordt tot levenskunst.
Leyden Academy werkt samen met stichting Watershed aan het intergenerationeel verhalencollectief ‘Verborgen verbinding’. Het collectief bestaat uit vijf jongeren en vijf ouderen uit Eindhoven en heeft in het najaar van 2023 gewerkt aan het kunstzinnig vertellen van elkaars verhalen en al doende te inspireren en te verbinden. De naam verborgen verbinding is gebaseerd op de verbindingen die de deelnemers zelf met elkaar hebben ervaren door naar elkaars verhalen te luisteren en vragen uit nieuwsgierigheid te stellen. Veel gedeelde ervaringen zijn generatie overstijgend en zijn vaak ‘onzichtbaar’ wanneer je elkaar niet kent.
“Achter elke vraag schuilt een verhaal, in elk verhaal zit een verbinding.”
Fase 1
Op 4 maart 2024 vond de afronding van de eerste fase van het participatieve onderzoeksproject plaats. Voor deze afsluitende bijeenkomst werden bewoners uit Eindhoven uitgenodigd om tijdens een diner meer te horen over het project én om zelf ook ‘verborgen verbindingen’ te ervaren. Gesprekken werden op gang gebracht door vragen die op het bestek, de servetten en de borden waren geschreven. Vragen als: ‘Wanneer vond je zelf dat je geen kind meer was?’ en ‘Wanneer zat je voor het laatst op je knieën?’ kwamen aan bod. De deelnemers van het project zaten verspreid aan de tafels en gingen samen met de genodigden in gesprek. Tussendoor werden er gedichten door het collectief voorgedragen en tekeningen getoond die tijdens het proces waren gemaakt.
Fase 2
In de volgende fase wordt iets ontwikkeld dat duurzaam is en kan blijven bestaan, ook zonder de aanwezigheid van het collectief. Samen met een groep jongere en oudere deelnemers organiseren we gratis workshops, die zich onder andere richten op het vastleggen van andermans verhalen en gesprekstechnieken. Ook wordt een mobiele ontmoetingsplek ontwikkeld, waarmee we gesprekken tussen mensen uit verschillende generaties willen stimuleren.
Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Jo Visser fonds.
Het Jo Visser fonds nam ruim honderd jaar geleden troostbrieven in gebruik en serieus: een blijk van inzet voor de waardigheid van het leven van ouderen met een verminderde regie (of verlies aan regie) over het eigen leven. De waarde van troost als je ziek wordt is krachtig.
Met het huidige initiatief ‘Troostrijke verhalen’ laten we oudere ervaringsdeskundigen met chronische ziekten samen ervaringen uitwisselen over de eigen levensloop. We kiezen voor een combinatie van een artistieke insteek en social design met Joost van Wijmen én ervaringsverhalen van ouderen met een chronische ziekte. Dit behelst ook hun (zorg)omgeving en naasten om de gewenste wederkerigheid te benadrukken: troost geven en troost krijgen.
Blij en dankbaar met de financiering van Agis Innovatiefonds voor deze eerste fase.
Jong en oud verbonden in fantasie. Dat is Generatie Mixer! Gedurende een aantal bijeenkomsten creëren basisschoolleerlingen en ouderen uit de wijk een fantasiewereld. Bijvoorbeeld een eiland dat nooit eerder is ontdekt. Wat is er allemaal te vinden op dat eiland? Wie leven daar? Middels speloefeningen, creatieve schrijfopdrachten, het bouwen van decors, muziek en allerlei verschillende kunstvormen, komt de wereld tot leven. Iedere deelnemer wordt zijn eigen verzonnen personage. In die samenleving waar alles mogelijk is, ervaren zij de gekste avonturen.
“Kinderen dagen ouderen uit om nieuwe grenzen te verkennen en op speelse wijze verleiden ze hen om over hun eigen ‘schaamte’ heen te stappen… Iedereen, ongeacht leeftijd, heeft nog een kind in zich en als je dat aanboort, kunnen fantastische dingen gebeuren.” – oudere deelnemer Generatie Mixer
Aanleiding In onze samenleving spelen diverse uitdagingen een rol: het aantal ouderen in de samenleving neemt toe, terwijl het aantal zorgmedewerkers afneemt. Het aantal leerkrachten in het basisonderwijs neemt af, terwijl het aantal werkende ouders toeneemt (en daarmee hun bijdrage op school afneemt). Dat we het samen moeten doen is iets wat steeds meer tot ons doordringt. Hoe we dit moeten doen is niet altijd voor de hand liggend of concreet.
Tegenover deze uitdagingen staan kansen. Ouderen blijven namelijk ook langer fit en vitaal. Deze ouderen kunnen en willen graag van betekenis zijn voor anderen, bijvoorbeeld voor basisscholen bij hen in de wijk. Op basisscholen is burgerschap een wettelijk verplichte leerlijn, waarin kinderen leren dat het van belang is om iets voor de maatschappij te betekenen, bijvoorbeeld omkijken naar ouderen die bij hen in de buurt wonen.
De link tussen basisscholen en ouderen uit de wijk wordt nog niet vaak gelegd. Generatie Mixer biedt een kans om ouderen op een betekenisvolle en duurzame manier te betrekken bij de school. Uit onderzoek van Leyden Academy bleek dat kunstparticipatie goed oud worden kan bevorderen. Het biedt ouderen uitdaging, betekenisvolle verbinding en positieve gevoelens (zie voor meer info: http://www.kunstindezorg.com).
Een kunstproject als Generatie Mixer, waarbij kinderen en ouderen op een kunstzinnige manier samenwerken op de basisschool, biedt dus de perfecte kans om deze generaties met elkaar in contact te brengen en elkaar echt te leren kennen en waarderen. Zo ontstaat een win-win situatie voor zowel basisschoolleerlingen als lokale ouderen, als leerkrachten op school.
Doelstelling Generatie Mixer streeft naar impact op zowel micro-, meso-, als macroniveau: kinderen, ouderen, leerkrachten en het landelijke basisonderwijs. Daartoe hebben we de volgende doelstellingen geformuleerd:
Het breed ontwikkelen van talenten van kinderen en ouderen
Het bevorderen van sociale vaardigheden en mentaal welzijn van kinderen en ouderen
Het verbinden van de basisschool met (ouderen uit) de wijk
Deskundigheidsbevordering en inspiratie van leerkrachten binnen het basisonderwijs
Een borgingstraject ontwikkelen voor een innovatieve onderwijsmethodiek die aansluit bij zowel het burgerschaps- als kunst- en cultuuronderwijs op de basisschool
Achtergrond
Generatie Mixer is gebaseerd op de lesmethode Imaginary Communities (vertaald: verzonnen samenlevingen), ontwikkeld, onderbouwd en onderzocht door Chol Theatre, een theatergezelschap uit Huddersfield, Engeland. In 2023 heeft Leyden Academy in samenwerking met Amphion Cultuurbedrijf, ondersteund door het Fonds voor Cultuurparticipatie en Jo Visser Fonds, Imaginary Communities naar Nederland gehaald en verder ontwikkeld door de methode geschikt te maken voor kinderen én ouderen. Dat werd Generatie Mixer. De eerste geslaagde pilot vond plaats op OBS Rozengaardsweide in Hengelo, Gelderland. Dat smaakt naar meer en op dit moment werken we bij Leyden Academy aan een verdere uitrol van het project binnen het Nederlandse basisonderwijs.
De dramamethode
Imaginary Communities bestaat uit verschillende stappen, zodat deelnemers op een veilige, activerende manier worden meegenomen in het proces van opgaan in hun verzonnen wereld. Eerst worden ideeën verzameld. Dan wordt de wereld samen ontworpen: welke plekken zijn hier allemaal? Hierna veranderen deelnemers langzaam in personages die in die wereld leven. Vervolgens beleven die personages allerlei avonturen die zich afspelen in deze verzonnen wereld. De theaterdocenten begeleiden de deelnemers door allerlei verhalende strategieën toe te passen. Binnen de methode is veel ruimte voor eigen invulling van de kunstenaars en deelnemers. Zo kan er worden gevarieerd met kunstvormen en materialen, en komen ieders ideeën, talenten en verhalen aan bod.
Chol Theatre maakte een filmpje (3,12 min) over Imaginary Communities:
Onderzoek en kennisdeling
Leyden Academy legt in dit project het proces vast en doet onderzoek; wat gebeurt er wanneer er bij ouderen en kinderen gelijktijdig een appel wordt gedaan op hun fantasie en creativiteit? Vragen die voor, tijdens en na het uitvoeren van de pilot worden gesteld zijn:
Wat is er voor nodig om deze methode te vertalen en werkbaar te maken in het Nederlandse cultuuronderwijs?
Hoe kunnen we deze methode verder ontwikkelen zodat deze geschikt wordt voor een intergenerationele doelgroep?
Hoe ervaren jong en oud het deelnemen aan de Generatie Mixer-workshops en wat voor effect heeft deze werkvorm op de intergenerationele interactie?
Hou zouden we deze methode breder kunnen uitrollen binnen Nederland en Engeland, zodat het inzetbaar wordt voor verschillende culturele organisaties ter bevordering van actieve intergenerationele cultuurparticipatie?
Om deze vragen te beantwoorden maken we gebruik van participatief actieonderzoek, dat onderdeel is van het promotietraject van Lieke de Kock. Zij is als onderzoeker nauw betrokken bij de projectleiding en uitvoering. Wil je meer weten over Generatie Mixer of over participatief achtieonderzoek? Neem contact op met Lieke de Kock.
Een bestaande voorlichtingstraining van Pharos is gebruikt om een bewustwordingstraining voor medewerkers over cultuursensitieve palliatieve zorg te maken. Mocht u zelf zo’n training willen geven dan zijn alle materialen vrij beschikbaar. Deze kunt u gebruiken om zelf met uw medewerkers hierover in gesprek te gaan. De materialen omvatten een handleiding met draaiboek, een powerpoint-presentatie en literatuur. Daarnaast is op basis van de training een handout gemaakt. De handleiding en materialen zijn vrij beschikbaar op basis van bronvermelding. We hopen dat met deze materialen de zorgverlening in de laatste levensfase beter zal aansluiten in situaties waarin culturele verschillen een rol spelen, en dat de zorgkwaliteit en tevredenheid zullen toenemen.
Benieuwd naar de presentatie van Jolanda Lindenberg gebaseerd op die van Dr. Gudule Boland, programmaleider ‘Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden’ bij Pharos, over interculturele palliatieve zorg? Helaas is het bestand te groot om op deze pagina door te linken. Als u ons mailt, dan zullen wij de presentatie via WeTransfer aan u mailen.
Ook vindt u op de website van Pharos meer informatie. Zoals praatkaarten om het met naasten en ouderen over de laatste levensfase te hebben. Ook vindt u daar de originele presentatie van Gudule Boland en nog veel meer informatie.
Hoe hebben zorgmedewerkers in het verpleeghuis de coronacrisis ervaren?
Persoonlijke verhalen op Wij & corona
Sinds de start van de pandemie in maart 2020 hebben we de persoonlijke verhalen van ouderen, hun familieleden én tientallen zorgmedewerkers verzameld op het platform Wij & corona. Zoals Corry, verpleegkundige bij Zorggroep Elde Maasduinen, die een veel diepgaander contact ervoer met haar bewoners. Persoonlijk begeleider Monique, eerstverantwoordelijk verzorger Angela en verzorgende Ana van Respectzorg probeerden in alle hectiek aandacht te houden voor hun bewoners, familieleden en collega’s. Joan vertelt hoe zij is ingesprongen als psychiatrisch verpleegkundige op de noodafdeling bij Topaz. Mariët, regiomanager bij Azora den Es en Linda, directeur van De Oude Pastorie, vertellen ten slotte over de dilemma’s vanuit het perspectief van de bestuurder.
Analyse van 424 narrratieven
Daarnaast hebben we een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) geanalyseerd die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart t/m december 2020). De verhalen geven gezamenlijk een indringend beeld van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd. Onze bevindingen zijn op 13 februari 2022 gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health. Lees ook het nieuwsbericht dat wij schreven naar aanleiding van deze publicatie.
“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan.”
verzorgende uit het verpleeghuis
Het Jo Visser fonds, voorheen Vereniging Het Zonnehuis, zet zich al bijna 100 jaar in voor waardige zorg voor kwetsbare oudere mensen die permanent afhankelijk zijn van intensieve zorg. Samen met partner Leyden Academy werkt het fonds aan het verbeteren van onderwijs voor (toekomstige) zorgprofessionals, het verbeteren van de beeldvorming van de ouderenzorg en het toepassen van wetenschappelijk onderzoek. Hoe doen ze dat? Aan het woord: Danielle Swart, manager van het Jo Visser fonds.
Waarden als solidariteit, zingeving en gemeenschapsvorming zijn leidend voor het Jo Visser fonds. Waar uit dat zich in? “Deze waarden komen voort uit het gedachtegoed van oprichtster Jo Visser. Zij zorgde via een correspondentiekring voor geestelijke steun en organiseerde de eerste opleiding tot ziekenverzorgster. In 1921 richtte zij samen met lotgenoten van de Bond voor Zieken de vereniging Het Zonnehuis op, met als doel een eigen tehuis voor langdurig zieken. Uiteindelijk zijn dit zes Zonnehuizen geworden die konden worden opgezet dankzij collectes, donaties en de inzet van vele vrijwilligers in regionale afdelingen. Deze waarden zijn nog steeds actueel in de samenwerking met onze partner Leyden Academy. Via beter onderwijs en een positievere beeldvorming over (het werken in de) ouderen(zorg) kun je de kwaliteit van leven in de verpleeghuizen verbeteren. Ook het stimuleren van waardevolle ontmoetingen tussen generaties onder het motto ‘vaardig jong, waardig oud’ hieraan bij. Je kunt hierbij denken aan de regionale inspiratie- en kennisdagen Levensles met jonge en oudere rolmodellen, het initiatief HuidHonger waarbij dans en beweging leiden tot nieuwe vormen van communicatie, de serie Generaties over de grens waarin we voorbeelden verzamelden van hoe jong en oud samen wonen, leven en beleven, de Dementie verhalenbank waar jongeren verhalen ophalen bij mensen met dementie die nog thuis wonen, en ga zo maar door.”
Een ander mooi voorbeeld is ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’. Kun je daar wat meer over vertellen? “Gelukkig is er in de ouderenzorg momenteel een omslag gaande naar meer persoonsgerichte zorg, met daarbij ruimte en aandacht voor de persoonlijke wensen en verlangens van bewoners. Met steun van het Jo Visser fonds is een videoreeks gemaakt met een gratis digitale leerlijn voor zorgmedewerkers. Op basis van de positieve feedback hierop is onlangs een mini doe-cursus* ontwikkeld met vijf wekelijkse e-mailnieuwsbrieven die zorg- en welzijnsmedewerkers inspiratie, verdieping en praktische handvatten bieden voor leefplezier en liefdevolle zorg. Onderwerpen als het leren kennen van de bewoner, het delen van ervaringen en het omgaan met dilemma’s zullen hierbij aan bod komen.”
Wat vind jij van de huidige beeldvorming over ouderen? En hoe zouden we het gemeenschappelijke beeld positiever kunnen kleuren? “Ik denk dat elke levensfase een eigen beeld heeft over ouder worden. Jongeren kunnen niet wachten tot ze oud genoeg zijn om zelfstandig keuzes te kunnen maken. Terwijl ouderen steeds meer los moeten laten en afhankelijk worden van anderen. De huidige generatie ouderen kan terugkijken op een economisch welvarende maatschappij die zij zelf mede hebben opgebouwd. Alleen is het lastig om hier op hoge leeftijd nog een zichtbare rol te spelen. Onze verzorgingsstaat is zodanig ingericht, dat ouderen niet meer echt nodig zijn na hun werkzame leven. Alhoewel, als je kijkt hoeveel opa’s en oma’s als opvang voor hun kleinkinderen fungeren!”
Sinds 2012 reiken jullie jaarlijks de Jo Visser award uit aan iemand die het gedachtegoed van Jo Visser belichaamt. Deze persoon is dan een jaar lang ambassadeur voor Waardige zorg en krijgt een geldprijs om een project verder te helpen. Aan wat voor soort projecten moeten we dan denken? “De ambassadeurs en voorbeeldprojecten van de afgelopen jaren komen uit de wetenschap en het onderwijs, maar ook uit de kunst- en welzijnssector. Allemaal inspirerende voorbeelden die laten zien hoe jong en oud samen waardig oud kunnen worden. Zo werd de Jo Visser award 2019 uitgereikt aan Machteld van der Meij, programmaleider bij de Gruitpoort, voor het project Jonge Rotten. Jonge Rotten brengt werelden bij elkaar zodat mensen van verschillende generaties van elkaar kunnen leren en wat voor elkaar kunnen betekenen. Een mooi voorbeeld zijn de Slowdates, waarbij mensen met elkaar in gesprek gaan. De opzet van de bijeenkomsten is informeel, biedt ruimte voor creatieve invullingen, heeft diepgang waar nodig en luchtigheid waar gewenst. Op 23 november a.s. reiken we de Jo Visser award 2020 uit. Ken je een bijzonder initiatief dat jong en oud verbindt? Laat het mij vooral weten.“
Een laatste, wat meer persoonlijke vraag. Als je zelf je ‘oude dag’ mag invullen, hoe zou die eruit zien?
“Ik hoor bij de generatie X, die is opgegroeid in een tijdvak waarin sprake was van economisch verval en jeugdwerkeloosheid. Kenmerkend voor deze generatie is de praktische insteek, zelfredzaamheid en no-nonsens mentaliteit. Door een goede opleiding heb ik een fulltime baan die zorgt voor financiële zelfstandigheid. Door mijn pensioen spaar ik voor mijn ‘oude dag’ en kan ik nadenken of ik straks wil doorwerken of minder wil werken met meer aandacht voor mijn vrijwilligerswerk. Mijn man en ik hebben geen kinderen, dus wij denken nu al na over onze toekomstige woonwensen. Graag in de buurt van ons sociale netwerk en wie weet met gelijkgestemden in een gezamenlijke woonvorm. Wel met een tuin of iets met dieren! Meer klantgerichtheid in de zorg zou ik erg waarderen. Maar ook tijdig het gesprek aangaan over hoe je laatste levensfase eruit ziet en dat je hier zelf een stem in hebt. Ik hoop dat toekomstige generaties zorgprofessionals hierin beter worden opgeleid. Meer individuele vrijheid en zeggenschap over hoe je waardig oud wilt worden!”