Leren van ervaringen

Leren van ervaringen

De zorgsector staat onder druk door een groeiende zorgvraag en steeds complexere zorgbehoeften. Dit vraagt om veerkrachtige zorgprofessionals die voorbereid zijn op de uitdagingen van de praktijk. Zorgstudenten worden dagelijks geconfronteerd met morele dilemma’s en complexe situaties, waarbij vaardigheden zoals ethisch redeneren en empathie onmisbaar zijn. Helaas bieden de huidige onderwijsmethoden vaak onvoldoende ruimte voor deze morele ontwikkeling en sluiten ze niet altijd aan op de praktijk.

Moreel leren van ervaringen
In het project ‘Morele ontwikkeling in MBO-zorgonderwijs: leren van ervaringen’ onderzoeken Charlotte van den Eijnde (Leyden Academy) en Marianne Schouwstra (projectleider Leerhuis MBO Rijnland) hoe het werken met persoonlijke praktijkervaringen kan bijdragen aan de morele ontwikkeling van verpleegkunde studenten. Praktijkervaringen bieden een rijke context: ze brengen de perspectieven, dilemma’s en waarden van de zorgpraktijk tot leven. Door deze ervaringen te gebruiken in het onderwijs, willen we studenten helpen om:

  • Bewuster om te gaan met ethische dilemma’s
  • Beter in te spelen op complexe situaties in de praktijk
  • Zelfverzekerder te worden in hun rol als zorgprofessional

Waar theorie en praktijk samenkomen
Dit onderzoek vindt plaats binnen het Leerhuis van MBO Rijnland, een innovatieve leeromgeving waar praktijk en theorie op één locatie worden gecombineerd. Studenten brengen dagelijks vier uur door in de praktijk en volgen daarnaast vier uur onderwijs binnen dezelfde zorginstelling. De unieke structuur van het Leerhuis biedt:

  • Directe koppeling tussen praktijk en theorie, waardoor studenten praktijkervaringen meenemen naar de lessen
  • Ruimte voor reflectie, waarin studenten morele vraagstukken bespreken met docenten en begeleiders
  • Flexibiliteit in lesopbouw, waardoor nieuwe methoden en inzichten direct toegepast kunnen worden in de praktijk

Waarom is dit belangrijk?
Door studenten te ondersteunen in hun morele ontwikkeling, bouwen we aan een generatie zorgprofessionals die beter is voorbereid op de complexe uitdagingen van de praktijk. Dit vergroot niet alleen hun veerkracht en zelfvertrouwen, maar draagt ook bij aan een duurzame zorgsector waarin professionals worden behouden.

Dit project is een samenwerking tussen het practoraat ‘welzijn en zorg’ van MBO Rijnland en Leyden Academy en mede mogelijk gemaakt door finaciering van het Jo Visser fonds. Het leerhuis is een samenwerking tussen zorgpartners Midden-Holland en het CIV Welzijn & Zorg. Wil je meer weten over dit project of ben je geïnteresseerd in onze methoden? Neem contact met Charlotte van den Eijnde.

Leefplezierplan in de media

Samenwerken aan liefdevolle zorg


Als iemand in het verpleeghuis komt wonen, staan medewerkers klaar om de zorg van de naasten over te nemen. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, is het belangrijk om de behoeften, wensen en verlangens van de bewoner goed te leren kennen. De naasten – familie, vrienden of andere belangrijke anderen – zijn onmisbaar als bron van informatie én in het streven naar leefplezier. Want voor elk mens zijn liefdevolle relaties een belangrijke bron van welbevinden. Aandacht voor de (veranderende) relatie tussen bewoners en hun naasten is dan ook voor beiden van groot belang. In de praktijk blijkt echter dat veel zorgmedewerkers nog weinig gericht zijn op de (samenwerkings)relatie met de naasten, en dat zij zich onvoldoende toegerust voelen om hiermee aan de slag te gaan.

Onder de noemer ‘Samenwerken aan liefdevolle zorg’ hebben Leyden Academy en zorgorganisatie Topaz gezamenlijk praktijkonderzoek gedaan naar liefdevolle zorg in de ‘driehoek’ tussen bewoners met dementie, hun naasten en zorgmedewerkers. Het doel was om de onderlinge wisselwerking en interactie beter te begrijpen en zo de kwaliteit van zorg te verbeteren. Goede afstemming en samenwerking met naasten kan bijdragen aan het welbevinden van de bewoner én van de naasten, en kan bovendien bijdragen aan het werkplezier van zorgmedewerkers.

“Als we iemand opnemen in het verpleeghuis, vind ik het belangrijk om de mantelzorger uit de rol van hulpverlener te halen en weer ‘naaste’ te laten zijn. Dat is moeilijk, de mantelzorger had voorheen vaak 24 uur per dag zorg. Beiden hebben we andere verwachtingen. Het is belangrijk om die uit te spreken, want soms hebben we een ander oordeel over goede zorg.” – teamleider

Onderzoek in en met de praktijk
Dit participatief actieonderzoek werd vanuit de onderzoeksvraag: Hoe kunnen zorgmedewerkers en naasten samen werken aan liefdevolle zorg voor de bewoner? uitgevoerd in de zorgpraktijk en in nauwe samenwerking met de mensen over wie het gaat; met zorgmedewerkers, naasten en bewoners. We onderzochten hoe zorgmedewerkers en naasten de huidige (samenwerkings)relatie ervaren en hoe zij de gewenste situatie zien. Bewoners werd gevraagd naar hun perspectief op de zorg en de relatie met de zorgmedewerkers en hun naasten. Vervolgens zijn zorgmedewerkers en naasten begeleidt in het ontwikkelen van manieren om de samenwerking werkwijzen om dit te ondersteunen, te verbeteren. Het onderzoek is een lerend proces in de praktijk, waarbij zorgmedewerkers en naasten tijdens het onderzoek samenwerken aan verbeteringen van de (samenwerkings)relatie. Bovendien werd in een klankbordgroep met vertegenwoordigers vanuit bewoners, naasten en zorgmedewerkers, maar ook geïnteresseerden van andere Topaz-locaties, regionale en landelijke partners en het onderwijs, een lerend proces op gang gebracht.

“Ik heb het gevoel dat ik een verschil kan maken als mantelzorger. Maar ik ben bang om irritatiepunten te benoemen richting de zorg, ik ben bang dat het zijn weerslag heeft op de zorg.” – naaste van bewoner

Verkregen inzichten
Gedurende het onderzoek werd duidelijk dat de medewerkers, naasten en bewoners moeilijkheden in de samenwerkingsrelatie ervaren rondom de thema’s zeggenschap, vertrouwen en erkenning. Vervolgens zijn, op basis van de output van verschillende interviews, focusgroepen, co-creatiesessies en sessies met de klankbord- en stuurgroep, onderstaande vijf bouwstenen ontwikkeld, die een betere samenwerkingsrelaties in de driehoek bevorderen:

  1. Zeggenschap van de bewoner
  2. Persoonlijk contact tussen medewerkers en naasten
  3. Informatie over het reilen en zeilen bij de zorglocatie
  4. Een welkom gevoel voor naasten
  5. Vaardigheden van en mogelijkheden voor medewerkers voor samenwerking in de driehoek

Dit onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door het Zorgondersteuningsfonds. Samen met het CIV Welzijn & Zorg en Radicale Vernieuwing Waardevol Onderwijs zorgen we dat de geleerde lessen hun weg vinden naar het onderwijs van toekomstige zorgmedewerkers.

Meer lezen?

Gratis videoreeks Thuisgeluk

Gratis videoreeks Thuisgeluk

In het najaar van 2022 lanceerden we een educatieve videoreeks voor thuiszorgmedewerkers, praktijkondersteuners en mantelzorgers. De korte films kunnen als gesprekinstrument benut worden en de kijkers prikkelen tot nieuwsgierigheid, creativiteit en lef, om samen de kwaliteit van zorg te verbeteren.

In de ouderenzorg is steeds meer aandacht voor de unieke verlangens, voor kwaliteit van leven en welbevinden van oudere mensen. Thuiszorgmedewerkers en mantelzorgers spelen hierin een belangrijke rol. We ontwikkelde een reeks educatieve videoportretten van thuiswonende ouderen die gebruik maken van thuiszorg. De videoreeks Thuisgeluk is beschikbaar op YouTube.

Herkenbare praktijksituatie in beeld
Thuiszorgmedewerkers hebben dagelijks te maken met verschillende thuiswonende ouderen, hun individuele verlangens en behoeften, tijdsdruk en de daarbij horende keuzes en afwegingen. Na een verkennend onderzoek in de zorgpraktijk, waarin een onderzoeker heeft meegelopen met verschillende thuiszorgprofessionals op hun route, filmde Leyden Academy een reeks portretten. De korte films laten zien hoe zorgmedewerkers ruimte (kunnen) maken voor de unieke verlangens en identiteit van hun cliënt. Ze brengen herkenbare praktijksituaties in beeld, die inspireren en aanzetten tot een gesprek over goede en liefdevolle zorg.

Inzet van video in onderwijs
Onder de titel Thuisgeluk, werken vanuit de relatie, zijn 19 videoportretten gemaakt. De video’s van ca. anderhalve minuut kunnen ingezet worden als een korte leeractiviteit en als gesprekinstrument binnen thuiszorgorganisaties en onderwijs in zorg en welzijn. Iedere film eindigt met een prikkelende vraag die uitnodigt om zelf aan de slag te gaan of met elkaar in gesprek te gaan om samen de kwaliteit van zorg te verbeteren. De films zijn ondergebracht in vier series:

  1. De persoon staat centraal. Bekijk hier de film waarin cliënt van verzorgende Hester het laatste woord heeft en eigen regie houdt.
  2. Omgaan met tijd. Bekijk hier hoe verzorgende Melanie omgaat met het bewaken van eigen grenzen en tijdsdruk.
  3. Er zijn voor iemand. Bekijk hier hoe verpleegkundige Marijke een signalerende rol heeft en waar ze op let.
  4. Samenwerken. Bekijk hier hoe verzorgende Nathalie samen optrekt met de mantelzorger.

Korte inspiratielessen
Naar aanleiding van bovenstaande onderdelen van de videoreeks hebben we vijf korte inspiratielessen over liefdevolle thuiszorg gemaakt. Iedere les duurt circa drie minuten en is te volgen op de mobiele telefoon. Je kunt je op iedere moment aanmelden en na de vijf lessen stopt de verzending automatisch. Teammanagers kunnen de inspiratielessen aan hun team heel makkelijk aanbieden via Whatsapp. Download hier de handleiding!

Gratis te gebruiken
De filmopnames zijn gemaakt bij en met dank aan thuiszorgorganisaties Activite, Pro-Cura, Cordaan en Zorggroep Elde Maasduinen. Mede dankzij de financiële steun van het Jo Visser fonds, Fonds SGS (gelieerd aan zorgverzekeraar Zilveren Kruis) en Stichting Het R.C. Maagdenhuis en Stichting Brentano’s Steun des Ouderdoms konden we de video’s ontwikkelen en gratis beschikbaar stellen. Opleiders kunnen de complete afspeellijst gebruiken of losse filmpjes als lesmateriaal inbedden in bestaande curricula, trainingen en portfolio’s (door bijvoorbeeld de video’s in het eigen leerplatform te plaatsen). Denk bij opleiders bijvoorbeeld aan:

  • thuiszorgorganisaties;
  • onderwijsinstellingen, (zelfstandige) trainers en coaches in de zorgsector;
  • mantelzorgorganisaties;
  • educatieve uitgevers in zorgonderwijs.

Eerder maakte Leyden Academy de videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk over o.a. leefplezier, omgaan met dilemma’s en het leren kennen van de bewoner in het verpleeghuis. Hier vindt u die afspeellijst op YouTube.

Heeft u vragen, opmerkingen of wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Marie-Louise Kok via tel. (071) 524 0964 of via e-mail.

Leefplezierplan op locatie: 10 stappen (om van af te wijken)

Het project Leefplezierplan op locatie heeft als doel om te ontdekken wat er gebeurt als je het werken met het Leefplezierplan op een hele locatie invoert. We experimenteren hiermee bij verpleeghuis Den Es in Varsseveld van Stichting Azora en locatie Vita in Rijen van Zorggroep Elde Maasduinen. Er komen allerlei vragen aan de orde: hoe kunnen medewerkers bijvoorbeeld het beste worden getraind? Hoe kan een elektronisch cliëntendossier (ECD) eruit zien als je het leefplezier van bewoners centraal stelt?

Sinds de start in juni 2019 hebben we hier samen met Stichting Azora en Zorggroep Elde Maasduinen ervaringen mee opgedaan, die we graag breder delen. Hieronder staan tien stappen die wat ons betreft belangrijk zijn om te doorlopen bij het tot ontwikkeling brengen van leefplezier op een hele locatie of zelfs organisatie. Dit is zeker geen standaard recept: kern van onze aanpak is nu juist dat elke bewoner, locatie en organisatie uniek is en om maatwerk vraagt. De stappen hieronder zijn dan ook vooral bedoeld ter inspiratie en overdenking.

1. Contractering met de bestuurder. Als de top van de organisatie het Leefplezier-gedachtengoed niet steunt, zijn de kansen op succes erg klein. Met alle strubbelingen die je onderweg kunt tegenkomen, is een stevige roerganger onmisbaar. Daarnaast is de gehele leidinggevende structuur op een locatie natuurlijk van meet af aan betrokken.

2. Goede randvoorwaarden vooraf. Denk hierbij aan een op het leefplezier gebaseerde inrichting van het ECD. Aan teams die kwalitatief en kwantitatief goed op orde zijn. Er is voldoende tijd voor medewerkers om hierin te investeren, er lopen bijvoorbeeld geen andere grote energieslurpende trajecten zoals fusies en verbouwingen. Ten slotte zijn de medewerkers gericht op, of ten minste bereid tot, het leren over en verbeteren van hun gedrag en manier van werken.

3. Kick-off bijeenkomst voor alle medewerkers van de locatie. Ook cliënten, familie, vrijwilligers en behandelaars en ondersteuners van de organisatie zijn welkom. In deze bijeenkomst wordt vanuit de leiding van de organisatie betekenis gegeven aan de slag die we met elkaar willen maken.

4. Trainingen. Ongeveer een kwart van de medewerkers zorg en welzijn wordt in 11 sessies getraind in het beter (narratief) leren kennen van de persoon en het werken met Leefplezier(plan). Een enkeling heeft een functie als leidinggevende, behandelaar of opleider. Dit laatste met het oog op een breed gedeeld begrip van de beweging die is ingezet en de continuïteit van opleiden en ontwikkelen binnen de locatie (bijv. bij de komst van nieuwe medewerkers).

5. Opschaling via inspiratoren of leefpleziercoaches. Ook weer een kwart van de bovenstaande groep krijgt een extra training in vaardigheden die nodig zijn om het gedachtengoed over te brengen naar de collega’s in de teams. Later kan deze groep, eventueel aangevuld met anderen, helpen om op te schalen naar andere locaties binnen de organisatie.

6. Een werkgroep ECD/werkprocessen werkt aan het aanpassen en vereenvoudigen van dossier en werkwijze in de teams, zodat deze ondersteunend worden aan het leef- en werkplezier en de nieuwe routine in het handelen kunnen borgen. De voorstellen worden op het laagst mogelijke verantwoordelijkheidsniveau afgehandeld, maar kunnen binnen de organisatie worden beslecht tot aan het niveau van de bestuurder en buiten de organisatie zelfs tot aan partijen als het zorgkantoor en de Inspectie.

7. Communicatie. Het is belangrijk om iedereen cyclisch te informeren over de bedoeling en de voortgang. Met bijzondere aandacht voor behandelaren, de medewerkers zorg en welzijn die niet direct in de basistraining zitten, de Cliëntenraad en de Raad van Toezicht.

8. De teams hebben eigenaarschap en maken samen met hun leidinggevende en coach/inspirator een eigen ontwikkelplan. De focus ligt op het verbeteren van leefplezier én werkplezier.

9. Houd vol! Houd de energie en beweging vast door het borgen van de nieuwe werkwijze met aandacht voor cyclische reflectie en het blijven leren van ervaringen en dilemma’s.

10. Interne en externe verantwoording over de geleverde kwaliteit. Deze stap zijn we nog aan het uitwerken met elkaar, dit is zo belangrijk omdat de verantwoordingsvragen richting geven aan het dagelijks handelen. Een belangrijk element hierin is verantwoording via het delen van (het geleerde van) ervaringen en dilemma’s in de zorgpraktijk.

Neem voor meer informatie contact op met Josanne Huijg.

Ervaringen in de praktijk

Het project ‘Ervaringen in de praktijk’ vond plaats binnen drie zorgorganisaties die ook deelnamen aan de eerste pilot Leefplezierplan voor de zorg: ActiVite, RespectZorg en Topaz. We ontdekten in het pilot-project hoe belangrijk de reflectie op ervaringen is voor het denken over en het bevorderen van kwaliteit van zorg. Door positieve en negatieve ervaringen over gebeurtenissen in de zorg vast te leggen, met elkaar te delen en er samen lessen uit te trekken, kunnen we de ervaren kwaliteit van zorg in kaart brengen. Bij deze ervaringen gaat het vaak om kleine persoonlijke gebeurtenissen die mensen raken.

Doel van het project ‘Ervaringen in de praktijk’ is te ontdekken hoe organisaties in hun kwaliteitsdenken ruimte kunnen maken voor de ervaringen van zorgverleners, bewoners en belangrijke anderen. En om samen met medewerkers zorg en welzijn een proces op te zetten waarbij zij ervaringen delen in hun dagelijkse zorgpraktijk en daar vervolgens ook naar handelen. Samen met de drie locaties van ActiVite, RespectZorg en Topaz hebben we sinds het najaar van 2018 verschillende manieren gevonden om te werken met ervaringen. Hieronder vindt u een samenvatting van de resultaten.

Het belang van ervaringen
Allereerst de basisvraag: wat zijn ervaringen en waarom zijn ze belangrijk in de ouderenzorg? Om deze vraag te beantwoorden, zetten we eerst uiteen op welke twee manieren gekeken kan worden naar ‘goede zorg’, en hoe dit verantwoord kan worden.

Het normatieve kader
In de zorg kan tot een zekere hoogte informatie gemeten worden. Zo kunnen er cijfers bijgehouden worden van algemeenheden die voor iedereen van toepassing zijn. Zoals veiligheid (incidenten of risico’s), hygiëne (vuil en bacteriën) of biologie (werking van het lichaam). Het is duidelijk dat cijfers de dagelijkse realiteit in de zorg maar deels kunnen beschrijven. Ze zeggen vooral iets over algemene zaken en zorgen voor een bepaalde uniformiteit: iedereen krijgt dezelfde zorg. Om dit te waarborgen, zijn er protocollen en richtlijnen ontwikkeld waar toezichthouders op controleren. Dit geheel van meten in algemeenheden noemen we ook wel het normatieve kader. Dit kader is vaak overheersend in de zorg, ook omdat organisaties daar vaak streng op worden gecontroleerd door de toezichthouders.

Het normatieve kader heeft veel opgeleverd, maar het heeft ook een schaduwzijde. Wanneer er veel naar het algemene en de groep gekeken wordt, is er automatisch minder ruimte voor het individu. Je hoort hier dan ook een tegenreactie op. Mensen zeggen: ‘ik voel me een nummer, word ik wel gezien?’. Het normatieve kader wist eigenlijk iedere vorm van persoonlijke identiteit uit met daarmee het feit dat mensen verschillend van elkaar (willen) zijn. Dit stelt de zorg voor een uitdaging: hoe kan deze persoonlijke stem weer terugkomen in de zorg? Hoe kan er weer ruimte gemaakt worden voor diversiteit onder bewoners, de uniekheid van elk individu en voor creativiteit van medewerkers om af te wijken van richtlijnen en protocollen?

Het narratieve kader
In het Leefplezierplan hebben we daarom het narratieve kader geïntroduceerd. Ieders dagen zijn een optelsom van gebeurtenissen (ervaringen). Deze zijn voor iedereen uniek. Wanneer ze met anderen gedeeld worden, ontstaat er een vertelde ervaring van deze gebeurtenis. We geven er woorden aan, passen het aan, interpreteren het en geven er betekenis aan. Door de ervaring te delen, vormen ook anderen zich een beeld. Het is daarmee fundamenteel verbonden met onze identiteit: wie wil ik zijn, wie was ik, hoe wil ik dat anderen mij zien? Ervaringen zijn altijd uniek, ze passen bij die personen en bij dat moment. Het narratieve kader is fundamenteel anders dan het normatieve kader, waar elk subjectief aandeel zo klein mogelijk wordt gehouden.

Door aandacht te geven aan ervaringen wordt er automatisch aandacht gegeven aan het persoonlijke. Ze zeggen iets over hoe bijvoorbeeld een bewoner of een medewerker de zorg ervaart en daarmee de ervaren kwaliteit van zorg. Daarnaast kan de ervaring alleen bestaan wanneer een ander daar aandacht aan besteedt. Het legt daarmee de focus op de relatie en reflectie. Ervaringen van anderen helpen ons nadenken over onze eigen gebeurtenissen. Daarmee is er een duidelijke toegevoegde waarde in het gebruiken van ervaringen: het brengt de mate van persoonsgerichte zorg in kaart en het stimuleert ons om aandacht te geven aan iemands leefplezier. Het delen van ervaringen wordt daarom in het Leefplezierplan de ‘motor van leefplezier’ genoemd. Wat betekent dit voor de zorgpraktijk op afdelingsniveau?

Meerwaarde van het delen van ervaringen
Het delen van ervaringen lijkt op twee manieren een meerwaarde te geven. Ten eerste kunnen medewerkers via ervaringen aan anderen laten zien wat hun bijdrage is aan leefplezier (verantwoording). Zo vertelde een zorgmedewerker: “We hebben vanmiddag samen naar het WK vrouwenvoetbal gekeken. Daar hoorde natuurlijk ook een lekker drankje en bitterballen bij.” De uitdaging hierbij is dat leefplezier en positief welbevinden zich een stuk lastiger laten meten en vastleggen dan regels en protocollen.

Ten tweede kunnen medewerkers door ervaringen met elkaar te bespreken van elkaar leren. Zo deelde een zorgmedewerker het volgende voorbeeld: “Mevrouw heeft moeite om uit bed te komen. Als ik een muziekje opzet dan gaat het voor haar een stuk makkelijker.” Ook hierin zit een uitdaging. Vergadermomenten zoals overdracht, MDO of teamvergadering zijn vaak taakgericht en minder ervaringsgericht.

De meerwaarde van het delen van ervaringen op afdelingsniveau lijkt daarmee vooral te liggen in het elkaar inspireren en van elkaar leren. Hoe gaan de zorgpraktijken van Activite, Respectzorg en Topaz daarmee om?

Praktijkvoorbeelden vastleggen, delen en bespreken van ervaringen
Ruimte vinden voor ervaringen in de dagelijkse zorgpraktijk is niet altijd makkelijk. De belangrijkste momenten dat er informatie wordt vastgelegd en gedeeld – bijvoorbeeld in het ECD, tijdens de overdracht of in de teamvergaderingen –  zijn grotendeels normatief. Het ECD vraagt vooral om algemene informatie, de overdracht is taakgericht en de teamvergaderingen worden doorgaans gestuurd door een agenda. De medewerkers van de drie organisaties en hun teamleiders hebben met begeleiding van Leyden Academy nagedacht over wat voor hun de beste manier was om met ervaringen aan de slag te gaan. Welke ervaringen vinden we belangrijk? Wanneer en met wie kunnen we deze delen? Dit maakt dat er een grote diversiteit is ontstaan in de uitvoering.

Ervaringen kunnen zowel in beeld (foto’s) als in tekst (rapportage in het ECD) worden gebruikt. Foto’s worden vooral gebruikt wanneer het (positieve) ervaringen rondom leefplezier betreft. In het ECD worden ook negatieve ervaringen vastgelegd met als doel om met elkaar te blijven leren. We noemen hier enkele voorbeelden van het vastleggen, delen en bespreken van ervaringen:

  • In een van de organisaties bestond sterk de behoefte om ervaringen via beeld vast te leggen. Zo werd er een fotoworkshop georganiseerd waarin fotografen de zorgverleners leerden hoe ze goede foto’s kunnen maken van alledaagse ervaringen. Er werden tips gegeven om bijvoorbeeld op ooghoogte te fotograferen, dicht bij het licht te staan en te kijken naar de compositie. De bewoners genoten van de extra aandacht en bij sommigen kwam een waar fotomodel naar boven. De foto’s waren erg mooi geworden dus er werd nagedacht over hoe deze te delen. Intussen hangen de gemaakte foto’s ingelijst door het hele huis. Ook is er een fotoprinter aangeschaft zodat zorgverleners in de toekomst ervaringen kunnen blijven afdrukken. Het bespreken van de ervaringen gebeurt voornamelijk door middel van de fotolijsten. Wanneer bijvoorbeeld familieleden langslopen en vragen naar de ervaring.
  • In een andere organisatie is besloten een afdelingstelefoon aan te schaffen. Wanneer een medewerker een mooie ervaring spot, kan deze vastgelegd worden via de camera van de telefoon waarna deze via Whatsapp gedeeld wordt met de contactpersoon. Bijvoorbeeld het visje die een zorgverlener samen met een bewoner is gaan halen bij de lokale visboer. Hier komen mooie reacties op binnen van vrienden en familie waardoor het gesprek op gang komt over leefplezier.
  • De derde organisatie heeft een ervaringenmuur gemaakt in de woning. Mooie ervaringen worden vastgelegd via foto of tekst en vervolgens gedeeld via deze muur. Bij binnenkomst is deze gelijk zichtbaar dus het is een mooi gespreksinstrument tussen zorgverlener, belangrijke andere en bewoner.

Deze voorbeelden laten zien dat het gebruik van foto’s een goede manier is om aan anderen te laten zien hoe er binnen de locatie wordt gewerkt aan leefplezier. Dit inspireert dan weer om nog meer te werken aan leefplezier, daarom ook de uitspraak van ervaringen als ‘motor voor leefplezier’.

Ook hebben twee van de drie organisaties het ECD zodanig aangepast dat er ruimte is om ervaringen vast te leggen in de rapportage. Zo is er terug te lezen: “Bewoner houdt enorm van Rummikub dus we hebben een spelletje gespeeld vandaag, ze heeft ervan genoten”. Een collega heeft deze ervaring gelezen en de bewoner gelinkt met een andere bewoner die toevallig ook van Rummikub houdt. Door deze ervaring te delen wordt de bewoners benaderd op zijn of haar leefplezier. De mogelijkheid om ervaringen op te schrijven in het ECD stimuleert medewerkers om meer naar leefplezier van de bewoner te kijken.

Wat betreft het bespreken van ervaringen hebben we zien gebeuren dat teamleiders en medewerkers het als toegevoegde waarde zien om hiervoor tijd in te ruimen in de teamvergaderingen. Dit draagt bij aan een meer centrale rol voor reflectie en de aandacht van leefplezier binnen de dagelijkse zorg. Zo bespreekt een van de organisaties in het eerste half uur van de vergadering belangrijke ervaringen van de afgelopen periode. Positief, bijvoorbeeld dat een nieuwe medewerker zich zo welkom voelde op de afdeling. Maar ook negatief, bijvoorbeeld dat een bewoner zich buitengesloten voelde toen een groepje zorgverleners in een hoekje van de woonkamer koffie ging drinken. Juist in dit gesprek zit een lerend vermogen en het is daarmee heel waardevol. In overdrachtsmomenten kan het delen van ervaringen op een eenvoudige manier worden gestimuleerd door een vraag te stellen als: ‘wat heb je meegemaakt vandaag?’ te stellen. Dit doet ook een van de organisaties via een LEAN bord.

Deze voorbeelden laten zien dat er veel manieren mogelijk zijn om ervaringen vast te leggen, te delen en te bespreken. Hierdoor kunnen medewerkers hun bijdrage aan iemands leefplezier laten zien, zoals in de voorbeelden van de fotolijsten, de ervaringenmuur en WhatsApp. Hiermee kunnen anderen geïnspireerd worden en zich een beeld vormen van het leven in huis, in het geval van foto’s is dat vaak positief. Het delen van foto’s zorgt in de meeste gevallen voor waardering, een meerwaarde die gelijk voelbaar is voor de zorgverlener. Dit motiveert om vaker ervaringen van leefplezier te delen. Daarnaast laten de resultaten zien dat medewerkers van elkaars ervaringen kunnen leren. Dit is te zien in de voorbeelden van de overdracht bij het LEAN bord of tijdens de teamvergadering. Door ervaringen in groepsverband te bespreken, ontstaat er ruimte voor reflectie, zodat men zich kan blijven aanpassen aan de steeds veranderende werk- en zorgcontext.

Hoe nu verder?
Medewerkers vinden vooral het creatief bezig zijn met het vastleggen en delen van (positieve) ervaringen een leuk proces. Niet alleen om er zelf mee bezig te zijn, maar ook door de positieve reacties en de waardering die ze hierop krijgen van hun collega’s, belangrijke anderen en bewoners. Het bespreken van positieve ervaringen is om dezelfde reden vaak een leuke exercitie.

Uitdagingen
Hoewel ‘Ervaringen in de praktijk’ vooral veel positieve initiatieven heeft opgeleverd, zowel rond het vastleggen, delen en bespreken van ervaringen als rond het creëren van kansen voor leefplezier, zijn er ook uitdagingen te noemen.

Allereerst worden vooral positieve ervaringen vastgelegd en gedeeld. Dit is ook logisch, omdat het vastleggen en delen van positieve ervaringen direct iets oplevert, zoals positieve reacties en waardering. De uitdaging is om ook negatieve ervaringen vast te leggen en te delen. De verwachting omtrent het delen van negatieve ervaringen is misschien dat je naast het ervaren van een gebeurtenis ook nog een reactie krijgt die negatief is. Van het bespreken van negatieve ervaringen kunnen we natuurlijk heel veel leren, maar het bespreken gebeurt vaak pas op een later moment.

Ten tweede kost het vastleggen, delen en bespreken van ervaringen tijd. Tijd die bovenop de andere werkzaamheden komt. Tijd die er niet altijd is. De uitdaging is daarom om na te denken over welke dingen zouden kunnen worden vervangen door het werken met ervaringen: wat gaan we niet meer doen? Medewerkers geven aan dat het vastleggen, delen en bespreken van ervaringen weinig prioriteit heeft in tijden van drukte en stress. In deze gevallen valt men snel weer terug in de taakgerichte modus.

Nog veel te ontdekken
In het project ‘Ervaringen in de praktijk’ hebben we pionierswerk verricht en veel geleerd. Er zijn veel kleine stappen gezet, zo dicht als mogelijk op de dagelijkse zorgpraktijk, die grote veranderingen in perspectief hebben opgeleverd. Er is nog veel om te ontdekken omtrent het werken met ervaringen. Het proces van vastleggen, delen en bespreken van ervaringen is wellicht wel nooit af. Wat we in de teams hebben gezien is dat de grote meerwaarde zit in het delen van ervaringen. Leyden Academy moedigt u aan om dat te blijven doen. Samen weten we namelijk veel meer dan alleen.

Klik hier voor het eindverslag van dit project.

Narratieve verantwoording in de praktijk

In januari 2020 is het 2-jarige project ‘Narratieve verantwoording in de praktijk’ van start gegaan bij zorgorganisaties Respect en ZZG Zorggroep. Het project, dat mede mogelijk wordt gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft als doel een concept-methode te ontwikkelen om vanuit talloze positieve en negatieve ervaringen in de dagelijkse zorgpraktijk te komen tot een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van zorg.

Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg uit 2017 benadrukt het belang van het ervaren welbevinden van bewoners, belangrijke anderen en zorgmedewerkers bij het in kaart brengen van de kwaliteit van zorg. Deze vorm van kwaliteit zit verborgen in de verhalen (narratieven) van deze mensen over hun ervaringen. Het Kwaliteitskader moedigt aan om deze ervaringen mee te wegen, maar omschrijft niet hoe dit moet gebeuren. We hebben een basis voor het werken met narratieven gelegd in de eerste pilot Leefplezierplan voor de zorg. In het deelproject Narratieve verantwoording in de praktijk zijn we verder gegaan met de ontwikkeling van de methode Ervaringen Centraal; een methode waarin het werken met ervaringen structureel deel uitmaakt van de dagelijkse evaluatie van kwaliteit van zorg door medewerkers, bewoners en naasten, en het kwaliteitsbeleid van een organisatie.

Doeboek en video’s
Om medewerkers van zorgorganisaties te ondersteunen, hebben we een Doeboek, speelkaarten en een videoreeks ontwikkeld. De video’s bevatten uitleg, voorbeelden en vragen rondom de Ervaringen Centraal-methode en de ervaringencyclus. Zo krijgen kijkers inzicht in wat het werken met ervaringen inhoudt en oplevert. De reeks bestaat uit zes korte video’s:
  1. Verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis. In deze video vertellen kwaliteitsmanager Roland en verzorgende Mike wat het werken met Ervaringen Centraal voor hen betekent.
  2. Ervaren. In deze video leggen we uit hoe je je bewust kunt worden van wat je meemaakt
  3. Delen. In deze video vertellen we hoe je anderen deelgenoot kunt maken van jouw ervaring
  4. Reflecteren. In deze video zie je hoe je aan de slag kunt met de vraag: ‘Wat vinden we en leren we van de ervaringen?
  5. Handelen. In deze video lichten we toe waarom het belangrijk is om de geleerde lessen uit de reflectie uit te gaan proberen in de praktijk.
  6. De SenseMaker®-VPH app. In deze video vertellen we over het gebruik van de SenseMaker®-VPH app; een app om ervaringen vast te leggen en terug te zien.

Kwaliteitsverbetering
Bij de zorgorganisaties leidde de methode onder meer tot uitwisseling van informatie die aansluit bij de leefwereld van medewerkers, nieuwe manieren van leren en ontwikkelen in de teams en handvatten voor managers en bestuurders om narratieve informatie te gebruiken voor kwaliteitsverbetering en -verantwoording. Wil je dit ook realiseren in jouw organisatie? Lees dan meer over Ervaringen Centraal in het eindverslag van ons project. Samen met andere onderzoeksorganisaties schreven we een opiniestuk over het gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering.

Neem voor meer informatie contact op met Josanne Huijg.

Leefplezierplan op locatie


Wat gebeurt er als je het leefplezier van bewoners als vertrekpunt neemt in de ouderenzorg? En hoe zorg je ervoor dat persoonlijke ervaringen een plek krijgen in de verantwoording van kwaliteit? Deze vragen stonden centraal in het project Leefplezierplan voor de zorg. Na deze eerste positieve ervaringen op teamniveau, is het vervolgproject ‘Leefplezierplan op locatie’ gestart, een experiment om ook op locatieniveau zo te werken en met de betrokken partijen te komen tot een werkbare verantwoording van kwaliteit waarbij leefplezier centraal staat. Het Verbonden-team van Leyden Academy heeft het onderzoek begeleid.

Actieonderzoek op twee locaties
Van juni 2019 tot eind 2021 is het leefplezierplan op twee complete locaties ingevoerd: bij verpleeghuis Den Es in Varsseveld (Gelderland) van Stichting Azora en locatie Vita in Rijen (Noord-Brabant) van Zorggroep Elde Maasduinen. Onderzoekers van Leyden Academy verzorgen trainingen op deze locaties, om medewerkers vertrouwd te maken met de leefplezier-benadering. Vervolgens wordt deze werkwijze in beide locaties doorgevoerd. Vragen die hierbij aan de orde kunnen komen, zijn bijvoorbeeld: hoe ziet een elektronisch cliëntendossier (ECD) eruit als je leefplezier centraal stelt? Welke gevolgen heeft deze werkwijze voor de aansturing van medewerkers, de zorginkoop en de besteding van middelen?

Alle relevante belanghebbenden aan tafel
Tijdens het actieonderzoek zijn de meest relevante belanghebbenden – de zorgkantoren van Menzis en Coöperatie VGZ, het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het programma KIK-V van Zorginstituut Nederland – samen op zoek gegaan naar de consequenties van een zorgverlening die uitgaat van leefplezier voor de in- en externe verantwoording van kwaliteit. Bij alle partijen leeft de overtuiging dat deze kwaliteit in de ouderenzorg niet alleen zit in goede medische zorg en een veilige en hygiënische leefomgeving, maar juist ook in het creëren van waardevolle ervaringen en betekenisvolle ontmoetingen voor bewoners in de laatste fase van hun leven. De vraag is alleen hoe je deze narratieve kwaliteit, die zich niet zomaar laat meten of tellen, kunt vastleggen en aantonen. Het Leefplezierplan doet een eerste aanzet.

Naar een werkwijze die in alle zorgorganisaties kan worden toegepast
Bijzonder aan het project Leefplezierplan op locatie is dat alle partijen meedoen die toezien op de kwaliteit van zorg. Elke instantie is vertegenwoordigd in de stuurgroep waarin uitdagingen die op de werkvloer boven water komen, worden besproken en waar mogelijk opgelost. Door samen na te denken over normatieve en narratieve verantwoordingskaders, wordt toegewerkt naar een werkwijze die in alle zorgorganisaties kan worden toegepast en waar een onmiskenbare stimulans vanuit gaat voor persoonsgerichte zorg met een focus op leefplezier. Het streven is hierbij om het voor zorgmedewerkers zo eenvoudig mogelijk te houden en de narratieve verantwoording niet te ‘stapelen’ bovenop de huidige registratielast.

“Twee jaar geleden was ik ook iemand met ‘oogkleppen’ op, ik richtte me vooral op het uitvoeren van de zorgtaken. Voor mij is wat dat betreft eigenlijk alles veranderd. Dat heeft heel veel gedaan met mijn werkplezier. Het voelt niet meer als iets wat ‘moet’. Ook al hebben we een route, het voelt niet meer als een lijst die ik af moet werken. Ik vind het nu gewoon leuk om te doen.” – Medewerker

Leefplezier in boek en beeld
Het Leefplezierplan-boek is uit! Naast een schitterend beeldessay van fotograaf Janine Schrijver, staat het bomvol verhalen, praktische tips en dilemma’s. Het boek gaat over het organiseren van persoonsgerichte zorg met leefplezier voor ouderen, hun verwanten en werkplezier voor zorgverleners en is uitermate behulpzaam voor teamleiders, managers, bestuurders en beleidsmakers. Op 10 mei ging zowel het boek als onderstaande film in première op het Leefplezierplan op locatie-congres dat bij Coöperatie VGZ in Arnhem plaatsvond. Op deze dag stonden onder andere prof. dr. Tineke Abma en Theo van Uum stil bij Leefplezier in de breedste zin van het woord en ging men in gesprek over onder andere de samenwerking met naasten, verantwoording, opleiding en het ECD. Klik hier voor een nieuwsbericht naar aanleiding van het congres.

Meer lezen?

  • In november 2021 deelde het team van Azora, locatie Den Es hun ervaringen met het leefplezierplan in dagblad De Gelderlander.
  • In juli 2021 schreef projectleider Annet van Harten een reflectie op het verantwoorden van goede zorg in onze kwartaalnieuwsbrief Leefplezier in de ouderenzorg.
  • In april 2021 deelden we de tussentijdse ervaringen vanuit Zorggroep Elde Maasduinen, waar aan de hand van vier pijlers verder wordt gewerkt aan de borging van leefplezier in de organisatie.
  • Artikelen die in oktober 2019 bij aanvang van het project verschenen op de websites van Zorgvisie en Waardigheid en Trots.

Kijk voor meer informatie op leefplezierindezorg.nl of neem contact op met Josanne Huijg.

Joris Slaets: “Ik schrijf zelf het script van mijn pensioen”


In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Joris Slaets over zijn aanstaande pensionering, zijn opvolging en zijn betrokkenheid bij het project
Leefplezierplan voor de zorg.

Onlangs werd aangekondigd dat jij per 1 december a.s. als directeur-bestuurder van Leyden Academy het stokje zal overdragen aan professor Tineke Abma. Welke opdracht zie je voor haar weggelegd?
“Ik ben heel blij dat Tineke Abma Leyden Academy komt leiden. Zij heeft een indrukwekkende staat van dienst en heeft als rode draad in haar academische loopbaan het serieus nemen van de stem van individuele burger of patiënt. We zeggen vaak dat we dit doen, maar écht luisteren en rekening houden met de verschillen tussen mensen blijkt in de praktijk nog knap lastig. Het perspectief van de oudere mens als vertrekpunt nemen, zit ook diep verankerd in het dna van Leyden Academy. Dus dat sluit heel mooi aan. Daarnaast zal Tineke ongetwijfeld haar eigen accenten toevoegen aan de koers van het instituut, net zoals ik dit deed toen ik begin 2015 in de voetsporen trad van Rudi Westendorp. Dat maakt de Leyden Academy alleen maar sterker.”

Wat wil je gaan doen na je pensioen?
“Willen gaat over de toekomst en daar wil ik andere aspecten van wie ik graag wil zijn en wat ik graag wil doen ruimte geven. Al enkele jaren ben ik bezig om na te denken over de betekenis van mijn drukke en rijk gevulde beroepscarrière, zodat ik mij na het omslaan van die bladzijden vrij voel voor een nieuw hoofdstuk. Vooralsnog mag ik het script zelf schrijven en daar staan enkele prominente thema’s in: mijn belangrijke anderen en muziek. Niet voor niets zijn mijn echtgenote en ik vijf jaar geleden van Groningen naar Den Haag verhuisd, om dichter bij onze dochter en ons kleinkind te wonen, in een kleiner huis vlakbij de kust. Mijn werk stopt per 1 december, ik zal mij dan terugtrekken uit de professionele arena en ook geen voordrachten of colleges meer geven. Wel blijf ik nog even voor één dag in de week als onderzoeker betrokken bij het Leefplezierplan-project en zal ik nog enkele promovendi naar de eindstreep begeleiden. Ik heb het proces van pensionering heel bewust ingevuld en verlang niet naar het niets doen, maar naar de vrijheid om invulling te mogen geven aan wat komen gaat.”

Waarom blijf je nog bij de Leefplezierplan-projecten betrokken?
“In de ouderenzorg ligt van oudsher de nadruk op het voorkomen van narigheid. Pas de laatste jaren komt er meer aandacht voor leefplezier: wie is deze dame of heer, wat zijn belangrijke behoeften en verlangens, wie zijn voor deze persoon belangrijk? En hoe kunnen we hier in de zorg aan tegemoet komen? De kunst is om van eenmalige mooie voorbeelden van persoonsgerichte zorg, te komen tot een praktijk waarin leefplezier centraal staat en ook de maatstaf is voor de kwaliteit van zorg. We hebben hier in de afgelopen twee jaar mee geëxperimenteerd in een pilot-project, waarbij elf teams in de ouderenzorg met een ‘Leefplezierplan’ hebben gewerkt. De reacties waren heel enthousiast, van bewoners en hun naasten, maar zeker ook van de zorgmedewerkers. We zijn dan ook verschillende vervolgprojecten gestart. Zo laten we in het project Leefplezierplan op locatie in twee zorgorganisaties hele locaties volgens deze methodiek werken. In het project Narratieve verantwoording in de praktijk kijken we naar een nieuwe manier om de dagelijkse ervaringen van ouderen, zorgmedewerkers en belangrijke anderen beleidsrelevant te maken. Uiteindelijk is het doel om alle verpleeghuizen zo te laten werken dat het leefplezier van hun bewoners leidend is op de werkvloer, in het beleid en in de verantwoording van kwaliteit. Dat is een lang gekoesterde droom waaraan ik graag nog een bescheiden bijdrage wil blijven leveren.”

Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk

Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk

Op 25 november 2019 is de nieuwe, gratis videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk beschikbaar gesteld aan medewerkers zorg en welzijn in de ouderenzorg.

Veel organisaties in de ouderenzorg maken momenteel de omslag naar persoonsgerichte zorg, met meer ruimte en aandacht voor de persoonlijke wensen en verlangens van bewoners. Om hierbij te ondersteunen, ontwikkelden we de videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk. De 19 korte video’s brengen elk een herkenbare praktijksituatie in beeld, die inspireert en aanzet tot een gesprek over goede zorg. De volgende vier thema’s komen aan bod:

  1. Leren kennen van de bewoner (5 video’s)
  2. Bijdragen aan leefplezier (6 video’s)
  3. Delen van ervaringen (4 video’s)
  4. Omgaan met dilemma’s (4 video’s)

“Ik vind leren aan de hand van beelden heel prettig”
Na uitvoerig onderzoek onder zo’n 200 zorgverleners naar de juiste vorm, leerdoelen en stijl van de videoreeks, hebben we gekozen voor microlearning: korte, hapklare leereenheden van maximaal 1,5 minuut. Iedere video laat een echte situatie zien uit de dagelijkse praktijk, echte voorbeelden van contact tussen bewoners, familie en zorgverleners die leefplezier en liefdevolle zorg illustreren. Ieder filmpje eindigt met een vraag die uitnodigt om ermee aan de slag te gaan, of met elkaar in gesprek te gaan. De beoogde doelgroep van de videoreeks overwegend mbo-opgeleid en werkzaam in functies als verzorgende IG, woon- of activiteitenbegeleider, coördinator zorg en welzijn of zorgassistent.

Gratis te gebruiken
Dankzij de financiële steun van het Jo Visser fonds kunnen de video’s gratis beschikbaar worden gesteld. Opleiders kunnen de complete afspeellijst gebruiken of losse filmpjes inbedden in bestaande curricula, trainingen en portfolio’s (door bijvoorbeeld de video’s in het eigen Learning Management Systeem te plaatsen). Denk bij opleiders bijvoorbeeld aan o.a.

  • zorginstellingen en verpleeghuizen;
  • onderwijsinstellingen in zorg en welzijn;
  • zelfstandige trainers, coaches en trainingsbureaus in de zorgsector;
  • educatieve uitgevers in zorgonderwijs.

Deze film is onderdeel van de gratis videoreeks ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’ en gaat over het omgaan met dilemma’s, want soms botsen de wensen van bewoners met het beleid en de regels die bij een zorgorganisatie gelden. Alle video’s bekijken? Ga dan naar de afspeellijst op YouTube.

De 19 filmpjes uit de videoserie worden sinds 2021 ook ingezet binnen Radicale Vernieuwing Waarde-vol Onderwijs. Lees dit interview met onze digital learning expert Marie-Louise Kok, onderzoeker Lucia Thielman, Danielle Swart (Jo Visser fonds) en Hanny de Bruin (mbo Rijnland).

De videoreeks maakt deel uit van het project Leefplezierplan voor de zorg van Leyden Academy. Neem voor meer informatie contact op met Marie-Louise Kok via tel. (071) 524 0964 of via e-mail.