Bruggen bouwen tussen generaties

Bruggen bouwen tussen generaties

Migranten in Nederland ervaren vaker en sterker emotionele eenzaamheid dan mensen die in Nederland zijn geboren. Deze eenzaamheid reikt verder dan alleen het ontbreken van sociale contacten; het ontstaat wanneer mensen ontevreden zijn over de kwaliteit van hun relaties. Het project Bruggen bouwen tussen generaties richt zich daarom op het verminderen van emotionele eenzaamheid door het verbeteren van intergenerationele relaties binnen migrantenfamilies in Utrecht.

De uitdaging
In verschillende Utrechtse wijken, zoals Overvecht en Kanaleneiland, ervaren veel migrantenvrouwen een gevoel van eenzaamheid. Hoewel verschillende initiatieven zijn ontwikkeld om eenzaamheid onder oudere migranten te verminderen, richten ze zich vaak te veel op individuen en het uitbreiden van sociale netwerken, met nadruk op kwantiteit in plaats van kwaliteit van relaties. Daarnaast schieten deze initiatieven tekort als het gaat om de generatiekloof binnen migrantengemeenschappen, verdiept door verschillende communicatiestijlen, tegenstrijdige normen en waarden, onbesproken essentiële kwesties en de uiteenlopende ervaringen van eerste- en tweede-generatie migranten in Nederland.

Onze aanpak
In dit project streven we naar betekenisvol contact tussen tien Arabischsprekende moeder (55+) -dochter (18+) koppels uit verschillende wijken van Utrecht. Het verbeteren van deze relatie is belangrijk vanwege de emotionele context en invloed binnen de hele familie. Tijdens de co-creatiebijeenkomst in Kanaleneiland begeleiden ervaren gespreksleiders van Stichting Al-Amal de gesprekken en worden voorlichtingen georganiseerd om openheid en diepgaande gesprekken te stimuleren. Het bevorderen van open communicatie, begrip en respect, samen met het doorbreken van taboes, vormen een belangrijke basis van het project. Het verbeteren van de kwaliteit van familierelatie draagt op zijn beurt bij aan het verminderen van emotionele eenzaamheid.

Gedurende deze bijeenkomst worden observaties gedaan en informele gesprekken gevoerd met de deelnemers, om als resultaat een handleiding van dit project te ontwikkelen die professionals in het sociale domein helpt bij het verminderen van emotionele eenzaamheid.

Financiering en toekomstplannen
Het project werd in 2024 gefinancierd door twee belangrijke partners:

  • Jo Visser fonds
  • K.F. Hein Stimuleringsprijs

Het traject
We richten ons op het verbeteren van intergenerationele relaties tussen moeders en dochters door middel van gesprekken en voorlichting, van het voorjaar 2024 tot het najaar. Begin 2025 vindt er een excursie plaats, waarna de co-creatiebijeenkomsten worden voortgezet met financiële steun van het Jo Visser fonds, en er gewerkt wordt aan het opstellen van de handleiding. Professionals met expertise in migrantengemeenschappen worden nauw betrokken bij de ontwikkeling van deze handleiding. In april 2025 vindt een evaluatie van het project plaats bij partner K.F. Hein Fonds.

Tijdens de gehele looptijd van het traject zal er diepgaand onderzoek plaatsvinden ten behoeve van het ontwikkelen van de handleiding en het meten van de impact van het initiatief.

Onze partners
Samen met partners zoals Stichting Al-Amal, Utrecht Omarmt en Stichting UP! Nederland werken we aan een innovatieve aanpak die kan bijdragen aan meer intergenerationele verbinding en minder emotionele eenzaamheid onder migranten.

Meer informatie
Geïnteresseerd of vragen? Neem contact op met  Nina Conkova voor meer details over dit initiatief.

PROMISE wil taboes over eenzaamheid onder oudere migranten doorbreken

PROMISE wil taboes over eenzaamheid onder oudere migranten doorbreken


Vrijwel iedereen krijgt op een gegeven moment te maken met eenzaamheidsgevoelens. Eenzaamheid is dan ook een steeds bekender onderwerp in onze samenleving dat langzaam maar zeker ook steeds bespreekbaarder wordt. Onder oudere migranten komt eenzaamheid vaker en ernstiger voor dan bij hun leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond en lijkt het onderwerp nog steeds een taboe. Hoewel eenzaamheid dus steeds meer aandacht krijgt, wordt het onder oudere migranten minder goed begrepen en aangepakt. Ook zijn er misvattingen over de oorzaken en worden gevoelens van eenzaamheid lang ontkend en onderdrukt met als gevolg dat er lange tijd geen gesprek over wordt gevoerd. Een complicerende factor daarbij is dat eenzaamheid een steeds groter probleem wordt als het onbesproken blijft en langdurig blijft voortbestaan.
Het NWA-gefinancierde project PROMISE wil zorgen voor verdiepende inzichten waar het gaat over het doorbreken van het bestaande taboe. PROMISE, dat staat voor Prominent Reduction of loneliness among Older Migrants through Interventions and Social Engagement, is 1 september 2024 officieel van start gegaan.

Diversiteit
Binnen het onderzoek wordt het antwoord gezocht op veel verschillende vragen. Het taboe rondom eenzaamheid is de eerste focus van het project. Wat zijn de meest gevoelige onderwerpen binnen relaties van migranten? Spelen bijvoorbeeld cultuur, religie en gender een rol bij het taboe rond eenzaamheid? Hoe verhouden deze onderwerpen zich tot andere problematiek, zoals armoede? Met wie durven oudere migranten wel gevoelige onderwerpen te bespreken? Bij wie specifiek speelt het taboe een belangrijke rol? En hoe kunnen we oudere migranten ondersteunen om makkelijker en opener over hun eenzaamheid te praten?

De tweede focus is diversiteit in eenzaamheid. Binnen het project wordt verder gekeken dan alleen maar Marokkaanse en Turkse ouderen. Er is een grote variatie in risicofactoren en alleen als duidelijk is welke oorzaken bij wie spelen, kunnen effectieve interventies worden bedacht en (door)ontwikkeld.

Interventies
Leyden Academy heeft een prominente rol als werkpakketleider op het gebied van diversiteit in eenzaamheid en bij de verdere communicatie van het onderzoek. Binnen PROMISE wordt gewerkt met bestaande interventies, een ervan – Samen tegen Eenzaamheid – heeft Leyden Academy  ontwikkeld. De bestaande interventies moeten worden aangepast en verbeterd, zodat ze nog effectiever kunnen worden bij het verminderen van eenzaamheid onder oudere migranten.

Het unieke aan het PROMISE-project is dat verkregen kennis direct wordt vertaald naar de praktijk, in co-creatie met oudere migranten en stakeholders. Mede-aanvrager zijn Rijksuniversiteit Groningen, Pharos en Movisie. Het consortium bestaat in totaal uit z’n 30 partners, waaronder welzijns- en migrantenorganisaties, gemeentes, professionele bonden, Nieuw Wij en anderen. Door deze bundeling van krachten hopen de onderzoekers de bestrijding van eenzaamheid onder oudere migranten een stap verder te brengen.

Hoofdaanvrager van het project is Tineke Fokkema, senior onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut en bijzonder hoogleraar Ageing, Families en Migration bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB) van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Voor meer informatie, neem contact met Nina Conkova.

Domino-Effect vermindert eenzaamheid oudere migranten

De eerste groep vrijwilligers voor het Domino-Effect met hun diploma na het afronden van de training

Om eenzaamheid onder vrouwen met een migratieachtergrond te verminderen zijn de Stichting Al-Amal en Leyden Academy on Vitality and Ageing gestart met het Domino-Effect. Dat is een programma voor vrouwen met een migratieachtergrond die, vaak vanuit een kwetsbare situatie, persoonlijk zijn gegroeid en zich graag voor anderen inzetten om datzelfde te bereiken.
Het Domino-Effect is uniek en vernieuwend omdat het de doelgroep actief betrekt en daarmee voor een duurzame toekomst zorgt. De naam van het initiatief spreekt voor zich: een groeiend aantal mensen wordt bereikt en ondersteund, terwijl steeds meer vrijwilligers worden getraind.
Deze vrijwilligers doen niet alleen dienst als steunpilaren voor diegenen die eenzaamheid ervaren maar ontwikkelen voortdurend ook hun eigen vaardigheden en talenten. “Uiteindelijk streven we naar een minder eenzaam leven op lange termijn voor zowel vrijwilligers (in opleiding) als de deelnemers aan groepsactiviteiten.”

Betekenisvoller
De vrijwilligers zijn zelf al tijdens de training, die werd afgesloten met een diploma, in duo’s actief aan de slag gegaan om andere vrouwen met een migratieachtergrond te helpen hun eenzaamheid te verminderen. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. De vrijwilligers zelf zijn actief en hebben een betekenisvoller leven. De mensen die ze bereiken hebben vaak veel nieuwe vriendschappen opgedaan waardoor ze minder eenzaam zijn. Dat laatste is cruciaal. Eenzaamheid is namelijk een breed sociaal probleem waardoor mensen de verbinding met zichzelf en de samenleving dreigen te verliezen. Veel ouderen, en mensen met een migratieachtergrond nog in hogere mate, hebben te kampen met werkloosheid en psychosociale klachten. Die kunnen leiden tot een verminderde formele en informele participatie in de samenleving.
Het initiatief is zeer urgent omdat oudere migranten die buiten Europa zijn geboren zich vaker en sterker eenzaam voelen. En dat terwijl er in Nederland weinig initiatieven zijn die zich op deze doelgroep richten. Vooral onder vrouwen met een migratieachtergrond, die een grote afstand tot het maatschappelijk leven hebben, blijkt een verhoogd risico op isolement en depressie. Zij slagen er vaak niet in op eigen kracht hun weg in de samenleving te vinden. Dit is de missie van Stichting Al-Amal (vert.: De hoop) die zich inzet voor het welzijn van vrouwen in kwetsbare omstandigheden en hun participatie aan het maatschappelijk leven. En daarbij blijkt de aanpak via het Domino-Effect zeer succesvol.

Samen tegen Eenzaamheid
Het Domino-Effect is een vervolg op Samen tegen Eenzaamheid. Vrijwilligers binnen het Domino-effect kunnen gebruik maken van de handleiding Samen tegen Eenzaamheid waardoor zij in hun eigen omgeving met het project aan de slag kunnen. Na een zeer succesvol en veelbelovend begin van het project starten in september vijf buurten in Utrecht met het traject. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het Domino-Effect landelijk wordt uitgerold. Het Domino-Effect is winnaar van een Appeltje van Oranje 2024.

FRIEND – Vrienden maken op latere leeftijd

Vrienden maken op latere leeftijd
Vriendschappen zijn een bron van stimulans, plezier en steun. Als je vriendenkring ongewild kleiner wordt, kun je je eenzaam voelen. En op latere leeftijd is er soms een drempel om contact te maken. Het Europese project FRIEND ontwikkelt daarom een vriendschapscursus voor ouderen. Dit project is een vervolg op de online vriendschapscursus en helpt ouderen om nieuwe vrienden te maken of bestaande contacten te verbeteren. De deelnemers bouwen stap voor stap zekerheid op om initiatief te tonen en contact te leggen. Op deze manier leren ze sociaal actiever te worden op een manier die bij ze past en worden ouderen uit hun isolement gehaald.

De cursus
De vriendschapscursus wordt ontwikkeld door een consortium van Europese partners in samenwerking met ouderen en trainers. De cursus wordt gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en maakt gebruik van verschillende leervormen zoals theorie, oefeningen, opdrachten en video’s. Ook wordt er gewerkt aan een toolkit met een train-de-trainer-programma zodat de cursus op veel plekken kan worden gegeven. De cursus zal worden getest met ouderen en trainers. Klik hier voor meer informatie.

Europees consortium
Het consortium dat de cursus ontwikkelt, heeft partners uit heel Europa met verschillende expertises en is in januari 2024 gestart. Het FRIEND-projectteam bestaat uit de volgende partners: Stichting Gouden Dagen (Nederland), Leyden Academy (Nederland), Akademia Humanistyczno Ekonomica (Polen), Approximar (Portugal), Anziani e Non Solo (Italië) en Fundacion Harena (Spanje). Dit project wordt mogelijk gemaakt door Erasmus+ en de Europese Unie.Heb je vragen over FRIEND? Mail Marie-Louise Kok.

Samen tegen Eenzaamheid met oudere migranten

Samen tegen Eenzaamheid met oudere migranten

Eenzaamheid vormt een belangrijk sociaal-maatschappelijk probleem. De afgelopen jaren zijn er tal van nieuwe initiatieven gestart, gericht op het verlichten van eenzaamheid bij ouderen. Maar een klein deel daarvan richt zich specifiek op oudere migranten. Ouderen met een migratieachtergrond voelen zich echter vaker en sterker eenzaam dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Ze hebben vaak te maken met een combinatie van problemen, zoals slechte gezondheid, armoede, stress, ervaren discriminatie, intergenerationele conflicten etc.

Interventie
De interventie ‘Samen tegen Eenzaamheid’ werkt vanuit co-creatie om 55-plussers met een migratieachtergrond met elkaar en hun omgeving te verbinden. Dit draagt bij aan het verminderen van eenzaamheidsgevoelens en aan het verbeteren van welbevinden. De initiatieven die uit deze interventie voorkomen, maken niet alleen een verschil in het leven van oudere migranten, maar ook stellen de geleerde lessen organisaties in staat om deze waardevolle aanpak zelf te organiseren en uit te voeren. Deze door Leyden Academy en Stichting RCOAK opgezette interventie is in 2023 uitgevoerd door Stichting Al-Amal, Stichting Attifa, Stichting ProFor, Stichting SPIOR en Marhaba/Wijkcentrum het Klokhuis in Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Amersfoort. Stichting Hofje Codde en Van Beresteyn en Fonds Sluyterman van Loo hebben het medegefinancierd.

“Ik wil vaker komen, bijvoorbeeld twee keer per week. Zo voel ik me minder eenzaam. Ik wil bij de groep zijn. De groep is mijn familie geworden.” – Deelnemer, Utrecht

Symposium
Ter afronding van de jaarlange interventie organiseerden we op 29 februari 2024 samen met Stichting RCOAK bij het Bartholomeus Gasthuis in Utrecht het symposium ‘Samen tegen Eenzaamheid’. Tijdens het symposium zijn de resultaten en waardevolle lessen rond de mogelijke financiering, uitvoering, impact en verduurzaming van dit programma gedeeld. Tevens zijn deze opgenomen in een handleiding die stapsgewijze begeleiding biedt voor het opstarten, organiseren en uitvoeren van de sociale interventie ‘Samen tegen Eenzaamheid’.  De handleiding is bedoeld voor (migranten)organisaties, opbouwwerkers, sociaal makelaars, groepsbegeleiders en vrijwilligers in het domein van welzijnswerk.

“Ik was eerst bang. Ik ben nu een ander mens geworden. Ik ben vrolijk.” – Deelnemer, Utrecht

Geleerde lessen
De impact van deze interventie is in kaart gebracht door participerende observaties, informele gesprekken met de ruim zeventig deelnemers, gesprekken met project- en groepsbegeleiders, en door de inzet van de Most Significant Change-methode, waarin de onderzoeker, deelnemers en project- en groepsbegeleiders verhalen delen over de grootste verandering die de deelnemers zelf hebben ervaren. Dit alles toonde dat door het actief deelnemen aan de georganiseerde activiteiten er sterke nieuwe relaties tussen de deelnemers werden gevormd. Deze relaties werden gekenmerkt door diepe vriendschappen en een opmerkelijk gevoel van onderlinge steun, zowel praktisch (hulp met brieven) als emotioneel (elkaar troosten). De verbeterde relaties en ondersteuningsnetwerken hebben samen geleid tot blijdschap, rust en gezamenlijkheid. Er was een duidelijke verbetering in het emotionele welbevinden onder veel van de deelnemers. Wat betreft fysiek welbevinden gaven de deelnemers aan dat ze zich minder ziek voelden en minder vaak een beroep deden op medische hulp van de huisarts. Bovendien maakten deelnemers een persoonlijke groei door. Ze leerden en ervaarden wat het betekent om tijd voor zichzelf te maken. Daarbij hadden ze het gevoel beter te balanceren tussen hun rol binnen de familie en hun eigen persoonlijke behoeften.

Zoon: “Mama, je bent veranderd. Je bent niet thuis als ik bel en je vraagt mij niet meer waar ik blijf en wanneer ik thuis kom.” Moeder: “Ik denk nu aan mezelf.”

En nu?
Het is duidelijk dat deze interventie veelbelovende resultaten heeft opgeleverd. En alle organisaties willen doorgaan met het organiseren van bijeenkomsten voor migrantenouderen. Toch gaat het financieren ervan moeizaam en zijn aanvraagprocedures ingewikkeld. We hebben een template gemaakt die mogelijk behulpzaam kan zijn (klik op deze link).

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Nina Conkova.

 

In onderstaande video is Saadia Daouairi van Stichting SPIOR aan het woord.

Ervaringen zorgmedewerkers in de coronacrisis

Beeld: © Romi Tweebeeke, Inside Oud, Bos en Meerzicht

Hoe hebben zorgmedewerkers in het verpleeghuis de coronacrisis ervaren?

Persoonlijke verhalen op Wij & corona
Sinds de start van de pandemie in maart 2020 hebben we de persoonlijke verhalen van ouderen, hun familieleden én tientallen zorgmedewerkers verzameld op het platform Wij & corona. Zoals Corry, verpleegkundige bij Zorggroep Elde Maasduinen, die een veel diepgaander contact ervoer met haar bewoners. Persoonlijk begeleider Monique, eerstverantwoordelijk verzorger Angela en verzorgende Ana van Respectzorg probeerden in alle hectiek aandacht te houden voor hun bewoners, familieleden en collega’s. Joan vertelt hoe zij is ingesprongen als psychiatrisch verpleegkundige op de noodafdeling bij Topaz. Mariët, regiomanager bij Azora den Es en Linda, directeur van De Oude Pastorie, vertellen ten slotte over de dilemma’s vanuit het perspectief van de bestuurder.

Analyse van 424 narrratieven
Daarnaast hebben we een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) geanalyseerd die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart t/m december 2020). De verhalen geven gezamenlijk een indringend beeld van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd. Onze bevindingen zijn op 13 februari 2022 gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health. Lees ook het nieuwsbericht dat wij schreven naar aanleiding van deze publicatie.

“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan.”
verzorgende uit het verpleeghuis

Nina Conkova: “Eenzaamheid is een bijproduct van migratie”

 

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Nina Conkova over haar onderzoek naar het welbevinden van oudere mensen met een migratie-achtergrond en haar persoonlijke drijfveren.

Nina, je doet bij Leyden Academy vooral onderzoek naar migranten ouderen. Kun je iets vertellen over deze doelgroep?
“De groep ouderen met een migratieachtergrond is heel divers. Als we het over oudere migranten hebben, hebben mensen vaak snel de associatie met ouderen met een ‘niet-westerse’ achtergrond, met name ouderen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst. Maar de grootste groep migrantenouderen in Nederland is eigenlijk van Duitse origine. En er zijn ook veel ouderen uit andere niet-westerse landen, denk aan Chinezen en vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Er zijn ook nog mensen uit de zogenoemde MOE landen (Midden- en Oost-Europa). Ze komen vaak op jongere leeftijd naar Nederland, maar ze worden allemaal hier ouder. We moeten ook niet vergeten dat er grote verschillen zijn binnen de groepen. Om een voorbeeld te geven: binnen de Turkse groep vind je ten minste vier etnische achtergronden – etnische Turken, Koerden, Zazas en Bulgaarse Turken – en twee religieuze stromingen – Soennieten en Alevieten. Uit eigen onderzoek weten we dat er ook binnen die al groepen verschillen zijn in hoe mensen het ouder worden ervaren. Het is daarom altijd belangrijk om mensen niet over één kam te scheren en klakkeloos aan te nemen dat iemands (migratie)achtergrond de identiteit bepaalt.”

Kun je voorbeelden geven van onderzoeksprojecten waarbij je betrokken bent?
“Ons werk rondom oudere migranten is bijna net zo divers als de groep zelf. We zijn druk bezig met onderzoeken, de ontwikkeling van maatschappelijke projecten en we geven ook onderwijs. We benaderen ook verschillende onderwerpen: van de ervaring van het ouder worden, via eenzaamheid tot zorg. Een interessant project dat we vorig jaar in samenwerking met Attifa in Utrecht uitvoerden, ging over het verbeteren van de digitale vaardigheden van dames met een Marokkaanse achtergrond. We hebben heel veel geleerd van dit project maar wat nog belangrijker is, is dat deze cursus veel van de deelnemers heeft geholpen om zelfstandiger te worden. Attifa heeft de cursus dit jaar zelf voortgezet met oudere heren. We zijn blij en trots op alle deelnemers!”

Waarom heeft dit onderzoeksthema jouw persoonlijke interesse?
“Dat is niet moeilijk te raden… Ik ben zelf van Bulgaarse afkomst en zal oud worden in Nederland. Ik ben nieuwsgierig en wil nu al weten wat me te wachten staat. Niet voor niets blijf ik mij bijvoorbeeld bezig houden met ouderen uit andere Europese landen. Uit onderzoek weten we dat zij zich, ondanks hun kleinere culturele afstand tot de Nederlandse samenleving, relatief eenzaam voelen. Dit is gewoon een bijproduct van migratie: je sociale netwerk wordt verstoord, je familie is er vaak niet bij. Ik ben op zoek naar oplossingen voor deze (en andere) problemen, want net als alle andere mensen wil ik hier in Nederland graag een goede oude dag hebben.”

Lees ook Nina’s blogs Hier is de dokter beter dan in Marokko en Digitale inhaalslag: de ervaring van migrantenouderen

Josanne Huijg: Kwaliteit van leven in het verpleeghuis vereist ruimte voor maatwerk en betekenisvolle relaties

“Wat geeft het leven kleur en betekenis? Dat is voor ieder mens anders. Wel weten we vanuit wetenschappelijk onderzoek dat betekenisvolle relaties onmisbaar zijn voor ons welbevinden. Onze identiteit krijgt vorm in relatie tot anderen. Wanneer we senioren vragen hoe zij de coronamaatregelen ervaren, vertellen ze dan ook vooral over het gemis van hun naasten. Zo mist de 84-jarige Omi haar klein- en achterkleinkinderen: “Als je eenmaal Omi bent, word je zo gelukkig van die kleine kinderen”. Aliya (60) mist de vrouwen van de dagbesteding: “Lekker samen koken, bidden, lezen, maar dat kan nu niet. Nu bidden we alleen.”

We zoeken alternatieven om contact te houden, zoals beeldbellen. Maar niet iedereen is even digitaal vaardig en bovendien kan dit het échte contact niet vervangen. Als risicogroep wordt van ouderen nog meer verwacht dat zij thuis blijven en contacten mijden, en ook de omgeving drukt dit hen op het hart. Jeltje (82): “Mijn buurvrouw durft niet meer samen te wandelen. Mijn wekelijkse bezoek aan mijn verstandelijk beperkte kleindochter is nu ook al verboden! Ik voel me geremd in mijn doen en laten.”

In het verpleeghuis geldt dit gemis van contact nog eens extra, nu het contact tussen bewoners en hun naasten radicaal is doorsneden. De deur ging dicht, zonder uitzonderingen. Bewoners met dementie snappen vaak niet waarom hun naasten niet meer langskomen. Familieleden die gewend waren soms meerdere keren per dag op bezoek te komen, staan nu te zwaaien achter het hek. Alle zorg en liefdevolle aandacht ligt nu op de schouders van de zorgmedewerkers. Zij halen alles uit de kast om het contact met bewoners en hun naasten op andere manieren tot stand te brengen: er wordt wat af gebeeldbeld en geappt, er worden speciale ruimtes en karren gebouwd waarin mensen toch dicht bij elkaar kunnen zijn. Er komt ongelofelijk veel creativiteit los, maar ook hier geldt dat dit het persoonlijke contact niet kan vervangen. Fysieke nabijheid, een knuffel, een troostende aanraking: het zijn onmisbare onderdelen van een relatie. Zeker bij mensen die zich niet meer goed in woorden kunnen uitdrukken. Zorgbestuurder Linda: “Ik geloof dat ik dat nog het moeilijkste vind. Het ontbreken van fysiek contact tussen vaders, moeders, kinderen en partners. Juist zij die het zo nodig hebben. Het voelt heel dubbel dat jij op zo’n moment je armen om een bewoner heen slaat. Dat is mooi en droevig tegelijkertijd.”

De coronamaatregelen zijn, zoals veel andere regels en protocollen in de zorg, ontwikkeld vanuit een normatief perspectief. Hierin voeren waarden als rechtvaardigheid, gelijkheid en uniformiteit de boventoon. Daarnaast staat het narratieve perspectief, waarin het individu, de relatie en responsiviteit belangrijke waarden zijn. De laatste jaren is het besef gegroeid dat voor goede zorg een balans nodig is tussen de normatieve en de narratieve benadering. Oftewel: kwetsbare mensen beschermen en narigheid voorkomen door uniforme richtlijnen, maar zeker ook oog houden voor hun individuele wensen en verlangens en ruimte maken voor maatwerk om recht te doen aan de verschillen tussen mensen. Binnen die wensen en verlangens hechten mensen op latere leeftijd vooral waarde aan betekenisvolle relaties: nog een oma kunnen zijn voor de kleinkinderen, of een partner voor je geliefde.

In de uitbraakfase van corona werd de balans tussen richtlijnen en persoonlijke wensen en verlangens even terzijde geschoven. De overheid en deskundigen keken vooral met een medische bril en troffen harde maatregelen om verdere besmetting te voorkomen. Met normatieve regels en protocollen die golden voor alle bewoners, alle naasten en alle zorgmedewerkers. Dit gaf van meet af aan wrijving bij alle betrokkenen, zo ook bij dochter Jenneke: “Sinds eergisteren mag mijn moeder van 93 haar kamer niet meer uit. Voor haar is dat echt een ramp. Het huis ligt midden in de bossen en ze gaat zo graag naar buiten, bloemetjes plukken. Nu gaat de veiligheid voor alles, maar ten koste waarvan?” Ook zorgmedewerkers voelen die spanning. Persoonlijk begeleider Monique: “Ik wil met heel mijn hart uitzonderingen maken maar het kan gewoon niet. Als we ook maar één besmetting binnen krijgen dan wordt het een sneeuwbaleffect. Maar mensen hun sociale contacten ontzeggen is het laatste wat je wilt.”

Vanuit het narratieve perspectief is ‘zorgen voor elkaar’ in essentie een relationele activiteit. In het verpleeghuis speelt dit zich voornamelijk af in de driehoek zorgverlener, bewoner en naasten. De coronamaatregelen zetten deze relaties onder hoogspanning, doordat ze letterlijk het contact tussen bewoners en naasten doorkruisen. Maar ook figuurlijk, doordat ze voor de zorgverleners ingrijpende dilemma’s veroorzaken. Laat je naasten binnen die boos en verdrietig voor de deur staan? Hoe waarborg je de privacy van een bewoner, als je helpt bij het beeldbellen met de familie? En welke regels hanteer je zodra een bewoner in de laatste levensfase terecht komt?

Het coronavirus stelt zorgmedewerkers voor meer ingrijpende dilemma’s. Zo is er een tekort aan beschermende kleding en is het onmogelijk om mensen te verzorgen op anderhalve meter afstand. Zorgmedewerkers willen hun bewoners niet ziek maken, maar zelf ook niet ziek worden. Velen zijn zelf mantelzorger en willen hun geliefden thuis niet in gevaar brengen. Tegelijkertijd beseffen zij dat bewoners nu volledig van hen afhankelijk zijn voor liefdevolle zorg. Linda: “Onze medewerkers leven privé als kluizenaars, want niemand wil degene zijn die corona het huis binnen haalt. Voor de bewoners proberen ze het gemis van bezoek zoveel mogelijk te compenseren.”

Het bezoekverbod heeft ook een andere kant. Zo geven veel zorgmedewerkers aan dat het door het bezoekverbod rustiger is op de afdeling. Verpleegkundige Corry: “Ik heb anders contact met bewoners. Veel diepgaander. Voorheen zat ik met een aantal bewoners te kletsen en dan kwam de leverancier binnen of kwamen familieleden met vragen. Het klinkt cru maar omdat er niemand meer op de afdeling kan komen, is het veel rustiger nu.” Ook lijken sommige bewoners hier baat te hebben. Zoals de 90-jarige vader van Annemarie, die onrustig en agressief was: “Sinds corona gaat het héél goed met hem. Hij doet actief mee, maakt grapjes en gedraagt zich prettig naar de zorgmedewerkers en naar zijn medebewoners.”

De voorbeelden illustreren dat elke persoon en elke situatie anders is. De dilemma’s die zorgmedewerkers ervaren, zijn dan ook niet op te lossen met uniforme regels en protocollen. Alle relaties in de driehoek zorgverlener, bewoner en naasten zijn verschillend, hebben een andere context en een andere betekenis. De ruimte voor zorgverleners om in ieder dilemma, groot en klein, persoonsgerichte oplossingen te bedenken en toe te passen, is daarom van groot belang.

De deur van het verpleeghuis gaat nu weer voorzichtig van het slot. De belangrijkste les voor de volgende crisis is wat mij betreft dat we ons blijven realiseren dat de medische behoeften en persoonlijke verlangens van bewoners twee verschillende dingen zijn die in balans moeten worden benaderd. Dat we zorgmedewerkers ook in tijden van crisis het vertrouwen en de ruimte moeten geven om dilemma’s rondom behoeften en verlangens af te wegen en voor ieder individu persoonsgerichte keuzes te maken. En dat betekenisvolle relaties onmisbaar zijn voor kwaliteit van leven. Zoals Han (83) het verwoordde: “Eenzaamheid is nu een nog groter probleem voor vele ouderen. Op hoge leeftijd zou waardig sterven zwaarder moeten wegen dan formele zorg.” Als maatregelen vooral als doel hebben de meest kwetsbare ouderen te beschermen, dan moeten we ons afvragen wat het betekent om veilig en virusvrij te zijn als je leven verder geen betekenis meer heeft.”

dr. Josanne Huijg is senior onderzoeker bij Leyden Academy en leidt de activiteiten binnen het speerpunt Betekenisvol. Deze tekst maakt onderdeel uit van ons manifest Ouderen en corona – vier lessen en kansen uit mei 2020.

Sociale verbondenheid van oudere migranten

In gesprek over eenzaamheid en het dagelijkse leven, samen dansen, zingen of knutselen: “Van alleen thuis zitten wordt je ziek”

Bepaalde groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, blijken minder betrokken bij de samenleving en voelen zich gemiddeld eenzamer dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Bekende risicofactoren zijn een lage gezondheids- en sociaaleconomische status, gebrek aan Nederlandse taalvaardigheden en een minder actieve sociale participatie. Daarentegen werken sociale steun en inbedding in de eigen gemeenschappen juist weer positief voor mensen met een migratieachtergrond. In de praktijk blijkt dat het loszien van (sociale) eenzaamheid van andere sociaal-maatschappelijke problemen onmogelijk is. Een positieve benadering hiervan is echter noodzakelijk. Naast het begrijpen van eenzaamheid richten we ons op het begrijpen van verbondenheid, om zo te kunnen achterhalen hoe we kunnen bijdragen aan het welbevinden van oudere migranten.

Samen tegen eenzaamheid
In dit project, dat mede mogelijk is gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn, zijn we samen met vrouwen van Arabische achtergrond in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht op zoek gegaan naar een geschikte interventie tegen eenzaamheid. Met de betrokken activiteitbegeleiders van onze partnerorganisaties Stichting Al-Amal en Stichting Dock, en de deelnemers zelf zijn in 2021 coronaproof activiteiten ontwikkeld. Denk aan picknicken, koken en foto’s maken in de buurt. Tijdens de activiteiten zijn onderwerpen als eenzaamheid, verbinding en samenzijn op een informele manier aan bod gekomen. Door middel van participerende observaties zijn we op zoek gegaan naar werkzame elementen en eventuele verandering in de gevoelens van eenzaamheid. Naast gevoelens van blijdschap en geluk, gaven de deelnemers aan dat nieuwe vriendschappen ontstonden, dat ze een luisterend oor vonden, nieuwe vaardigheden leerden en de weg ‘naar buiten’ vonden. De twee groepen continueren hun activiteiten en één van de groepen is zelfsturend. Dit project wijst uit dat samenkomen op een participatieve wijze verbinding creëert en een basis legt voor het versterken van sociaal kapitaal. Naar aanleiding van het participatief onderzoek en het uitdiepen van het proces van het verstreken van talenten van vrouwen met een migratieachtergrond ontwikkelden we samen met onze partners Stichting Al-Amal en Stichting Dock het vervolgproject ‘Het domino-effect’.

Het domino-effect
Het doel van het domino-effectproject is om vrouwen met een migratieachtergrond in de wijk Overvecht in Utrecht te helpen om zich als trainer te ontwikkelen en om groepen op te zetten en te begeleiden. Door middel van tien inhoudelijke bijeenkomsten en twee excursies (mede mogelijk gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn) hebben zeventien vrouwen geleerd hoe ze deelnemers kunnen vinden en verbinden, reflecteerden ze op hun eigen achtergrond en spraken ze over intercultureel communiceren, netwerken in de buurt en weerstand. Na afloop van het project gaven de deelnemers het belang van geduld, begrip voor elkaar en doorzettingsvermogen aan. De zeventien nieuwe groepenbegeleiders groeien uit tot ambassadeurs van de wijk, die veerkrachtig zijn, die de talenten van vrouwen in een kwetsbare positie versterken en die bijdragen aan gemeenschapsvorming in de wijk. Met hun opgebouwde kennis, vaardigheden en sociale netwerken trekken zij potentiële deelnemers aan. Door dit train-de-vrijwilliger initiatief zijn negen groepen ontstaan die verbinding tussen vrouwen met een migratieachtergrond bevorderen.

“Als je geen geduld hebt, kan je niks volhouden” – deelnemer

Samen verder: Tegen eenzaamheid in co-creatie met migrantenouderen
Leyden Academy en Stichting RCOAK gebruiken de ervaringen die in Utrecht zijn opgedaan om ‘Samen tegen Eenzaamheid’ landelijk uit te rollen en op die manier meer mensen met een migratieachtergrond te bereiken en te verbinden met elkaar en hun omgeving. De verzamelde kennis en de succesvolle elementen zullen als basis dienen voor een handleiding ter ondersteuning van organisaties die zich richten op eenzaamheid onder migrantenouderen.

Dit project wordt in samenwerking met Stichting Al-Amal en Dock Utrecht naar aanleiding van eerder onderzoek van Leyden Academy (in samenwerking met Erasmus Universiteit Rotterdam en Xtra Welzijn) uitgevoerd. Het vervolgproject wordt ondersteund door Stichting RCOAK en Stichting Sluyterman van Loo.

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Nina Conkova.

Eenzaamheid en verbinding

Eenzaamheid is van alle tijden en het komt onder alle leeftijdsgroepen voor. Het is vaak geen constant gevoel en niet direct te vertalen naar lager welbevinden. Wel neemt het percentage eenzame mensen toe met de leeftijd en dan vooral onder de oudste ouderen. Dit heeft vooral te maken met ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner of belangrijke anderen. Deze gebeurtenissen, in combinatie met een afnemende gezondheid, brengen verhoogde risico’s op eenzaamheid met zich mee. 

Kennis bundelen
Vanuit het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’ heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ZonMw de opdracht gegeven om met subsidies startende en bestaande lokale initiatieven (extra) te ondersteunen bij het doorbreken, terugdringen en voorkomen van eenzaamheid onder ouderen. Leyden Academy kreeg op haar beurt in 2022 van ZonMw de opdracht onderzoek te doen naar de kennis opgedaan uit 61 initiatieven en projecten die zich richten op het verminderen van eenzaamheid bij oudere mensen.

Praktijk ontmoet wetenschap
Kennis is voortdurend in ontwikkeling, dynamisch, en de methode is participatief, responsief en reflectief. Hoe kan deze kennis geborgd worden? Aandacht voor taalgebruik, kennis delen en een andere rol van fondsen; dat vinden projectleiders belangrijk. Andere adviezen uit het onderzoek zijn:

  1. Maak eenzaamheid onderdeel van een breder onderwerp, zoals anti-ageism, ouderenparticipatie en age-friendliness.
  2. Verduurzaam het subsidiebeleid, zodat het tot structurele financiering van projecten kan leiden.
  3. Geef duidelijke projectvoorwaarden op het gebied van kennisoverdracht binnen initiatieven en projecten.
  4. Leg verbinding tussen academische kennis en vakkennis.
  5. Ontwikkel de leergemeenschap verder.
  6. Stimuleer het gebruik van creatieve onderzoeksmethoden, om ook impliciete kennis te verkrijgen.

Meer lezen? Ga dan naar de rapportage die we in mei 2023 hebben gemaakt en lees het bericht hierover op de website van ZonMw. In onderstaand interview vertelt Elena Bendien over de bijdrage van Leyden Academy aan het onderzoek: “We werken meestal participatief. Dat betekent dat wij onze eigen kennis niet centraal willen stellen, maar de kennis van onze partners. We gaan daar met hen over in gesprek.”

Programmaevaluatie Samen ouder
In de periode 2018-2021 heeft het Oranje Fonds onder de noemer ‘Samen Ouder’ 25 sociale initiatieven ondersteund in het samenbrengen, betrekken en activeren van ouderen. Leyden Academy voerde gedurende drie en een half jaar een effect- en procesevaluatie uit op deelnemer-, project- en programmaniveau. De kwantitatieve metingen tonen aan dat de initiatieven erin slagen om een groep ouderen te bereiken die bovengemiddeld hoog scoren op bekende risicofactoren voor eenzaamheid. De deelnemers zijn vaker alleenstaand en ervaren gemiddeld meer gezondheidsbelemmeringen in hun dagelijks leven. De ouderen geven aan dat zij door hun deelname het gevoel hebben meer in contact te staan met anderen, erbij te horen en onderdeel uit te maken van een gemeenschap. Hierdoor piekeren zij minder en worden zij afgeleid van negatieve emoties. Daarnaast bieden de projecten gezelligheid, afleiding van de dagelijkse sleur en een fijne bezigheid, maar vooral ook het gevoel dat de deelnemers gezien en gewaardeerd worden. In enkele gevallen leidt dit gevoel tot een hechte band met andere deelnemers. De uitkomsten zijn kernachtig verwoord in een publiekssamenvatting, infographic en onderstaande video. Benieuwd naar de uitgebreide eindrapportage met de (statistische en narratieve) uitkomsten en een toelichting op de procedure en onderzoeksmethoden? Klik dan op deze link!

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Elena Bendien.