Bruggen bouwen tussen generaties

Bruggen bouwen tussen generaties

Migranten in Nederland ervaren vaker en sterker emotionele eenzaamheid dan mensen die in Nederland zijn geboren. Deze eenzaamheid reikt verder dan alleen het ontbreken van sociale contacten; het ontstaat wanneer mensen ontevreden zijn over de kwaliteit van hun relaties. Het project Bruggen bouwen tussen generaties richt zich daarom op het verminderen van emotionele eenzaamheid door het verbeteren van intergenerationele relaties binnen migrantenfamilies in Utrecht.

De uitdaging
In verschillende Utrechtse wijken, zoals Overvecht en Kanaleneiland, ervaren veel migrantenvrouwen een gevoel van eenzaamheid. Hoewel verschillende initiatieven zijn ontwikkeld om eenzaamheid onder oudere migranten te verminderen, richten ze zich vaak te veel op individuen en het uitbreiden van sociale netwerken, met nadruk op kwantiteit in plaats van kwaliteit van relaties. Daarnaast schieten deze initiatieven tekort als het gaat om de generatiekloof binnen migrantengemeenschappen, verdiept door verschillende communicatiestijlen, tegenstrijdige normen en waarden, onbesproken essentiële kwesties en de uiteenlopende ervaringen van eerste- en tweede-generatie migranten in Nederland.

Onze aanpak
In dit project streven we naar betekenisvol contact tussen tien Arabischsprekende moeder (55+) -dochter (18+) koppels uit verschillende wijken van Utrecht. Het verbeteren van deze relatie is belangrijk vanwege de emotionele context en invloed binnen de hele familie. Tijdens de co-creatiebijeenkomst in Kanaleneiland begeleiden ervaren gespreksleiders van Stichting Al-Amal de gesprekken en worden voorlichtingen georganiseerd om openheid en diepgaande gesprekken te stimuleren. Het bevorderen van open communicatie, begrip en respect, samen met het doorbreken van taboes, vormen een belangrijke basis van het project. Het verbeteren van de kwaliteit van familierelatie draagt op zijn beurt bij aan het verminderen van emotionele eenzaamheid.

Gedurende deze bijeenkomst worden observaties gedaan en informele gesprekken gevoerd met de deelnemers, om als resultaat een handleiding van dit project te ontwikkelen die professionals in het sociale domein helpt bij het verminderen van emotionele eenzaamheid.

Financiering en toekomstplannen
Het project werd in 2024 gefinancierd door twee belangrijke partners:

  • Jo Visser fonds
  • K.F. Hein Stimuleringsprijs

Het traject
We richten ons op het verbeteren van intergenerationele relaties tussen moeders en dochters door middel van gesprekken en voorlichting, van het voorjaar 2024 tot het najaar. Begin 2025 vindt er een excursie plaats, waarna de co-creatiebijeenkomsten worden voortgezet met financiële steun van het Jo Visser fonds, en er gewerkt wordt aan het opstellen van de handleiding. Professionals met expertise in migrantengemeenschappen worden nauw betrokken bij de ontwikkeling van deze handleiding. In april 2025 vindt een evaluatie van het project plaats bij partner K.F. Hein Fonds.

Tijdens de gehele looptijd van het traject zal er diepgaand onderzoek plaatsvinden ten behoeve van het ontwikkelen van de handleiding en het meten van de impact van het initiatief.

Onze partners
Samen met partners zoals Stichting Al-Amal, Utrecht Omarmt en Stichting UP! Nederland werken we aan een innovatieve aanpak die kan bijdragen aan meer intergenerationele verbinding en minder emotionele eenzaamheid onder migranten.

Meer informatie
Geïnteresseerd of vragen? Neem contact op met  Nina Conkova voor meer details over dit initiatief.

PROMISE wil taboes over eenzaamheid onder oudere migranten doorbreken

PROMISE wil taboes over eenzaamheid onder oudere migranten doorbreken


Vrijwel iedereen krijgt op een gegeven moment te maken met eenzaamheidsgevoelens. Eenzaamheid is dan ook een steeds bekender onderwerp in onze samenleving dat langzaam maar zeker ook steeds bespreekbaarder wordt. Onder oudere migranten komt eenzaamheid vaker en ernstiger voor dan bij hun leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond en lijkt het onderwerp nog steeds een taboe. Hoewel eenzaamheid dus steeds meer aandacht krijgt, wordt het onder oudere migranten minder goed begrepen en aangepakt. Ook zijn er misvattingen over de oorzaken en worden gevoelens van eenzaamheid lang ontkend en onderdrukt met als gevolg dat er lange tijd geen gesprek over wordt gevoerd. Een complicerende factor daarbij is dat eenzaamheid een steeds groter probleem wordt als het onbesproken blijft en langdurig blijft voortbestaan.
Het NWA-gefinancierde project PROMISE wil zorgen voor verdiepende inzichten waar het gaat over het doorbreken van het bestaande taboe. PROMISE, dat staat voor Prominent Reduction of loneliness among Older Migrants through Interventions and Social Engagement, is 1 september 2024 officieel van start gegaan.

Diversiteit
Binnen het onderzoek wordt het antwoord gezocht op veel verschillende vragen. Het taboe rondom eenzaamheid is de eerste focus van het project. Wat zijn de meest gevoelige onderwerpen binnen relaties van migranten? Spelen bijvoorbeeld cultuur, religie en gender een rol bij het taboe rond eenzaamheid? Hoe verhouden deze onderwerpen zich tot andere problematiek, zoals armoede? Met wie durven oudere migranten wel gevoelige onderwerpen te bespreken? Bij wie specifiek speelt het taboe een belangrijke rol? En hoe kunnen we oudere migranten ondersteunen om makkelijker en opener over hun eenzaamheid te praten?

De tweede focus is diversiteit in eenzaamheid. Binnen het project wordt verder gekeken dan alleen maar Marokkaanse en Turkse ouderen. Er is een grote variatie in risicofactoren en alleen als duidelijk is welke oorzaken bij wie spelen, kunnen effectieve interventies worden bedacht en (door)ontwikkeld.

Interventies
Leyden Academy heeft een prominente rol als werkpakketleider op het gebied van diversiteit in eenzaamheid en bij de verdere communicatie van het onderzoek. Binnen PROMISE wordt gewerkt met bestaande interventies, een ervan – Samen tegen Eenzaamheid – heeft Leyden Academy  ontwikkeld. De bestaande interventies moeten worden aangepast en verbeterd, zodat ze nog effectiever kunnen worden bij het verminderen van eenzaamheid onder oudere migranten.

Het unieke aan het PROMISE-project is dat verkregen kennis direct wordt vertaald naar de praktijk, in co-creatie met oudere migranten en stakeholders. Mede-aanvrager zijn Rijksuniversiteit Groningen, Pharos en Movisie. Het consortium bestaat in totaal uit z’n 30 partners, waaronder welzijns- en migrantenorganisaties, gemeentes, professionele bonden, Nieuw Wij en anderen. Door deze bundeling van krachten hopen de onderzoekers de bestrijding van eenzaamheid onder oudere migranten een stap verder te brengen.

Hoofdaanvrager van het project is Tineke Fokkema, senior onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut en bijzonder hoogleraar Ageing, Families en Migration bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB) van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Voor meer informatie, neem contact met Nina Conkova.

Samen tegen Eenzaamheid met oudere migranten

Samen tegen Eenzaamheid met oudere migranten

Eenzaamheid vormt een belangrijk sociaal-maatschappelijk probleem. De afgelopen jaren zijn er tal van nieuwe initiatieven gestart, gericht op het verlichten van eenzaamheid bij ouderen. Maar een klein deel daarvan richt zich specifiek op oudere migranten. Ouderen met een migratieachtergrond voelen zich echter vaker en sterker eenzaam dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Ze hebben vaak te maken met een combinatie van problemen, zoals slechte gezondheid, armoede, stress, ervaren discriminatie, intergenerationele conflicten etc.

Interventie
De interventie ‘Samen tegen Eenzaamheid’ werkt vanuit co-creatie om 55-plussers met een migratieachtergrond met elkaar en hun omgeving te verbinden. Dit draagt bij aan het verminderen van eenzaamheidsgevoelens en aan het verbeteren van welbevinden. De initiatieven die uit deze interventie voorkomen, maken niet alleen een verschil in het leven van oudere migranten, maar ook stellen de geleerde lessen organisaties in staat om deze waardevolle aanpak zelf te organiseren en uit te voeren. Deze door Leyden Academy en Stichting RCOAK opgezette interventie is in 2023 uitgevoerd door Stichting Al-Amal, Stichting Attifa, Stichting ProFor, Stichting SPIOR en Marhaba/Wijkcentrum het Klokhuis in Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Amersfoort. Stichting Hofje Codde en Van Beresteyn en Fonds Sluyterman van Loo hebben het medegefinancierd.

“Ik wil vaker komen, bijvoorbeeld twee keer per week. Zo voel ik me minder eenzaam. Ik wil bij de groep zijn. De groep is mijn familie geworden.” – Deelnemer, Utrecht

Symposium
Ter afronding van de jaarlange interventie organiseerden we op 29 februari 2024 samen met Stichting RCOAK bij het Bartholomeus Gasthuis in Utrecht het symposium ‘Samen tegen Eenzaamheid’. Tijdens het symposium zijn de resultaten en waardevolle lessen rond de mogelijke financiering, uitvoering, impact en verduurzaming van dit programma gedeeld. Tevens zijn deze opgenomen in een handleiding die stapsgewijze begeleiding biedt voor het opstarten, organiseren en uitvoeren van de sociale interventie ‘Samen tegen Eenzaamheid’.  De handleiding is bedoeld voor (migranten)organisaties, opbouwwerkers, sociaal makelaars, groepsbegeleiders en vrijwilligers in het domein van welzijnswerk.

“Ik was eerst bang. Ik ben nu een ander mens geworden. Ik ben vrolijk.” – Deelnemer, Utrecht

Geleerde lessen
De impact van deze interventie is in kaart gebracht door participerende observaties, informele gesprekken met de ruim zeventig deelnemers, gesprekken met project- en groepsbegeleiders, en door de inzet van de Most Significant Change-methode, waarin de onderzoeker, deelnemers en project- en groepsbegeleiders verhalen delen over de grootste verandering die de deelnemers zelf hebben ervaren. Dit alles toonde dat door het actief deelnemen aan de georganiseerde activiteiten er sterke nieuwe relaties tussen de deelnemers werden gevormd. Deze relaties werden gekenmerkt door diepe vriendschappen en een opmerkelijk gevoel van onderlinge steun, zowel praktisch (hulp met brieven) als emotioneel (elkaar troosten). De verbeterde relaties en ondersteuningsnetwerken hebben samen geleid tot blijdschap, rust en gezamenlijkheid. Er was een duidelijke verbetering in het emotionele welbevinden onder veel van de deelnemers. Wat betreft fysiek welbevinden gaven de deelnemers aan dat ze zich minder ziek voelden en minder vaak een beroep deden op medische hulp van de huisarts. Bovendien maakten deelnemers een persoonlijke groei door. Ze leerden en ervaarden wat het betekent om tijd voor zichzelf te maken. Daarbij hadden ze het gevoel beter te balanceren tussen hun rol binnen de familie en hun eigen persoonlijke behoeften.

Zoon: “Mama, je bent veranderd. Je bent niet thuis als ik bel en je vraagt mij niet meer waar ik blijf en wanneer ik thuis kom.” Moeder: “Ik denk nu aan mezelf.”

En nu?
Het is duidelijk dat deze interventie veelbelovende resultaten heeft opgeleverd. En alle organisaties willen doorgaan met het organiseren van bijeenkomsten voor migrantenouderen. Toch gaat het financieren ervan moeizaam en zijn aanvraagprocedures ingewikkeld. We hebben een template gemaakt die mogelijk behulpzaam kan zijn (klik op deze link).

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Nina Conkova.

 

In onderstaande video is Saadia Daouairi van Stichting SPIOR aan het woord.

Dilemmas of Doing Diversity

Diversiteit is een breed begrip en kan voor verschillende mensen verschillende betekenissen hebben. Zo kan het een combinatie zijn van onder meer verscheidenheid in etniciteit en cultuur, genderdiversiteit, inclusie van mensen met fysieke of cognitieve uitdagingen en diversiteit op de werkplek. Hoe kunnen we een beter en completer beeld krijgen van wat mensen onder diversiteit verstaan? En kunnen we hen meer bij het onderwerp betrekken?

Recht doen aan diversiteit
Bovengenoemde vragen staan onder meer centraal in Dilemmas of Doing Diversity (DiDi), een vierjarig onderzoeksproject naar de dilemma’s die een groeiende diverse samenleving opwerpt. In het project brengen we de diversiteitservaringen en -beleid op het gebied van zorg en welzijn, sport en recreatie, en wonen en gemeenschapsgerichte initiatieven in Nederland in kaart.

“Diversiteit gaat niet alleen over gender of etniciteit, maar ook over seksualiteit en handicap, religie en opleiding. We vinden het heel belangrijk om die dingen in verband met elkaar te zien.” – Marlou Schrover, projectleider en hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden

Samen beleid maken
De vanuit het onderzoek verkregen inzichten zullen toegankelijk worden gemaakt en bijdragen aan een respectvolle discussie over de dilemma’s die het thema diversiteit met zich meebrengt. Het publiek zal hierbij worden betrokken, ook gaan we in gesprek over de uitkomsten en de praktijkimplementatie. Beleidsmakers en onderzoekers zullen vervolgens samen met het brede publiek beleid- en implementatiestrategieën maken. Zo ondersteunen we het uiteindelijk doel en de impact van het project: het bijdragen aan een veerkrachtige maatschappij waaraan mensen zich verbinden, zich in identificeren en waarin ze zich herkennen, om zo een inclusievere maatschappij te bewerkstelligen.

Leerprogramma
De praktijk leert ons dat het recht doen aan alle verschillende manieren waarop diversiteit belangrijk is niet makkelijk is. Beleidsmakers en -uitvoerders hebben behoefte aan concrete en toepasbare inzichten en handvaten. De antwoorden op de onderzoeksvragen en de beschouwing van de praktijkdilemma’s geven kaders voor een leergang. In deze Lunch & Learn leergang ‘Diversiteitsbeleid in de praktijk’ komen de inzichten uit het project, het omgaan met dilemma’s en beleidsrichtlijnen met concrete suggesties aan bod.

Meer over het onderzoek
Dit onderzoeksproject maakt onderdeel uit van de Nationale Wetenschapsagenda van NWO en loopt van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2026. Marlou Schrover van Universiteit Leiden is de hoofdaanvrager en Leyden Academy is mede-aanvrager en een van de partners. Daarnaast werken er nog 36 andere maatschappelijke en wetenschappelijke partners aan dit onderzoeksproject.

Heb je vragen of wil je meer informatie over DiDi? Neem dan contact op met Nina Conkova of bezoek diversiteitsbeleid.nl. Klik hier voor een interview met Marlou Schrover over het begrip sociale cohesie.

 

LHBTI+ ouderen

In Nederland is er groeiende diversiteit in samenlevingsvormen, seksuele voorkeuren en identiteitsvorming. Ook onder ouderen zien we deze groeiende diversiteit terug. Toch merken we dat het op oudere leeftijd niet gemakkelijk is om voor deze voorkeuren uit te komen of deze uit te dragen. Er was vroeger weinig bekend over andere seksuele oriëntaties, alles moest in het geniep gebeuren of verdrongen worden.

Jezelf kunnen zijn
LHBTI+ ouderen dragen deze geschiedenis met zich mee: zij groeiden op in een tijd waarin je niet zomaar jezelf kon zijn, je nergens terecht kon voor informatie, zorg of ondersteuning en er nauwelijks rolmodellen waren in de media. Als gevolg hiervan vinden sommige ouderen het nog steeds moeilijk om zichzelf te aanvaarden zoals ze zijn en ervaren ze moeilijkheden om zichzelf te kunnen zijn. Het ouder worden brengt bij deze mensen ook specifieke vragen met zich mee. Hoe zullen zorgmedewerkers en medebewoners mij behandelen als ik in het verpleeghuis terecht mocht komen? Kan ik straks waardig sterven en word ik onder de juiste naam begraven en herdacht? LHBTI+ ouderen hebben vaak ook een kleiner sociaal netwerk omdat het contact met familie en vrienden is verbroken, zij soms geen kinderen hebben en financieel minder armslag door baanverlies of hoge medische kosten. Ten slotte kunnen er prangende vragen opkomen over de identiteit: heb ik mijn leven niet teveel voor anderen geleid? Tegen welke prijs kan ik mezelf zijn? Voor deze en andere vragen en hun stemmen van diversiteit is er nog weinig aandacht.

Trans & Oud(t)
We trachten bewustwording hierover te versterken door de stemmen van deze ouderen te laten horen in hun persoonlijke verhalen in podcasts die we in samenwerking met Roze 50+ en stichting Hofje Codde en Van Beresteyn maken. De podcastserie Trans & Oud(t) is gemaakt door Eveline van de Putte en Mirjam van Dijk. De eerste aflevering is op zondag 20 november, de internationale Transgender Gedenkdag, verschenen. Op deze dag wordt stilgestaan bij de mensen die zijn vermoord als gevolg van transfobie en wordt er aandacht gevraagd voor geweld tegen transgenders.

  • In de eerste aflevering staan Kaat en Marica centraal die al zestien jaar samen zijn als Marica naar de huisarts gaat om over haar gevoelens te vertellen. In deze aflevering vertellen zij hoe zij elkaar liefdevol mee op reis hebben genomen.
  • In de tweede aflevering is Mees (77) aan het woord: “Toen ik jong was had je geen rolmodellen en informatie. Op een gegeven moment hoorde je wel iets van mannen die in transitie naar vrouw gingen. Maar anders om? Ik heb lang gedacht dat dat niet kon. In de feministische omgeving waar ik in de jaren tachtig in bewoog, durfde ik niet te zeggen welke gevoelens ik had. Het was daar nogal anti-man. Pas toen ik in 2012 las dat filosoof Maxim Februari verder als man door het leven ging, dacht ik: Als hij het kan, kan ik het ook!”
  • “We zeggen wel eens tegen elkaar, ik kan je zo goed begrijpen, ik weet er alles van. Nee, we weten er vaak helemaal niets van. En zelfs als we hetzelfde doormaken, dan nog kennen we soms de ander niet. Alleen al omdat we in een ander vel steken.” Woorden uit de preek van Charlotte (89), emeritus predikant, advocaat in ruste én mantelzorger. Je ontmoet haar in aflevering drie van Trans en Oud(t). Een aflevering over jezelf kunnen zijn, over geloof en liefde!
  • De laatste twee afleveringen staan in het teken van balanceren en in gesprek blijven. Komen sommige stellen er pas na jaren achter dat een van de twee transgender gevoelens heeft, bij Annelies en Colline was dat vanaf het begin duidelijk. Al bijna 50 jaar zoeken ze binnen de relatie naar het juiste evenwicht. Ze blijven ervoor gaan,  zo gelijkwaardig als maar mogelijk is.

Kwalitatief onderzoek
Ook doen we kwalitatief onderzoek naar hun ervaringen, bijvoorbeeld door het afnemen van interviews. We hebben daarbij nadrukkelijk aandacht voor het samenvallen van verschillende identiteiten, intersectionaliteit, en kijken voorbij hokjes.

Neem voor meer informatie contact op met Elena Bendien.

Cultuursensitieve kunst

Cultuursensitieve kunst

In de afgelopen jaren deed Leyden Academy onderzoek naar de waarde van actieve kunst- en cultuurparticipatie van ouderen in Nederland. We vonden hierin dat kunst- en cultuurparticipatie niet alleen een positief gevoel geeft, maar mensen verbindt op een diepgaand level en ouderen uitdaagt op creatief en persoonlijk vlak. In de onderzoeken rondom kunstparticipatie tot nu toe, waren vooral kunstprojecten betrokken waar nauwelijks ouderen met een migratieachtergrond aan meededen. Ook internationaal zijn kunstinitiatieven waar deze ouderen aan deelnemen relatief onzichtbaar en onderbelicht. Ook fondsen, zoals het Lang Leve Kunstfonds, zien weinig aanvragen voor initiatieven met ouderen met een migratieachtergrond.

Vraaggerichte inclusie
Toch is er veel aandacht voor inclusie, en heerst de tendens dat kunstparticipatie voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn en ook van waarde kan zijn. Maar zit iedereen daar wel op te wachten? Redenen genoeg om inzicht te vergaren in de behoefte van en vraag naar kunstparticipatie van ouderen die niet in Nederland geboren zijn.  Door meer inzicht hierin en door samen met ouderen, kunstenaars en initiatiefnemers op te trekken, kan kunstparticipatie op een vraaggerichte manier groeien.

Onderzoek
De doelstelling van dit onderzoeksproject is om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften met betrekking tot kunstparticipatie van ouderen die niet in Nederland geboren zijn. Deze doelgroep nemen we in eerste instantie heel breed: van ouderen met een migratieachtergrond die al jaren in Nederland wonen tot nieuwkomers. Het team van onderzoekers, bestaande uit Zohra Bourik en Lieke de Kock, zal in eerste instantie samen met bestaande initiatieven en ouderen met een migratieachtergrond uitzoeken wat voor aanbod er al is. Op welke manier uiten zij hun creativiteit? Moeten we het eigenlijk wel kunst willen noemen, of zit hem dat in andere, al aanwezige gebruiken en tradities? Door dit uit te zoeken en zichtbaar te maken, hopen we dat we vervolgens, samen met kunstenaars en ouderen zelf, kunnen komen tot aanbevelingen wat betreft het participatieve kunstaanbod voor deze doelgroep.

Verhalen van oudere migranten

Er bestaan in onze maatschappij veel vooroordelen over ouderen met een migratieachtergrond. Ten onrechte, want deze ‘groep’ is heel divers en omvat ouderen uit talloze landen van herkomst. En ook binnen groepen ouderen met een gedeelde herkomst zijn de onderlinge verschillen groot. Vaak blijft onderbelicht dat veel van deze ouderen een betekenisvolle maatschappelijke bijdrage leveren en veel veerkracht bezitten. In het project ‘Verhalen van oudere migranten’ willen we de beeldvorming van oudere migranten positief beïnvloeden aan de hand van een reeks persoonlijke portretten waarin de verscheidenheid en (veer)kracht van deze mensen tot uiting komt.

Media-analyse
We zijn gestart met een verkennend onderzoek naar de beeldvorming van ouderen met een migratieachtergrond in de media. We analyseerden de artikelen van de vijf grootste Nederlandse dagbladen in de periode 1991-2021. Hieruit komt een beperkt, eenzijdig en overwegend negatief beeld naar voren. Zo wordt bijna uitsluitend geschreven over ouderen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond en gaan veruit de meeste artikelen over onderwerpen die samenhangen met kwetsbaarheid zoals zorg, ziekte, armoede en taalachterstand. De bevindingen van de media-analyse zijn beknopt samengevat in deze infographic (augustus 2021).

“We worden als samenleving niet alleen ouder maar ook steeds diverser. Toch worden de verschillen in categorieën gevangen. Het is eigenlijk heel gek, want zorg is steeds meer persoonsgericht. Maar als het gaat over ouderen met een migratieachtergrond dan gaan we toch weer in hokjes denken.” Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie

Verhalenbundel en podcasts
We hebben de persoonlijke verhalen van ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond opgehaald. Uit deze verhalen komt een divers beeld naar voren in levenslopen, levenservaringen en een verscheidenheid aan invulling aan het ouder worden in Nederland. De prachtige portretten, in beeld en tekst, zijn gebundeld in het inspiratieboek ‘Veerkracht uit liefde: verhalen van oudere migranten’. Een vijftal verhalen zijn ook opgenomen in de podcastserie ‘Mijn leven daar en hier’ in De Luistermap (zie de links hieronder). Ontmoet Paul uit de Verenigde Staten, Viktoria uit Roemenië, Müslüm uit Turkije, Lisa uit Indonesië en Guillaume uit Suriname. Zij gunnen ons een kijkje in hun wereld en achtergrond. Ervaar – en herken wellicht – hoe ze hun weg vinden, het goede waarderen en moeilijke momenten overwinnen.

 

  • Paul is 79 jaar geleden geboren in de Verenigde Staten. Sinds 1975 woont hij in Nederland. Zijn vrouw is op jonge leeftijd overleden en liet hem achter met twee jonge kinderen. Welke keuzes heeft hij gemaakt en hoe bepaalde dit zijn leven? Hoe is hij zijn depressie te boven gekomen en op welke manier draagt hij zijn steentje bij en blijft hij zichzelf prikkelen?
  • Viktoria is 73 jaar geleden geboren en getogen in Roemenië, waar ze gelukkig woonde tot haar man plotseling overleed. Haar leven stond op zijn kop. Viktoria moest ineens alleen voor haar kinderen zorgen en besloot om naar Nederland te emigreren. Wat heeft ze meegemaakt en hoe wist ze haar weg te vinden?
  • Müslüm woont sinds de jaren 90 in Nederland, spreekt de Nederlandse taal en is buurtteammedewerker. Hij is 55 jaar geleden geboren in Turkije, waar hij zich al lang onveilig voelde. Waarom kreeg Müslüm het gevoel dat hij weg moet gaan? Wat vindt hij belangrijk in zijn leven?
  • Lisa is 57 jaar geleden geboren in Indonesië, waar ze met haar familie woonde en gelukkig getrouwd was. Maar op een dag veranderde alles. Wat gebeurde er toen en hoe is Lisa in Nederland terechtgekomen? Waar vindt ze de kracht om moeilijke keuzes te maken en het beste van de situatie te maken?
  • Guillaume is 87 jaar geleden in Suriname geboren. In Nederland kennen mensen hem als een dichter. Was hij in Suriname gebleven dan had hij nooit een dichter geworden. Suriname heeft Guillaume heel weinig gebracht, hij woonde daar in armoede met geen zicht op verbetering. Wat heeft Guillaume meegemaakt en hoe heeft hij zijn lot weten te verbeteren?

Dit project wordt ondersteund door Jo Visser fonds en stichting Hofje Codde en Van Beresteyn.

Neem voor meer informatie contact op met Nina Conkova.

Cultuursensitieve zorg

Zorg voor ouderen met een migratieachtergrond in Amsterdam: Een toekomstperspectief
In Amsterdam stijgt het aantal senioren met zorgbehoeften snel. Een groot deel van die groei vindt plaats onder ouderen met een migratieachtergrond. Deze groep senioren wordt niet alleen ouder en de zorg intensiever, maar ook steeds diverser. Met deze ontwikkelingen komen belangrijke vragen: Hoe groot zal de zorgvraag in de nabije toekomst zijn en hoe kunnen we tegemoet komen aan de diverse zorgwensen en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond?

Grote diversiteit
Op dit moment zijn er veel (cultuur)specifieke voorzieningen gericht op verschillende doelgroepen; denk bijvoorbeeld aan kleinschalig wonen voor senioren met een Surinaamse achtergrond of dagbestedingen voor senioren met een Turkse of Marokkaanse afkomst. Er zijn goede redenen (zoals taal en religie) die cultuurspecifieke zorg wenselijk maken. Uit onderzoek en gesprekken blijkt echter dat er allerlei knelpunten worden ervaren bij het voldoen aan verwachtingen, behoeften en wensen in deze cultuurspecifieke zorg. Bovendien zijn de wensen en behoeften van ouderen met een migrantenachtergrond net zo verschillend als die van ouderen die in Nederland zijn geboren. Ook binnen groepen uit hetzelfde herkomstland is er sprake van grote diversiteit, waarbij andere kenmerken (zoals opleiding en inkomen) een meer bepalende rol kunnen spelen.

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
We hebben de (toekomstige) zorgvraag onder Amsterdamse ouderen met een migratieachtergrond onderzocht aan de hand van registerdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hieruit blijkt dat in de toekomst de vraag naar langdurige zorg zal toenemen. De sterkste toename wordt verwacht in de vraag naar langdurige zorg in een mix van persoonlijk budget, vol pakket thuis en modulair pakket thuis. Ook zijn we in gesprek gegaan met 66 personen met een migratieachtergrond over hun ideeën over zorg, nu en in de toekomst. Ze geven aan het belangrijk te vinden dat de kwaliteit van de zorg goed is, bijvoorbeeld als het gaat om zorg-technisch handelen, schoonmaak en hygiëne en het aanbod van (divers) eten. Daarbij vinden ze het essentieel dat de zorg persoonsgericht is en relationeel wordt uitgevoerd. Er moet rekening gehouden worden met taal en ruimte zijn voor religie. In de toekomst willen zij zo lang als mogelijk zelfstandig, onafhankelijk thuis wonen. Als dat niet meer gaat, zijn de wensen divers: variërend van (betaalde) informele zorg tot thuiszorg tot een verblijf in een verpleeghuis.

Klik hier voor de complete rapportage van het onderzoek ‘Zorgvraag onder (toekomstige) ouderen met een migratieachtergrond – Een Amsterdamse toekomstverkenning’ (december 2021). Ook is een onderzoekssamenvatting en een publiekssamenvatting beschikbaar.

Interventie en kennisverspreiding
Na het onderzoek zijn we aan de slag gegaan om handvaten in de praktijk te ontwikkelen. Duidelijk is dat cultuursensitieve zorg, waarbij er over en weer bewustwording is over eigen aannames, wensen en behoeften en hier open over gecommuniceerd wordt, belangrijk is. De aanknopingspunten richten zich op organisatieniveau, maar ook op de praktijk. Op organisatieniveau is er een bestuurlijk advies beschikbaar en adviseren we te komen tot een ervaringsnetwerk, juist omdat er al veel kennis en ervaring is, lees hiertoe het advies ervaringen die er toe doen. Daarnaast is er een Turks vertaalboekje ‘Elkaar begrijpen helpt’ en een handzame overzicht voor de praktijk met pictogrammen en veelgebruikte zinnen (her)ontwikkeld samen met medewerkers, bewoners en naasten. Ten slotte is een bestaande training van Pharos gebruikt om een bewustwordingstraining voor medewerkers te geven over cultuursensitieve palliatieve zorg. Klik hier om naar de pagina met de handleiding en materialen te gaan.  We hopen dat hiermee de zorgverlening beter zal aansluiten in situaties waarin culturele verschillen een rol spelen, en dat de zorgkwaliteit en tevredenheid zullen toenemen.

Dit project is een samenwerkingsverband tussen Amsta, Amstelring, Cordaan, gemeente Amsterdam en Leyden Academy. Wilt u meer weten over dit onderzoeksproject? Neem dan contact op met Jolanda Lindenberg.

 

Nina Conkova: “Eenzaamheid is een bijproduct van migratie”

 

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Nina Conkova over haar onderzoek naar het welbevinden van oudere mensen met een migratie-achtergrond en haar persoonlijke drijfveren.

Nina, je doet bij Leyden Academy vooral onderzoek naar migranten ouderen. Kun je iets vertellen over deze doelgroep?
“De groep ouderen met een migratieachtergrond is heel divers. Als we het over oudere migranten hebben, hebben mensen vaak snel de associatie met ouderen met een ‘niet-westerse’ achtergrond, met name ouderen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst. Maar de grootste groep migrantenouderen in Nederland is eigenlijk van Duitse origine. En er zijn ook veel ouderen uit andere niet-westerse landen, denk aan Chinezen en vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Er zijn ook nog mensen uit de zogenoemde MOE landen (Midden- en Oost-Europa). Ze komen vaak op jongere leeftijd naar Nederland, maar ze worden allemaal hier ouder. We moeten ook niet vergeten dat er grote verschillen zijn binnen de groepen. Om een voorbeeld te geven: binnen de Turkse groep vind je ten minste vier etnische achtergronden – etnische Turken, Koerden, Zazas en Bulgaarse Turken – en twee religieuze stromingen – Soennieten en Alevieten. Uit eigen onderzoek weten we dat er ook binnen die al groepen verschillen zijn in hoe mensen het ouder worden ervaren. Het is daarom altijd belangrijk om mensen niet over één kam te scheren en klakkeloos aan te nemen dat iemands (migratie)achtergrond de identiteit bepaalt.”

Kun je voorbeelden geven van onderzoeksprojecten waarbij je betrokken bent?
“Ons werk rondom oudere migranten is bijna net zo divers als de groep zelf. We zijn druk bezig met onderzoeken, de ontwikkeling van maatschappelijke projecten en we geven ook onderwijs. We benaderen ook verschillende onderwerpen: van de ervaring van het ouder worden, via eenzaamheid tot zorg. Een interessant project dat we vorig jaar in samenwerking met Attifa in Utrecht uitvoerden, ging over het verbeteren van de digitale vaardigheden van dames met een Marokkaanse achtergrond. We hebben heel veel geleerd van dit project maar wat nog belangrijker is, is dat deze cursus veel van de deelnemers heeft geholpen om zelfstandiger te worden. Attifa heeft de cursus dit jaar zelf voortgezet met oudere heren. We zijn blij en trots op alle deelnemers!”

Waarom heeft dit onderzoeksthema jouw persoonlijke interesse?
“Dat is niet moeilijk te raden… Ik ben zelf van Bulgaarse afkomst en zal oud worden in Nederland. Ik ben nieuwsgierig en wil nu al weten wat me te wachten staat. Niet voor niets blijf ik mij bijvoorbeeld bezig houden met ouderen uit andere Europese landen. Uit onderzoek weten we dat zij zich, ondanks hun kleinere culturele afstand tot de Nederlandse samenleving, relatief eenzaam voelen. Dit is gewoon een bijproduct van migratie: je sociale netwerk wordt verstoord, je familie is er vaak niet bij. Ik ben op zoek naar oplossingen voor deze (en andere) problemen, want net als alle andere mensen wil ik hier in Nederland graag een goede oude dag hebben.”

Lees ook Nina’s blogs Hier is de dokter beter dan in Marokko en Digitale inhaalslag: de ervaring van migrantenouderen

Sociale inclusie ouderen met een lagere SES

In Nederland is het verschil in gezonde levensverwachting tussen iemand met een lagere en hogere sociaaleconomische status (SES) inkomen meer dan 17 jaar. Een enorm verschil voor een welvarend land. Dit heeft een veelheid aan oorzaken. Zo hebben ouderen met een lagere SES vaak minder bronnen om gezond te leven en als het moeilijk wordt, zoals in tijden van energie of klimaatcrisis, zijn zij vaak slechter af. Sommigen hebben te maken met een opeenstapeling van kwetsbare omstandigheden, zoals minder inkomen, minder goede basisvaardigheden (zoals laaggeletterdheid) en minder toegang tot gezondheidskennis en gezonde mogelijkheden. Hoe maken we het verschil voor en met ouderen met een lagere SES?

Laaggeletterdheid onder ouderen
Een belangrijke uitdaging ligt in een grote groep mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. In Nederland hebben zo’n 2,5 miljoen volwassenen grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen: zij zijn ‘laaggeletterd’. Daarnaast hebben zij vaak ook beperkte digitale vaardigheden. Van deze groep zijn naar schatting meer dan 700.000 mensen ouder dan 65 jaar.

Ervaring van het ouder worden
Hoe ervaren mensen die laaggeletterd zijn het ouder worden? Wat vinden zij belangrijk, hoe zien zij de toekomst? En hoe kunnen we hen ondersteunen bij het kenbaar maken van en invulling geven aan deze wensen en ambities? Daartoe hebben we groepsgesprekken georganiseerd, om beter te begrijpen wat goed ouder worden voor deze mensen betekent. Vervolgens hebben we samen met hen een gespreksinstrument ontwikkeld, gebaseerd op de Life and Vitality Assessment. We werken hierin samen met Stichting Lezen en Schrijven en vrijwilligersorganisatie Stichting ABC. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Hofje Codde en Van Beresteyn.

“Ondanks dat alle aandacht fijn is, voel ik me soms als een aap die steeds dezelfde truc doet. Ik kan mijn verhaal vertellen, maar er wordt niets mee gedaan. Ik heb mijn problemen op verschillende momenten gedeeld met instellingen en mensen, maar ik heb niet het gevoel dat ze er daadwerkelijk iets aan doen. Uiteindelijk loop ik nog steeds tegen dezelfde problemen aan.” – man (74)

Gespreksinstrument in beeld
Het Life and Vitality Assesment (LAVA) is een gespreksinstrument dat Leyden Academy samen met ouderen heeft ontwikkeld. Ouderen kunnen hiermee inzicht krijgen in thema’s die voor hen van belang zijn en kunnen ze doelen stellen. De originele versie van het instrument bleek niet voor alle doelgroepen toegankelijk. Om het instrument ook voor ouderen met minder goede basisvaardigheden beschikbaar te maken, hebben wij dit samen met ouderen met laaggeletterdheid doorontwikkeld. Gedurende een aantal interactieve bijeenkomsten zijn de ouderen samen met een grafisch ontwerper aan de slag gegaan om thema’s met betrekking tot het ouder worden in beeld weer te geven. De thema’s kwamen voort uit eerdere groepsgesprekken. Tijdens de bijeenkomsten is er volop gebrainstormd over een goede visuele vormgeving van het instrument en zijn alle stappen en onderdelen van de tool uitgebreid besproken en uitgetest. De grafisch ontwerper heeft alle input en ideeën uit de bijeenkomsten omgezet in 30 thematische tekeningen, waarna deze zijn getest door de deelnemers. Het eindresultaat is een visueel instrument waarmee ook ouderen met minder goede basisvaardigheden in gesprek kunnen gaan over hun (kwaliteit van) leven. Naast de visuele weergave van de thema’s is ook gekozen om de thema’s in begrijpelijke taal (B1-niveau) te vermelden.

“Dit is iets wat ik niet eerder heb gedaan; ik vond het leuk om deel uit te maken van het hele proces. We hebben dit samen gemaakt, weet je! Dat is best geweldig!” – man (67)

Co-creatie met ouderen met minder goede basisvaardigheden
Op basis van onze ervaringen tijdens het co-creatie proces met ouderen met laaggeletterdheid schreven wij een wetenschappelijke publicatie in het International Journal of Qualitative Methods. In dit artikel getiteld The promise of inclusive research methodologies: relational design and praxis, gaan we in op een aantal uitdagingen, randvoorwaarden en implicaties van het doen van onderzoek met ouderen met een lagere SES (zoals laaggeletterdheid). Onderzoek laat zien dat (oudere) mensen met een lagere SES vaak worden overgeslagen in onderzoek en beleidsontwikkeling. Het is lastig om deze groepen te betrekken en vast te houden vanwege problemen met wervingsstrategieën en ingewikkeld taalgebruik. Ouderen met een lagere SES voelen zich vaak niet goed vertegenwoordigd in onderzoek doordat ze veelal worden bestempeld als kwetsbaar, en zijn daarnaast terughoudend om mee te doen door negatieve ervaringen met (overheid)instanties. In het artikel pleiten we voor een inclusieve benadering door de nadruk te leggen op de kracht van ouderen met een lagere SES in plaats van hun beperkingen, flexibiliteit van methoden, goede begeleiding, laagdrempelig taalgebruik en een tastbaar eindresultaat (zoals het LAVA).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.