BaanBreker |  barrières doorbreken op de arbeidsmarkt

BaanBreker | barrières doorbreken op de arbeidsmarkt

Hoe creëren we een inclusieve arbeidsmarkt waarin iedereen een kans krijgt? Het project BaanBreker, een initiatief van Hetisnetwerken.nu, biedt effectieve begeleiding voor werkzoekenden van 45 jaar en ouder. Uit onderzoek van Leyden Academy blijkt dat een persoonlijke aanpak en ervaringskennis cruciaal zijn voor succes.

In een veilige en ondersteunende omgeving leren deelnemers hun vaardigheden en ervaring optimaal in te zetten. De cursus biedt praktische trainingen zoals sollicitatietechnieken, persoonlijke begeleiding en een waardevol netwerk. Structuur, positieve ondersteuning en relevante vaardigheden blijken essentiële succesfactoren.

Versterken van zelfvertrouwen
Door de focus op ervaringskennis en saamhorigheid krijgen deelnemers een hernieuwd gevoel van zelfvertrouwen en richting in hun zoektocht naar werk.

De inzichten uit het onderzoek bieden concrete handvatten voor verdere verbetering, zoals samenwerkingen met bedrijven en uitbreiding van wervingsstrategieën.

Kick-off | Plan B
Op 15 januari 2025 vond de kick-off plaats van Plan B in de FilmKoepel in Haarlem, georganiseerd door Stichting Het is Netwerken in samenwerking met Instituut Gak, J.C. Ruigrok Stichting en het Oranjefonds. Tijdens deze bijeenkomst besprak EenVandaag-redacteur Caroline van den Heuvel met werkgevers en werkzoekers wat écht werkt voor een inclusieve arbeidsmarkt. Deelnemers konden inspiratie opdoen tijdens de talkshow en praktische inzichten meenemen om direct aan de slag te gaan.

Lees hier het volledige rapport.

BaanBreker | barrières doorbreken op de arbeidsmarkt

BaanBreker | barrières doorbreken op de arbeidsmarkt

Hoe kunnen we barrières doorbreken en een inclusieve arbeidsmarkt creëren waar iedereen een kans krijgt? Het project BaanBreker, een initiatief van Hetisnetwerken.nu, laat zien wat werkt in de begeleiding van werkzoekende 45-plussers naar betaald werk. Door middel van een evaluatierapport, uitgevoerd door Leyden Academy, zijn de werkzame elementen van het programma in kaart gebracht. De resultaten bieden praktische handvatten voor werkgevers, HR-managers, intermediairs, gemeenten en werkzoekers.

Wat is BaanBreker?
BaanBreker is een cursus die specifiek is ontwikkeld voor werkzoekenden van 45 jaar en ouder. Deelnemers krijgen begeleiding in een veilige en ondersteunende omgeving, waarin ze leren om hun vaardigheden en ervaring effectief in te zetten op de arbeidsmarkt. Het programma biedt niet alleen praktische trainingen, zoals sollicitatietechnieken, maar ook persoonlijke ondersteuning en een netwerk van gelijkgestemden.

Het programma onderscheidt zich door een persoonlijke benadering en een focus op het benutten van ervaringskennis. Voor velen betekent deelname een hernieuwd gevoel van zelfvertrouwen en richting in hun zoektocht naar werk.

Wat maakt BaanBreker effectief?
Uit het onderzoek van Leyden Academy blijkt dat BaanBreker enkele unieke en bewezen werkzame elementen bevat, zoals:

  • Structuur en duidelijkheid: De vaste opzet van de cursus helpt deelnemers overzicht en houvast te krijgen.
  • Positieve ondersteuning: De cursus biedt een omgeving waarin deelnemers zich gesteund en gewaardeerd voelen.
  • Saamhorigheid: Het gevoel van erbij horen en het delen van ervaringen met anderen versterkt het zelfvertrouwen.
  • Relevante vaardigheden: Trainingen gericht op sollicitatievaardigheden, netwerken en het omgaan met uitdagingen op de arbeidsmarkt.
  • Toegankelijkheid: Het programma is laagdrempelig, waardoor het ook voor mensen met weinig zelfvertrouwen toegankelijk is.

Figuur: Infographic werkzame elementen BaanBreker

Daarnaast worden in het rapport elementen genoemd die bijdragen aan het succes van vergelijkbare programma’s en mogelijk aan BaanBreker toegevoegd kunnen worden, zoals:

  • Financiële ondersteuning om deelname haalbaarder te maken.
  • Werkervaring opdoen via stages of meeloopmogelijkheden.
  • Actievere werving van deelnemers, bijvoorbeeld via oud-deelnemers of samenwerking met bedrijven.

Inspirerende inzichten uit interviews
Oud-deelnemers, HR-medewerkers, recruiters en de organisatoren van BaanBreker deelden waardevolle inzichten:

  1. Het Koffiegesprek: Dit onderdeel, waarin deelnemers in contact komen met werkgevers, werd als zeer waardevol ervaren. Voor minder extraverte deelnemers kan dit verder worden aangepast met alternatieve opdrachten.
  2. Rol van Loodsen: Oud-deelnemers die als mentor (Loodsen) worden ingezet, spelen een cruciale rol. Het inzetten van Loodsen met coachingsvaardigheden kan de begeleiding nog effectiever maken.
  3. Werving via-netwerken: Deelnemers gaven aan dat een grotere en diversere groep medecursisten de ervaring verrijkt. Oud-deelnemers kunnen hierin een sleutelrol spelen door actief te helpen bij de werving van nieuwe deelnemers.
  4. Reële verwachtingen: De cursus helpt bij het vergroten van de kansen op werk, maar niet iedereen vindt direct passend werk. Het communiceren van realistische verwachtingen wordt daarom als belangrijk verbeterpunt genoemd.

Toekomst en impact
BaanBreker bewijst dat gerichte begeleiding en ondersteuning oudere werkzoekenden nieuwe kansen biedt op de arbeidsmarkt. De inzichten uit dit onderzoek bieden praktische handvatten om het programma verder te versterken, zoals:

  • Samenwerkingen met bedrijven voor stages of werkervaring.
  • Meer aandacht voor individuele behoeften in de opzet van de cursus.
  • Uitbreiding van wervingsstrategieën via ambassadeurs, sociale media en lokale netwerken.

BaanBreker is een inspirerend voorbeeld van hoe door samenwerking en maatwerk een verschil gemaakt kan worden in de levens van werkzoekenden én in de inclusiviteit van de arbeidsmarkt.

Wilt u meer weten over dit onderzoek en de resultaten?
Klik hier om het eindrapport te lezen.

Neem voor meer informatie contact op met Jolanda Lindenberg.

In gesprek over ageism

In gesprek over ageism

Er heerst over ouderen vaak een stereotype beeld dat geen recht doet aan diversiteit van deze groep, zo laat onderzoek van onder andere dr. Josanne Huijg en dr. Jolanda Lindenberg zien. Ouderen worden gezien als een vitale levensgenieter (‘het Zwitserlevengevoel’) of als afhankelijk en zorgbehoevend (ze bewegen zich traag voort met rollator etc.).

Een bewuste blik op beeldvorming
Eenzijdige stereotypering kan bijdragen aan kansenongelijkheid op basis van leeftijd, simpelweg omdat bijvoorbeeld bepaalde rollen als ongebruikelijk worden gezien of onwenselijk voor ouderen. De cultuur en (sociale) media lijken deze beeldvorming te versterken. Leeftijdsdiscriminatie (ageism) is een van de meest veelvoorkomende vormen van discriminatie waar Nederlanders mee te maken krijgen. Onderzoek toont aan dat leeftijdsdiscriminatie een negatief effect kan hebben op de kansen van ouderen in de samenleving, op de arbeidsmarkt en op hun gezondheid en welbevinden. De werkelijkheid is heterogeen en genuanceerder. Als er meer aandacht komt voor het individu zonder generationele vooroordelen leidt dit tot meer kansen, levenstevredenheid en welbevinden onder ouderen. De media kunnen een belangrijke rol spelen in (en dragen een verantwoordelijkheid voor) beeldvorming van oudere mensen. Bovendien hebben zij een maatschappelijke invloed.

Interactief seminar
In december 2022 organiseerden we een interactief seminar met colleges van wetenschappelijke inhoudsdeskundigen. Samen met PR-, marketing- en communicatieprofessionals, journalisten, redactieleden, content makers, beleidsmedewerker en trainers wierpen we een frisse blik op thema’s die samenhangen met vergrijzing in onze samenleving. De volgende onderwerpen kwamen aan bod:

  • Levensloop en vraagstukken over leeftijdsdiscriminatie, door sociaal en cultureel gerontoloog dr. Elena Bendien
  • Ouderen in trek bij werkgevers, door assessment psycholoog drs. Linda van den Driessche
  • Biologie van veroudering, door arts, verouderingswetenschapper en hoogleraar David van Bodegom
  • Beeldvorming van ouderen en zelfbeeld, door antropologe dr. Jolanda Lindenberg

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Elena Bendien.

Medewerkers in de ouderenzorg

Foto: © Romi Tweebeeke

De ouderenzorg kampt met personeelstekorten die snel verder zullen oplopen, omdat het aantal ouderen in Nederland toeneemt. Het is dus belangrijk om de komende jaren voldoende gekwalificeerd personeel te werven én te behouden.

Er zijn een aantal opvallende dingen aan de instroom van nieuwe medewerkers in de ouderenzorg. Zo stopt maar liefst 50% van de nieuwe medewerkers binnen drie jaar. Daarnaast bestaat 50% van de instroom uit zij-instromers en herintreders vanuit andere (zorg)domeinen. Verpleegkundigen keren bijvoorbeeld op latere leeftijd terug in de ouderenzorg of ervaren krachten kiezen voor een ander carrièrepad. Een ander opvallend feitje: de gemiddelde leeftijd van de medewerker is 42 jaar. Dit laat zien dat mensen uit deze groepen cruciaal zijn om het personeelstekort helpen op te vangen. Toch is er nog relatief weinig aandacht voor de drijfveren en ervaringen van deze groepen om te (blijven) werken in de ouderenzorg. Bovendien zijn er nog weinig strategieën of oplossingen ontwikkeld voor het aantrekken en behouden van ervaren werknemers.

Om meer inzicht te krijgen in wat deze werknemers motiveert om voor de ouderenzorg te kiezen en hoe het werk volgens hen aantrekkelijker kan worden gemaakt, organiseerden we in 2022 focusgroepen. Dit najaar volgen enkele ontwerpsessies om samen met medewerkers tot passende oplossingen te komen. De uitkomsten zullen worden gedeeld in een verslag. Op 12 december 2021 verscheen op de website van Radicale een interview met onze onderzoekers over dit onderwerp: ‘Medewer­kers aantrekken en behouden voor de ouderen­zorg’.

Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door het Jo Visser fonds.

Neem voor meer informatie contact op met Jolanda Lindenberg, Belia Schuurman of Evelien Kelfkens.

Cultuursensitieve zorg

Zorg voor ouderen met een migratieachtergrond in Amsterdam: Een toekomstperspectief
In Amsterdam stijgt het aantal senioren met zorgbehoeften snel. Een groot deel van die groei vindt plaats onder ouderen met een migratieachtergrond. Deze groep senioren wordt niet alleen ouder en de zorg intensiever, maar ook steeds diverser. Met deze ontwikkelingen komen belangrijke vragen: Hoe groot zal de zorgvraag in de nabije toekomst zijn en hoe kunnen we tegemoet komen aan de diverse zorgwensen en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond?

Grote diversiteit
Op dit moment zijn er veel (cultuur)specifieke voorzieningen gericht op verschillende doelgroepen; denk bijvoorbeeld aan kleinschalig wonen voor senioren met een Surinaamse achtergrond of dagbestedingen voor senioren met een Turkse of Marokkaanse afkomst. Er zijn goede redenen (zoals taal en religie) die cultuurspecifieke zorg wenselijk maken. Uit onderzoek en gesprekken blijkt echter dat er allerlei knelpunten worden ervaren bij het voldoen aan verwachtingen, behoeften en wensen in deze cultuurspecifieke zorg. Bovendien zijn de wensen en behoeften van ouderen met een migrantenachtergrond net zo verschillend als die van ouderen die in Nederland zijn geboren. Ook binnen groepen uit hetzelfde herkomstland is er sprake van grote diversiteit, waarbij andere kenmerken (zoals opleiding en inkomen) een meer bepalende rol kunnen spelen.

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
We hebben de (toekomstige) zorgvraag onder Amsterdamse ouderen met een migratieachtergrond onderzocht aan de hand van registerdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hieruit blijkt dat in de toekomst de vraag naar langdurige zorg zal toenemen. De sterkste toename wordt verwacht in de vraag naar langdurige zorg in een mix van persoonlijk budget, vol pakket thuis en modulair pakket thuis. Ook zijn we in gesprek gegaan met 66 personen met een migratieachtergrond over hun ideeën over zorg, nu en in de toekomst. Ze geven aan het belangrijk te vinden dat de kwaliteit van de zorg goed is, bijvoorbeeld als het gaat om zorg-technisch handelen, schoonmaak en hygiëne en het aanbod van (divers) eten. Daarbij vinden ze het essentieel dat de zorg persoonsgericht is en relationeel wordt uitgevoerd. Er moet rekening gehouden worden met taal en ruimte zijn voor religie. In de toekomst willen zij zo lang als mogelijk zelfstandig, onafhankelijk thuis wonen. Als dat niet meer gaat, zijn de wensen divers: variërend van (betaalde) informele zorg tot thuiszorg tot een verblijf in een verpleeghuis.

Klik hier voor de complete rapportage van het onderzoek ‘Zorgvraag onder (toekomstige) ouderen met een migratieachtergrond – Een Amsterdamse toekomstverkenning’ (december 2021). Ook is een onderzoekssamenvatting en een publiekssamenvatting beschikbaar.

Interventie en kennisverspreiding
Na het onderzoek zijn we aan de slag gegaan om handvaten in de praktijk te ontwikkelen. Duidelijk is dat cultuursensitieve zorg, waarbij er over en weer bewustwording is over eigen aannames, wensen en behoeften en hier open over gecommuniceerd wordt, belangrijk is. De aanknopingspunten richten zich op organisatieniveau, maar ook op de praktijk. Op organisatieniveau is er een bestuurlijk advies beschikbaar en adviseren we te komen tot een ervaringsnetwerk, juist omdat er al veel kennis en ervaring is, lees hiertoe het advies ervaringen die er toe doen. Daarnaast is er een Turks vertaalboekje ‘Elkaar begrijpen helpt’ en een handzame overzicht voor de praktijk met pictogrammen en veelgebruikte zinnen (her)ontwikkeld samen met medewerkers, bewoners en naasten. Ten slotte is een bestaande training van Pharos gebruikt om een bewustwordingstraining voor medewerkers te geven over cultuursensitieve palliatieve zorg. Klik hier om naar de pagina met de handleiding en materialen te gaan.  We hopen dat hiermee de zorgverlening beter zal aansluiten in situaties waarin culturele verschillen een rol spelen, en dat de zorgkwaliteit en tevredenheid zullen toenemen.

Dit project is een samenwerkingsverband tussen Amsta, Amstelring, Cordaan, gemeente Amsterdam en Leyden Academy. Wilt u meer weten over dit onderzoeksproject? Neem dan contact op met Jolanda Lindenberg.

 

Elena Bendien: “Er is te weinig aandacht voor oudere vrouwen”

Elena Bendien: “Er is te weinig aandacht voor oudere vrouwen”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Elena Bendien onder meer over haar onderzoek naar ‘ageism’, de discriminatie van ouderen.

Elena, je komt oorspronkelijk uit Rusland. Kun je vertellen hoe je in Nederland bent beland?
“Ik werk als sociaal en cultureel gerontoloog, maar in het begin van mijn loopbaan was ik universitair docent Russische taalkunde. Mijn eerste promotie vond plaats aan de Russische universiteit in mijn geboortestad Rostov aan de Don, een van de grote zuidelijke steden van Rusland. Ik ontmoette daar mijn Nederlandse echtgenoot, die voor de Europese Bank werkte. In 1999 kwamen we naar Nederland, ik was toen hoogzwanger van onze zoon, die inmiddels 21 is. Vanaf 2002 begon ik met eenvoudig werk op de Universiteit voor Humanistiek, vooral om de taal te leren dacht ik toen, maar professor Letiche zag dat ik met mijn PhD meer in mijn mars had. Hij bracht me in contact met Hans Becker, bestuurder van stichting Humanitas in Rotterdam. Zo is mijn belangstelling voor het werk met en voor ouderen gewekt. In 2005 werd ik uitgenodigd om een promotieonderzoek te doen naar de betekenis van herinneringsprocessen voor oudere mensen. Het onderzoek ging over het Herinneringsmuseum van Humanitas. Het ophalen van herinneringen gaat vaak op verhalende wijze. Zo kwam mijn liefde voor narratief onderzoek in mijn werk als gerontoloog goed van pas.”

Wat vind je het mooiste aan het onderzoek doen met en voor ouderen?
“Het werken met oudere mensen was voor mij nieuw, maar het gaf me veel voldoening en inspiratie. Als kwalitatief onderzoeker ga je voornamelijk in gesprek met mensen, door middel van een interview, dialoog of participatief actieonderzoek. Zelfs als je etnografisch onderzoek doet en aan het observeren bent, word je bij de gesprekken met ouderen betrokken. In de loop van de zestien jaar dat ik dit werk doe, zijn het honderden gesprekken geweest, en elk gesprek was uniek, elke persoon heeft mij met vertrouwen in haar of zijn verhaal meegenomen. Ik moest vaak lachen en ook huilen met mijn gesprekspartners, die voor mij ervaringsdeskundigen waren en bij wie ik me soms een leerling voelde.”

Wat zijn jouw onderzoeksthema’s bij Leyden Academy?
“Binnen de Leyden Academy voel ik me op mijn plaats, in een team van bevlogen collega’s. De thema’s waaraan ik werk zijn maatschappelijk zeer relevant: ageism, de levensloop, participatief actieonderzoek en gender-vraagstukken rond het ouder worden. Binnen het thema ‘ageism’ richt ik mij momenteel op een uitdagend en nog weinig onderzocht onderwerp: de relatie tussen de begrippen age-friendly en self-ageism. De vraag die mij in dit onderzoek drijft, is waarom men het vaak over ‘age-friendly cities’ of buurten heeft, maar nooit over hoe we ouderenvriendelijk voor onszelf kunnen zijn. Self-ageism (negatieve beelden over het ouder worden bij ouderen zelf) heeft, in mijn ogen, veel te maken met het feit dat we in onze maatschappij het ouder worden vooral met aftakeling associëren en de ouderdom willen bestrijden. Hoe kun je ouderenvriendelijk zijn als je zelf het ouder worden vooraf al ontkent? Aan de hand van de uitstekende interviews met ouderen die mijn collega’s tijdens de coronacrisis hebben gehouden, verricht ik de secondaire analyse van de data, om antwoorden op deze vragen te vinden. Daarnaast werk ik samen met collega Danielle Swart aan het creëren van een denktank van oudere deskundigen op het gebied van journalistiek en media, om in gesprek te gaan over de (zelf-)beeldvorming van ouderen in Nederland en om creatieve manieren te vinden om dit proces te beïnvloeden. Dit onderdeel willen we als participatief actieonderzoek uitvoeren, zodat onze gesprekspartners als co-onderzoekers kunnen optreden en het eigenaarschap van dit project met ons delen.”

Zijn er nog onderwerpen waar meer aandacht voor moet komen?
“Binnen de Leyden Academy wil ik graag meer onderzoek doen op het snijvlak tussen gender en het ouder worden. Wanneer ik over gender praat bedoel ik zowel oudere mannen als vrouwen, al heb ik een persoonlijke passie voor een verhaal van een oudere vrouw. In de afgelopen twee jaar was ik betrokken bij het ontwikkelen van een methodologisch instrument voor de intersectionele analyse van kwalitatieve data in AmsterdamUMC-VUmc, dat heel behulpzaam kan zijn bij het onderzoek naar gender en ageing. In het kader van mijn onderzoek ben ik lid van de ILC Global Alliance werkgroep ‘Women & Ageing’. Als leden van deze groep, waarin vertegenwoordigers uit diverse landen wereldwijd samenwerken, namen we in de afgelopen week deel aan de 65e editie van de Commission on the Status of Women van de Verenigde Naties. De gesprekken die daar zijn gevoerd, vertalen we naar onderzoeksdoelen die we in de komende jaren willen bereiken. Mijn eerste indrukken kan ik als volgt samenvatten: vrouwen worden als groep disproportioneel hard door de coronacrisis getroffen, geweld tegen vrouwen staat hoog op de agenda van diverse nationale overheden, er is veel aandacht voor de leiderschapspositie van vrouwen in de wereld. Tegelijkertijd is er weinig aandacht voor oudere vrouwen, als heterogene groep met uiteenlopende behoeftes. Ik vind dat daar verandering in moet komen en daar wil ik in de komende jaren hard aan werken.”

Kun je de positie van ouderen in Rusland vergelijken met die van Nederlandse ouderen?
“Als ik terugkijk op mijn jaren in Rusland, dan lijkt me dat een onmogelijke opgave. Niet alleen omdat de ouderenzorg zoals we die in Nederland kennen, in Rusland gewoon niet bestaat. De vergelijking is vooral moeilijk omdat de culturele context in beide landen zo verschillend is. De zelfredzaamheid van ouderen in Rusland komt niet door de voorzieningen van het sociale systeem, ook al zijn de pensioenen er in de afgelopen jaren aanzienlijk omhoog gegaan. In Rusland draait het om doorzettingsvermogen, de wil om te leven en de familierelaties. In 2014 heb ik in Rusland een reeks interviews gedaan met Russische veteranen uit de Tweede Wereldoorlog. Deze interviews zijn een poëtisch verslag geworden van het ongelofelijk harde leven dat deze mensen met een bescheiden glimlach en trots met mij deelden. Poëtisch omdat ze, zonder dat ik ze dit gevraagd heb, tijdens het interview allemaal gedichten gingen voorlezen of zelfs hebben gezongen. Het is mijn opdracht aan mezelf om hier nog over te gaan schrijven.”

Komt de Russische taalkunde je ten slotte nog wel eens van pas?
“Van taalkunde heb ik geleerd om gestructureerd te denken en onderzoek te doen. De Russische literatuur opende voor mij de wereld van de mens. De relationele complexiteit die elke persoon in zich draagt, heb ik mezelf vanuit mijn tienerjaren eigen gemaakt met de romans die we op school lazen. Ik voel me bevoorrecht dat ik schrijvers als Poesjkin, Tolstoj en Tsjechov in de originele versies kan lezen. Daar komt mijn liefde vandaan voor de verhalende manier van onderzoek doen en resultaten presenteren. Dat laatste maakt het me soms moeilijk om te publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. De reviewers van deze artikelen zien immers liever geen metaforen en bijvoeglijke naamwoorden in een academische tekst. Jammer, want een goed spraakbeeld is soms veel zinnen waard.”

Jolanda Lindenberg: Voorbij het hokjesdenken over ouderen

“De eerste strenge maatregelen om het coronavirus in te dammen, werden aangekondigd in een sfeer van solidariteit: bescherm de zorgverleners, bescherm de ouderen. In het publieke debat klonk al snel, en stond soms zelfs letterlijk op straat en op spandoeken geschreven: blijf binnen, zodat we onze ouderen beschermen. Vele tekenen van (intergenerationele) solidariteit volgden. Prachtige initiatieven om ‘eenzame’ ouderen te bellen, sympathieke acties om ‘kwetsbare’ ouderen te helpen bij boodschappen.

Toch werd het dringende advies om vooral binnen te blijven niet door iedere senior braaf opgevolgd. Ik observeerde hoe een oudere heer in de winkel werd aangesproken door de winkelier: “Wat doet u nog hier? We bezorgen toch ook bij u thuis?” De man haalde zijn schouders op, glimlachte en zei niks. Hij voelde zich duidelijk niet geroepen om verantwoording af te leggen. Toen ook een klant hem erop aansprak, zei hij: “Ik ben 82. Deze dagelijkse gang geeft mij plezier in het leven en dat ik dan een dag korter of langer leef, is aan mij. Ik zal me niet laten opnemen en jullie op kosten jagen.” Een schok ging door de winkel. Nadat hij de zaak verliet, zei de klant met een blik van verstandhouding tegen mij: “Nou dan moet hij het zelf maar weten, dan gaat hij maar dood.”

Ook andere senioren krijgen hiermee te maken. Jeltje, ook 82 jaar oud, beschrijft het als volgt: “Als ik in een supermarkt of bouwmarkt kom, bemerk ik toch veel verbazing dat ik daar überhaupt kom. Veel mensen in mijn omgeving raden het ook af of spreken mij er op aan. Dat vind ik vreselijk. Ze ontnemen je toch een beetje het leven.” Deze senioren zijn niet de enigen, zo blijkt ook uit ons onderzoek naar de ervaringen van senioren in coronatijd. Voor anderen is het blijkbaar moeilijk om te begrijpen waarom senioren tegen de adviezen in toch de straat opgaan en daarmee, zo lijken de reacties te zeggen, al onze moeite om hen niet te besmetten teniet doen.

Het ging over hun veiligheid en het vermijden van risico. Ook tijdens corona kiest de maatschappij voor hen dat het leven op zich nu voorop staat. Logisch in een gezondheidscrisis zoals deze. Maar wat als we nu in gesprek zouden gaan met senioren? Wat als we hen vragen wat hun afwegingen zijn en proberen ons in te leven in hun handelen? Zouden we dan wellicht nader tot elkaar kunnen komen? En kunnen begrijpen waarom de ene oudere liever thuis blijft, terwijl de andere toch de straat op gaat?

In de media doken verhalen op van ‘eigenwijze’ senioren, die niet wilden luisteren naar hun (klein)kinderen. En zo waren senioren enerzijds “kwetsbaar en eenzaam” en anderzijds “eigenwijs en ondankbaar”. Het weerspiegelde mijn bevindingen uit eerdere literatuur- en mediastudies naar hoe ouderen in onze samenleving worden gezien: de archetypes van de ‘zorgbehoevende’ oudere versus de ‘Zwitserleven’-oudere. Die laatste duidelijk verwant aan de stereotyperende benadering van ‘de’ babyboomer, die al eerder in het publieke debat opdook. Deze crisis vergroot alles uit, ook het zwart-wit denken dat aan deze framing ten grondslag ligt. Zoals Karin (80) ons vertelde: “Mij valt op dat ‘ouderen’ en ‘kwetsbaarheid’ bijna synoniem zijn aan elkaar. Per definitie is elke oudere ineens kwetsbaar!”

Deze beeldvorming doet geen recht aan de verscheidenheid onder ouderen, die minstens zo groot is als onder andere leeftijdsgroepen. Dit soort stereotiepe beelden ontnemen ouderen hun eigenheid en beperken hun keuzevrijheid. Ook in tijden van corona. Het laat ook weinig ruimte om het iets minder goed te doen. En corona discrimineert: mensen die het al zwaar hadden, hebben het nu extra zwaar. Omdat ze kleiner wonen, zelf gezondheidsproblemen hebben of voor anderen moeten zorgen, omdat ze niet weten hoe ze online boodschappen moeten doen, of simpelweg de informatie niet goed kunnen lezen. Die geluiden horen we nauwelijks, omdat mensen niet graag toegeven dat ze niet aan de norm voldoen. Een ideaalplaatje dat is geworteld in een neoliberaal mensbeeld, waarin succes maakbaar is en waarden als onafhankelijkheid en zelfredzaamheid hoog in het vaandel staan.

Je ziet dit ook terug in de mooie burenhulp-acties, veelal gericht op ‘eenzame, kwetsbare ouderen’. Opvallend: heel veel aanbod, weinig vraag. Het was zoeken naar rode bordjes achter de ramen. Dat lijkt ondankbaar, net als de ‘eigenwijze’ heer in de winkel. Maar ook in deze tijd geldt wat ook vóór corona al bepalend was: niemand is graag ‘kwetsbaar’ of ‘afhankelijk’ en de drempel in onze maatschappij om hulp te vragen is hoog. Onafhankelijkheid, zelfstandigheid, zelfredzaamheid… Het neoliberale discours maakt het niet gemakkelijk om het iets minder goed te doen. Niet alleen voor ouderen, maar ook voor andere leeftijden.

Het mooie aan alle corona-initiatieven is wel dat ze de bereidheid tonen om nader tot elkaar te komen en iets voor elkaar over te hebben. Laten we die bijzondere solidariteit benutten om ons nog meer in elkaar te verdiepen, beter te luisteren en niet te snel te oordelen. Om voorbij het zwart-wit denken te gaan, met ruimte voor alle mogelijke grijstinten. Laten we de uitvergroting van ongelijkheden maar ook die van verbondenheid in deze crisis aangrijpen om te zorgen dat we ook na deze crisis er iets mooiers van maken. Die bereidheid is er nu. We zien allemaal hoe belangrijk ‘samen’ is, niet alleen voor ouderen, ook voor jongeren. Hoe we allemaal het samenzijn en die echte knuffel missen. Hoe we allemaal op elkaar moeten bouwen om deze crisis het hoofd te bieden.

Mogen een oudere heer en een oudere dame dan de straat op om een dagelijks praatje te maken? Om zich vrij te voelen? Om er net als andere leeftijdsgroepen af en toe op uit gaan? Wellicht maakt dat het leven wezenlijk? Laten we die gedachte vasthouden en in verbondenheid met openheid voor elkaars gedachten en overwegingen tijdens en na de crisis verdergaan. Als we iets kunnen meenemen uit deze tijd, dan is het dat we elkaar hernieuwd waarderen en zien, onafhankelijk van leeftijd, beroep, inkomen of achtergrond. Dat samen het leven waarde geeft.”

dr. Jolanda Lindenberg is senior onderzoeker bij Leyden Academy en leidt de activiteiten binnen het speerpunt Verbonden. Deze tekst maakt onderdeel uit van ons manifest Ouderen en corona – vier lessen en kansen uit mei 2020.

Benaderen van ouderen en intergenerationele steun

In het onderzoek naar intergenerationele zorg besteedt Jolanda Lindenberg aandacht aan de paradoxale eisen in het publieke debat en de verwachtingen van ouderen zelf over de zorg voor ouderen. Vanuit een linguïstisch-antropologische invalshoek heeft zij veldonderzoek gedaan in een verzorgingshuis en een buurthuis in Amsterdam waarbij ze de zorgvragen, de zorgverlening, het zorgnetwerk van ouderen, hun sociale positie en identiteit in kaart brengt. Vragen als ‘Wat verstaan ouderen onder zorg?’, ‘Hoe vragen ouderen om steun en zorg?’ en ‘Bij wie doen ze dit dan het liefst?’ staan centraal. De antwoorden zullen duiding geven aan de conceptualisering van ouder worden, zorg, zorgvragen en intergenerationele steun.

Uit Jolanda’s onderzoek komen artikelen voort en is een wetenschappelijk boek in voorbereiding met als werktitel ‘The Language of Ageing’. Hierin gaat zij in op het taalgebruik rondom ouderen en hoe dit van invloed is op hun sociale identiteit, hoe zij zich positioneren ten opzichte van anderen en hoe zij hulp en steun vragen en aanbieden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Silver Starters

Silver Starters

 

Veel vijftigplussers lopen rond met het idee om ooit nog voor zichzelf te beginnen, tijdens of na hun pensionering, maar kunnen een zetje gebruiken om dit daadwerkelijk te doen. Uit onderzoek blijkt dat vijftigplussers die een eigen bedrijf beginnen, twee- tot driemaal succesvoller zijn dan dertigers. Toch zijn vrijwel alle start-up programma’s gericht op jongere ondernemers. Daarom organiseerden we samen met Aegon een aantal keer het gratis leerprogramma Silver Starters, waarin we vijftigplussers die dromen van een eigen bedrijf verder op weg hielpen.

“Het voordeel van deze cursus is dat het online is en dat je het in je eigen tempo kunt doen. Deze cursus is een van de beste die ik heb gedaan.” – Han (83 jaar)

Van idee naar start-up
Silver Starters is een persoonlijk, digitaal leerprogramma waar vijftigplussers gedurende acht modules van online leren en coaching door experts de basis leren om hun idee om te zetten in een eigen bedrijf. Voorkennis is hierbij niet noodzakelijk en men leert in eigen tempo. De studiebelasting is circa zestien uur per module en bestaat onder andere uit onderstaande onderwerpen:

  • Verkennen van de markt.
  • Ontdekken van en inzicht krijgen in klantbehoeften en -problemen.
  • Het vermogen om design thinking toe te passen.
  • Leren om aannames snel te testen.
  • Basiskennis van verdienmodellen.
  • Basiskennis van (online) marketing.
  • Inleidende kennis van verandermanagement en zelfstartende mindset.
  • Kennismaken met online hulpmiddelen om prototypen te ontwikkelen.
  • Leren pitchen en een passend vervolgtraject in te zetten.

“Door Silver Starters realiseer ik me dat ik me in eerste instantie vooral moet richten op het probleem van de klant en niet op mijn oplossing!” – Marian (60 jaar)

We hopen een volgende editie van Silver Starters te kunnen aanbieden. Wilt u uw interesse in een mogelijk volgende editie kenbaar maken, neem dan contact op met Jacqueline Leijs.

Meer over Silver Starters

Het programma is ontwikkeld door Leyden Academy, Medical University Lodz, University of Naples Federico II, Instituto Pedro Nunes en Aegon, en wordt ondersteund door EIT Health.

Eenzaamheid en verbinding

Eenzaamheid is van alle tijden en het komt onder alle leeftijdsgroepen voor. Het is vaak geen constant gevoel en niet direct te vertalen naar lager welbevinden. Wel neemt het percentage eenzame mensen toe met de leeftijd en dan vooral onder de oudste ouderen. Dit heeft vooral te maken met ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner of belangrijke anderen. Deze gebeurtenissen, in combinatie met een afnemende gezondheid, brengen verhoogde risico’s op eenzaamheid met zich mee. 

Kennis bundelen
Vanuit het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’ heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ZonMw de opdracht gegeven om met subsidies startende en bestaande lokale initiatieven (extra) te ondersteunen bij het doorbreken, terugdringen en voorkomen van eenzaamheid onder ouderen. Leyden Academy kreeg op haar beurt in 2022 van ZonMw de opdracht onderzoek te doen naar de kennis opgedaan uit 61 initiatieven en projecten die zich richten op het verminderen van eenzaamheid bij oudere mensen.

Praktijk ontmoet wetenschap
Kennis is voortdurend in ontwikkeling, dynamisch, en de methode is participatief, responsief en reflectief. Hoe kan deze kennis geborgd worden? Aandacht voor taalgebruik, kennis delen en een andere rol van fondsen; dat vinden projectleiders belangrijk. Andere adviezen uit het onderzoek zijn:

  1. Maak eenzaamheid onderdeel van een breder onderwerp, zoals anti-ageism, ouderenparticipatie en age-friendliness.
  2. Verduurzaam het subsidiebeleid, zodat het tot structurele financiering van projecten kan leiden.
  3. Geef duidelijke projectvoorwaarden op het gebied van kennisoverdracht binnen initiatieven en projecten.
  4. Leg verbinding tussen academische kennis en vakkennis.
  5. Ontwikkel de leergemeenschap verder.
  6. Stimuleer het gebruik van creatieve onderzoeksmethoden, om ook impliciete kennis te verkrijgen.

Meer lezen? Ga dan naar de rapportage die we in mei 2023 hebben gemaakt en lees het bericht hierover op de website van ZonMw. In onderstaand interview vertelt Elena Bendien over de bijdrage van Leyden Academy aan het onderzoek: “We werken meestal participatief. Dat betekent dat wij onze eigen kennis niet centraal willen stellen, maar de kennis van onze partners. We gaan daar met hen over in gesprek.”

Programmaevaluatie Samen ouder
In de periode 2018-2021 heeft het Oranje Fonds onder de noemer ‘Samen Ouder’ 25 sociale initiatieven ondersteund in het samenbrengen, betrekken en activeren van ouderen. Leyden Academy voerde gedurende drie en een half jaar een effect- en procesevaluatie uit op deelnemer-, project- en programmaniveau. De kwantitatieve metingen tonen aan dat de initiatieven erin slagen om een groep ouderen te bereiken die bovengemiddeld hoog scoren op bekende risicofactoren voor eenzaamheid. De deelnemers zijn vaker alleenstaand en ervaren gemiddeld meer gezondheidsbelemmeringen in hun dagelijks leven. De ouderen geven aan dat zij door hun deelname het gevoel hebben meer in contact te staan met anderen, erbij te horen en onderdeel uit te maken van een gemeenschap. Hierdoor piekeren zij minder en worden zij afgeleid van negatieve emoties. Daarnaast bieden de projecten gezelligheid, afleiding van de dagelijkse sleur en een fijne bezigheid, maar vooral ook het gevoel dat de deelnemers gezien en gewaardeerd worden. In enkele gevallen leidt dit gevoel tot een hechte band met andere deelnemers. De uitkomsten zijn kernachtig verwoord in een publiekssamenvatting, infographic en onderstaande video. Benieuwd naar de uitgebreide eindrapportage met de (statistische en narratieve) uitkomsten en een toelichting op de procedure en onderzoeksmethoden? Klik dan op deze link!

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Elena Bendien.